2016105260 v17 Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 juni 2017 van de registratiehouders die volgens de consultatieprocedure kunnen reageren 5 Rosacea I Advies Bij de behandeling van papulopustuleuze rosacea komt metronidazolcrème/-gel of azelaïnezuurcrème als eerste in aanmerking. Een alternatief is ivermectinecrème. Indien deze lokale therapie onvoldoende werkzaam is, kan een systemisch antibioticum worden toegevoegd, waarbij de voorkeur uitgaat naar doxycycline 100 mg. Bij de behandeling van erythemato-teleangiëctatische rosacea kan de vasomotore component worden behandeld met brimonidine lokaal. De behandeling van permanent uitgezette bloedvaatjes en van phymateuze afwijkingen is nietmedicamenteus. 10 Aanvullingen op standaardadvies Middel Aanvullende zin doxycycline Doxycycline heeft de voorkeur boven tetracycline in verband met het gebruikersgemak II Behandelplan Stap 1 Toelichting Niet-medicamenteus Vermijd vasoactieve en irritatieve prikkels. Gebruik een zonnebrandcrème met een UVA- en een UVBfilter. Staak het gebruik van een dermatocorticosteroïd, indien van toepassing. Wees bedacht op een tijdelijke verergering van de klachten na stoppen (‘rebound effect’). Indien de oogleden ook zijn aangedaan: ooglidhygiëne en lubricantia en bij droge ogen kunsttranen. Vasoactieve prikkels zoals zonlicht, warmte, gekruid voedsel en bepaalde medicamenten kunnen aanleiding geven tot de aanvallen van vluchtige roodheid. Irritatieve prikkels zoals veelvuldig wassen en het gebruik van huidreinigings- en verzorgingsmiddelen, kunnen de ontstekingsverschijnselen doen verergeren. Stap 2a Let op Toelichting Verwijs naar een oogarts bij visusdaling en corneapathologie. Eerste keus: Lokale therapie met metronidazolcrème of gel of azelaïnezuurcrème eenmaal of tweemaal daags. Controle effect na 4–6 weken; het optimale effect is pas na enkele maanden zichtbaar. Azelaïnezuur geeft mogelijk meer huidirritatie dan metronidazol. Metronidazolcrème of -gel en azelaïnezuurcrème zijn eerstekeusmiddelen. Verschillen in effectiviteit tussen de gebruikte concentraties, tussen één- of tweemaal daagse behandeling of tussen de middelen metronidazol en azelaïnezuur onderling zijn niet aangetoond. De keuze hangt af van de voorkeuren van arts 1 2016105260 v17 en patiënt. Alternatief bij stap 2a Let op Toelichting Stap 2 b Let op Bij onvoldoende verbetering valt te overwegen over te gaan op het andere lokale eerstekeusmiddel. Adviseer ivermectinecrème eenmaal daags. Controle effect na 3 maanden; het optimale effect is pas na enkele maanden zichtbaar. Maximale behandelduur is 4 maanden. De ervaring met ivermectinecrème is beperkt. Ivermectinecrème is een eerstelijns lokale therapie bij matig tot ernstige papulopustuleuze rosacea. Indien metronidazolcrème/-gel en azelaïnezuurcrème niet effectief blijken te zijn en/of niet worden verdragen kan ivermectinecrème worden geadviseerd. Geef bij erythemateuze rosacea: brimonidinegel De ervaring met brimonidinegel is beperkt. Als bijwerkingen kan het middel roodheid en flushing hebben, waardoor het moeilijk is vast te stellen of de klachten bijwerkingen betreffen of uitingen van de aandoening. Toelichting Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere agonisten van de adrenerge receptor. Brimonidine heeft een tijdelijk effect op de vasomotore component van rosacea en kan worden overwogen bij psychische of sociale belasting. Stap 3 De werking van brimonidine berust op vasoconstrictie. Het vermindert tijdelijk de roodheid in het gezicht. Systemische therapie: Voeg toe: doxycycline 100 mg, bij gastro-intestinale of fotosensitieve bijwerkingen overstappen op doxycycline 40 mg Let op Toelichting Na 6–8 weken de effecten van de behandeling evalueren en na 4–6 maanden overwegen de behandeling met het antibioticum te stoppen. Doxycycline kan de gevoeligheid van de huid voor UV-straling vergroten. Bij doxycycline is deze gevoeligheid in vergelijking met tetracycline beperkt. Tijdens de zwangerschap geen tetracyclinen voorschrijven. Orale antibiotica komen in aanmerking indien de rosacea onvoldoende reageert op lokale behandeling. De combinatie met lokale therapie is effectiever. Bij de behandeling met antibiotica wordt gebruik gemaakt van het anti-inflammatoire effect van antibiotica en niet van het antibacteriële effect. Er is geen duidelijk verschil in effectiviteit tussen de verschillende tetracyclines. De keuze wordt bepaald door bijwerkingen, interacties en gebruikersgemak. In verband met de eenmaaldaagse dosering en gebruik tijdens de maaltijd gaat de voorkeur uit naar doxycycline boven tetracycline. In geval van gastro-intestinale of fotosensitieve bijwerkingen bij een dosering doxycycline van eenmaal daags 100 mg kan worden overgestapt op de (duurdere) 40 mg tablet met 2 2016105260 v17 gereguleerde afgifte, die even effectief en veilig is. III Achtergrond 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Definitie Rosacea is een veel voorkomende chronische huidziekte. De aandoening komt vooral voor bij mensen tussen de 30 en 50 jaar met een licht huidtype. De pathogenese van rosacea is niet opgehelderd. Een dysregulatie van het immuunsysteem spelt een belangrijke rol. Een belangrijke trigger voor het afweersysteem is Demodex, een mijt die een normale bewoner is van de haarfollikel en die bij de papulopustuleuze vorm van rosacea vaak in grotere getalen gevonden wordt in vergelijking met personen zonder rosacea. Behalve een ontregeld afweersysteem speelt ook neurovasculaire dysregulatie een belangrijke rol bij het ontstaan van rosacea. Vasoactieve stimuli zoals warmte, zonlicht, gekruid voedsel of warme dranken, alcohol en geneesmiddelen, en irritantia zoals huidverzorgingsmiddelen en reinigingsmiddelen, kunnen de ‘flushing’ en de roodheid verergeren. De aandoening heeft een sterke genetische component. Met name is er een sterke HLA associatie hetgeen goed past bij het concept dat microben de ontsteking bij rosacea veroorzaken. Vier subtypes worden onderscheiden: de erythemato-teleangiëctatische, papulopustuleuze, phymateuze en oculaire rosacea. Bij de meeste patiënten bestaat er een combinatie van deze 4 subtypes. Bovendien kan het subtype in de loop van de tijd veranderen. Granulomateuze rosacea is een zeldzaam voorkomende variant, zonder papulopustels, maar met meer elastische papels en noduli. Symptomen De aandoening manifesteert zich in eerste instantie met vluchtige roodheid (erythemateuze rosacea) in het gelaat. In een later stadium kan de roodheid permanent worden (teleangiëctatische rosacea) en kunnen er ontstekingsverschijnselen optreden (papulopustuleuze rosacea). Oculaire rosacea kan zich uiten in een conjunctivitis, blepharitis of keratitis. Phymateuze rosacea betreft vaak de neus (rhinophyma), maar phymateuze afwijkingen kunnen zich ook elders in het gelaat voordoen. Het komt vooral voor bij oudere mannen. Granulomateuze rosacea wordt gekenmerkt door niet-inflammatoire, harde, bruine, gele, of rode papels of noduli van gelijke grootte. Behandeldoel Verminderen van de klachten samenhangend met de vaatverwijding en de ontsteking van de huid en ogen. Door het bestrijden van de klachten, die zich vooral voordoen in het gelaat, wordt het psychosociale welbevinden bevorderd. Uitgangspunten Farmacotherapie dient op basis van het subtype te worden ingesteld en vervolgd. De keuze van het middel wordt bepaald door de aard, de ernst en de uitgebreidheid van de afwijkingen en het effect van eerdere behandelingen. Starten met lokale therapie die, bij onvoldoende verbetering, kan worden gecombineerd met een systemische behandeling. Bij ernstige ontstekingsverschijnselen kan direct worden gestart met systemische behandeling in combinatie met lokale therapie. In geval van erythemato-teleangiëctatische rosacea staat het geven van nietmedicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van vasomotore prikkels, op de voorgrond. Eventueel kan vluchtige roodheid tijdelijk worden bestreden met 3 2016105260 v17 brimonidine lokaal. Permanent uitgezette vaatjes kunnen met een vaatlaser worden behandeld. In geval van zwelling van de weefsels (neus) kan chirurgische therapie of lasertherapie worden overwogen. 5 10 15 20 IV Geneesmiddelenoverzicht Dermatica, overige Depigmentatiemiddelen metronidazol (cutaan) ivermectine (cutaan) azelaïnezuur Alfa-2-adrenoreceptoragonist brimonidine (crème) Tetracyclinen doxycycline (systemisch) V Literatuur 1 Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). Richtlijn Acneïforme dermatosen. 2010 https://www.huidziekten.nl/richtlijnen/richtlijnacneiforme-dermatosen-2010.pdf 2 Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) Farmacotherapeutische richtlijn Rosacea 2010 http://download.nhg.org/FTP_NHG/standaarden/FTR/Rosacea_text.html 3 Zorginstituut Nederland. CG-rapport brimonidine 2015. https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/rapport/2015/09/16/brimonidin e-mirvaso-bij-matig-tot-ernstig-persistent-erytheem-bijerythematoteleangiectatische-rosacea-subtype-1 4 Zorginstituut Nederland. CG-rapport ivermectine, Diemen 2015. https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/rapport/2015/10/26/ivermectin e-soolantra-bij-inflammatoire-laesies-als-gevolg-van-rosacea 5 Holmes et al. Integrative concepts of rosacea pathophysiology, clinical presentation and new therapeutics. Exp Dermatol 2016. 25 4