Slides gebruikt in de les (powerpoint)

advertisement
HOOFDSTUK XI
DE INVLOED VAN
VERHITTING EN
BLUSSTOFFEN OP
INSTALLATIES
Cursus onderluitenant 2008
Lt Frank Willems
Brandweer Gent
1
1. Schade aan installaties door brand
2
1.a
Onder installaties wordt verstaan, een
verzameling van toestellen, leidingen,
machines, drukhouders ed die samen een
eenheid vormen.
Om bedrijfsstagnatie te voorkomen is het heel
belangrijk om schade aan installaties te
vermijden (salvage).
3
1.b
Installaties waarvan wordt verwacht dat er
gemakkelijk brand of explosie kan voorkomen
zijn berekend op dit gevaar door;
-Opstelling in open lucht
-Compartimentering
-Automatische blusinstallaties (+ deluge)
-Detectie-apparatuur
-Explosieluiken en explosieonderdrukkers
4
1.c
Van gevaarlijke installaties moet in het
interventieplan volgende gegevens worden
vermeld;
-Plaats
-Globale werking
-Inhoud gevaarlijke stoffen
-Bedieningsinstructies
-Blusmaatregelen
-Coördinaten van de bedrijfsdeskundigen
-Maatregelen om de omgeving te beschermen
5
1.1 Invloed van de brandhitte
6
1.1a
Installaties die normaal gezien gesloten zijn,
kunnen door uitzetting of materiaalsterkteverlies lek geraken of zelfs worden vernield.
Drukvaten leveren gevaar voor explosie door;
-hoge temperatuur
-Val, slag (door explosie, instorting)
-Materiaalfouten
-Bedienings- en vulfouten
-Falende veiligheden
7
1.1b
Vooral bij verhitting bestaat de kans op
explosie van een drukvat.
De druk in de drukhouders stijgt per graad
Celsius met 1/273e deel van de oorsprokelijke
druk.
Een temperatuursverhoging van 273 °C
verdubbeld dus de druk in een drukhouder.
Wet van Gay-Lussac
Alle gassen nemen bij verwarming aan
volume toe met 1/273 per °C (constante druk).
8
1.1c
Wet van Boyle en Mariotte
De druk in een fles = het volume gas aanwezig
in een fles, gedeeld door de inhoud van de
fles.
p x V = constante, bij gelijke temperatuur.
Dus p1 x V1 = p2 x V2
De algemene gaswet
pxV
= constante
T
(T = absolute temperatuur in ° K)
9
1.1d
Alle drukhouders, ongeacht waarmee ze
gevuld zijn, kunnen bij te sterke verhitting
exploderen (natuurkundige explosie);
Is de drukhouder gevuld met een brandbaar
gas dan kan na het openscheuren een tweede
chemische explosie volgen.
Opgelet met de toxiciteit van bepaalde stoffen
10
1.1e
Toe te lichten;
Acetyleenflessen
Dampspanning (verzadigde)
Verwarming van gassen (gassen zetten uit en
kunnen tot zelfontbranding komen)
Verwarming van vloeistoffen (sterke verdamping
door hoge temp >>> risico = BLEVE)
Blussen van brand aan een fles
11
1.1f
Dampspanning:
Elke vloeistof zal bij een bepaalde temperatuur in
damp overgaan.
De temperatuur waarbij een vloeistof in damp
overgaat, is afhankelijk van de druk die boven de
vloeistof heerst.
Hoe hoger de druk in een vat is, hoe hoger de
temperatuur moet zijn om een vloeistof aan de
kook te brengen.
Tijdens het koken stijgt de temperatuur niet
verder.
12
1.1g
Wordt de damp niet afgevoerd dan houdt na een
zeker ogenblik de dampvorming op.
De ruimte boven de vloeistof is dan met damp
verzadigd. Deze verzadigde damp boven de
vloeistof heeft een bepaalde druk, nl. de
verzadigde dampspanning.
Dit is de hoogste dampspanning die bij een
bepaalde temperatuur kan bereikt worden.
Temp
Propaan
Butaan
0°C
4,7
1,0
20°C
8,5
1,9
40°C
13,8
3,5
60°C
21
6,3
13
1.2 Uitwerking van explosies
14
1.2a
Bij explosies of instortingen kunnen installaties
zo beschadigd worden dat zij lek raken.
Hierdoor kunnen brandbare, giftige of op andere
wijze schadelijke stoffen zich verspreiden.
Bij het vrijkomen van sterk gekoeld gas bvb komt
een snel verdampende vloeistof van extreem lage
temperatuur vrij. Door die zeer snelle verdamping
vormt zich direct veel gas.
De samenstelling van de lucht wordt ter plaatse in
zeer korte tijd drastisch gewijzigd.
Door water toe te voegen kan de verdamping
bevorderd worden.
15
1.3 Invloed van blusstoffen
16
1.3a
Het gebruik van waterstralen is bij de bestrijding
in of bij installaties vaak nodig voor de afkoeling.
Opgelet echter met:
- Sterke afkoeling door schrikken van materialen
- Sterk gekoeld vloeibaar gas (toevoer van
warmte!)
- Stoomketels (x 1700)
- Ovens, hardingsbaden, enz… (vorming van CO
en H2)
- Silo’s met vaste stoffen (uitzetting)
17
1.4 Onderbreken van reacties
18
1.4a
In de industrie is het lang niet mogelijk om snel
reacties of processen te onderbreken.
Evenmin kunnen ovens snel gedoofd of
afgekoeld worden.
In nauw overleg met de bedrijfsdeskundigen
moet per geval worden bekenen hoe het gevaar
moet worden aangepakt.
Regelmatig oefenen met de bedrijfsbrandweer is
noodzakelijk!
19
1.5 Ontledingsproducten
20
1.5a
Ontledingsproducten kunnen schade aan
installaties veroorzaken, oa;
Rook (roet)
Zwaveldioxide SO2
Halogenen en halogeenverbindingen (bvb
cloorwaterstof uit PVC)
Uit 1 kg PVC kan 1 tot 1,5 liter zoutzuur van 35%
gevormd worden.
21
2. Elektrische installaties
22
2.1
Landelijk koppelnet (transport) = 380000 Volt
Elektrische kabines = 10000 Volt
Huishoudelijk = 220 tot 380 Volt (lage spanning)
Hoge spanning = + 500 Volt
Zwakstroom = 24 Volt en max 100 Watt
Wet van Ohm
U=IXR
Vermogen
P=UXI
23
2.2
1 tot 3 mA
geen merkbare invloed
4 tot 9 mA
nog te verdragen
10 tot 20 mA
pijnlijk
20 to 25 mA
tijdelijke bewusteloosheid
50 tot 100 mA
levensgevaar
100 mA en meer
dodelijk
Menselijke weerstand = 300 tot 300000 Ohm
24
2.3
Elektrische energie als ontstekingsbron
Vonken kunnen ontstaan bij kortsluiting en bij
massasluiting.
Kortsluiting = twee stroomvoerende draden
Massasluiting = contact met aarding
Aardschakelaar 30 of 300 mA ?
Veiligheden ?
Statische elektriciteit ?
25
3.0
Gevaar van branden (Elektrische installaties)
Wat kan gaan branden ???
Met olie gevulde transformatoren
Olieschakelaars
Grondkabels
Isolatiemateriaal
Blus nooit onder spanning staande
hoogspanningsinstallaties !!!!!
26
3.0b
PCB’s
Polychlorobifenils
Handelsnaam = ASKAREL
Dit zijn gechloreerde verbindingen
Twee gevaren:
Koude verontreiniging (ongeschonden of lek)
Warme verontreiniging (dioxinevorming bij lage
temp alsook zoutzuurgas)
27
3.0c
Wat te doen ? >>> info BIG
-) Prov gouverneur inlichten (zorgt voor
verwerking) + leefmilieu + Burgemeester
-) Uitzetten van grote perimeter
-) Voorkomen van erger (indijken + lek dichten)
-) Eigenaar of exploitant opvorderen
-) Opgelet met riolering (grachten en waterlopen)
-) Opslaan van spil in metalen houders
-) Bij brand koelen + blussen + hierboven
28
Bedankt voor de aandacht en
veel succes!
29
Download