Astrologie is geen lieve maar gevaarlijke onzin Na de ‘onderwijsverbeteringen’ worden astrologie en astronomie in de schoolboeken op één hoop gegooid Het programma ‘Astrotijd’ is gestopt. Medewerkers hadden geen astrologische kennis. Maar dat maakt weinig uit, zegt Vincent Icke. Het is toch onzin. V olgens de astroloog die mijn ouders na mijn geboorte raadpleegden zou ik scheepskapitein worden. Zij was sluw genoeg om niet ‘matroos’ te zeggen: ¡Yo no soy marinero, soy capitán! Zo happen haar slachtoffers gretiger in die hogere rang, en kunnen de wichelaars beweren dat ik toch ten minste ergens de baas van ben geworden, als professor in de theoretische astrofysica. Astrologie is baarlijke nonsens. De ‘berekeningen’ zijn aantoonbaar onjuist en de ‘voorspellingen’ zijn oppervlakkige kletspraat. Astrologen gebruiken gegevens waarvan astronomen weten dat zij allang niet meer kloppen. Ooit ‘bewezen’ astrologen dat er slechts zeven planeten konden zijn. Totdat er meer werden ontdekt. Met veel kunstgrepen werden die alsnog ingepast. Nu gebleken is dat Pluto toch geen planeet is maar een ‘Kuiperobject’, moeten ze die weer afvoeren. Sommige astrologievarianten gebruiken een planeet (Vulcanus) waarvan wij zeker weten dat die niet bestaat. En sterrenbeelden staan niet vast in de ruimte: sterren vliegen met honderden kilometers per seconde door onze Melkweg. Na een half miljoen jaar is er van de Grote Beer niks meer over. Bovendien zijn er tal van sterren die, op het moment dat wij ze zien, al niet meer bestaan omdat ze zijn ontploft. Astrologische ‘voorspellingen’ maken gebruik van oppervlakkige formuleringen, zodat de lezer er altijd wel iets in vindt wat ‘uitkomt’. Een voorspelling is zoiets als: ‘Er zal u een ongeluk overkomen’. Wat dan? Koffie op uw overhemd? Lekke band? Frontale botsing op de A4? Een echte voorspelling bevat tijd, plaats, en middel: ‘Op 10 september 2008, te 14:22 plaatselijke tijd, zult u op de Koornbeursbrug te Leiden worden omvergelopen door een verstrooide professor in de theoretische astrofysica.’ Zo kunnen de astrologen het nooit. Zelfs methodologisch gezien is astrologie onhoudbaar. Er zijn tienduizenden soorten astrologie, maar slechts één sterrenkunde. Geen twee astrologen zeggen hetzelfde in een horoscoop, tenzij het afgesproken werk is. Maar wie vraagt naar de Lorentz-transfor- matie of naar de elektrische lading van het t-quark, krijgt van een professor uit Samarkand precies hetzelfde te horen als van een student uit Leiden. Voor een wetenschapper is het alleen daarom al duidelijk dat astrologie niet deugt. Astrologie is onzin, maar is dat erg? Ach, hmmm, nou ja. Het is wel onzin, maar het is heel lieve onzin, zeker vergeleken met de levensgevaarlijke voorspellingen van nationalisme en racisme. As- ringen’ die allerlei didactiekpriesters op onze scholen hebben losgelaten, worden in schoolboeken astrologie en astronomie op één hoop gegooid. Ook medici en kwakzalvers worden in lesboeken op voet van gelijkheid behandeld. Het is een onthutsende ervaring om mensen op tv te zien uitweiden over astrologie, aura’s en graancirkels, zonder dat zij beseffen dat hun kletspraatjes het heelal in snellen door datgene wat zij ont- Met de komst van betaal-tv en soortgelijke agressieve commercie is de schade veel groter trologische producten hebben wel een functie. Enkele grote dagbladen schrijven geen woord over wetenschap, maar publiceren wel een dagelijkse horoscoop. Laatst was ik bij een trouwerij, waar de ambtenaar van de burgerlijke stand uitgebreid inging op de horoscoop van de echtelieden. Wanneer iemand die de maatschappij vertegenwoordigt, zoiets rustig kan doen, dan kan een wetenschapper zich beter drukken en alvast een extra glas champagne proberen te bemachtigen. Is dat erg? Hmmm... toch wel een beetje, want door de ‘verbete- kennen: de wetenschap. Onlangs zag ik hoe drie helder denkende mensen – Karin Spaink, Marcel Möring en Piet Borst – werden weggehoond in een tv-confrontatie met zo’n leep kruidenvrouwtje. Maar de camera’s waren al ingepakt toen Borst een gelovige, die hem zojuist nog had verzekerd als een kievit te lopen dankzij genoemde toverkol, op krukken naar haar auto zag strompelen. Is astrologie erg? Jazeker. Tot voor kort ging er in astrologenland wel veel geld om, maar de poet was verdeeld over veel praktiserenden en de gevolgen waren be- perkt. Met de komst van betaal-tv en soortgelijke agressieve commercie is de schade veel groter geworden. Het is vergelijkbaar met het Sylvia Millecam-effect: een ernstig zieke patiënt gelooft in de voorschriften van een kwakzalver – en sterft daardoor een jammerlijke en mogelijk onnodige dood. Zulke dingen zijn echt vreselijk, dus zo lief is de astrologie helaas niet meer. Ten slotte nog dit: astrologie is niet alleen vals en voor echte gelovigen soms gevaarlijk, maar ook bijzonder lelijk. Dat is een esthetisch argument en heeft dus geen bewijskracht, maar toch vind ik het gek dat de meeste mensen de werkelijkheid minder aantrekkelijk vinden dan een fabeltje. Het is juist zo prachtig om te begrijpen wat zich in het heelal afspeelt. Stel dat je oren hebt zo groot als ons zonnestelsel. Dan kun je het waaien van de wind in onze Melkweg horen, het knisteren van het ijskoude winterweer van de interstellaire gasnevels, het sissende geboortegeluid waarmee jonge sterren hun gasvormige navelstreng uitstoten, het donderende knallen van ontploffende supernova’s. Als je oren had die gevoelig waren voor radiostraling zou je de pulsars kunnen horen. Sommige van deze relativistische sterren maken duizendmaal per seconde een klikgeluid. Dat geeft een toon die driemaal zo hoog is als het zoemen van een bij. Een bij is een centimeter groot en weegt nog geen gram. Zo’n ster heeft een doorsnee van 20 kilometer en weegt bijna anderhalf maal zo veel als de zon. Zo mooi zouden we het zelf niet hebben kunnen verzinnen. En je kunt het berekenen, als je weet hoe. Met de Nederlandse supercomputer bij SARA in Amsterdam, aangestuurd door mijn trouwe Apple, kan ik laten zien wat er van een zonnestelsel overblijft als de centrale ster ontploft. Bij ons gaat dat over vijf miljard jaar gebeuren. Dat is pas voorspellen. Maar laat ik me niet te veel opwinden, en mij houden aan de waargenomen feiten. Ergens tussen Mars en Jupiter draait een steenklomp van een paar kilometer groot onverstoorbaar zijn rondjes om de zon. Het is Asteroïde 7508 Icke, naar mij genoemd door zijn ontdekkers, Ingrid en Kees van Houten. Wie nu nog in de invloed van planeten op ons leven gelooft, is dus gewaarschuwd: mijn dubbelganger houdt jullie scherp in de gaten. Vincent Icke is hoogleraar theoretische sterrenkunde aan de Universiteit Leiden.