Donderdag 15 maart 2007 Ferarrisgebouw te Brussel Derde sessie Vlechtwerk Brussel 2006-2007 Janette Jongma van KEY-consult geeft een training over evenwicht werk- en privéleven. Ze stelt aan de groep de vraag of het privé-leven even belangrijk is als het werk. Theoretisch is het privé-leven belangrijker maar in praktijk kan men niet uitmaken wat belangrijker is. Als men uit balans is, hoe geraakt men terug in balans? Het is belangrijk om te weten wat voor het eigen gevoel goed is. Men moet eerst nagaan wat iemand uit balans maakt. Hoe gaat men in balans zitten? Door eerlijke gelijke kansen te krijgen. Het gaat niet alleen over competenties maar ook over stereotiepen die men heeft over mannen en vrouwen. Men zit vast aan een aantal innerlijke overtuigingen en ongeschreven wetten (vb. een vrouw hoort het huishouden te doen, enz.). Het is moeilijk om tegen de eigen overtuigingen in te gaan. Om in balans te zijn, moet men kritisch kijken naar de eigen innerlijke overtuigingen. Dramadriehoek en winnaarsdriehoek Als alles teveel wordt, voelt men zich slachtoffer van het systeem, situatie, enz. Men vertelt zijn/haar verhaal aan iedereen behalve aan diegene die de frustraties veroorzaakt. Als men zich in de slachtofferrol stelt, bereikt men geen oplossing. Als men het probleem aankaart, gaat men over in de rol van aanklager en hoopt men dat de redder het probleem oplost. Men kan van de dramadriekhoek naar de winnaarsdriehoek overgaan als men de rol van de aanklager omkeert. De aanklager wordt assertief en stapt naar de persoon toe die beslissingsmogelijkheid heeft. In de winnaarsdriehoek zal de redder helpen om zelf iets te ondernemen. DESC-methode Deze methode is een manier die mensen helpt om een moeilijk verzoek te doen: - wat is de situatie? - vertellen wat het probleem is (niet tonen) - oplossingen voorstellen: om de oplossingen verkocht te krijgen, moet men aangeven wat de voordelen zijn voor de andere partij. Voordelen voor de leidinggevende zijn: o betere prestatie door werknemer o minder afwezigheid door ziekte o werknemer gaat geen ander werk zoeken o … De deelnemers van de sessie worden in twee werkgroepen verdeeld. Beide werkgroepen krijgen dezelfde vragen maar met een ander uitgangspunt: werk of privé. De algemene vragen zijn: welke eis leggen we onszelf op, wat zijn de gevolgen ervan en wat zijn de mogelijke oplossingen om meer in evenwicht te zijn? 1 Antwoorden van werkgroep ‘privé’: Eisen: - Balans werk/privé is afhankelijk van gezinsituatie: wel of geen kinderen. Als men kinderen heeft, is men gebonden aan tijd: men moet bijvoorbeeld op tijd naar huis, op tijd de trein halen, … Het voordeel hiervan is dat men effectief moet stoppen met werken. Oplossingen: - Duidelijk ‘nee’ kunnen zeggen. - Goed communiceren met collega’s. - Taken delegeren. - Realistisch plannen. - Gebruik maken van mogelijkheden tot thuiswerk. - In het weekend voorrang geven aan het privé. - Eventueel thuis eerst met de kinderen bezig zijn en daarna nog bezig zijn met het werk. Eisen als goede ouder: - Huishouden in orde brengen en sociale contacten onderhouden. - Niet veel tijd meer over waardoor men de frustraties afreageerd op de kinderen. Oplossingen: - Duidelijke grenzen stellen op het werk. - Met de kinderen communiceren zodat ze de situatie begrijpen. Soms kunnen kinderen meer aan dan men zelf denkt. - In het weekend iets samen met de kinderen doen. - Durven radicale beslissingen te nemen. - Rustpauzes inlassen voor de partner, vb. babysit vragen. Men is overtuigd dat voldoende aandacht moet gaan naar privé. Het gevolg hiervan is dat men keuzes moet maken, vb.: - werk zoeken dat beter past bij de eigen behoeften; - zelf aanwezig zijn bij de buitenactiviteiten van de kinderen -> dit is tevens een stimulans om op tijd naar huis te gaan; - soms legt men de eigen eisen te hoog uit angst voor falen; - elke dat opnieuw keuzes kunnen maken. Antwoorden van de werkgroep ‘werk’: Eisen: - Men wil alle taken goed doen, de deadlines halen. - Men wil inhoudelijk 100% in orde zijn. - Gevolgen: later naar huis, geen goed gevoel bij onafgewerkte taken. Oplossingen: - “Benoemen”, vb. als je thuis hebt verder gewerkt. - Af en toe de deur sluiten op kantoor. - Apart gaan zitten. - Tijd maken om aan één taak door te werken. - Opletten voor verwachtingspatroon bij vb. iets wel of niet afwerken. - Niet perfect willen zijn: afleveren wat je kan = realistisch zijn. 2 - Een goede medewerker is iemand met een gezond geest in een gezond lichaam. Eisen: - “Info-junkies”: alle informatie willen vergaren. - Thuis nog mails lezen. - Verlofregeling aanpassen aan anderen. Oplossingen: - Computer afzetten. - Rust houden. - Dagdelen blokkeren. Eisen: - Als werknemer loyaal en flexibel willen zijn. Kan men een opdracht weigeren? - Als leidinggevende toegankelijk en bereikbaar willen zijn. Oplossingen: - Als werknemer durven “nee” zeggen (afhankelijk van wie de vraag stelt en van de eigen gezinssituatie). - Het werk relativeren: zich niet onmisbaar voelen. - Als leidinggevende hulp vragen: niet alles zelf willen oplossen. Terugkoppelen naar team. Ten slotte eindigt Janette Jongma met de definitie van mentale modellen van Peter Senge. Men moet repressieve boodschappen omzetten in permissieve boodschappen: door te onderhandelen komt men tot een oplossing. 3