PEDAGOGISCH QUOTIËNT EN INTELLIGENTIEQUOTIËNT

advertisement
Els van Houten
 Quotiënt
=
een deling, verhouding tussen 2
dingen
 Pedagogisch quotiënt = verhouding tussen
gerealiseerde pedagogische omgang en
ideale beeld daarvan.
.
Professionaliteit van leraar (Boyle)=
“Het geheel van attitudes van docenten t.o.v.
hun werk + kennis + vaardigheden”
5 dimensies van professionaliteit:
- vakinhoudelijke professionaliteit
- didactische professionaliteit
- organisatorische professionaliteit
- pedagogische professionaliteit
- reflexieve professionaliteit
 Volgens
het triadisch interdepentiemodel van Renzulli
en Monks:
Hoogbegaafdheid =
hoge intelectuele vermogens + motivatie + creativiteit
Ontwikkeling van hoogbegaafdheid
door invloeden van school, gezin
en vrienden
Hoogintelligent =
IQ hoger dan 130
Hoogbegaafd =
-
IQ hoger dan 130,
gemakkelijk kunnen leren
creativiteit/ originaliteit
grote denksprongen maken
voorkeur voor abstractie
grote zelfstandigheid
perfectionistisch
-
uitblinken op veel gebieden
snelle vroege ontwikkeling
goed leggen van verbanden
analyseren van problemen
hoge mate van concentratie
hoge motivatie/ veel energie
apart gevoel voor humor
Hoogbegaafden hebben onderling verschillende
onderwijsbehoeften  adaptief onderwijs  basis
voor adequate begeleiding;

Eigenschappen die goede leraar zou moeten bezitten:
aanvaarding,
geduld,
gevoel
voor humor,
ontvankelijkheid,
waarheidsliefde,
waarnemingsvermogen
Vakinhoudelijke professionaliteit: kennis van en inzicht in
leerinhouden en de legitimering daarvan.
 Leraar moet begeleidende rol en niet onderwijzende rol hanteren.

Pedagogische professionaliteit: inzicht en vaardigheden
met betrekking tot de persoonlijkheids- en
gemeenschapsvorming van leerlingen.
Adaptief onderwijs, met oog voor waardering, sociale
veiligheid, serieus nemen en uitdaging.

Didactische professionaliteit: kennis en vaardigheden
betreffende instructiegedrag en de technische controle
van het leerproces.
Aangepaste didactische werkwijzen met voldoende uitdaging.
Maatregelen als versnelling, compacten en verrijking


Organisatorische professionaliteit: de eisen die het
functioneren van de leraar in de schoolorganisatie stel
 Differentiatie met o.a. plusklas door een specifiek beleidsplan
voor hoogbegaafde kinderen

Reflexieve professionaliteit: het willen en kunnen
doordenken van de andere vier dimensies van
professionaliteit, in onderlinge samenhang en in breder
maatschappelijk verband
 Tijdig adequate maatregelen, acceptatie van hun speciale aanpak
en communicatie tussen leerkrachten & ouders.
Problemen als gevolg van niet tijdig onderkennen/
niet adequaat begeleiden van hoogbegaafdheid:
moeite met aanpassing aan tempo van klas
 onderwijs vaak saai
 sociale aanpassing verloopt niet soepel
 worden gepest, sociaal isolement
 perfectionisme  faalangst
 weinig uitdaging  verveling, demotivatie,
onderpresteren
 frustraties  gedragsproblemen

Begeleiding van hoogbegaafden maakt deel uit
van het vak waarvoor een leerkracht is
opgeleid, maar anderzijds is het toch een
apart vak.
Hoogbegaafde leerlingen vragen specifieke
eigenschappen en vaardigheden van hun
leraren, maar ook tijd en geduld.
(illustraties uit het internet)
Related documents
Download