REISVERSLAG VIETNAM Het is een onvergetelijke reis geworden door een bijzonder land. O.a. bijzonder omdat het land pretendeert communistisch te zijn, maar in de praktijk juist uiterst kapitalistisch aandoet. Vietnamezen zijn erg commercieel ingesteld, zonder geld gaat alleen de zon op. Wat niet wegneemt dat het een erg goedkoop land is, vooral door de moordende concurrentie, bijv. tussen reisbureaus, wat de organisatie van tours betreft. Toch vonden wij het land minder bijzonder dan Birma. Daar waan je je op een andere planeet, terwijl Vietnam al aardig verwesterd is. Vietnam is ook veel minder religieus dan Birma, dat zal toch wel de invloed van het communisme zijn. De mensen vonden wij sympathiek maar de ongekende gastvrijheid van Birma heb je er niet. Bovendien wemelt het van de westerse toeristen in Vietnam - een groot voordeel voor Birma waar je buiten Bagan en Inle nauwelijks een westerling zag. Wij zagen ook verschillen tussen Noord- en ZuidVietnam. De mensen in Zuid-Vietnam vonden we gemiddeld hartelijker en vrolijker. Mensen zijn in het zuiden volgens ons gemiddeld ook ondernemender en welvarender dan in het noorden, dat veel meer achtergebleven is. Wij zijn met Aeroflot gevlogen van Schiphol naar Ho Chi Minh City (HCMC) via Moskou. In NL was het bij vertrek -5 gr. C, in Moskou -20 gr. C en in HCMC +32 gr. C., dus ga maar na.... We zijn eerst enkele dagen in HCMC (Saigon) gebleven, een stad van ca. 10 miljopen inwoners. Geen bijzonder interessante stad, nogal modern met veel wolkenkrabbers en wat het verkeer betreft een volledige gekkenboel. Er schijnen 7 miljoen brommers en scooters in Saigon rond te rijden (in heel Vietnam 50 miljoen), en ook al hebben we dit niet nageteld, we kunnen het ons goed voorstellen. De straten in Saigon zijn erg breed, dus het is bijna onmogelijk deze over te steken. Wij verbleven er in PNL (Pham Ngu Lao), een gezellige wijk in het centrum waar zich de meeste budgethotels bevinden. Er is in PNL ook een park waar 's avonds de mannen een soort balspel beoefenen waarbij ze een soort badminton shuttle met de voet steeds rondspelen. Binnen die wijk met een labyrint aan smalle straatjes viel het met de drukte mee, maar daarbuiten was je je leven niet zeker. Bij het oversteken van een weg zochten we meestal een autochtoon, en liepen daarnaast over de weg, Vietnamezen kennen het beste de techniek om veilig aan de overkant te komen (rustig doorlopen, nooit onverwachte sprints maken en oogcontact zoeken met het aanstormende brommerverkeer). Het aantal auto's begint ook toe te nemen, er zij er veel meer dan in Hanoi. Maar i.t.t. brommers houden auto's zich redelijk aan de regels. Vanuit Saigon hebben we excursies gemaakt naar de Cao Dai tempel (een kleurrijk gebouw van een Boeddhistische sekte) en de Chu Chi Tunnels, die de Vietcong in de vorige eeuw gebruikte voor guerrilla aanvallen op de Amerikanen. Eén tunnel is nu opengesteld voor toeristen, deze is 1,20 m hoog en 80 cm breed. Ik ben er doorheen gekropen, een claustrofobische ervaring.... Vervolgens hebben we een tweedaagse excursie door de Mekong Delta gemaakt, waarbij we vaker op schepen op het water dan op land verbleven. Echt een hoogtepunt. Van Saigon zij we door de bergen naar Dalat gereisd, onze favoriete stad in Vietnam vanwege het koele, zonnige klimaat. Na de hitte van Saigon een verademing! Dalat is het centrum van de groenteteelt, je eet nergens lekkerder groenten en fruit dan daar, bovendien hebben ze er redelijke wijn. Er zijn ook kassencomplexen, o.a. door Ned. tuinders gebouwd. Dalat heeft allerlei kitscherige gebouwen, zoals het Hang Nga Crazy House, dat met zijn bizarre vormen veel aan bouwwerken van Gaudi doet denken. Ook hebben we het luxueuze zomerpaleis van Bao Dai bezocht, de laatste Vietnamese keizer die in 1954 werd afgezet door Ho Chi Minh. Hier komen vooral Vietnamese families die zich kunnen verkleden in kleren van de keizer. Tenslotte hebben er met een taxi een dag rondgetrokken langs allerlei dorpjes in de buurt en een koffieplantage bezocht (nergens hebben ze volgens ons lekkerder koffie dan in Vietnam!). Van Dalat zijn we met een open tourbus naar Quy Nhon gegaan, een plaats aan de kust waar wij de enige westerling waren en daardoor heel interessant voor de plaatselijke bevolking. Er is strand met in zee erg veel romantische vissersbootjes. Wij verbleven er in een soort roze rococo hotel in een kamer van kolossale afmetingen, met pilaren en allemaal frutsels en tierelantijnen. Vervolgens met een kamikazebusje naar Hoi An, het toeristische mekka van Vietnam. Mooi, Chinees stadje maar met te veel (westerse) toeristen. Maar het is wel eens lekker weer pizza te kunnen eten i.p.v. Pho Bo soep. Vanuit Hoi An hebben we een dagexcursie naar My Son gemaakt, een slap aftreksel van Angkor Wat met veel Cham ruïnes. Wat al niet vooraf in puin lag, is door Amerikaanse B-52 bommenwerpers deskundig tot ruïne herschapen. Men is nu aan het restaureren, en dat zal nog wel even duren. Tot die tijd hadden we prachtig weer, maar op de laatste dag in Hoi An sloeg het weer om en hebben we 3 dagen continu regen gehad, met name in Hué. Wel veel te zien daar, in het oude keizerlijke paleiscomplex kun je uren ronddwalen. We vonden dit een van de hoogtepunten, ondanks het matige weer. We hebben hier ook weer een rondrit per taxi gemaakt naar de keizerlijke tombes in de buurt. Toen van Hué naar Hanoi met de nachttrein. Gelukkig hadden we in Hanoi goed weer, wel bewolkt maar geen regen. Het was er wel aanzienlijk koeler dan daarvoor, de temp. daalde de laatste dag tot slechts 11 gr. C (dat was het bij aankomst in Ned. ook!). Hanoi beviel ons beter dan Saigon, het is een veel interessanter stad met al die verwaarloosde, koloniale huizen in het centrum. De stad deed ons wel wat aan Havanna (Cuba) denken. Samen met een paar studenten die hun Engels wilden oefenen hebben we nog het Ho Chi Minh complex bezocht, met o.a. zijn huis op stelten. We zaten in een simpel familiehotel vlakbij het meer Hoan Kiem in het centrum. Vanuit Hanoi zijn we twee dagen naar Halong City geweest voor een boottocht naar de kalkrotsen. De eerste dag hadden we pech: het zat potdicht en we konden geen kalkrots zien, sterker nog, de boot mocht niet eens uitvaren vanwege de mist. Het was ook verboden op de boot te slapen, daarom zij we toen in een hotel ondergebracht. De volgende dag klaarde het op en hebben we toch nog een fraaie boottocht gemaakt en o.a. kitscherig verlichte grotten bekeken. Na terugkeer in Hanoi wilden we naar Mai Chau (waar jullie ook geweest zijn) met de lokale bus. Men was op het busstation toeristen klaarblijkelijk niet gewend, want wat we ook deden, het lukte ons niet de bus te nemen. Toen hebben we uiteindelijk maar weer een tweedaagse tour geboekt, dan word je zelfs in je hotel afgehaald. Mai Chau werd ook weer een van de hoogtepunten. Het was daar zo heerlijk rustig, we hebben er heerlijk gefietst door de rijstvelden samen met een gids, een meisje van 24 jaar dat uitstekend Engels sprak. Ze heeft ons ook nog meegesleept naar een grot bovenin een berg na een klim van 1200 treden langs een uitgehakte trap. 's Avonds was er een uitvoering van traditionele dansen voor toeristen, heel aardig. Ook in Mai Chau waren er veel westerlingen, maar omdat iedereen in zijn eigen stelthuis verbleef bij een plaatselijke familie liep je elkaar niet voor de voeten. Naar Sapa zijn we niet geweest door tijdgebrek en het slechte weer aldaar, we troffen mensen die daar alleen mist hadden gezien. Dat doen we een volgende keer als we weer eens naar Vietnam gaan. Op de laatste dag zijn we nog naar het waterpoppenthater in Hanoi geweest, aardig. Tenslotte weer met Aeroflot terug naar Nederland.