RS-virus Respiratoir Syncytieel virus Locatie ETZ Elisabeth Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Besmetting met het RS-virus Wat zijn symptomen van het RS-virus? Opname in het ziekenhuis Opnieuw krijgen van het RS-virus Tot slot Belangrijke telefoonnummers 1 1 2 2 2 2 RSV staat voor Respiratoir Syncytieel Virus dat het hele jaar voorkomt maar met name gedurende de periode vanaf eind oktober tot en met maart. Het is de meest voorkomende oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij baby’s en kinderen onder de vier jaar. Omdat het virus zo veel voorkomt, is bijna ieder kind ermee besmet geweest tegen de tijd dat het drie jaar oud is. Bij de meeste kleine kinderen uit de besmetting zich in een onschuldige luchtweginfectie die niet te onderscheiden is van een gewone verkoudheid. Besmetting met het RS-virus Het RS-virus is besmettelijk; het verspreidt zich vooral via vocht en slijm dat op handen en allerlei voorwerpen voorkomt. Met name de handen van kinderen en verzorgers spelen een belangrijke rol in de overdracht van de infectie. Ook zoenen en knuffelen kunnen het virus overdragen. Na besmetting duurt het twee tot acht dagen tot het kind ziek wordt; zelf blijft het kind daarna ongeveer 10 dagen besmettelijk. Wat zijn symptomen van het RS-virus? Vaak beperken de symptomen van het RS-virus zich tot een verstopte neus of een loopneus, hoesten en soms een oorontsteking. Opname in het ziekenhuis of extra behandeling zijn meestal niet nodig. Bij een klein deel van de kinderen breidt de ontsteking zich echter uit tot in de longen. Deze kinderen hebben het erg benauwd en hoesten zo heftig dat ze er soms van moeten braken. Besmette baby’s drinken daarnaast ook minder dan normaal waardoor een baby kan uitdrogen. Bij zo’n ernstige infectie kan het nodig zijn dat het kindje in het ziekenhuis wordt opgenomen. Dit komt echter weinig voor; jaarlijks worden in Nederland ongeveer 3500 kinderen met deze infectie opgenomen in het ziekenhuis. Het gaat dan vaak om pasgeboren of te vroeg geboren baby’s en baby’s met onderliggende aandoeningen zoals erfelijke hart- en longafwijkingen of een afweerstoornis. Opname in het ziekenhuis Als een baby door het virus slechter is gaan drinken, krijgt het meestal een sonde (een slangetje in de neus naar de maag) om ervoor te zorgen dat het kindje toch genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt. Het kan zijn dat uw kindje aan een saturatiemeter gelegd wordt (deze meter meet het zuurstofgehalte in zijn/haar bloed). Wanneer het kindje piept bij de ademhaling wordt een proefverneveling gegeven. Deze proefverneveling bevat medicatie welke de luchtwegen openzetten. Als het kindje hier baat bij heeft, wordt dit een aantal keer per dag herhaald. Dit wordt per kindje bekeken. Kinderen besmet met het RS-virus worden vaak in een éénpersoonskamer verpleegd. Ook gelden speciale hygiënische maatregelen voor artsen en verpleegkundigen. Hierbij kunt u denken aan het aantrekken van schorten en het dragen van mondkapjes en handschoenen (tijdens direct contact met het kindje). Tevens wordt extra gelet op het wassen van de handen voor en na de verzorging van uw kind. Zo wordt voorkomen dat zorgverleners het virus op anderen overdragen. Houdt u er rekening mee dat het voor kinderen een vreemd en zelfs een bedreigend gezicht kan zijn, om iemand te zien met een schort en handschoenen aan en een mondmasker voor. Opnieuw krijgen van het RS-virus De kans bestaat dat een kind opnieuw besmet wordt met een RS-virus maar het is zeer waarschijnlijk dat de symptomen veel minder ernstig zullen zijn dan de eerste keer. Voor kinderen uit risicogroepen kan extra bescherming tegen besmetting met het RS-virus nodig zijn. Als ouder of verzorger kunt u extra letten op hygiëne door vaak de neus van uw kind (bij een loopneus) te snuiten, iedereen zijn handen te laten wassen voordat ze uw kind aanraken en proberen kinderen netjes te leren hoesten en niezen. Verder kunt u het speelgoed regelmatig reinigen met water en zeep. Het is verstandig om uw kindje niet te veel te laten knuffelen of kussen door mensen die verkouden zijn. Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt terwijl uw kindje opgenomen is, kunt u deze stellen aan de behandelend arts of de verpleegkundige op de verpleegafdeling. Als uw kindje weer thuis is, kunt u met uw vragen terecht bij uw huisarts of de huisartsenpost. Belangrijke telefoonnummers ETZ (Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis): Locatie ETZ Elisabeth Kindergeneeskunde (algemeen): Route 64 Kabouterrijk: Route 81 (013) 221 00 00 (013) 539 27 51 (013) 539 27 63 Kindergeneeskunde, 43.400 12-16 Copyright© ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.