elektrisch veld, elektrische potentiaal

advertisement
jaar: 1989 nummer: 07
In ieder hoekpunt van een driehoek ABC bevindt zich een lading. In A en C is dit een lading van 6.10-6 C.
In B is dit +10.10-6 C.
Beschouwen we het punt P gelegen op 30 cm van A en C en op 50 cm van B. Dit punt P bevindt zich
op een negatieve potentiaal van -180 kV.
Men verdubbelt nu de lading in B (van + 10 µC tot + 20 µC) en laat de ladingen in A en C
onveranderd.
De potentiaal in het punt Ρ zal dan :
o a. onveranderd blijven
o b. verdubbelen tot -360 kV.
o c. stijgen tot een waarde van OV.
o d. positief worden tot een waarde van 720 kV.
jaar: 1989 nummer: 08
Op de figuur zijn twee koncentrisch metalen bollen voorgesteld. De binnenste bol is positief geladen.
De buitenste bol is oorspronkelijk ongeladen en wordt met de aarde verbonden. Tussen beide bollen is
er geen geleidende verbinding.
Het punt A is gelegen binnen in de kleinste bol . Het punt B ligt tussen de twee bollen.
Men kan dan zeggen dat :
o a. de potentiaal in liet punt A nul volt is.
o b. de potentiaal in het punt B nul volt is.
o c. de elektrische veldsterkte in A nul volt per meter is.
o d. de elektrische veldsterkte in B nul volt per meter is.
jaar: 1990 nummer: 17
Bij het ontwerpen van een elektronenkanon voor een kathodestraalbuis, test men de 4 verschillende
ontwerpen, die hieronder voorgesteld worden. De weerstanden en de afmetingen van elke elektrode
zijn telkens dezelfde. De relatieve schaal werd op de tekeningen gerespecteerd. men meet dan het
sterkste elektrisch veld tussen anode en kathode in het geval van figuur
jaar: 1990 nummer: 18
Vier identieke condensatoren zijn geschakeld zoals hieronder weergegeven
De totale capaciteit van de condensatoren geschakeld over de spanningsbron is
o a. het grootst voor stand A van de schakelaar.
o b. dezelfde voor standen A en C, en het kleinst voor stand B.
o c. dezelfde voor standen A en C, en het grootst voor stand B.
o d. het grootst voor stand C van de schakelaar.
jaar: 1991 nummer: 25
Vier puntladingen worden op de hoekpunten van een vierkant met 10 cm zijde geplaatst (zie figuur).
Drie ladingen zijn gekend en respectievelijk gelijk aan ql = +2 pC , q2 = +2 pC en q3 = - 4pC.
( Er zijn geen andere ladingen in de ruimte aanwezig.)
Opdat de potentiaal in het punt A ( in het middelpunt van het vierkant gelegen) zou gelijk zijn aan 0
volt, moet de vierde lading qX gelijk zijn aan
0a.
-4 pC
0 b.
-2 pC
0 c.
0 pC
0 d.
+4 pC
jaar: 1991 nummer: 26
Drie concentrische metalen bolschillen met stralen R , 2 R en 3 R dragen respectievelijk nettoladingen
+q , +q en -2 q .
Er zijn geen andere ladingen in de ruimte aanwezig dan deze op de bolschillen.
Welke van de volgende beweringen is dan correct ?
0 a. Het elektrisch veld tussen de bolschillen met straal R en 2R is nul.
0 b. Het elektrisch veld tussen de bolschillen met straal 2R en 3R is nul.
0 c. Het elektrisch veld tussen ieder van de bolschillen is nul.
0 d. Het elektrisch veld binnen de bolschil met straal R en het elektrisch veld buiten de bolschil met
straal 3 R is nul.
jaar: 1992 nummer: 24
Onderstaande figuur toont de veldlijnen van een elektrisch veld van de ladingen A, B en C.
Deze ladingen liggen op een rechte en kunnen niet van plaats veranderen.
Als q een bepaalde hoeveelheid positieve lading voorstelt, dan geldt dat
Oa.
O b.
O c.
O d.
QA = q ,
QA = -q
QA = -2q ,
QA = -q ,
QB = q ,
QB = q .
QB = q ,
QB = 2q ,
QC = q.
QC = -q.
QC = -2q
QC = -q
jaar: 1992 nummer: 25
Volgens het Bohr-model van het waterstofatoom voert een elektron een eenparige cirkelvormige
beweging uit rond het proton (zie figuur). Het proton verandert niet van plaats en heeft een lading +e .
Het elektron bezit een lading -e.
De totale energie van het elektron is gelijk aan de som van de kinetische en de potentiële energie. Op
oneindig wordt de potentiële energie gelijk aan nul gesteld.
k is de constante uit de wet van Coulomb
F k
q.q'
r2
de waarde ervan is aangegeven onder de gegevens op de voorpagina.
Voor een elektron op een cirkelbaan met een straal r wordt dan volgens dit model de totale energie
gegeven door
O a.
O b.
O c.
O d.
k.e2/(2r)
-k e2 /(2r)
k e2 /r
-ke2 /r
jaar: 1993 nummer: 06
Een punttading bevindt zich in een punt O recht vóór een geaarde metalen plaat. De punten A en B
liggen telkens op 1/3 van de afstand tussen de plaat en het punt O (zie figuur).
Stellen we door EA en EB de grootte van de elektrische veldsterkte voor in de punten A en B.
Dan kan men zeggen dat
O a.
O b.
O c.
Od.
EA = EB  0
EA > EB
EA < EB
EA = EB = 0
jaar: 1993 nummer: 12
Rond drie identieke geleidende bollen bevinden zich eveneens identieke geleidende bolschillen. Men
beschouwt iedere bol met zijn bolschil afzonderlijk en men neemt telkens aan dat er geen andere nettoladingen aanwezig zijn.
Op de binnenste bol zit telkens dezelfde netto-lading van + 1µC .
Op de buitenste schil zitten respectievelijk netto-ladingen :
-1 µC voor A.
0 µC voor B.
+ 1 µC voor C.
We stellen de potentiaal op oneindig gelijk aan nul.
Dan is de potentiaal van de binnenste bol
O a.
O b.
O c.
O d.
het grootst in geval A.
het grootst in geval B.
het grootst in geval C.
overal gelijk.
jaar: 1994 nummer: 23
In een punt A in de omgeving van een negatieve lading O = -10 C bevindt zich een lading q = -0,01 C.
De arbeid die door de omgeving op de lading q moet geleverd wonden om deze lading q van het punt
A naar het punt B te verplaatsen bedraagt 2 J.
Het potentiaalverschil tussen de punten A en B is dan
O a.
O b.
O c.
O d.
2V
20 V
200 V
2000 V
jaar: 1994 nummer: 24
Een holle metalen cylinder met straal R en hoogte h draagt een totale nettolading + Q.
Deze lading is homogeen verspreid over de cylindermantel. Het punt C is in het midden van de
cylinder op de z-as gelegen.
Er geldt dan voor het elektrische veld, als gevolg van de ladingsverdeling op deze cylindermantel, dat:
O a.
O b.
O c.
O d.
in het punt C de elektrische veldsterkte gelijk aan nul is.
in het punt C de elektrische veldvector volgens de z-as gericht is.
in het punt T de elektrische veldvector tegengesteld is aan de z-as.
als we R kleiner maken, de elektrische veldsterkte in C groter wordt.
jaar: 1994 nummer: 25
Gegeven een peervormige geladen geleider in evenwicht.
In vier figuren is met behulp van vectoren het elektrisch veld in de nabijheid van de geleider
voorgesteld.
De figuur die dit elektrisch veld het best voorstelt is dan
jaar: 1995 nummer: 21
Op de x-as bevinden zich twee puntladingen die in rust zijn.
De eerste puntlading is gelijk aan + 4 Q er bevindt zich in x = 0 cm. De tweede puntlading is gelijk
aan + Q en bevindt zich in het punt x = 6 cm.
De plaats op de x-as waar het elektrisch veld gelijk aan nul is, is dan
O a.
O b.
Oc.
O d.
x= 2 cm.
x= 3 cm.
x=4 cm.
x= 4,8 cm.
jaar: 1996 nummer: 21
Twee positieve ladingen en twee negatieve ladingen bevinden zich op
 de hoekpunten van een vierkant.
In de ruimte ontstaat een elektrisch veld met veldsterkte .
E
Welke bewering is correct voor deze situatie ?
 
E0

O b. In het punt b is E evenwijdig met de x -as en naar links georiënteerd.

O c. In het punt c is de hoek tussen de richting van E en deze van de positieve x-as gelijk aan /4 .

0 d. In het punt d is E evenwijdig aan de x-as en naar rechts georiënteerd.
O a. In het punt a is
jaar: 1998 nummer: 22
De elektrische veldsterkte die in punt P opgewekt wordt door de Puntladingen Q1 en Q2, wordt
aangegeven in de tekening.
Dan geldt
O a.
O b.
O c.
O d.
Q1 < 0 en  Q2 <  Q1
Q1 < 0 en  Q2 >  Q1
Q1 > 0 en  Q2 >  Q1
Q1 > 0 en  Q2 <  Q1
jaar: 2000 nummer: 06
Op twee overstaande hoekpunten van een vierkant werden gelijke puntladingen Q aangebracht. Dit
heeft tot gevolg dat de elektrische potentiaal in de twee andere hoekpunten +10V bedraagt. De
potentiaal op oneindig is nul.
Achteraf wordt op één van de nog vrije hoekpunten een derde bijkomende lading q = 2 Q geplaatst.
De energie nodig om een lading van 2,0 C vanop oneindig naar het laatste onbezette hoekpunt te
brengen is gelijk aan:
O a.
O b.
O c.
O d.
10 J.
20 J.
30 J.
40 J.
jaar: 2001 nummer: 06
In de figuur hebben Q1 en Q2 een even grote positieve lading.
De elektrische veldsterkte in het punt P wordt dan weergegeven door:
O a.
O b.
O c.
O d.

E2

E3

E5

E7
Download