Goedenavond allemaal. Mijn naam is Roland Stenger en ik neem jullie vanavond mee in de wondere wereld van de griekse mythologie. De griekse mythologie is enorm uitgebreid met een heleboel goden, halfgoden en menselijke helden. Ik zal het vanavond over de bekendste goden en halfgoden hebben van begin tot eind. Hoe is het allemaal begonnen? De Griekse mythologie gaf de oude Grieken verklaringen voor het ontstaan van de wereld, de hemellichamen, de mensen, de goden, het kwaad, ziekten, natuurverschijnselen en de oerelementen aarde, water, vuur en lucht. Ze vormde de basis van het geloven en denken van de oude Grieken. Veel begrippen en uitdrukkingen uit het hedendaags taalgebruik zijn aan de Griekse mythologie ontleend. Voorbeelden hiervan zijn een tantaluskwelling, de doos van Pandora, een sisyfusarbeid, de achilleshiel, een oedipuscomplex, een elektracomplex, een augiasstal, een achillespees, een odyssee, een muze en een orakel(spreuk). Ook dragen heel wat planeten, sterren en andere hemellichamen namen uit de Griekse mythologie. Uit de grote Chaos ontstonden Nyx, Erebos, Tartaros, Eros, Gaea (aarde) en Uranus (hemel) die haar omringde. Toen de aarde (Gaea) zich verenigde met de hemel (Uranus) vormden zij het eerste godenpaar. Uit deze vereniging werden (o.a.) de zes mannelijke en zes vrouwelijke Titanen geboren en de Cyclopen. De Titanen waren de eerste goden en ze waren met z’n 12en. De mannelijke Titanen waren: Oceanus (Oceanen), Koios (Intelligentie), Hyperion (Licht), Crius (leiderschap, huisdieren, sterrenbeelden), Iapetus (levensloop) en Cronos. De vrouwelijke Titanen oftewel Titaniden: Tethys (zee en ondergrondse rivieren, en ze is tevens debeschermheilige van het verzorgen van kinderen), Rhea(Koningin), Themis( orde en recht), Mnemosyne (geheugen), Phoebe(eerste bezitster van het orakel van Delphi) en Theia. De Titaan Cronus en de Titanida Rhea kregen samen kinderen die de toekomstige wereldheersers zouden worden: Demeter, Hestia, Hera, Hades, Poseidon, en Zeus oftewel de Olympiers. Demeter: Godin van de landbouw, het graan en een goede oogst. Haar Romeinse naam is Ceres. Demeter wordt in de kunst vaak met een korenaar of met de hoorn des overvloeds afgebeeld. De blonde oogstgodin Demeter herken je aan het koren of andere landbouwproducten die ze draagt. Soms zie je haar met haar dochter Persephone, die ook als vruchtbaarheidsgodin werd vereerd. Demeter, of in het Romeins Ceres, was een belangrijke godin, vooral op het platteland, omdat zij kon zorgen voor een goede oogst. Ze werd ook wel "Moeder Aarde" of "graanmoeder" genoemd. Er zijn voor haar grote en belangrijke tempels gebouwd. Erg verdrietig is het verhaal hoe ze jarenlang zocht naar haar dochter Persephone (Proserpina in het Romeins) die ontvoerd was door Hades , de god van de onderwereld. Door haar verdriet bleef de aarde dor en droog. Uiteindelijk werd afgesproken dat Persephone in de lente en zomer bij haar moeder mocht wonen. De rest van het jaar bracht Persephone in de onderwereld door. Hestia: Godin van de haard en het huis. Zij werd vooral veel vereerd door de Romeinen. Hestia is de oudste zus van Zeus. Ze zat midden in de hemel bij de haard ("Hestia" betekent "haard"). Ze mocht altijd als eerste een stukje kiezen uit het geofferde vlees. Omdat de haard het middelpunt is van het gezinsleven is Hestia ook de godin van het gezin. Als mensen ergens anders een kolonie gingen stichten, namen ze een stukje gloeiend hout mee uit de "haard" van hun geboortestad. Hestia is beter bekend onder haar Romeinse naam Vesta, want ze was erg belangrijk bij de Romeinen. Zolang het heilig vuur brandde in haar tempel, de tempel van de Vestaalse maagden, was de stad veilig. Ieder jaar op nieuwjaarsdag, 1 maart, werd het opnieuw aangestoken. Ging het tussentijds uit, dan voorspelde dat niet veel goeds. Op 9 juni waren de Vestalia, het feest van de Vestaalse maagden. Huismoeders brachten dan hun offers naar de tempel van Vesta. De ezels die de molenstenen trokken mochten die dag rusten. Ze werden versierd met viooltjes en vlechten van brood. Hestia verliet uiteindelijk de Olympus om plaats te maken voor Bacchus, de god van de drank. Hera: Hera was in de Griekse mythologie de koningin van de olympische goden, zij was zowel de zuster als later de vrouw van Zeus. Zij was de oudste dochter van Cronus en Rhea. Hera was onafgebroken jaloers op Zeus' vele affaires en vervolgde daarom haar rivales, zowel sterfelijk als goddelijk, met onverzoenbare woede. Zij is de speciale beschermgodin van het huwelijk en als vruchtbaarheids godin begeleidt zij de geboorte van een kind. Her is de beschermgodin van de vrouw, beschermster van de echtelijke trouw. Hera was erg jaloers en wraakzuchtig, niet alleen tegenover haar rivalen, maar ze verhaalde haar wrok ook op hun kinderen. Een voorbeeld hiervan is Herakles, (zoon van Zeus en Alcmene) die enorm te lijden had onder de wraakzucht van de Godin. Hera verzon in feite de twaalf taken die Herakles waren opgelegd. Het begon al met de twee slangen, die zij naar de wieg van Herakles had gezonden. Herakles was vanaf zijn geboorte beroemd om zijn geweldige kracht, omdat hij in zijn wieg die twee slangen wurgde, die door de jaloerse Hera waren gezonden om hem te doden. Ook de moeilijkheden die Leto ondervond om te baren van de tweeling Apollo enArtemis waren door Hera veroorzaakt. Hades: Hades of onderwereld is volgens de Griekse mythologie een broer van Zeus, Poseidon enHera en god van de doden die heerste over de onderwereld. Hades werd opgegeten door zijn vader Cronus en vervolgens weer uitgespuugd. Ook nam hij deel aan de Titanenstrijd aan de zijde van Zeus. In zijn donkere rijk is Hades een hard en meedogenloos heerser. Zijn vrouw isPersephone. Hij staat aan niemand toe terug te keren naar het rijk der levenden. De Onderwereld was in de regel alleen toegankelijk voor doden, er waren maar enkele helden, zoals Odysseus, Herakles en Orpheusdie levend uit de onderwereld terugkeerden. De onderwereld wordt bewaakt door de driekoppige hond Cerberus. Poseidon: Poseidon is volgens de Griekse mythologie de God van de zee en schepper van de wateren. Hij was de zoon van Cronus en Rhea en broer van Zeus en Hades. Met zijn gouden wagen rijdt hij door zijn koninkrijk, de zee, dwars door de golven die hem niet nat maken en omringd door dolfijnen. Met zijn drietand splijt hij de aarde en de rotsen. Poseidon werd beschouwd als een van de belangrijkste Olympische goden, samen met Zeus en Hera. Poseidon was de heerser over de zee, met een stoot van zijn drietand kon hij golven laten ontstaan en de aarde laten beven. Poseidon had een groot aantal kinderen, bijna evenveel als Zeus, maar zijn kinderen waren niet zo goedaardig als die van Zeus. Bij Medusa verwekte Poseidon Chrysaor en het gevleugelde paard Pegasus. In de oudheid werd Poseidon door kunstenaars vaak voorgesteld als een rijzige man met een onstuimige haardos en een baard. Zeus: De oppergod van de oude Grieken, volgens de Griekse mythologie. Heerser over hemel en aarde, vader van de goden en de mensen. Hij was de zoon van Cronus en Rhea en werd geboren in de Diktaeische grot op Kreta. Hij versloeg de Titanen en stootte Cronus van de troon. Hij woonde op de berg Olympos in Thessalië. Hij was gehuwd met Hera en zijn lievelingsdochter was Athene, die uit zijn hoofd werd geboren. Zeus was de hemelgod, de beschermer van recht en moraal, van staat, huis en hof en van de gast. Bij de Romeinen werd Zeus Jupiter genoemd. Zeus werd als baby gezoogd door de magische geit Amalthea op Kreta. Nadat Zeus, eenmaal volwassen, de Titanen en Giganten had verslagen, kreeg hij de absolute macht en werd hij de heerser over alles. Hij was de God van het licht en de donder en bliksem en hij toonde die macht met zijn karakteristieke attributen: de bliksemschicht, de scepter, de adelaar en de Aegis; het vel van de geit Amalthea, een ondoordringbaar schild. Met deze attributen was Zeus de handhaver van de maatschappelijke orde en hoofd van de vorstelijke macht. Hij oefende deze macht niet alleen uit over de mensen, maar ook over alle Goden. Uit zijn verbintenis met Hera (zijn vrouw en zuster) werden Ares, Ilythyie en Hebe geboren. Maar uit de vele liefdesverhoudingen van Zeus met andere godinnen en sterfelijke vrouwen, kwamen vele andere goden, halfgoden en helden uit de Griekse mythologie voort. Zeus kreeg met Leto de tweeling Apolloen Artemis. Bij Dione verwekte hij de godin van de liefde: Aphrodite. Uit een verhouding met zijn andere zus Demeter werd Persephone geboren. Bij Leda verwekte hij de tweeling Castor en Pollux en hun zusje Helena, die een grote rol speelde in de Trojaanse oorlog. De zoon van Zeus: Herakles werd op aarde geboren. Zeus verleidde prinses Alkmene tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot, door zich als haar echtgenoot Amphitryon te vermommen, waarna zij een tweeling kreeg: Herakles, de zoon van Zeus en Alkmene en Iphikles, de zoon van Amphitryon en Alkmene. Toen Zeus als volwassen man zijn vader met zijn bestaan confronteerde en van hem eiste dat hij zijn verslonden, maar onsterfelijke kinderen weer terug zou geven, ontbrandde een zware strijd om de macht. Het ging tussen Zeus en Kronos met de meeste Titanen. Zeus bevrijdde de Cyclopen en de honderdarmige reuzen (de Hekatoncheiren) uit Kronos' gevangenis in de Tartarus en verzekerde zich op die manier van hun hulp. Hij slingerde zijn belangrijkste wapen, de door de Cyclopen gemaakte bliksemschichten, van de Olympus naar beneden en bleef dat net zolang doen tot hij de overwinning had behaald. Zo verkreeg Zeus heerschappij over de wereld. De door Kronos verzwolgen broers en zusters van Zeus (Poseidon, Hades, Hera, Hestia en Demeter) werden uit hem bevrijd. Zo kwam er een nieuwe generatie goden, die van de Olympische goden, aan de macht. Ook werd er een nieuwe god geboren, Aphrodite. Zij 'ontstond' toen Zeus de gonaden van Kronos in zee wierp. Het eerste werk van Herakles: DE NEMEÏSCHE LEEUW Eurystheus was ook een zoon van Jupiter, maar hij was Juno's begunsteling. Hij wilde haar graag helpen Herakles te verslaan. "Je eerste opgave is eenvoudig," vertelde hij Herakles. "Al vele maanden worden de mensen van Nemea geterroriseerd door een wilde leeuw. Dood de leeuw en breng me zijn huid als bewijs dat het je gelukt is." Maar de opgave was niet zo makkelijk als Eurystheus deed voorkomen. Al vele dappere krijgers hadden geprobeerd het dier te doden, maar zelfs de scherpste wapens bleven steken op de taaie huid van de leeuw. Iedereen geloofde dat de leeuw onverslaanbaar was, en Eurystheus was er zeker van dat Herakles gedood zou worden. Net zoals de anderen probeerde Herakles de leeuw te doden met zijn wapens. Toen hij zag dat dat niet lukte, pakte hij de leeuw beet en wurgde hem met zijn blote handen. Het tweede werk van Herakles: DE HYDRA Al snel vond Eurystheus een nieuwe opgave voor Herakles. "In het moeras van Lerna leeft de Hydra; een grote slang met meerdere koppen. Hij is zo gevaarlijk dat zelfs zijn adem binnen een paar seconden dodelijk is. Ik wil dat jij hem doodt." Herakles probeerde de Hydra te doden met brandende pijlen. Toen trachtte hij hem dood te slaan. Niets werkte. Dus nam Herakles zijn zwaard en begon de koppen van het dier eraf te hakken. Maar voor iedere kop die hij eraf hakte kwamen er twee nieuwe voor in de plaats. Herakles riep de hulp in van zijn neef Iolaus. Zodra Herakles een kop eraf gehakt had, verbrandde Iolaus hem. Samen versloegen ze de machtige Hydra. Herakles wist dat het bloed van het monster giftig was, en hij doopte de punten van zijn pijlen in het bloed om ze nog dodelijker te maken. Het derde werk van Herakles: HET ERYMANTISCHE EVERZWIJN Toen Herakles terugkeerde naar Eurystheus, gaf de koning hem zijn derde opgave. "Een grote beer woont in het berggebied van Erymanthia," begon Eurystheus. "Ik wil dat je de beer vangt en hem bij mij brengt." Herakles vertrok om de beer te zoeken en na enkele dagen vond hij zijn spoor. Hij joeg het dier naar de top van de hoogste berg. Het was koud en de grond was bedekt met een dikke laag sneeuw. De beer was zo groot en zwaar dat hij niet snel kon lopen in de dikke laag sneeuw. Herakles kwam dichter en dichter bij de beer. Tenslotte wierp hij zich op het grote dier en nam het gevangen. Hij gooide de beer over zijn schouder en bracht hem zo naar zijn meester, Eurystheus. Het vierde werk van Herakles: DE STYMPHALISCHE VOGELS Eurystheus was kwaad omdat het Herakles alweer gelukt was. "Je vierde opgave zal niet zo makkelijk zijn," snauwde hij. "De mensen van Stymphalos worden geterroriseerd door reusachtige vogels met grote vleugels, scherpe snavels en geweldige klauwen. Je moet deze vogels doden." Herakles wist dat als deze verschrikkelijke monsters hem zouden zien, ze hem in stukken zouden scheuren. "Hoe kan ik dichtbij komen, zonder gezien te worden!?" dacht hij hardop. Op dat moment verscheen de godin Minerva en gaf hem twee bronzen bekkens. Als Herakles deze tegen elkaar slaat maken ze een verschrikkelijk lawaai. De vogels waren verdoofd door het geluid, en vlogen in verwarring weg. Toen nam Herakles zijn pijl en boog en doodde ze een voor een. Het vijfde werk van Herakles: DE CERYNITISCHE HINDE "Ik heb gehoord dat in Ceryneia een wonderbaarlijk hert leeft met bronzen hoeven en gouden hoorns," vertelde Eurystheus aan Herakles. "Het is nog nooit iemand gelukt het te vangen omdat het heel snel rent. Ik wil dat je dit dier vangt en levend bij me brengt." Het kostte Herakles een heel jaar om het dier op te sporen. Toen hij de hoop al had opgegeven het te kunnen vangen lukte het hem het zo stil te naderen dat het niets in de gaten had. Hij sprong uit zijn schuilplaats en pakte het dier bij zijn gouden hoorns. Eurytheus was er zeker van dat het deze keer Herakles niet zou lukken. Je kunt je voorstellen hoe onthutst hij was toen Herakles het paleis naderde met het dier op zijn krachtige schouders. Het zesde werk van Herakles: DE STALLEN VAN AUGIAS Koning Augias was beroemd om zijn twaalf witte stieren, die gewijd waren aan Apollo, de god van de zon. Maar de stallen waar ze woonden waren smerig omdat koning Augias te lui was om ze schoon te maken. Toen koning Augias van Herakles hoorde, smeekte hij Eurystheus hem te sturen om de stallen schoon te maken. Door zijn geweldige kracht te gebruiken, verlegde Herakles de loop van de rivier Alpheus zodat hij door de stallen liep en het vuil met zich meevoerde. Augias was verrukt met zijn helder schone stallen en nog verrukter omdat hij het niet zelf had hoeven doen! Het zevende werk van Herakles: DE STIER VAN KRETA Koning Minos van Kreta wilde in de gunst komen van Neptunus, de god van de zee. "Grote god," beloofde hij plechtig, "ik zal u als offer het eerste wezen schenken dat uit de zee komt." Toen hij dat gezegd had stapte er een prachtige witte stier uit de golven. Minos begon alles in gereedheid te brengen voor het offer, maar toen hij klaar was, aarzelde hij. "Deze stier is te mooi om te doden," besloot hij. Ik weet zeker dat Neptunus ook tevreden is met een minder mooi dier." Dus offerde Minos één van zijn eigen stieren. Neptunus was woedend over dit bedrog en als straf maakte hij de prachtige stier razend. Geen hek of muur was sterk genoeg om hem tegen te houden en de stier terroriseerde het eiland. Zodra Eurystheus over deze geweldige stier hoorde, riep hij Herakles weer bij zich. "Ga naar Kreta en breng me de stier. Het zal je geen moeite kosten want iedereen daar is te bang om uit hun huis te komen." Herakles was op zoek naar de stier toen hij achter zich een woedend gebries hoorde. Toen hij zich omdraaide wilde het woeste dier hem net aanvallen. Herakles sprong op de rug van het beest, pakte het bij de hoorns en wierp het op de grond en bond snel zijn poten vast. Eurystheus was verrukt toen hij de stier zag. "Hij is schitterend," zuchtte hij. "Maar die touwen zijn lelijk. Maak ze los." Herakles probeerde Eurystheus te waarschuwen dat de stier zou ontsnappen, maar hij wilde niet luisteren. "Maak ze los!" beval de koning boos. Zodra zijn poten los waren, ontsnapte de stier en galoppeerde weg. Het achtste werk van Herakles: DE MERRIES VAN DIOMEDES Herakles had nauwelijks tijd om uit te rusten of Eurystheus gaf hem zijn volgende opdracht. Diomedes, de koning van Thracië, bezat enkele merries. Deze wrede dieren aten geen gras zoals andere paarden - maar mensenvlees! De gemene Diomedes begroette reizigers in zijn paleis, en terwijl ze sliepen namen zijn soldaten de gasten gevangen en voerden ze aan de merries. Toen Herakles aankwam in Thracië, ondergingen Diomedes en zijn soldaten hetzelfde lot als hun gasten want Herakles doodde hen en voerde hen aan de merries. Op deze manier kon hij de paarden zonder gevaar meenemen naar Eurystheus. Het negende werk van Herakles: DE GORDEL VAN HIPPOLYTE Hippolyte, koningin van de Amazones, bezat een prachtige gordel die een geschenk was van Pluto, de koning van de onderwereld. De dochter van Eurystheus, Admete, wilde deze gordel in haar bezit hebben. "Mijn dochter heeft haar zinnen gezet op deze gordel die toebehoort aan Hippolyte," zei de koning tegen Herakles. "Ga naar de Amazones en steel hem voor haar." Samen met zijn vriend werd Herakles hartelijk ontvangen door Hippolyte. "Ik geef je de gordel graag als geschenk voor de prinses," zei ze. Juno was woedend. Ze vermomde zichzelf en begaf zich onder de Amazones. Ze vertelde dat Herakles was gekomen om hun koningin kwaad te doen. De woedende vrouwen vielen de mannen aan. Herakles begreep direct dat hij verraden was, maar had geen andere keus dan zijn leven te verdedigen. Het was een harde strijd want de Amazones stonden bekend om hun strijdvaardigheid. Toen klonk er plotseling een kreet van afschuw - Hippolyte was gedood! De Amazones waren zo ontzet door de dood van hun aanvoerder dat ze wegrenden van het strijdveld. Herakles knielde neer bij de koningin en nam haar gordel. "Het had niet zo moeten lopen," sprak hij bedroefd. Toen stond hij op en ging terug naar Tirynthe, waar prinses Admete verrukt was met haar geschenk. Het tiende werk van Herakles: HET VEE VAN GERYONEUS Geryoneus, een verschrikkelijke driehoofdige man, bezat een kudde rode runderen. De kudde werd bewaakt door een draak met zeven koppen en een grote hond met twee koppen. Eurystheus zond Herakles om deze kudde gevangen te nemen. Hij had gehoord dat het vlees van de runderen overheerlijk was. Op zoek naar de kudde versperde een enorme rots Herakles de weg. Met zijn geweldige kracht spleet Herakles de rots in tweeën. Zo ontstonden de pilaren van Herakles die eens stonden waar Europa en Afrika nu aan elkaar grenzen. Tenslotte kwam Herakles bij de grazende kudde. Toen hij dichterbij kwam, verscheen de draak, zijn zeven koppen grommend van woede. Herakles richtte zijn boog en schoot een giftige pijl. Hij raakte zijn doel en het verschrikkelijke monster stortte neer. Plotseling hoorde Herakles een woest gegrom achter zich. Het was de enorme tweekoppige hond. Het beest wierp zich op Herakles die het met zijn blote handen doodde. Herakles was uitgeput, maar zijn opgave was nog niet ten einde, want op dat moment verscheen Geryoneus zelf. Elk van zijn zes armen droeg een wapen of een schild en hij was even sterk als drie mannen samen. Zijn woede maakte zijn kracht nog groter en Herakles moest vechten om het afschuwelijke monster te doden. Toen Geryoneus tenslotte dood aan zijn voeten lag kon Herakles, met de kudde, de lange weg terug naar Eurystheus hervatten. Het elfde werk van Herakles: DE GOUDEN APPELS DER HESPERIDEN Eurystheus riep Juno te hulp. "Je moet een nieuwe opgave voor Herakles bedenken," smeekte hij de god. "Alle opgaven die ik stelde heeft hij met gemak volbracht." Juno dacht even na. "Laat hem de gouden appels van de dochters van Atlas halen," antwoordde ze wreed lachend. "Hij zal het moeilijk krijgen, want niemand weet waar deze appels groeien!" Lange tijd trok Herakles door het land op zoek naar de gouden appels. Eindelijk kwam hij Nereus tegen, de oude man van de zee, die een dutje deed in de golven. "Ik heb gehoord dat u me kunt helpen om de gouden appels te vinden," zei Herakles. Nereus reageerde knorrig omdat Herakles hem stoorde in zijn slaap, maar tenslotte vertelde hij hem waar de appels groeiden. De reis was lang en gevaarlijk. Toen Herakles een rivier overstak werd hij uitgedaagd door Antaeus, die reizigers dwong met hem te vechten. Hij was nog nooit verslagen, want Antaeus had een geheim. Iedere keer als hij tijdens het gevecht de grond raakte, werd hij sterker dan ooit. Dit kwam omdat hij de zoon is van Gaia, de godin van de aarde, en zij geeft hem kracht. Herakles was verrast dat hij Antaeus niet kon verslaan toen hij zich realiseerde waarom. Met een schreeuw van triomf tilde hij Antaeus van de grond en vermorzelde hem tussen zijn sterke handen. Kort na deze strijd kwam Herakles bij een hoge berg. Op de top stond de reus Atlas, die de hemel op zijn schouders droeg. Herakles legde aan Atlas uit welke opgave hij moest volbrengen. "Laat mij naar mijn dochters, de Hesperiden gaan," stelde de reus voor. "Ze zullen mij graag een paar appels geven. Maar terwijl ik weg ben, moet jij voor mij de hemel dragen." Herakles was hem heel dankbaar. "Dat zal ik graag doen," antwoordde hij. Toen Atlas terugkeerde merkte Herakles dat hij zijn plaats niet graag terug wilde. "Als ik niet oppas moet ik de hemel de rest van mijn leven torsen!" dacht Herakles. "Atlas, wil jij mijn plaats innemen terwijl ik even rust?" vroeg hij. Omdat Atlas in de grond van zijn hart een goede man was, deed hij dat direct. Zodra de reus zijn eigen last weer op zijn schouders had genomen, ging Herakles er met zijn kostbare appels vandoor. Het twaalfde werk van Herakles: CERBERUS Eurystheus had een laatste opgave voor Herakles. Hij moest Cerberus gevangen nemen, de driekoppige hond die de ingang van de onderwereld bewaakte. De dappere Herakles daalde af in de onderwereld. Hij ontmoette Charon, de veerman die de zielen van de overledenen over de rivier de Styx zette. "Alleen de doden kunnen de rivier oversteken," zei Charon. "Hier is geen plaats voor jou." Herakles keek Charon met zo'n woeste blik aan dat de veerman begon te beven van angst. "Goed," gaf hij haastig toe, "ik zal je overzetten." Aan de overkant stond de grote hond, zijn drie koppen gemeen grijnzend. Voor het dier tijd had om aan te vallen sprong Herakles op hem af en pakte hem beet. De verschrikkelijke hond werd gek van woede. Herakles bond het dier zorgvuldig vast en bracht hem naar de oevers van de Styx. Charon, de veerman, was doodsbang voor de hond, maar nog banger voor Herakles, en bracht hem zonder morren terug over de rivier. Toen hij uit de onderwereld terug was gekeerd, ging hij naar het paleis van Eurystheus. Toen hij het driekoppige monster zag, begon de koning te beven van angst. "Neem mee!" schreeuwde hij. "Geef het verschrikkelijke monster terug aan zijn meester!" Herakles was verlost van de opgaven die Eurystheus hem had opgelegd. Hij reisde de wereld rond en deed veel goeds. Geboorte Minos, de koning van Kreta, had onenigheid met zijn broers over de vraag wie de rechtmatige koning was. Minos bad de zeegod Poseidon om een teken dat hij de rechtmatige koning was. Poseidon stuurde een witte stier als teken van het koningschap, op voorwaarde dat die stier meteen geofferd zou worden. Minos hield echter zijn belofte niet, en Poseidon wreekte zich door Minos' vrouw Pasiphaë verliefd te laten worden op de stier. De architect Daedalus bouwde een houten, holle koe waarin Pasiphaë kon gaan liggen en gemeenschap hebben met de stier. Nadat de stier haar bevrucht had, werd de Minotaurus geboren. Opsluiting in een doolhof De Minotaurus werd aanvankelijk gezoogd door zijn moeder, maar werd later gevoed met mensenvlees. Als gevolg daarvan werd de Minotaurus te gevaarlijk voor zijn omgeving en opgesloten in een speciaal voor hem door de Atheense architect Daedalus ontworpen en gebouwde doolhof, het Labyrint. Wie er eenmaal binnen was, kon de uitgang niet meer vinden. Één keer per negen jaar werden zeven Atheense jongens en meisjes als voedsel het Labyrint ingedreven totdat Theseus met hulp van koning Minos' dochterAriadne het monster versloeg en dankzij een wollen draad, die hij tijdens zijn gang door het Labyrint had afgewikkeld, de uitgang terugvond. Die wollen draad leeft verder in het Nederlands in de uitdrukking, de draad van Ariadne, een middel om uit een netelige situatie te raken. Het offeren van jonge mensen Een van de zonen van Minos, Androgeus, een gewaardeerd atleet, was uit jaloezie voor zijn overwinningen op de Panathenaeënvermoord in Athene. Uit protest tegen deze gang van zaken liet de koningszoon van Athene, Theseus, zich vrijwillig met een nieuwe lichting naar Kreta inschepen, overtuigd dat hij de Minotaurus zou doden. Hij kreeg daarbij hulp van Ariadne, de dochter van Minos, die verliefd op hem was. Ariadne gaf Theseus een kluwen wol om de weg in het labyrint terug te vinden. Theseus ging het labyrint binnen, waarbij hij Ariadnes draad afrolde. Theseus doodde de Minotauros met het zwaard dat hij van zijn vader Aegeus had gekregen, en vond door de draad van Ariadne te volgen de uitgang terug. Echter, eind goed al goed was dit niet. Theseus had namelijk zijn vader beloofd om, als hij terug zou komen, de zwarte zeilen van zijn schip te vervangen door witte. Toen Theseus de Minotaurus had verslagen vroeg Ariadne om met hem mee te gaan. Theseus stemde hiermee in, want hij was ook verliefd op haar. Op de terugreis moesten ze even rusten en hun voorraden bijvullen. Ze stopten op een eiland en daar zag Dionysos Ariadne en werd de God plotseling verliefd op Ariadne. De Goden hadden Theseus geholpen bij het verslaan van de Minotaurus dus hij kon gewoon niet anders dan Ariadne achter te laten op het eiland met Dionysos die op Ariadne verliefd was, dat was hij hun verschuldigd. Overmand door liefdesverdriet vergat hij de zeilen te verwisselen van zwart naar wit, toen zijn vader het schip zag komen met de zwarte zeilen in plaats van de witte, nam hij aan dat Theseus het niet overleefd had en sprong hij uit verdriet van de rotsen en stortte zich in zee. Volgens de mythe heeft de Egeïsche Zee vanwege deze gebeurtenis zijn naam aan Aegeus te danken. Trojaanse oorlog Op de trouwdag van Peleus en Thetis (de moeder van Achilles) wierp Eris (die als enige geen uitnodiging had ontvangen) een gouden appel tussen de gasten, waarop stond: "voor de schoonste". Zeus gaf Paris de opdracht om de appel te geven aan aan de knapste godin: Hera,Athena, of Aphrodite. De drie beeldschone godinnen wilden allemaal deze eer, dus ze beloofden Paris van alles om de titel te krijgen. Hera beloofde Paris de heerschappij over Azië. Athena beloofde hem wijsheid en onoverwinnelijkheid. Aphrodite beloofde hem de liefde van Helena, de mooiste vrouw ter wereld. Aphrodite won de schoonheidswedstrijd en Helena werd de oorzaak van de beroemdste oorlog uit de wereldgeschiedenis: de Trojaanse oorlog. Tijdens de eerste jaren van de Trojaanse Oorlog verwoestte Achilles met zijn manschappen twaalf steden aan de kust en elf midden in het Trojaanse gebied, en zolang hij met de Grieken vocht, wonnen zij steeds van de Trojanen. Achilles kreeg ruzie (om een vrouw) met de koning (Agamemnon) en daarom wilde hij niet meer meedoen aan de strijd. De beste vriend van Achilles was Patroclos en omdat Achilles niet meer wilde vechten, ging Patroklos, vermomd als Achilles, de strijd aan tegen de Trojanen. Patroklos verdreef de Trojanen, hij won zelfs een paar veldslagen en zorgde ervoor dat de Trojanen zich ver terug moesten trekken. Totdat Hektor ontdekte dat het niet Achilles was die het Griekse leger leidde, maar Patroclos. Toen werd Patroklos gedood door Hector. Achilles was zo verdrietig en kwaad door de dood van zijn vriend dat hij wraak wilde. Na vele veldslagen en gevechten stonden Achilles en Hector tegenover elkaar bij de poort van Troje. Toen Achilles deze strijd won en Hector stierf, bond Achilles het lichaam van Hector achter zijn strijdwagen en hij reed rond Troje terwijl hij het lichaam van Hector meesleurde. Achilles had 1 zwakke plek en dat was zijn hiel. Op aanwijzing van God Apollo, schoot Paris een pijl af op zijn zwakke plek en doodde Achilles. Odyseus en Ajax werkten samen om het lichaam van Ahilles in veiligheid te brengen. Later kregen zij ruzie om de wapens van Achilles. Odysseus kreeg uiteindelijk de wapens van Achilles. Odysseus, de koning van het eiland Ithacana bedenkt na tien jaar vechten de bekende list van het Paard van Troje, waarin Griekse strijders verstopt zitten. De Grieken doen alsof ze vertrekken en varen met hun manschappen naar een verderop gelegen eiland, ze laten het reusachtige paard achter. De Trojanen zien dat de Grieken vertrekken en denken dat het paard een offer aan hen is, ze trekken het paard de stad in en vieren de hele nacht feest. De volgende ochtend klimmen de Grieken uit het paard en nemen de stad in. Griekse kamp Mensen Achilles, zoon van zeenimf Thetis en de Thessalische koning Peleus Patroklos, strijdmakker, neef en vriend van Achilles Menelaos, Griekse vorst van Sparta, wiens vrouw Helena door de Trojaan Paris met hulp van de godin Aphrodite geschaakt was, hetgeen de aanleiding voor de oorlog was geweest Agamemnon, Griekse vorst van Mycene, broer van Menelaos en aanvoerder van de Grieken Odysseus, Griekse vorst van Ithaka, die tegen zijn wil ten strijde is getrokken, volgens het boek de sluwste van hen (bedacht later de list met het paard) - Het boek de Odyssee van Homeros vertelt over zijn 10-jarige zwerftocht na de Trojaanse Oorlog Ajax, Griekse vorst, zeer heldhaftig, zoon van Telamon, ook wel de Grote Ajax genoemd, niet verwarren met de Kleine Ajax, zoon van Oileus Nestor, Griekse vorst, de oudste van allemaal Diomedes, Griekse vorst Kalchas, ziener van de Grieken Goden Zeus, oppergod, god van de donder en bliksem Thetis, zeegodin en moeder van Achilles Pallas Athena, dochter van Zeus en godin van de wijsheid, beschermer van o.a. Odysseus Hera, vrouw van Zeus, steunt de Grieken samen met Athena uit wrok tegen Paris, die Aphrodite tot mooiste godin had uit geroepen Hephaestus, god van vuur, smederijen en handwerk, die Achilles' nieuwe wapenrusting maakte Poseidon, god van de zee Trojaanse kamp Mensen Hektor, de belangrijkste Trojaanse held Priamos, vader van Hektor en heerser over Troje Andromache, vrouw van Hektor Paris, zoon van Priamos, die de aanleiding was tot de strijd door Helena te schaken. Aeneas, strijder voor Troje, die de overlevenden mee zou voeren en wiens nageslacht Rome zou stichten (zie de Aeneis) Astyanax, de zoon van Hektor en Andromache. Sarpedon, zoon van Zeus, die de list van Patroklos en Achilles doorheeft Pandaros, degene die het vredesverdrag verbrak door een pijl op Menelaos af te schieten Goden Zeus, oppergod, god van de donder en bliksem Aphrodite, godin van de liefde Ares, god van de oorlog, tegenstrever van Pallas Athene Apollon, lichtgod en beschermgod van Troje