Heterogeniciteit van mesenchymale stromale cellen Auteur M.W. Maijenburg Trefwoorden Beenmerg, cellulaire therapie, mesenchymale stromale cel, migratie, subpopulaties Samenvatting Op woensdag 12 oktober promoveerde drs. M. Maijenburg aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift getiteld: ‘Characterization of human mesenchymal stromal cell heterogeneity’. Het onderzoek is verricht onder begeleiding van de promotor prof. dr. C.E van der Schoot (Sanquin Research en de Universiteit van Amsterdam) en de Klinische toepassing van mesenchymale stromale cellen Mesenchymale stromale cellen (MSC) bevinden zich op vele plaatsen in het lichaam, onder meer in het beenmerg. De MSC vormen het beenmergstroma dat essentieel is voor het ondersteunen van hematopoïese. MSC zijn heterogene populatiecellen, waarbinnen zich ook een stamcelpopulatie bevindt. Er zijn echter nog geen specifieke markeerders beschikbaar voor het isoleren van verschillende subpopulaties van MSC.1 Drie eigenschappen maken MSC geschikt voor klinische toepassing. MSC kunnen differentiëren naar vetweefsel, bot en kraakbeen. Deze differentiatie kan in het laboratorium specifiek gestuurd worden, waardoor MSC gebruikt kunnen worden bij de behandeling van grote botfacturen.1 Daarnaast kunnen MSC het immuunsysteem onderdrukken door middel van direct contact met de cellen van het immuunsysteem en via het uitgescheiden cytokinen.2 De immuunsuppressieve capaciteit van MSC wordt al veelvuldig ingezet in de kliniek voor het behandelen en voorkomen van 'graft-versus-host'-ziekte een complicatie die geregeld optreedt na allogene hematopoïetische stamceltransplantatie.3 Een andere klinisch relevante eigenschap van MSC, is het vermogen de hematopoïese te ondersteunen. Het is aangetoond dat cotransplantie van MSC met hematopoïetische stamcellen, het t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e copromotor dr. C. Voermans (Sanquin Research). Het onderzoek beschrijft diverse aspecten van de heterogeniciteit van mesenchymale stromale cellen met als perspectief het verbeteren van de klinische toepassing van mesenchymale stromale cellen. De belangrijkste bevindingen zijn hieronder weergegeven. (Tijdschr Bloedtransfusie 2012;5:30-2) aanslaan van het stamceltransplantaat bevordert.4 Inmiddels lopen er klinische studies om deze behandelmogelijkheid verder te onderzoeken. Omdat MSC zeldzame cellen zijn in het lichaam, moeten MSC altijd buiten het lichaam gekweekt worden om in voldoende aantallen gebruikt te kunnen worden voor transplantatie. Eenmaal toegediend via de bloedbaan moeten MSC migreren naar het weefsel waar zij nodig zijn, maar slechts een klein deel van de cellen arriveert uiteindelijk op de plaats van bestemming. Dit proces van ‘homing’ lijkt negatief beïnvloed te worden door het kweekproces.5 Het zou wellicht beter zijn om ongekweekte MSC te transplanteren tenzij de juiste cellen kunnen worden geselecteerd, maar dat is nog niet goed mogelijk. Het onderzoek beschreven in dit proefschrift heeft zich gericht op mogelijkheden om de migratie van in het laboratorium gekweekte MSC te verbeteren en daarbij op het identificeren en karakteriseren van MSC in menselijk beenmerg. Strategieën om MSC-migratie te verbeteren Omdat MSC kunnen worden verkregen uit diverse weefsels is de in-vitromigratiecapaciteit van gekweekte MSC uit volwassen beenmerg, -vetweefsel, foetaal beenmerg en foetale long, vergeleken. Gekweekte MSC uit divers weefsel blijken slechts een kleine hoeveelheid migrerende cellen te bevatten. vol. 5 nr. 1 - 2 0 12 30 proe f schr i f tbesprek i n g De migratiecapaciteit van MSC lijkt mede bepaald te worden door het weefsel van herkomst.6 Tevens lijkt er een relatie te bestaan tussen MSC-migratie en de regulatie van celdeling. Cellen in S- en G2/M-fase van de celcyclus lijken minder goed in staat te migreren, terwijl cellen in G0/G1-fase dat beter kunnen.6 De celcyclus is te beïnvloeden in kweeksystemen. Het oogsten van kweken op lagere celdichtheid lijkt de migratie van MSC te verbeteren. Dit moet nog in in-vivo-modellen bevestigd worden. Omdat migrerende MSC niet op basis van antigenen op het celmembraan zijn te onderscheiden van niet-migrerende MSC, is door middel van ‘micro-array’ technologie onderzocht welke genen specifiek zijn voor migrerende MSC. Er zijn twaalf genen die verschillend tot expressie komen in migrerende MSC in vergelijking met niet-migrerende cellen. Negen genen komen verhoogd tot expressie, drie genen zijn juist minder actief. De twee genen die het grootste verschil in expressie lieten zien, zijn Nur77 en Nurr1.7 Overexpressie van deze genen leidt inderdaad tot verhoogde migratie van MSC. Wanneer MSC worden blootgesteld aan cytokinen gemaakt door beschadigde cellen, neemt de hoeveelheid Nur77 en Nurr1 in MSC toe.7 Deze cytokinen kunnen worden toegevoegd aan MSC, die worden gekweekt voor transplantatie doeleinden. Primaire MSC in beenmerg Op basis van de expressie van bepaalde membraanantigenen, zijn er drie verschillende MSC-populaties geïdentificeerd in beenmerg van donoren uit diverse leeftijdscategorieën. Eén MSC-populatie bleek specifiek voor volwassen beenmerg, terwijl een andere alleen in foetaal beenmerg is waargenomen. De derde MSC-populatie is gedetecteerd in alle leeftijdscategorieën, maar het relatieve aandeel van deze MSC-subpopulaties neemt af naarmate mensen ouder worden.8 Er is aangetoond dat de geïdentificeerde populaties daadwerkelijk als MSC beschouwd mogen worden. Net als MSC gekweekt uit ongesorteerd beenmerg, kunnen de gesorteerde MSC-populaties differentiëren naar vetweefsel, bot en kraakbeen en ondersteunen ze de hematopoïese.8 Uit andere studies is gebleken dat Wnt-signalering belangrijk is voor hematopoïese. Wnts bestaan uit een grote groep glycoproteïnen. Ze komen tot expressie in veel typen cellen. Wnt-signalering is cruciaal tijdens de embryonale ontwikkeling. Mutaties in Wnt-signalering zijn geassocieerd met verschillende vormen van kanker. Omdat bekend is dat gekweekte MSC veel Wnt-glycoproteïnen produ- 31 vol. 5 nr. 1 - 2 0 12 ceren, zijn de Wnt-expressieprofielen van de twee MSC-populaties in volwassen beenmerg vergeleken met gekweekte MSC. Het blijkt dat het Wnt-profiel van de ongekweekte MSC-populaties erg verschillen van dat van gekweekte (ongesorteerde) cellen.9 Er bestaan ook verschillen in Wnt-profielen tussen de twee direct uit het beenmerg gesorteerde MSCpopulaties; alhoewel deze verschillen wel subtieler zijn.9 Dat heeft wellicht te maken met het feit dat deze groepen zich op verschillende plaatsen (niches) in het beenmerg bevinden.10 Als de verschillende gesorteerde populaties worden gekweekt, blijkt dat de Wnt-expressie in deze cellen gaat lijken op die van gekweekte MSC, zonder te sorteren. Er is ook onderzocht of een van de twee groepen MSC misschien beter in staat is hematopoïetische stamcellen te ondersteunen in hun functie. Er zijn inderdaad aanwijzingen dat een van de twee groepen betere ondersteuning geeft, maar dat moet nog met verder onderzoek bevestigd worden.9 Conclusie MSC worden steeds vaker toegepast in cellulaire therapieën voor diverse indicaties. MSC worden nu altijd ex-vivo gekweekt voor transplantatie doeleinden, hetgeen de migratie negatief lijkt te beïnvloeden. Door de cellen op lagere dichtheid te oogsten en eventueel te behandelen met cytokinen, zou de migratie van MSC verbeterd kunnen worden. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om deze strategieën verder te optimaliseren en toepasbaar te maken. Er zijn aanwijzingen dat ongekweekte MSC beter kunnen migreren. In dit proefschrift worden drie nieuwe MSC-populaties in menselijk beenmerg geïdentificeerd. Gedetailleerde karakerisatie van deze populaties zal meer inzicht verschaffen in de (verschillende) functionele capaciteiten van deze cellen. Verdere studies zullen moeten uitwijzen of de gezuiverde MSC-populaties, zonder of na een kort kweekproces, geschikt zijn voor klinische toepassing. Referenties 1. Maijenburg MW, Van der Schoot CE, Voermans C. Mesenchymal stromal cell migration, possibilities to improve cellular therapy. Stem Cells Dev 2011; Epub ahead of print. 2. Nauta AJ, Fibbe WE. Immunomodulatory properties of mesenchymal stromal cells. Blood 2007;110(10):3499-506. 3. LeBlanc K, Frassoni F, Ball L, et al. Mesenchymal stem cells for treatment of steroid-resistant, severe, acute graft-versushost disease: a phase II study. Lancet 2008;371:1579-1586. 4. Koc ON, Gerson SL, Cooper BM, et al. Rapid hematopoi- t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e etic recovery after coinfusion of autologous-blood stem cells and culture-expanded marrow mesenchymal stem cells in advanced breast cancer patients receiving high-dose chemotherapy. J Clin Oncol 2000;18:307-316. 5. Rombouts WJ, Ploemacher RE. Primary murine MSC show highly efficient homing to the bone marrow but lose homing ability following culture. Leukemia 2003;17(1):160-70. 6. Maijenburg MW, Noort WA, Kleijer M, et al. Cell cycle and tissue of origin contribute to the migratory behaviour of human fetal and adult mesenchymal stromal cells. Br J Haematol 2010;148(3):428-40. 7. Maijenburg MW, Gilissen C, Melief SM, et al. Nuclear receptors Nur77 and Nurr1 modulate mesenchymal stromal cell migration. Stem Cells Dev 2011; Epub ahead of print. 8. Maijenburg MW, Kleijer M, Vermeul K, et al. The composition of the mesenchymal stromal cell compartment in human bone marrow changes during development and aging. Haematologica 2011; Epub ahead of print. Correspondentieadres Mw. dr. M.W. Maijenburg, post-doc, department of Cell and Developmental Biology, University of Pennsylvania (Verenigde Staten) Orteliusstraat 214-2 1056 PG Amsterdam Tel.: 06 16 09 47 66 E-mailadres: [email protected] Belangenconflict: geen gemeld Financiële ondersteuning: Het onderzoek beschreven in dit proefschrift is gefinancieerd door het Dutch Program for Tissue Engineering (DPTE 06728) en Sanquin PPO-C. Aan de drukkosten van het proefschrift hebben de volgende instellingen een bijdrage geleverd: Sanquin Research, Universiteit van Amsterdam, First European MSC-award. Ontvangen 10 oktober 2011, geaccepteerd 23 januari 2012. t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e vol. 5 nr. 1 - 2 0 12 32