Het uitzonderlijke menu van twee leeuwen Noorderlicht, december 2009 Twee leeuwen brachten aan het eind van de 19e eeuw in Kenia een groot aantal mensen om. Hoeveel precies? De schattingen lopen flink uiteen, maar isotopenonderzoek lijkt het pleit nu te beslechten. De geruchtenmachine sprak tot dusver van imposante getallen. Dozijnen medewerkers van de Keniaanse spoorwegen en talloze Afrikanen zouden in 1898 ten prooi zijn gevallen aan de twee leeuwen. Niet minder dan 135 mensen zouden in het gebied Tsavo zijn vermoord door het duivelse duo. Hollywood was zwaar onder de indruk en maakte er maar liefst drie films over, waaronder Bwana Devil en The Ghost and the Darkness. Het spoorwegbedrijf was ondertussen een stuk voorzichtiger en hield het bij 28 fatale aanvallen. Hoeveel mensen aten die twee leeuwen nu werkelijk? Na een analyse van bot- en haarresten van de twee leeuwen blijft de teller op 35 staan (PNAS, 2 november). De lichamen van de twee leeuwen – FMNH 23969 en FMNH 23970 genaamd – werden namelijk bewaard nadat ze door een Britse kolonel werden afgeschoten. Dat stelde een aantal Amerikaanse wetenschappers in staat de koolstof- en stikstofisotopen in de lichaamsresten in kaart te brengen en te vergelijken met die van hedendaagse leeuwen, mensen en vegetarische prooidieren. Isotopen in de voedselketen De koolstofisotopen maken het mogelijk om onderscheid te maken tussen verschillende soorten planten – omdat planten verschillende soorten fotosynthese gebruiken. Deze verschillen blijven behouden in de consumenten van planten, herbivoren dus, die weer de prooi van leeuwen kunnen zijn. Omdat planteneters elk hun eigen specifieke menu hebben, kun je uit de isotopen afleiden welke dieren de leeuwen hebben gegeten. Een prachtige aanleiding voor een film natuurlijk, mensenetende leeuwen. Bwana Devil kwam uit in 1952. De twee leeuwen nadat ze waren neergeschoten door een Britse kolonel. (foto's: Field Museum of Natural History) De stikstofisotopen geven inzicht in hoe hoog de prooidieren in de voedselketen staan. Daarmee kun je dus ook inzicht krijgen in welke dieren de leeuwen hebben gegeten. Bedenk daarbij dat mensen het hoogst in de voedselketen staan. Ook waren de onderzoekers in staat om te kijken wat de leeuwen op verschillende momenten voor hun dood aten, omdat het ene weefsel er langer over doet om zich te vernieuwen dan het andere. Bot vernieuwt zich langzaam. De isotopen in het botweefsel gaven daarom inzicht in eetgedrag van de leeuwen gedurende hun hele leven. Haar daarentegen vernieuwt zich snel en liet zien wat de leeuwen in de laatste drie maanden van hun leven aten. Minder dan gedacht Verder wisten de onderzoekers al dat leeuwen zes kilo voedsel per dag eten en ongeveer twintig kilo weefsel opaten van de aangevallen mensen. De combinatie van die gegevens leert dat de ene leeuw in de laatste drie maanden van zijn leven 8,1 mens had verorberd, en de andere 3,5. Omdat de aanvallen in 1898 in totaal negen maanden duurden, vermenigvuldigen de onderzoekers deze getallen met drie. Dat leidt ertoe dat de ene leeuw ruim 24 mensen zou hebben gegeten en de andere een kleine elf. Een stuk minder dan de sterke verhalen deden vermoeden, maar wel meer dan de 28 waar het spoorwegbedrijf het destijds op hield. Uitzonderlijk menu, uitzonderlijke omstandigheden De twee leeuwen stapten over op dit voor leeuwen zeer ongewone menu door een al even ongewone combinatie van factoren. In de eerste plaats had de mens voor voedselschaarste gezorgd. Aan het eind van de 19e eeuw waren alle olifanten in het gebied door de mens verjaagd of afgeschoten, waardoor grasland veranderde in bossen en de geschikte prooidieren sterk in aantal afnamen. Een virus deed het aantal prooidieren nog verder afnemen en de ernstige Mwakisenge-droogte, die het gebied tussen 1897 en 1900 teisterde, maakte de omstandigheden voor de leeuwen nog nijpender. In zo´n bedreigende situatie kunnen individuele leeuwen zich specialiseren in alternatieve voedselbronnen, zoals bijvoorbeeld de mens.