Karel Appel

advertisement
Karel Appel.
De schilder die zijn hart op het doek smeet.
1. Zijn levensloop.
Karel Appel werd op 25 april 1921 geboren in Amsterdam. Als kind
werd hij vaak Kik genoemd.
Van jongs af aan wist Appel dat hij schilder wilde worden. In 1942
ging hij schilderkunst studeren aan de Rijksacademie in Amsterdam.
Aan de academie ontmoette Karel Appel Corneille. Iets later maakte
hij kennis met Constant. Het werden 3 goede vrienden. Hun
vriendschap zou vele jaren stand houden. Met Constant maakte
Appel na de oorlog reizen naar Luik en Parijs. De twee exposeerden
samen hun werk.
Op 16 juli 1948 richtten Appel, Corneille en Constant de
Experimentele Groep Holland op.
Ze deden dit samen met Anton Rooskens, Theo Wolvecamp, Jan
Nieuwenhuys en Tjeerd Hansma. De Belgische schrijver Hugo Claus
sloot zich later bij de beweging aan.
In november 1948 bezochten enkele leden van de Experimentele
Groep een internationale conferentie
over avant-garde kunst in Parijs.
Enkele Deense, Nederlandse en Belgische kunstenaars trokken zich
terug uit het congres, en richtten de groep Cobra op. Cobra is een
afkorting van Copenhagen, Brussel, Amsterdam. Intussen werd het
werk van de Experimentele Groep in Nederland erg slecht ontvangen.
In Denemarken werd het werk van Cobra echter door de pers heel
goed ontvangen. Als Appel naar Kopenhagen reisde, genoot hij daar
volop van de gemoedelijke sfeer die daar heerste.
Nog steeds werd Appel niet geaccepteerd in Nederland. Hij kreeg
toch een opdracht van de gemeente Amsterdam om een
wandschildering te maken voor de kantine van het
stadhuis, maar dit leidde tot een grote rel. Na
protest van de ambtenaren werd het werk tien jaar
lang onder behang bedekt. De ambtenaren vonden de
schildering met als titel "Vragende kinderen"
barbaars, wreed en gewelddadig.
Na het uiteenvallen van Cobra
begon Karel Appel met steeds
dikkere verf te schilderen. Zijn
werk werd steeds wilder en
precies minder beheerst.
De internationale doorbraak van Karel Appel begon rond 1953, toen
zijn werk te zien was op de tweejaarlijkse kunstmanifestatie van São
Paulo. In 1954 kwamen er solotentoonstellingen van Appel in Parijs en
New York. Hij maakte veel muurschilderingen voor openbare
gebouwen zoals in 1955. Toen maakte hij een 80 meter lange
muurschildering voor de Nationale Energie Manifestatie.
Eind jaren '60 verhuisde Appel naar het Château de Molesmes, bij
Auxerre. Ondertussen werd Appel steeds meer internationaal
gewaardeerd zodat er in 1968 eindelijk ook een solotentoonstelling in
Nederland kwam, namelijk in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
Vlak voor zijn dood in 2006 maakte Appel een
postzegel voor de Post. Deze postzegel verscheen in
september 2006 ter gelegenheid van een
tentoonstelling over beeldende kunstenaars en
postzegels met de titel Kunst om te versturen.
Op 3 mei 2006 overleed Karel Appel te Zürich.
2. Zijn schilderkunst.
De onderwerpen van Appel waren vriendelijke,
onschuldige kinderwezens en fantasiedieren. Hij
liet zich beïnvloeden door de manier waarop
geestelijk gehandicapten tekenen en schilderen.
Vaak kreeg zijn werk dan ook de opmerking “dat
kan ik ook”.
Later liet Appel de samenhang van vorm en kleur
los. Hij werkte meestal met zwarte contourlijnen
om figuren aan te duiden. Maar hij leek zich
weinig van die contouren aan te trekken. De
kleuren verspreiden zich buiten de contour,
waardoor de kleurvlakken een eigen leven
schenen te leiden, los van de contour.
Karel Appel draaide zijn werk ook vaak op zijn
kop, of keek tussen zijn benen door naar het werk. Dit is een
bekende manier om te controleren of de compositie van een werk
evenwichtig is.
Karel Appel maakte vaak verschillende versies naar aanleiding van
hetzelfde thema. Hij heeft bijvoorbeeld diverse werken gemaakt
met de titel "Vragende kinderen"; niet alleen schilderijen, maar ook
verschillende kunstwerken die bestaan uit een houten reliëf,
beschilderd in vrolijke kleuren.
3. Uitspraken.



Ik rotzooi maar een beetje an. Ik leg het er tegenwoordig flink
dik op, ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en
blote handen tegenaan, ik gooi d'r soms hele potten tegelijk op.
Ik schilder als een barbaar in deze barbaarse tijd.
Ik heb in de loop van de jaren geleerd hoe ik olieverf op doek
moet brengen. Ik kan nu met verf alles doen wat ik wil. Maar
het is nog steeds een strijd, nog steeds een gevecht. Op het
ogenblik zit ik nog in de chaos. Maar het is nu eenmaal mijn aard
om de chaos positief te maken. Dat is tegenwoordig de geest
van onze tijd. We leven altijd in een verschrikkelijke chaos, en
wie kan de chaos nog positief maken? Alleen de kunstenaar.
Download