FAP en Lynch Syndroom 2 Inleiding 3 Handige tips, voor iedereen Nuttige inlichtingen over voeding 4 6 Dranken Water Andere dranken 6 7 Voedingsproducten die een effect hebben op de darmtransit Vruchten en groenten Granen en afgeleiden Melkproducten 7 10 10 Andere voedingsproducten Vlees, gevogelte, vis en eieren Vetten Kruiden en specerijen Extra’s 11 12 13 13 Uitgave FAPA—herziene versie 2016 Met dank aan Mme.Bertrand (Diëtist - Cliniques Universitaires Saint-Luc) , Mevr. Monarque (UZ Leuven) en Sarah Van Holder (Diëtist AZ Groeninghe Kortrijk) 3 F amiliale Adenomateuze Polypose is een aandoening waarbij er honderden tot duizenden kleine poliepen in de dikke darm ontstaan. Op dit ogenblik is er slechts één manier om alle poliepen te verwijderen en te voorkomen dat ze in kanker zouden ontaarden, namelijk het operatief verwijderen van de dikke darm. L ynch Erfelijke niet-polyposis dikkedarmkanker of Lynch syndroom is verantwoordelijk voor 3% van alle patiënten met dikkedarmkanker. Bij Lynch syndroom gaat het niet over het ontstaan van een veelheid aan poliepen. Een of enkele poliepen kunnen volstaan. Mensen met een erfelijke aanleg voor darmkanker hebben hoge kans op adenomateuze poliep(en) op relatief jonge leeftijd, vaak voor het 50ste levensjaar. De poliep kan bij een Lynch-drager zich sneller ontwikkelen dan bij een doornee persoon. Bij Lynch is een preventieve verwijdering van de dikke darm niet nodig. Deze folder geeft u informatie over voeding. Maatregelen zoals voldoende drinken, gevarieerd eten en veel bewegen bevorderen ons algemeen lichamelijk welzijn. Sommige mensen ondervinden echter darmlast bij het eten van bepaalde voedingswaren, terwijl anderen daarentegen geen enkele last hebben en op elk moment kunnen eten wat ze willen. Dit is zeker zo bij personen die reeds een darmoperatie ondergingen. Hoewel men na een heelkundige ingreep geen speciaal dieet moet volgen, willen we toch een aantal algemene richtlijnen voor een gezonde voeding op een rij zetten en willen we ook enkele nuttige inlichtingen over voeding geven opdat eten een plezier blijft. 4 Onze dikke darm is vooral belangrijk om het water uit de laatste afvalresten te halen en in het lichaam terug op te nemen. Na de verwijdering van de dikke darm moet de dunne darm gedeeltelijk deze functie overnemen. Dit neemt tijd in beslag waardoor in de eerste maanden na de operatie de voeding sneller door het spijsverteringsstelsel zal gaan en u een meer frequente en vloeibare stoelgang kan hebben. Ook nadien kan het zijn dat u frequenter naar het toilet moet en dat de stoelgang vloeibaarder is dan voordien. Hieronder vindt u enkele algemene richtlijnen : Eet langzaam en neem de tijd om rustig uw maaltijd te nuttigen. Stress en spanning kunnen namelijk een vlotte spijsvertering belemmeren. Het kan helpen na de maaltijd een beetje te rusten. Kauw goed. Dit is niet alleen belangrijk voor een vlotte vertering maar zorgt ook voor een verminderde gasvorming. Het helpt ook om de mond gesloten te houden tijdens het eten. Vermijd te drinken terwijl u eet. Zo worden de voedingsbestanddelen beter opgenomen. Eet gevarieerd. Dagelijks variëren binnen elke groep van de actieve voedingsdriehoek is de boodschap. . 5 Eet het liefst op vaste en regelmatige tijdstippen maar soms is het wel nodig om tussendoortjes in te schakelen zodat uw spijsvertering steeds maar een kleine hoeveelheid voeding moet verteren en uw dunne darm dan de voeding gemakkelijker kan opnemen. Eet niet te laat ’s avonds en gebruik eerder een lichte maaltijd om te voorkomen dat u ’s nachts naar het toilet moet gaan. Sluit bepaalde producten niet bij voorbaat uit. Wat onmiddellijk na uw operatie niet goed verdragen wordt, kan op een later tijdstip wel goed verdragen worden. Probeer op regelmatige tijdstippen dezelfde dingen dus opnieuw uit. Heb aandacht voor de kwaliteit en de versheid van de voeding die u koopt. Geeft bepaalde voeding problemen (vb. buikloop), dan maakt u voor uzelf best uit of u die ongemakjes erbij neemt. 6 Dranken Ons lichaam bestaat grotendeels uit water. Vandaar dat het erg belangrijk is om voldoende te drinken. Omdat de stoelgang na een dikkedarmoperatie vloeibaarder is en u dus zo meer vocht verliest, is het nog belangrijker om het vocht dat u verliest via de stoelgang te compenseren door meer te drinken. Er wordt aangeraden om ongeveer 2 liter per dag te drinken, bij voorkeur tussen de maaltijden door. Om de stoelgang minder vloeibaar te maken en om ervoor te zorgen dat de voeding niet te snel door het spijsverteringskanaal gaat, is het beter om een half uur voor en een half uur na het eten niet te drinken. Soep kan je beter een half uur voor de maaltijd nemen. Vermijd met een rietje drinken. Water Water is het meest essentiële onderdeel van onze vochtopname. In principe is elk type water goed. Omdat zoutinname ervoor zorgt dat vocht beter in het lichaam gehouden wordt, kan het helpen om bepaalde types water te drinken die meer zout bevatten ). Indien u moeite heeft om voldoende water te drinken, kan u er eventueel munt of fruit aan toevoegen. Ook lichte koffie, thee of bouillon of niet-gashoudende frisdranken zijn goede alternatieven. Let op bij bepaalde kruidenthee aangezien sommige een laxerend effect hebben. Let in de keuken ook op met sommige kruiden. Mineraalwater bevat soms extra zouten (vb. Vichy, Badoit, Gerolsteiner ) wat helpt om meer vocht vast te houden en dus de stoelgang in te dikken. Magnesium-rijk water kan dan weer de darm activeren. Kies bij de sportdranken (niet koolzuurhoudend) voor diegene met een laag gehalte aan koolhydraten. Ze bevatten maximaal 8 gram koolhydraten per 100 milliliter. 7 Andere dranken Sterke koffie of thee, gashoudende dranken en alcoholische dranken kan u beter mijden kort na de operatie. Indien u ze toch af en toe wil nuttigen, dan kan u dit beter niet op nuchtere maag doen. Verder geldt uiteraard ook hier de boodschap : “overdaad schaadt”. Indien u op langere termijn toch alcohol wenst te drinken, is het aangewezen om dit tijdens de maaltijd te doen en in kleine hoeveelheden. De mate waarin bier of wijn wordt verdragen is erg individueel verschillend. De richtlijn rond gezonde voeding geeft aan alcoholgebruik bij voorkeur te beperken tot 1 glas per dag. Voedingsproducten en hun effect op de darmtransit Vruchten en groenten Varieer fruit en groenten. U kan kiezen tussen vers, uit blik of diepgevroren. Wat soep betreft, kan u best kiezen voor een fijn gemixte soep. Om u te begeleiden in de keuze van groenten of fruit, kan de tabel op de volgende pagina u helpen. Daarin worden de verschillende klassen groenten en fruit voorgesteld in functie van de mate waarin ze verdragen worden. Na de operatie begint u best met die producten die in het algemeen goed verdragen worden. Nadien kan u stapsgewijze ook de andere producten gaan gebruiken. In het begin is het ook beter om gekookte producten te eten in plaats van rauwe. 8 Groenten Fruit Goed verdragen wit van prei broccoli wortelen witloof bloemkool courgette tuinkers prinsessenbonen (extra fijn) gekookte sla de top van de asperge gekookte groenten in het algemeen fruitconserven gestoofd fruit (moes) bananen paddenstoelen maïs ui, sjalot paprika zuurkool radijs kool peulvruchten rauwe groenten in het algemeen Individueel uit te testen aubergine artisjokken venkel raap erwten tomaten (zonder pellen en pitten) pompoen het hart van sla komkommer geraspte wortelen vijg, sinaasappel rabarber vruchtensappen gekonfijt fruit en met alcohol geconserveerd hazelnoten, noten, amandel droge vruchten: rozijnen, dadels, vijgen kersen, bramen Middelmatig verdragen abrikozen mandarijnen mango meloen perzik peer appel druiven zonder schil en pit aardbeien, frambozen 9 Schrap niet onmiddellijk een bepaald product dat u een keer slecht is bevallen. Het kan zijn dat het op een later moment minder of geen probleem oplevert. De mate waarin u een bepaald product kan verdragen kan namelijk verschillen van het ene moment tot het andere. U kan het dan best nog eens uitproberen op een dag dat u van plan bent om thuis te blijven. Begin met een kleine hoeveelheid en probeer het nadien nog eens uit in verschillende omstandigheden. Tips: Zelfbereide tomatensaus wordt vaak beter verdragen dan kant-en-klare saus. Kies liefst ook voor jonge groenten, rijp fruit en groenten en fruit van het seizoen. Schil en ontpit ze. Verder gaat de voorkeur uit naar zachte appelen (Golden, Gala, Jonagold) in plaats van de zuurdere (Granny Smith, Reinette). Zachte peren (William, Conférence, Durondeau) worden beter verdragen. Drink liever appelsap dan andere vruchtensappen. 10 Granen en afgeleiden Varieer tussen: wit of grijs brood, beschuit, geroosterd brood, sandwiches, pasta, rijst, aardappelen, griesmeel, tapioca, havermout, enz... Kook ze goed gaar. Volgende producten bevatten veel vezels: volkorenbrood, 7 granen brood, volle rijst. Let hier best mee op. Melkproducten Melk Melkproducten en desserts die melk bevatten zoals pudding, rijstpap e.d. bevatten lactose, wat eigenlijk de suiker in de melk is. Dit wordt soms slecht verteerd en kan de maagdarmtransit versnellen wat gepaard kan gaan met gasvorming en een opgeblazen gevoel. Het is dus beter om melkproducten te vermijden indien zij niet verdragen worden. Sojamelk bevat geen lactose en kan aldus gewone melk vervangen. Er bestaat ook lactose-arme melk. U kan de melk voor bepaalde desserts dan ook vervangen door deze producten. Yoghurt Yoghurt wordt in het algemeen goed verdragen, zowel natuuryoghurt als fruityoghurt. Yoghurt neutraliseert ook geur (windjes). 11 Kaas Wat kaas betreft, gaat de voorkeur uit naar verse plattekaas, smeltkaas, harde (Parmesan, Gouda, Emmenthal,...) of half-harde (Trappist, Chimay, Maredsous,...) kaas, boven kaas met schimmelkorst (Camembert, Brie,...) en blauwgeaderde kaas (Roquefort, Gorgonzola,...). Andere voedingsproducten Vlees, gevogelte, vis en eieren Dierlijke producten worden in het algemeen goed verdragen. Ook hier is het weer belangrijk om goed te variëren tussen de verschillende producten en ze dagelijks te eten. Gerookte producten (gerookte zalm, parmaham,...), vleessla, vissla worden soms minder goed verdragen omdat ze de maagdarmtransit kunnen versnellen. Fijne vleeswaren zoals salami, worst, bloedworst, pastei,... worden soms slecht verdragen omdat er stukjes kunnen inzitten die de darm kunnen prikkelen. De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan de hoeveelheid zout in de voeding te matigen. De voorkeur gaat uit naar vers vlees zonder toegevoegd zout. Eieren en vis uit blik kunnen een slechte geur veroorzaken (windjes). 12 Vetten Broodsmeersel Boter, margarine en minarine worden over het algemeen goed verdragen. Bereidingsvet U gebruikt best olijfolie, koolzaadolie of een bakmargarine met een goede vetsamenstelling (volgens de voedingsdriehoek). Matig het gebruik van gefrituurde voeding (kroketten, frietjes, fishstick, etc..) en sauzen indien zij niet goed verdragen worden. Om een verschillende smaak aan uw gerechten te geven kan u variëren tussen verschillende soorten plantaardige olie (olijfolie, zonnebloemolie, maïsolie, notenolie,...) . Tips ☺ Slagroom en sauzen zoals mayonaise worden doorgaans goed verdragen. Chips wordt vaak slecht verdragen. Kies hier liever voor zoute chips dan die met specerijen (paprika etc...). 13 Kruiden en specerijen Om uw gerechten op smaak te brengen kan u verschillende soorten aromatische kruiden gebruiken (dille, kervel, koriander, komijn, peterselie, basilicum, oregano, tijm, dragon, laurierblad,...). Matig best het gebruik van look, azijn, mosterd en sterke specerijen (sterke kerrie, rode pepers, peper, piment, pili-pili, pickles, tabasco) aangezien ze tot anale irritatie kunnen leiden. Extra zoutinname kan nodig zijn. Mensen zonder dikke darm verliezen sneller en meer vocht en zout dan iemand met een dikke darm. Extra’s Om voldoende energie op te nemen is het wel nuttig om eens iets energierijks te eten, indien het verdragen wordt. Tips Vermijd energierepen met gedroogde vruchten en noten zoals chocolade met noten of graanrepen. 14 Nota’s —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— ____________________________________________________________________ 15 Nota’s —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— —————————————————————————————————— ____________________________________________________________________ 16 FAPA heeft als doelstellingen het voorkomen van dikkedarmkanker en het verbeteren van de levenskwaliteit. 1. FAPA heeft een register opgestart. Het doel van dit register is: alle families met FAP of Lynch syndroom (= HNPCC of erfelijke niet-polyposis dikkedarmkanker) erin op te nemen op een strikt anonieme wijze. mee te werken aan klinisch, epidemiologisch en fundamenteel onderzoek zowel nationaal als internationaal. 2. FAPA informeert patiënten en hun familieleden over de aandoening 3. FAPA staat dokters bij door: families op te sporen een regelmatige en blijvende opvolging van de patiënten op punt te stellen 4. FAPA ondersteunt een zelfhulpgroep voor patiënten en hun familie De financiering van FAPA wordt verzekerd door Stichting tegen Kanker Leuvensesteenweg 479 1030 Brussel Tel: +32 2 743 37 21 [email protected] www.belgianfapa.be 17