Raadsvoorstel Van Datum Steller tel.nr. e-mail Registratie nr. Stuk Onderwerp : Presidium : 3 april 2012 : Fabbricotti : 2197176 : [email protected] : 1221879 : GR12-180 I : Geactualiseerde gedragscode Delft 2012 Gevraagde beslissing: I. De geactualiseerde gedragscode 2012 vast te stellen. II. De gedragscode 2003 in te trekken. III. Het reglement adviescommissie klachtbehandeling 2003 in te trekken. Samenvatting Het raadsvoorstel heeft tot doel om de diverse hoofdstukken van de gedragscode te actualiseren. Hiermee sluit de gedragscode weer aan bij de uitkomsten van recente debatten over de gedragscode, de diverse gevraagde adviezen en de meest recente modelverordening. In het bijzonder zijn de bepalingen op het gebied van belangenverstrengeling, omgang met informatie en transparantie aangepast en geactualiseerd. Gelet op het aantal wijzigingen is ervoor gekozen om de oude gedragscode in zijn geheel in te trekken en een nieuwe geactualiseerde gedragscode ter vaststelling voor te leggen. 1. Inleiding De Delftse gedragscode is afkomstig uit 2003 en is op onderdelen aan herziening toe. Op 15 februari jl. heeft de gemeenteraad een bijeenkomst over de gedragscode georganiseerd onder leiding van Prof. Dr. J.Th.J. van den Berg. Ook heeft de raad naar aanleiding van een aantal casussen extern advies gevraagd aan de Toetsingscommissie nevenfuncties van de Haagse gemeenteraad, de Nationale Ombudsman en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties In de commissie Bestuur, Leefomgeving en Duurzaamheid (BLD) van 8 november jl. heeft vervolgens een oriënterend debat plaatsgevonden aan de hand van een discussienotitie over de gedragscode. De uitkomsten van het debat zijn meegenomen in de herziening (zie bijlage). Bij de herziening is waar mogelijk de model gedragscode voor politiek ambtsdragers van de VNG, IPO, Unie van Waterschappen en het ministerie van Binnenlandse Zaken als referentiekader genomen (april 2011, zie bijlage). De model gedragscode is echter een brede gedragscode, die van toepassing is op alle politiek ambtsdragers op alle niveaus (college/raad, lokaal/regionaal etc). Om die reden zijn niet alle artikelen even goed toegesneden op de Stuk GR 12-180 I pag. 2. gemeenteraad in het algemeen en de Delftse gemeenteraad in het bijzonder. Daar waar de model gedragscode onvoldoende handvatten bood, is een eigen wijzigingsvoorstel gedaan. Ten behoeve van de discussie over het opnemen van eventuele sancties in de gedragscode, is tevens een inventarisatie uitgevoerd onder de gedragscodes van de 100.000+ gemeenten. De uitkomsten van deze inventarisatie zijn meegenomen in het oriënterend debat van de commissie BLD van 8 november 2011. 2. Bevoegdheid Artikel 15, derde lid, van de gemeentewet schrijft voor dat de raad voor zijn leden een gedragscode vaststelt. Het vaststellen van een gedragscode is hiermee een bevoegdheid van de gemeenteraad. 3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces Zie aanleiding. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Het op integere wijze invullen van het raadslidmaatschap en de actieve bijdrage van de raad daaraan door het vaststellen en onderschrijven van een gedragscode is bedoeld om te voorkomen dat niet integer handelen van een of meer raadsleden binnen of buiten de raad het vertrouwen van de burger in de raad en het openbaar bestuur schaadt. 5. Artikelgewijze toelichting actualisering gedragscode De toepassing van de gedragscode (artikel 1) Artikel 1.1 Uitgangspunt en reikwijdte In de gedragscode is - overeenkomstig de uitkomsten van de commissie BLD - geen onderscheid meer gemaakt tussen raadsleden en commissieleden/niet-raadsleden. Het symbool ©, dat aangaf of het betreffende artikel ook voor commissieleden/niet-raadsleden van toepassing was, is komen te vervallen. Artikel 1.4 Behandeling gedragscode (procedureel) In het artikel werd gerefereerd naar een commissie die niet meer bestaat. Om te borgen dat het artikel in de toekomst actueel blijft is ervoor gekozen om niet de commissie, maar de portefeuille (bestuurlijke aangelegenheden) in het artikel op te nemen. Artikel 1.5 Sancties In de gedragscode staan met name gedragsregels, die niet ook al in wetgeving zijn vastgelegd. Derhalve zijn er geen wettelijke sancties op te leggen bij overtreding ervan behalve in sommige gevallen via aangifte (bij bijv. bedreiging, schending van de geheimhouding of belediging). De door de raad op te leggen sancties beperken zich derhalve tot het ontnemen van niet verplichte faciliteiten van raadsleden zoals de fractievergoeding, deelname aan excursies/uitstapjes, uitnodigingen voor gemeentelijke activiteiten, het gebruik van een fractiekamer, toegang tot gemeentelijke gebouwen, lidmaatschap van commissies e.d. Stuk GR 12-180 I pag. 3. In de commissie BLD is besloten om het debat over de wenselijkheid van het opnemen van concrete sancties in de gedragscode voor te zetten bij de behandeling van dit raadsvoorstel. Artikel 1.5 en de bovengenoemde toelichting zijn overeenkomstig deze uitkomst ongewijzigd overgenomen. Belangenverstrengeling (artikel 2) Uit het debat in de commissie BLD is als rode draad naar voren gekomen dat het bieden van transparantie over een mogelijke eigen belang uitgangspunt zou moeten zijn. Of dit nu een actieve bijdrage aan de discussie in de commissie of raad betreft of het gebruik van een ander raadsinstrument. Het advies van de commissie Toetsing Nevenfuncties om zich te onthouden van enige activiteit of uitlating dan ook als er sprake is van mogelijke belangenverstrengeling, werd op dit punt te vergaand geacht. Wat betreft het opnemen van een meldingsregeling financiële belangen was een meerderheid van de commissie van mening dat het bieden van transparantie over een eventueel financieel belang voldoende waarborgen zou moeten bieden voor een integere handelswijze. Deze transparantie is met name van belang is wanneer er sprake is van eventuele belangen in vastgoed. In de commissie was geen meerderheid voor een meldingsregeling financiële belangen of – minder vergaand - het standaard openbaar maken van belangen in vastgoed. Artikel 2.1 Bekendmaking mogelijke belangenverstrengeling Het melden van een mogelijk eigen belang maakt transparant voor derden welke andere zaken mogelijk meewegen bij een raadslid. De achterliggende gedachte is verder dat het geven van openheid met zich meebrengt dat een lid bewust de afweging maakt of het zuiver is om aan de beraadslaging deel te nemen of niet. In het openbaar wordt verantwoording afgelegd waarom deelname aan het debat naar de mening van het raadslid wel of niet kan. In het geval een raadslid besluit aan de beraadslaging deel te nemen, kunnen de raad en derden de inbreng vervolgens op zijn waarde schatten. De verantwoordelijkheid voor het bieden van transparantie ligt in de eerste plaats bij het raadslid zelf. De voorzitter of leden van een vergadering kan in het verlengde daarvan bij twijfel over mogelijke belangenverstrengeling het raadslid in de gelegenheid stellen zijn afwegingen publiek te maken. Ook kunnen de commissievoorzitter danwel de griffier het desbetreffende raads- of commissielid hierop attenderen voorafgaand de vergadering. Het blijft uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid van het lid zélf om te besluiten al dan niet aan de beraadslaging en besluitvorming deel te nemen. Artikel 2.1 is op basis van de uitkomsten van het debat in de commissie nader aangevuld. Artikel 2.2. Vooraf melden mogelijk eigen belang bij beraadslagingen In artikel 28, eerste lid, van de gemeentewet is opgenomen dat een lid van de raad niet deelneemt aan de stemming over een aangelegenheid die hem direct of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. In de gedragscode van Delft was hierover aanvullend opgenomen dat een raadslid zich in dat geval ook onthoudt van beraadslaging over het onderwerp. De vraag die besproken is in de commissie, is of of dit expliciet geregeld zou moeten worden in de gedragscode of dat het beginsel van optimale transparantie dit al voldoende ondervangt. Stuk GR 12-180 I pag. 4. Naar de mening van een meerderheid van de commissie kan het oude artikel 2.2 vervangen worden door de afspraak dat raadsleden vooraf optimale transparantie geven door een mogelijk eigen belang actief te melden voorafgaand aan het debat, inclusief de motivering waarom het betreffende lid wel of niet aan de beraadslagingen deelneemt. Artikel 2.2 is overeenkomstig aangepast. Omgang met informatie (artikel 4) Raad- en commissieleden beschikken over een grote hoeveelheid informatie. De omgang met informatie is deels wettelijk geregeld. Geheimhouding kan worden opgelegd op grond van een belang in artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Het schenden van een geheimhoudingsplicht is een misdrijf op grond van het wetboek van Strafrecht. De gedragscode bevat in het verlengde een aantal richtlijnen over een integere omgang met informatie. Het betreffende artikel in de gedragscode is in zijn geheel geactualiseerd, waarbij is aangesloten bij artikel 3 van de model gedragscode. Artikel 4.5 en 4.6 (kennis nemen van geheime informatie en nieuwe informatiekanalen) Het artikel is aangevuld met de bepaling van de oude gedragscode om desgewenst geen kennis te nemen van geheime informatie. Het artikel is tot slot ook van toepassing op zogenoemde nieuwe informatiedragers zoals internet, social media en e-mail. Meningsuitingen (artikel 5) Het artikel is aangevuld met een nieuw artikel 5.1, waarmee wordt aangesloten bij de gedragscode van het college. Bij de laatste wijziging van de gedragscode is uitgebreid ingegaan op het feit dat de gedragscode met name afspraken vastlegt over hoe men als raadsleden met elkaar wil omgaan. Wat betreft het onderdeel meningsuitingen is het vooral aan de raad om hier nadere invulling aan te geven. De model gedragscode doet hier geen voorzet voor. In de raad is de geldende lijn dat bij overtredingen raadsleden in eerste instantie elkaar aanspreken zoals ook in de gedragscode is opgenomen. Mocht het aanspreken niet leiden tot een uitkomst, dan kan op basis van de gedragscode (artikel 1.4) het fractievoorzittersoverleg worden gevraagd om een uitspraak. Een dergelijk verzoek kan bij de griffier worden ingediend. Dat kan leiden tot het aanspreken van een raadslid zoals bedoeld in artikel 1, vijfde lid, indien een meerderheid van het fractievoorzittersoverleg dat nodig vindt. Indien dit vervolgens geen weerklank vindt, kan het fractievoorzittersoverleg vervolgens de raad voorstellen om hierover een uitspraak te doen. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een motie waarin het gedrag van een bepaald raadslid wordt afgekeurd. Los van wat de gedragscode hierover regelt, is het verder zo dat een ieder die zich in zijn goede naam aangetast voelt, een zaak wegens smaad of laster aan de rechter kan voorleggen. Aannemen van geschenken (artikel 6) Dit betreft een aantal redactionele wijzigingen, waarmee is aangesloten bij formuleringen in de model gedragscode. Gebruik van gemeentelijk voorzieningen (artikel 7) Geen wijzigingen. Stuk GR 12-180 I pag. 5. Reizen en werkbezoeken (artikel 8) Het artikel is op onderdelen in lijn gebracht met de model gedragscode. Artikel 8, eerste en tweede lid van de oude gedragscode, zijn samengevoegd tot één nieuw artikel 8.1 en in overeenstemming gebracht met de duale werkwijze. In de oude gedragscode was abusievelijk geen artikel 8, derde lid, opgenomen. Dat is bij de actualisatie gecorrigeerd. Uitgaven en declaraties (artikel 9) Artikel 9.2 (vergoeding kosten) Het artikel is aangevuld met de bepaling dat geen kosten worden gedeclareerd, die reeds op andere wijze worden vergoed. Adviescommissie voor bezwaarschriften (artikel 10) De naam Commissie Beroep en Bezwaarschriften is in de loop van de jaren gewijzigd in de Adviescommissie voor bezwaarschriften. Het artikel is op dit punt geactualiseerd. Artikel 10.2 Financiële ondersteuning juridische procedures tegen te gemeente In artikel 10, tweede lid, is de richtinggevende uitspraak van de minister van BZK verwerkt d.d. 8 februari 2012 over de financiële steun van raadsleden aan derden die juridische procedures voeren tegen besluiten van de gemeente. 6. Intrekking reglement Adviescommissie klachtbehandeling 2003 Delft kent sinds 2002 een Adviescommissie Klachtbehandeling. De commissie, bestaande uit drie externe leden, is in 2002 in het leven geroepen en heeft daarna een slapend bestaan geleid. Doel van de commissie was een procedure te bieden voor de behandeling van klachten over gedragingen van voorzitter, leden en medewerkers van de gemeenteraad. Afgelopen jaren zijn klachten over gedragingen van raadsleden aan de orde geweest in het presidium. Inmiddels is afgesproken dat overtredingen van de gedragscode door de fractievoorzitters worden behandeld. Conform de uitkomsten van de commissie BLD van 8 november is het voorstel om het reglement Adviescommissie klachtbehandeling 2003 in te trekken. 7. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf ) De voorstellen hebben geen financiële consequenties. 8. Communicatie Na aanname van de gedragscode wordt deze gepubliceerd op het CVDR en het Raadsinformatiesysteem. 9. Voorstel Het voorstel is behandeld in de commissie Bestuur, Leefomgeving en Duurzaamheid van [datum invullen]. Voorgesteld wordt de geactualiseerde gedragscode 2012 vast te stellen. Stuk GR 12-180 I pag. 6. Bijlagen: Discussienotitie bij het raadsvoorstel actualisering van de gedragscode 2012 Discussienotitie gedragscode t.b.v. de commissie BLD 8 november 2011 + besluitenlijst commissie Bestuur, Leefomgeving en Duurzaamheid 8 november 2011 Model gedragscode politiek ambtsdragers (VNG, IPO, Unie van Waterschappen, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, april 2011) Brief minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties d.d. 8 februari 2012 Gedragscode met voorgestelde wijzigingen Hoogachtend, Het Presidium, R.C.A. Witsenboer ,voorzitter. R.H. van Luyk ,griffier. Raadsbesluit Datum : 24 mei 2012 Registratienr. : 1221879 Stuk : GR12-180 II De Raad van de gemeente Delft, gelezen het voorstel voor de geactualiseerde gedragscode gemeenteraad Delft 2012; gehoord de beraadslagingen in de commissie voor Bestuur, Leefomgeving en Duurzaamheid d.d. <datum> en de reactie van het college van B&W d.d. <datum>; gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet; Besluit: I. De Gedragscode gemeenteraad Delft 2012 vast te stellen. De Gedragscode komt als volgt te luiden: GEDRAGCODE GEMEENTERAAD DELFT 2012 1 De toepassing van de gedragscode 1.1 1.2 De gedragscode geldt voor elk raadslid en commissielid/niet-raadslid. Een raadslid onthoudt zich van al hetgeen het aanzien van het raadlidmaatschap en het aanzien van de raad schaadt. De raadsleden zijn aanspreekbaar op de naleving van gedragscode. Raadsleden spreken elkaar aan op ongewenst gedrag. De leden van raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code. De door de raad vastgestelde gedragscode is openbaar en door derden te raadplegen. In gevallen waarin de code niet voorziet vindt afstemming over eventuele aanpassing van de code plaats in de raadscommissie waar de bestuurlijke aangelegenheden worden behandeld. In gevallen waarin toepassing niet eenduidig is vindt afstemming plaats in het fractievoorzittersoverleg. Zo nodig vindt bespreking plaats in de gemeenteraad. De raad kan wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Algemeen uitgangspunt daarbij is, dat er pas sancties aan de raad zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft geholpen. Het betreffende raadslid onthoudt zich daarbij van stemming. De burgemeester treedt vanuit zijn functie als voorzitter van de gemeenteraad op als bewaker/stimulator van bestuurlijke integriteit van de raad. 1.3 1.4 1.5 1.6 2 Belangenverstrengeling 2.1 Een raadslid maakt in eerste aanleg een eigen afweging rond mogelijke belangenverstrengeling. Een raadslid is transparant over een mogelijk eigen belang bij de behandeling van een onderwerp in commissie en raad of bij het gebruik van een raadsinstrument, in het bijzonder als er sprake is van eventuele vastgoedposities. Bij twijfel wordt het raadslid in staat gesteld zijn afwegingen zelf publiek te maken. Stuk GR12-180 II 2.2 2.3 pag. 2. Indien de onafhankelijk oordeelsvorming van een raadslid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft een raadslid voorafgaand aan de beraadslagingen aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat, inclusief de motivering waarom hij of zij wel of niet aan de beraadslagingen deelneemt. Een raadslid neemt van een aanbieder van producten of diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden 3 Nevenfuncties 3.1 Een raadslid geeft bij de wettelijk voorgeschreven melding van al zijn nevenfuncties aan of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. 4 Omgaan met informatie 4.1 4.6 Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn. Een raadslid houdt geen informatie achter. Een raadslid verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is. Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. Raadsleden kunnen er voor kiezen geen kennis te nemen van geheime informatie. Als men in algemene zin geen vertrouwelijke stukken toegezonden wil hebben, wordt dit tevoren kenbaar gemaakt aan de griffier. Het artikel is van toepassing op alle informatiedragers. 5 Meningsuitingen 5.1 Een raadslid formuleert zijn (schriftelijke en mondelinge) meningsuitingen zorgvuldig, draagt zorg voor een degelijke feitenonderbouwing en legt daar rekenschap over af. Een raadslid onthoudt zich van beledigingen, laster en leugens. Een raadslid tast de persoonlijke integriteit van leden van college, raad en ambtelijke organisatie niet onbewezen aan. Een raadslid draagt er zorg voor, dat de toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijke grievende bewoordingen Naderhand onjuist gebleken beweringen worden door het betrokken raadslid publiekelijk gerectificeerd. Raadsleden publiceren geen namen en/of persoonlijke gegevens van individuele ambtenaren – direct of indirect – op hun websites, weblogs of andere partijorganen 4.2 4.3 4.4 4.5 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6. Aannemen van geschenken 6.1 Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt, worden gemeld bij de griffier en geregistreerd. Stuk GR12-180 II pag. 3. 6.2 Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt en een waarde van meer dan 50 euro vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Geschenken en giften die een waarde van 50 euro en minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden. 7. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen 7.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan, als dit gebruik extra kosten voor de gemeente met zich brengt. 8. Reizen en werkbezoeken 8.1 Een raadslid dat het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een reis te maken of is uitgenodigd voor een reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het fractievoorzittersoverleg. De uitnodiging wordt onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang is doorslaggevend voor de besluitvorming. Dit artikel is van toepassing op binnen- en buitenlandse reizen, werkbezoeken en dergelijke. Het meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is niet verboden, maar wordt ontraden. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken. Het verlengen van een buitenlandse reis voor privé-doeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van het betreffende raadslid. Van een reis of werkbezoek wordt een verslag opgesteld. De buitenlandse reizen worden vermeld in het gemeentelijk jaarverslag. 8.2 8.3 8.4 9. Uitgaven en declaraties 9.1 9.2 9.3 9.4 Uitgaven worden uitsluitend vergoed op basis van bestaande afspraken en regelingen. Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde procedure. De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling. 10. Adviescommissie voor bezwaarschriften 10.1 Een raadslid treedt niet op ten behoeve van een indiener van een bezwaarschrift bij de Adviescommissie voor bezwaarschriften en/of daarop volgende procedures. 10.2 Een raadslid financiert geen juridische procedures – direct of indirect - van derden tegen besluiten van een bestuursorgaan van de gemeente. Stuk GR12-180 II pag. 4. II. De gedragscode 2003 in te trekken. III. Het reglement adviescommissie klachtbehandeling 2003 in te trekken. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 mei 2012. ,burgemeester. ,griffier.