Eternally Yours Denktanks '99 verslag van een Eternally Yours project in het kader van de NCDO expositie 'Dromen die uitkomen' in november en december 1999 februari 2000 Henk Muis Inhoudsopgave Samenvatting 2 inleiding 3 wat willen wij nou eigenlijk? 5 minder maar beter? 6 Wat nu? 7 Robuustheid versus Specialisatie 8 Fysieke, Sociale en Culturele Levensduur 13 Gebruikswaarde versus Betekenis 17 Vertrouwdheid versus Verrassend 20 Samenvatting Individuen schaffen zich steeds meer spullen aan die in iedere gewenste kwaliteit gemaakt kunnen worden. Wat we kopen hangt af van culturele omstandigheden, sociale positie, 2 Eternally Yours Denktanks 1999 individuele voorkeur en mogelijkheden. Naast de functionele waarde zijn spullen vooral belangrijk om te tonen wie we zijn of willen zijn. Voor een lange levensduur moeten daarom zowel de bruikbaarheid als de betekenis op peil gehouden worden. Producten kunnen waardevol zijn voor een individu maar ook voor de maatschappij als geheel. Het gaat erom dat ze in de circulatie blijven. In alle gevallen is een intensievere samenwerking tussen aanbieders (producenten, tussenhandel, reparateurs, verhuurders) en gebruikers noodzakelijk. Het eenrichtingsverkeer van producent naar consument moet een samenspel worden. Het realiseren van immateriële waarden staat in dit spel centraal. Hierin is een grote en toenemende rol weggelegd voor leveranciers van diensten. inleiding In de laatste twee maanden van 1999 is een viertal workshops gehouden met verschillende deskundigen op het gebied van productontwikkeling, consumentenonderzoek en milieubeleid. Centraal stond de rol van producten voor consumenten en de mogelijkheden om spullen een langer leven te gunnen zonder daarmee de continuïteit van het bedrijfsleven aan te tasten. 3 Eternally Yours Denktanks 1999 Een viertal thema's kwam aan de orde. Allereerst het mogelijke dilemma tussen robuustheid versus specialisatie. Als producten zo robuust zijn dat ze tegen een stootje kunnen, in verschillende levensfasen bruikbaar zijn, door meer sociale lagen gezien mogen worden en ook in andere culturen geaccepteerd worden, gaan ze veel langer mee. Maar worden ze dan nog wel gekocht? Specialisatie is een krachtige sociale en commerciële motor voor toenemende consumptie. Vervolgens werd ingegaan op de fysieke, sociale en culturele levensduur van spullen. Hoe lang iets meegaat is veel meer een persoonlijke beslissing, een sociaal geaccepteerd gedrag of een culturele voorkeur dan een fysiek gegeven. De derde sessie stond in het teken van gebruikswaarde versus betekenis. Mensen schaffen zich niet zozeer een product aan maar een levensstijl. En juist op dat vlak liggen kansen voor producenten en dienstverleners. Een product dat goed functioneert kan bijna iedereen maken. Maar een product dat in de smaak valt, dat mensen aan zich bindt, doordat het die immateriële behoeften vervult, dat kan niet iedereen. Tenslotte werd doorgepraat over de vertrouwdheid van blijvende producten tegenover de prikkel van het nieuwe. Spullen zijn op te vatten als gestolde gedragspatronen. Grote delen van ons gedrag zijn verankerd in spullen. Wat doen we met onze behoefte aan verandering? 4 Eternally Yours Denktanks 1999 wat willen wij nou eigenlijk? overheid Waarom geven we zoveel van onze inkomsten vooral uit aan materiële goederen bedrijf en waarom vooral aan energieconsument intensieve diensten, vraagt Charles Vlek zich af. Volgens Chris Dutilh burger zit het probleem vooral in de relatie tussen de meestal wel milieubewuste burger en de koopgrage consument, die in feite vaak één persoon maar twee gedachten zijn. De interactie tussen mensen en dingen is erg complex, aldus Harrie te Riele. De wereld van het menselijk gedrag en de wereld van de spullen roepen elkaar wederzijds op en houden elkaar in stand. De behaviorist zegt: richt gewoon de materiële omgeving duurzaam in en het gewenste duurzame gedrag volgt vanzelf. We hebben echter niet alleen een materiële omgeving maar ook een maatschappelijke, politieke, sociale en culturele omgeving. Spullen zijn tegenwoordig in hoge mate een uitdrukking van wat of wie iemand is. En dat staat niet langer vanaf de geboorte vast. Daarom schaffen we iedere keer weer nieuwe spullen aan, ook al leven we in een cultuur van verzamelen en bewaren. Welke spullen we willen is voor iedere sociaal-culturele groep weer anders. Zodoende krijgen we steeds meer spullen om ons heen, die volgens Ans Groot-Marcus deels gewoon staan te verstoffen. Spullen die weinig ruimte innemen kunnen gemakkelijk nog een tijd ergens weggestopt worden. De rest wordt, vaak met tegenzin, aan de kant van de weg gezet, bijvoorbeeld bij een verhuizing. 5 Eternally Yours Denktanks 1999 minder maar beter? Er zijn volgens Gosewijn van Beek twee hoofdgroepen van goederen te onderscheiden: spullen met 'eeuwigheidswaarde' ofwel trancendente objecten (cultureel erfgoed, duurzame goederen die het tijdelijke en individuele overstijgen) en voorbijgaande spullen ofwel transiente objecten (verbruiksgoederen, modegrillen). Daarbij is ieder product op zich een mix van bruikbaarheid (functionaliteit) en emotie (betekenis). Dankzij moderne productie methoden en kwaliteitszorg kunnen producten in principe lang meegaan. Om tot duurzaamheid te komen lijkt het volgens Vlek onvermijdelijk dat de behoeften verminderen of beheerst worden, een individuele maar vooral ook sociale en culturele aangelegenheid. Of misschien moet je proberen luxe op een nietmateriële wijze in te vullen? Veel vrije dagen als status symbool zoals Wilma Aarts voorstelt? Misschien kan je de emotionele waardering meer aan immateriële zaken verbinden. Belangrijke redenen om nieuwe spullen aan te schaffen zijn de veranderende technologie en strengere veiligheidseisen. De technologische push zorgt ervoor dat bestaande modellen (telefoon, PC, ...) verouderd raken. Toch, zegt Henk Moll, worden ook bij spullen als zitbanken, hifi-apparatuur en automobielen, die eigenlijk technologisch goeddeels uitontwikkeld zijn, voortdurend modellen uitgebracht met weer nieuwe snufjes: een extra knopje, uitleesvenstertje, lampje, airbag, airco. Belangrijkste reden hiervan is de onderlinge concurrentie tussen producenten. Of de oorzaak 6 Eternally Yours Denktanks 1999 van deze min of meer cosmetische vernieuwing nu bij de aanbieders of bij de vragende consument ligt, is overigens niet altijd duidelijk en hangt ook af van hoe je er tegen aan kijkt. De rol van de consument is belangrijk maar is op zijn beurt weer gevormd door reclame, aldus Pieter Noorman. Wat nu? Voor zover niet het bezit maar het gebruik voorop staat kan gedacht worden aan een verdere uitbouw van de 'spullentheek' naar analogie van de artotheek. Wellicht kunnen ook diensten het gemak of comfort ('convenience') leveren waar we zo naar verlangen: niet alleen de boormachine huren maar ook de persoon die het apparaat bedient. Het streven van Eternally Yours is om spullen zoveel waarde mee te geven dat ze niet alleen voor de eerste gebruiker maar ook in het tweedehands circuit (wat dan misschien niet meer zo heet) als waardevol beschouwd worden. Voor een emotionele binding is voelen, ruiken, zien belangrijk. Maak eens een toetsenbord dat 25 jaar meegaat, met mooie houten toetsen ofzo. Je moet een optimale mix vinden van bestendig en vluchtig. Als ontwerper kan je de totale levenscyclus beter doorrekenen en daarnaast de handelingspraktijk waarin spullen functioneren uitdrukkelijk bij het ontwerpen betrekken. Het vakmanschap en de exclusiviteit van zelfproducerende ontwerpers is volgens Jan Muller de manier om de waardering voor producten op een hoger peil te brengen. En een hoge prijs heeft vanuit milieu gezien een aantal voordelen. Hergebruik en recycling komen gemakkelijker op gang als er geld in omgaat. Kan je ontwerpen voor een hoge inruilwaarde? 7 Eternally Yours Denktanks 1999 Veel spullen hebben te weinig mogelijkheden om aan eigen smaak of veranderende omstandigheden aan te passen. Misschien kan keuken apparatuur om de paar jaar APK gekeurd worden onder gelijktijdige aanpassing aan de nieuwste technologie en eisen, zoals Marcel Vroom suggereert. Veel basis artikelen zou je via Internet en thuisbezorgsystemen kunnen aanschaffen, waarbij een goede en gemakkelijke 'niet goed, geld terug' regeling zoals bij Wehkamp essentieel is. Andere aankopen krijgen dan meer het karakter van funshoppen. Iedere grote stad heeft al zijn eigen funshopping gids. Winkelen wordt daarmee recreatiever en bewuster zodat wellicht impulsieve miskopen worden teruggedrongen. Misschien zijn mensen wel meer geïnteresseerd in het kopen dan in het bezitten. Het actief terugnemen van overbodige spullen kan een belangrijke vorm van klantenbinding zijn voor de middenstand. De vraag is uiteindelijk: wat is geluk?, zegt Vlek. Robuustheid versus Specialisatie woensdag 17 november Amsterdam, Oude Kerk, in aanwezigheid van Wilma Aarts, Gosewijn van Beek, JoyZe Hoogland, Jan Muller, Liesbeth Bonekamp, Ed van Hinte, Henk Muis, Arnoud Odding 'dit is niet voor iedereen, dit is speciaal voor mij, dit ben ik!' thema Individuen nemen tijdens hun leven deel aan een veelheid van verschillende activiteiten, binnen verschillende sociale verbanden. Ieder mens speelt allerlei verschillende rollen: peuter, schoolkind, bruid, kostwinner, vertegenwoordiger, 8 Eternally Yours Denktanks 1999 muziekliefhebber, sporter.....Voor al die rollen worden bijpassende spullen geleverd: luiers, fopspenen, schooltassen, japonnen, diplomatenkoffertjes, auto's, sportschoenen. Het verzamelen en tonen van bezit is een belangrijk middel om de plaats in de sociale rangorde te bevestigen. Naast de gebruikswaarde en de claim op sociaal prestige is consumptie belangrijk voor het opbouwen van een eigen identiteit: met de juiste spullen en diensten schep je de gewenste identiteit. Bedrijven spelen hier op in door specialisatie. In plaats van gympies zijn er ren schoenen, squash schoenen, tennis schoenen, basketbal schoenen ...... Specialisatie is een krachtige sociale en commerciële motor voor toenemende consumptie. Maar omdat mensen verschillende levensfasen doormaken en met meerdere sociale rollen te maken krijgen (sociale mobiliteit) betekent dat niet alleen dat gespecialiseerde producten snel verouderen en afgedankt worden maar ook dat producten die met een bepaald doel gemaakt zijn op ongedachte manieren toegepast worden (waar ze niet op berekend zijn). Als producten zo robuust zijn dat ze tegen een stootje kunnen, in verschillende levensfasen bruikbaar zijn, door meer sociale lagen geaccepteerd worden en ook in andere culturen geaccepteerd worden, gaan ze langer mee. Maar worden ze dan nog gekocht? Is sociaal-culturele robuustheid een ander woord voor eenheidsworst? inleiding De Volkswagen Golf is een succesvolle auto. In de afgelopen decennia zijn er van de vier elkaar opvolgende types miljoenen verkocht. Pas geleden zag ik (Arnoud) reclame voor de nieuwe Golf. Een man in de kracht van zijn leven rijdend in de nieuwste Golf (met de tekst zijn nieuwe Golf), daarna gaat het beeld over naar een ouder type Golf met daaronder (zijn vorige Golf), een oudere dame (grijs opgespoten kapsel) rijdt die auto. In beeld komt de derde, nog wat oudere Golf met de tekst: haar vorige Golf. In deze auto rijdt een jonge vrouw en tot slot komt de oudste Golf met een jonge allochtone jongen, net 18 denk ik (tekst: haar vorige Golf). Vier Golven, vier sterk verschillende gebruikers, vier generaties. In één spotje wordt het begrip sociaal-culturele 9 Eternally Yours Denktanks 1999 robuustheid prachtig duidelijk gemaakt. De Golf weet in al die verschillende omgevingen glansrijk stand te houden. Volkswagen is om nog een reden interessant om hier als voorbeeld te dienen. Een paar weken geleden las ik in de krant het bericht dat Volkswagen de komende jaren enorm veel gaat investeren om de auto’s te volgen nadat ze verkocht zijn. Volkswagen ziet een commercieel belang in het volgen van die auto’s, immers bezitters van 2e hands auto’s kopen misschien ook een keer een nieuwe. En als je de bestaande auto’s aan je netwerk weet te binden dan kun je aan het onderhoud ook nog verdienen. En daar draait het bij Eternally Yours om: langer verdienen aan langer levende producten. Wat is sociaal-culturele robuustheid? In de uitnodiging is gezegd dat we zouden gaan spreken over robuustheid versus specialisatie. Ik zou daar een kleine wijziging op willen aanbrengen, want wat is sociaal-culturele robuustheid anders dan een mooie omschrijving van de doelstelling van Eternally Yours in zijn algemeen? Ik zou het eerste deel van deze bijeenkomst willen wijden aan de vraag of het streven van Eternally Yours een streven naar sociaalculturele robuustheid is? Daarna zou ik het graag hebben over de gevolgen van specialisatie. Specialiseren Henk heeft in zijn inleidende stuk de neiging van bedrijven om te specialiseren beschreven. Hoe is die trend naar specialisatie in overeenstemming te brengen met ons streven naar robuustheid, of producten met eeuwigheidswaarde? Laat ik hier een sterk voorbeeld noemen. Toen ik een jaar of acht geleden bij de Apple-dealer kwam om mijn eerste Mac te kopen kwam ik in een grote winkel met een enorm showroom met vele verschillende Mac’s Ze konden allemaal wat anders, de een wat beter en wat sneller dan de ander. Welke moest ik kopen? In 1999 is de situatie drastisch gewijzigd: de professionele gebruikers kopen een G4 of een Powerbook, de particulieren en de kleinere bedrijven kopen een i-mac of een 10 Eternally Yours Denktanks 1999 i-book. Een bloeiend miljoenenbedrijf is gebaseerd op vier zorgvuldig gekozen producten. Hier is niet gekozen voor kwaliteiten die niche-markten aanspreken (en daardoor sociaal-cultureel fragiel) maar voor een breed aansprekende kwaliteit die helder en duidelijk is. En een imac kun je toch zeker geen grauwe eenheidsworst noemen. Helaas wordt de levensduur van computers niet zozeer bepaald door sociaalculturele factoren als wel door technische factoren. Internetten op mijn drie jaar oude Mac is een regelrechte ramp. Ander voorbeeld: luiers (een consumptiegoed), jaren achtereen specialiseerden luierfabrikanten zich in steeds meer luiers, for boys, for girls, up and go ook weer in twee uitvoeringen. En dat alles nog weer eens uitgesplitst naar het gewicht dat uw spruit schoon aan de haak weegt. Marketing leert ons dat we doelgroepen apart moeten aanspreken, daarom die specialisatie. Tot de wal het schip keert en we terug gaan naar het origineel: wat verkoopt Levi’s het beste? Levi’s original 501, wat verkoopt Coca Cola het beste: ‘the real thing’. Kan het zo zijn dat mensen juist ook behoefte hebben aan duidelijkheid? Maar dan wel een duidelijkheid waar een heel duidelijk imago omheen hangt (cola, spijkerbroeken, computers) discussie Wilma Aarts is gepromoveerd socioloog op het onderwerp 'de status van soberheid' en werkt nu bij SWOKA. Gosewijn van Beek is antropoloog aan de Universiteit van Amsterdam. Jan Muller, eigenaar/bedrijfsleider van Galerie KIS (kunst in serie) en drijvende kracht achter Craft Design, onderstreept het belang van aspecten als vakmanschap en exclusiviteit die zelfproducerende ontwerpers kunnen leveren. JoyZe Hoogland zit bij de werkgroep GRRRas met als hobby de lobby. Vroeger was er een nauwe relatie tussen kunst en kunstnijverheid en de kerk. Nu is het bestaan veel meer geïndividualiseerd, ook de kunst. Spullen zijn tegenwoordig in hoge mate een uitdrukking van wat of wie iemand is. Producten kunnen steeds meer zichzelf verkopen, zonder dat 11 Eternally Yours Denktanks 1999 iemand anders daartoe oproept. Is specialisatie en individualisering in overeenstemming te brengen met lange levensduur? Keuzevrijheid is een groot goed. Wilma Aarts bespeurt een trend naar een set van spullen die als basis gezien worden, zonder veel variatie. Dat wordt vervolgens verder aangevuld met persoonlijke elementen. Kunnen we tijd zien als een nieuw status symbool? Rentenieren als uitdrukking van luxe. Gosewijn bespeurt na een bezoek aan meubelboulevard Alexandrium helemaal geen trend naar basic. Hij beweert dat daklozen en zwervers onze rotzooi opruimen en werpt de vraag op over welke groep we het nu eigenlijk hebben? Algemene uitspraken zijn namelijk niet mogelijk. De basis vraag is waarom we consumeren. We leven in een cultuur van bewaren en verzamelen, maar toch schaffen we ook iedere keer weer nieuwe spullen aan. Patina is voor sommige sociale lagen een must, voor andere juist niet. Het aanbod van goederen is in de afgelopen decennia verschoven van productie-georiënteerd naar vraaggeoriënteerd. Voor elke te onderscheiden groep kan de vraag waarom we consumeren derhalve op een andere wijze beantwoord worden. Bovendien zijn er ook in het consumptiepakket nog verschillende categorieën te onderscheiden. Gosewijn heeft het daarbij over transcendent: het tijdelijke en individuele overstijgend, spullen met 'eeuwigheidswaarde', erfgoed, duurzaam en daarnaast over transient: dat wat voorbijgaat. Hoewel geen algemene stroming is er een tendens naar basic, naar soberheid; deze kan versterkt worden. Wilma heeft een voorbeeld van een trouwjurk die eerst snel in goedkope kaasdoek was uitgevoerd om een idee te krijgen van hoe het eruit zou komen te zien maar die zo gewaardeerd werd dat een uitvoering in luxe stof niet meer nodig was. Tegenwoordig zijn veel spullen in hoge mate duurzaam, dat wil zeggen dat ze lang mee zouden kunnen. De mensen willen echter steeds iets anders. De RVS sportwagen van de L'Orean wordt genoemd als een auto die heel degelijk zou zijn maar niemand wilde hem; daar tegenover wordt gesteld dat deze 12 Eternally Yours Denktanks 1999 wagen een technische mislukking was. Bourdieu heeft reeds uitgebreid de dynamiek van smaak onderzocht. Er zijn geen vaste sociale posities meer en daarom toont een ieder met spullen en het navolgen van modes zijn gewilde, geambieerde status. Van de grachtengordel in Amsterdam kan je zeggen dat hij duurzaam is want hij staat er al zo'n tijd. IKEA lijkt een robuuste formule te hebben, trekt veel klanten die erin stappen vanwege het 'HEMA-design': leuk design voor schappelijke prijs. Vroeger ook bij ons, maar nog steeds in andere culturen, bestaat het verschijnsel van de seizoenmatige vernieuwing. De grote schoonmaak. Alleen enkele spullen zoals een dekenkist en linnenkast gingen generaties mee. Producenten moeten gewoon iets goeds aanbieden. Tweedehands mag nu voor iedereen. Fysieke, Sociale en Culturele Levensduur woensdag 24 november Nijmegen, Stevenskerk, in aanwezigheid van Willemien Brand en Lennie Schrauwer (Atag), Ans Groot-Marcus (LU Wageningen), Marcel Vroom, Liesbeth Bonekamp, Ed van Hinte, Henk Muis en Arnoud Odding 'iets gaat net zolang mee als ik wil, als wij samen willen of als de maatschappij wil' thema De tijd die het duurt voordat een product afgedankt worden is vaak een stuk korter dan de tijd die verloopt totdat het versleten is. Onze behoefte, smaak of omstandigheden zijn veranderd en daarmee de bestaansgrond van het voorwerp. Weg ermee! Soms heeft het voorwerp nog een tweede leven via familie of de rommelmarkt. Maar z'n status is gekelderd, al vrij snel na de aankoop. En ook de mode schrijdt 13 Eternally Yours Denktanks 1999 meedogenloos voort. Steeds meer producten worden onder haar regime gebracht. Daarnaast maakt de technische ontwikkeling vele spullen onbruikbaar. Maar toch: sommige spullen worden eindeloos onderhouden, opgepoetst, gerepareerd. Familiestukken worden als relikwieën gekoesterd . In de antiekhandel is geld te verdienen. Hoe lang iets meegaat is veel meer een persoonlijke beslissing, een sociaal geaccepteerd gedrag of een culturele voorkeur dan een fysiek gegeven. Ontwerpen voor een lange levensduur gaat daarom, naast uiteraard zaken als soliditeit, degelijkheid, repareerbaarheid, vooral over waarden, houdingen en handelingspraktijken. Voorwerpen kunnen (gewenst) gedrag verankeren en omgekeerd bepaalt (gewoonte-) gedrag onze omgang met spullen. Producten slaan aan of overleven als daar een welwillende omgeving (haven) voor aanwezig is. Een houten schip kan eindeloos mee, ook al zijn alle spanten en planken in de loop der tijd vervangen. Hoe kunnen we spullen zo maken dat ze een lang en gelukkig leven voor zich hebben? Hoe maken we de overlevingskansen voor spullen in een veranderende wereld maximaal? inleiding In het programma staat een algemeen verhaal. Ik (Ed) wil het iets meer toespitsen. Eternally Yours is er steeds van uitgegaan dat mensen spullen weggooien, zodra er net te veel mee mis is. In werkelijkheid ligt de zaak gecompliceerder. Als je bedenkt dat een gezin vroeger 50 dingen bezat en nu duizenden, dan mag je concluderen dat we eerder in een verzamelcultuur leven, dan in een wegwerpcultuur. Mensen gooien in hun leven minder weg dan ze aanschaffen. De kernvraag die ik aan de orde wil stellen wordt dan ook: 'Hoe zorg je dat spullen blijven circuleren in gebruik?' Dat heeft waarschijnlijk consequenties voor de 'band' die iemand met spullen heeft. De nadruk moet voor Eternally Yours daarin wellicht eerder komen te liggen op gebruik dan op bezit, om te voorkomen dat producten 'verdrongen' worden door opvolgers. Aan de andere kant kun je ook denken aan een minder passieve tweedehands markt, die niet wacht tot afdankertjes gebracht worden, maar ze gaat halen om ze zo 14 Eternally Yours Denktanks 1999 snel mogelijk weer in roulatie te brengen. Er is vast meer te bedenken, maar daarvoor is de denktank. discussie Willemien en Lennie, beide werkzaam als ontwerpers op de designafdeling bij Atag Holding, onderscheiden bij Atag twee lijnen: de luxere lijn en een lijn die dichter bij de mensen staat. Ans Groot-Marcus werkt bij Huishoudstudies (huishoudtechnologie) en bestudeert onder meer de effecten van huishoudtechnologie op de omgeving. Energiegebruik is hierin belangrijk. Marcel Vroom is zelfstandig ontwerper. Geconstateerd wordt dat we steeds meer spullen om ons heen verzamelen, steeds meer hiervan staat gewoon te verstoffen. Is bewaren een trend, gezien de toename van retrotrends op diverse gebieden? Omdat we moeite hebben om niet gebruikte spullen weg te gooien gaan deze vaak eerst naar de zolder en dan naar de kinderen. Als je nu om de 5 of 10 jaar een kind krijgt kan je zelf fijn iedere zoveel jaar weer gloednieuwe spullen aanschaffen zonder slecht geweten. Uiteindelijk zal je toch ergens opeenhopingen van spullen krijgen. Uit onderzoek van Uittenboogaard aan de LU Wageningen blijkt dat we drie keer zoveel kleren in huis hebben dan we daadwerkelijk dragen. In Finland is men veel zorgvuldiger met kleding, er wordt minder van gekocht en ze worden langer gedragen. Wellicht speelt hierin mee dat de Nederlander toch vooral een prijskoper is die gretig op allerlei koopjes ingaat van kwalitatief minder goede kleding. Een platenspeler wordt bewaard, ook vanwege de verzameling LP's, een wasmachine niet. Belangrijk aspect hierbij lijkt de afmeting te zijn. Spullen die weinig ruimte innemen kunnen gemakkelijk nog een tijd ergens weggestopt doorsudderen. Veel spullen hebben te weinig mogelijkheden om aan eigen smaak of omstandigheden aan te passen. Veel spullen krijgen we cadeau, ook veel overbodige. Een actieve inname van niet gebruikte spullen kan ervoor zorgen dat ze nog redelijk vers aan een tweede levensfase beginnen (nog redelijk modieus, nog steeds onderdelen, etc.) In Arnhem is een hip kringloopbedrijf genaamd Switch. Het terugnemen van overbodige spullen zou een belangrijke vorm van 15 Eternally Yours Denktanks 1999 klantenbinding kunnen zijn voor de middenstand. Het belangrijkste moment waarop overbodige spullen geloosd worden is bij een verhuizing. In de Verenigde Staten kent men hierbij het verschijnsel van de 'garage sale'. Ook heeft men daar, evenals in Canada, veel meer 'flea markets'. Toch is ook in Nederland voor een bepaalde groep ouders het kopen van tweedehands kinderkleding heel normaal. Daarnaast zijn er anderen die hun lieve gave kindje nooit in afgedragen kleren van iemand anders zou laten rondlopen, voor hun kind moet alles spiksplinternieuw. Gedacht kan worden aan een verdere uitbouw van de 'spullentheek' naar analogie van de artotheek. Daarmee kunnen niet alleen boormachines een stuk beter uitgenut worden (Bo-Rent, Gamma), maar ook allerlei andere gebruiksvoorwerpen en gereedschappen (chaise-longues, tenten, caravans, kinderwagens). Naar verluidt wordt een boormachine maar 7 minuten per jaar gebruikt (onderzoek Skill). Zo'n centraal verhuurpunt van spullen staat wel op gespannen voet met de toenemende wens naar onmiddellijke beschikbaarheid. We willen iets en wel nu. De 'convenience' waar we zo naar verlangen kan wellicht ook door diensten geleverd worden: niet alleen de boormachine huren maar ook de persoon die het apparaat bedient. Toch hebben veel mensen nog moeite met het inhuren van mensen om allerlei activiteiten voor hun te laten verrichten, zoals ook in het project 'Perspectief' bleek. Het inhuren van diensten is een van de manieren om te dematerialiseren. Uit werk van Vergragt (SusHouse) blijkt echter dat mensen toch liever thuis eten dan in een 'superrant'. Belangrijke redenen om spullen af te schaffen zijn de veranderende technologie en strengere veiligheidseisen. Toch blijft ook veel hetzelfde zoals de standaard afmetingen 60 * 60 bij veel keuken apparatuur. De totaalkeuken is op zijn retour, er komen steeds meer losse elementen, is ook handig in geval van verhuizing. Daar tegenover staat dat in de Verenigde Staten maar bijvoorbeeld ook in Den Haag (veel diplomaten) veel gemeubileerde appartementen worden 16 Eternally Yours Denktanks 1999 aangeboden. Volgens Ans wordt er anderhalf keer in een mensenleven een andere keuken ingebouwd. Voorgesteld wordt dat leveranciers van keukenapparatuur overbodige spullen terugnemen, opknappen en weer verkopen. Keukenspullen zijn vaak te goedkoop om interessant te zijn voor een goed tweedehandscircuit. Een variant is dat deze apparatuur APK gekeurd wordt om de paar jaar en daarbij aangepast wordt aan de nieuwste technologie en eisen. Bij auto's en camera's gebeurt dit altijd al. Is het een idee om bij de Praxis een keuken te huren (voor een feest?). Geopperd wordt dat de zogenaamde 'jatgevoeligheid' een belangrijk aspect is. Chef van Oekel kwam met 'voorgejatte' fietsen. Hoewel er steeds meer apparatuur komt neemt de tijdbesteding in het huishouden niet af, vooral omdat de eisen meegroeien met de mogelijkheden. Gebruikswaarde versus Betekenis woensdag 1 december Rotterdam, Laurenskerk, in aanwezigheid van Pieter Desmet, Chris Dutilh, Patrick Kruidhof, Harrie te Riele, Liesbeth Bonekamp, Ed van Hinte, Henk Muis en Arnoud Odding 'handig, maar wat voor zin heeft het? mooi verhaal maar wat kan ik ermee?' thema Producten, diensten en alle combinaties hiervan, voorzien in de behoeften van mensen. Daarbij gaat het niet alleen om de bruikbaarheid van het product. Sterker nog, dat een auto rijdt, kleding kleedt, een blikopener opent en een stofzuiger stof zuigt vinden we vanzelfsprekend. Naast deze instrumentele behoeften hebben we ook sociale en persoonlijke behoeften. Naarmate het algemene welvaartspeil stijgt worden juist deze immateriële behoeften steeds belangrijker. Anders gezegd: de culturele consumptie wordt steeds belangrijker. Mensen willen zich onderscheiden of juist aangeven dat ze ergens bij horen, ze willen hun goede 17 Eternally Yours Denktanks 1999 smaak of ethische principes tonen, hun kennis van het verleden of hun vooruitstrevendheid. En daar heeft men veel geld voor over. Coca Cola is niet slechts een bruinig suikerwatertje maar een verfrissende dorstlesser, altijd en overal beschikbaar. Mensen schaffen zich niet zozeer een product aan maar een levensstijl. Juist op dat vlak liggen kansen voor producenten en dienstverleners. Een product dat goed functioneert kan bijna iedereen maken. Maar een product dat in de smaak valt, dat mensen aan zich bindt, doordat die immateriële behoeften te vervullen, dat kan niet iedereen. Kunnen belangen van producenten, met name producenten van merkartikelen, en belangen vanuit milieu-organisaties hier parallel lopen? Naarmate een bedrijf een groter deel van zijn toegevoegde waarde realiseert met de immateriële aspecten van zijn product vermindert immers het milieubeslag per uitgegeven gulden. Kunnen we in het immateriële vlak, ook economisch, onbeperkt doorgroeien? Stelt alleen onze verbeelding grenzen? discussie Harrie te Riele werkt sinds drie jaar in zijn eigen bureau aan duurzaamheid en innovatie, daarvoor onder meer projectleider ecodesign bij TNO en bij Twijnstra Gudde. Chris Dutilh is de milieuman van Unilever, Patrick Kruidhof is zelfstandig ontwerper, Pieter Desmet werkt aan een proefschrift over emotionele beleving van producten. De probleemstelling is hoe we producten zo'n hoog mogelijke waarde kunnen meegeven zonder dat het beslag op het milieu evenredig toeneemt. Gesteld is dat ieder product een mix is van bruikbaarheid (functionaliteit) en emotie (betekenis). Deze mix verschilt voor verschillende categorieën producten. Ieder product doorloopt vanaf zijn introductie op de markt een S-curve waarbij eerst de functie overheersend is en in het verzadigingsstadium de betekenis. Het product Magnum (ijs) is vooral emotie. Een groot deel is lucht en water (net als in halvarines). Daarom wordt ijs ook niet per kilo maar per liter verkocht. Als je voedingsmiddelen analyseert op energie-inhoud (voedingswaarde) dan vind je een praktisch lineair verband tussen de voedingswaarde en de 18 Eternally Yours Denktanks 1999 prijs, deze komt uit op circa 6 MJ per gulden. Kasgroenten wijken af, die hebben een grotere energie-inhoud per gulden wat wijst op (te) goedkope fossiele energie. Harrie te Riele is in de slag geweest met de zo door hem genoemde E2-vector: de gecumuleerde milieubelasting per hoeveelheid toegevoegde waarde. Deze is enigszins vergelijkbaar met de functionele eenheidvector van Chris. Bij diensten is het in het algemeen zo dat bij toenemende waarde de milieubelasting afneemt, bij producten is het juist andersom. Chris ziet de interactie rond producten als een vierhoek waarbij als actoren optreden de overheid, het bedrijfsleven, de consument en de burger. Iedere actor communiceert slechts met zijn naaste buren. Tussen overheid en bedrijf is een bestuurlijke relatie, tussen overheid en burger een politieke. De relatie tussen de consument en het bedrijf is een commerciële, tussen consument en burger een ethische. Daar omheen kunnen nog allerlei helpers zijn. Het probleem is de relatie tussen de burger en de consument die in feite vaak een persoon maar twee gedachten zijn. Wat eerst luxe was wordt standaard. Hoe kan je luxe op een niet-materiële wijze invullen? De ƒ 75,-- voor het kaartje voor een optreden van Mick Jagger, wat gebeurt daar vervolgens mee? Of als je kunst koopt, gaat de tot dusverre sober levende kunstenaar dan eindelijk zijn felbegeerde automobiel aanschaffen? Volgens Harrie is de interactie tussen mensen en dingen ingewikkelder: een netwerk van tientallen, zo niet honderden entiteiten. Als het ene beweegt gaan de anderen in meerdere of mindere mate mee bewegen. Hij heeft onderzoek gedaan naar een aantal grote maatschappelijke veranderingen in de laatste honderd jaar en geprobeerd om de belangrijkste 19 Eternally Yours Denktanks 1999 drijvende krachten te identificeren. Soms staan alle indicatoren als het ware op beweging naar een bepaalde kant maar wordt de verandering tegengehouden door een blokkade, bijvoorbeeld (verouderde) regelgeving. Zodra deze is aangepast komt dan de zaak in beweging. Uiteindelijk lijkt toch de oplossing om tot duurzaamheid te komen door de behoeften te verminderen of te beheersen, een individuele maar vooral ook sociale en culturele aangelegenheid. Misschien moet de belangrijkste taak van Eternally Yours wel zijn om op te roepen tot het kopen van goeie spullen of, nog een stapje verder: 'mensen, werk aan uzelf'. Vertrouwdheid versus Verrassend dinsdag 7 december Groningen, der Aakerk, in aanwezigheid van Pieter Jansen, Lensen Meinsma, Henk Moll, Pieter Noorman, Tjeerd Veenhoven, Charles Vlek, Liesbeth Bonekamp, Ed van Hinte, Henk Muis en Arnoud Odding 'variety is the spice of life' thema De behoefte aan afwisseling, mentale stimulans, wordt wel als verklaring aangevoerd voor de kennelijke drang van mensen om steeds weer iets nieuws aan te schaffen. Verandering wordt vaak opgevat als verbetering en stilstand is achteruitgang. Bandrecorders bestaan nauwelijks meer, je oude langspeelplaten zijn vervangen door CD's. Wel eens van 5¼ inch floppy disks gehoord? Teksten die daarop getypt zijn kan je als verloren beschouwen. Grote delen van onze materiële omgeving veranderen in hoog tempo. Zelf kunnen we het soms nauwelijks bijsloffen. Een deel van onszelf zit in die materiële omgeving, spullen bepalen deels wie wij zijn, kleren maken de man. Te snelle verandering bezorgt ons een gevoel van ontheemd zijn, van desoriëntatie. Dus restaureren we onze binnensteden, proberen het landschap van Jac. P. 20 Eternally Yours Denktanks 1999 Thijsse in stand te houden of terug te ontwikkelen. Industriële producten worden regelmatig van een nieuw jasje voorzien en als vernieuwd aangeprezen. Andersom lijkt het toetsenbord van mijn PC nog steeds op het oude QWERTY toetsenbord van de typemachine ook al zijn er allang geen hamertjes meer die in de knoop kunnen komen. Spullen zijn op te vatten als gestolde gedragspatronen. Grote delen van ons gedrag zijn verankerd in spullen. inleiding De behoefte aan afwisseling wordt wel verklaard als de motor tot het aanschaffen van steeds weer nieuwe dingen. Soms kopen we spullen met dezelfde functie verpakt in een nieuw jasje. Is die steeds terugkerende drang tot verandering een afspiegeling van onze steeds sneller wordende maatschappij? Komt het voort uit een angst voor saaiheid? Gaan wij geen banden meer aan met de dingen om ons heen? Zonder hier direct antwoord op te willen geven wil ik (Liesbeth) in de bijeenkomst van 7 december in Groningen de volgende vraag centraal stellen: Hoe kunnen we zorgen dat onze materiële omgeving veel duurzamer wordt, veel langer meegaat zonder dat het een saaie boel wordt? discussie Tjeerd Veenhoven studeert af aan de Hogeschool Arnhem, Henk Moll werkt aan de Universiteit Groningen, evenals Charles Vlek. Moll houdt zich bezig met energie- en milieuvraagstukken die betrekking hebben op huishoudens, onder meer de trends daarin, besparingsmogelijkheden, leefstijlen of consumptiepatronen, het tempo van technologische ontwikkelingen en LCA's. Vlek is professor bij de afdeling Omgevings en Verkeersvraagstukken van de Faculteit Psychologie. Heeft ondermeer een studie voor VROM gedaan naar de kwaliteit van leven in relatie met duurzaamheid. Ed van Hinte is journalist en momenteel weer even ontwerper, namelijk van een beeldschermloze 21 Eternally Yours Denktanks 1999 spelcomputer. Jansen heeft een ontwerp-bureau en is ook betrokken bij KIO en BNO. Lense Meinsma, afgestudeerd IOer, heeft sinds 6 jaar een ontwerp-bureau in Groningen en werkt vooral voor kleinere bedrijven veelal toeleveranciers. Mensen kopen veel spullen (televisies, PC's, koelkasten, mobiele telefoons) maar bewaren ook veel, of schuiven ze door naar hun kinderen, andere familie, kennissen. Dit opstapeleffect is bijvoorbeeld bij oude koelkasten met Cfk's van belang, deze blijven nog tientallen jaren aangeboden worden ter verwerking terwijl ze al lang niet meer verkocht worden. Probleemstoffen zijn als het ware geïmmobiliseerd in huishoudens en komen slechts langzaam vrij. Bij genoemde spullen is er sprake van een technologische push die ervoor zorgt dat bestaande modellen verouderd raken, soms in een moordend tempo zoals bij de mobiele telefoons. Deze druk vanuit de technologie geldt niet voor een andere categorie spullen zoals zitbanken, hifi-apparatuur en eigenlijk ook automobielen. Hoewel deze produkten technologisch uitontwikkeld zijn worden er toch voortdurend modellen uitgebracht met weer wat nieuwe snufjes: een extra knopje, uitleesvenstertje, lampje, airbag, airco. Of de oorzaak van deze min of meer cosmetische vernieuwing nu bij de aanbieders of bij de vragende consument ligt, is niet altijd duidelijk en hangt ook af van hoe je er tegen aan kijkt. De mentaliteit van de consument is uiteraard belangrijk maar is op zijn beurt weer gevormd door reclame. Er is steeds meer moeite nodig om nieuwe producten te slijten. Maar als technologisch vernieuwde producten te lang uitblijven begint de consument er uit zichzelf om te vragen. Bij de NS, waar alles 40 jaar mee gaat, wil nu de marketing de interieurs om de 10 jaar vernieuwen hoewel de reiziger daar niets in ziet. Ook aanbieders van spullen die niet als een emotioneel product gezien worden zoals bedden, gaan over tot het inbouwen van foefjes om maar meer te kunnen verkopen. En daarbij worden niet alle beschikbare foefjes er in een keer 22 Eternally Yours Denktanks 1999 ingebouwd maar na elkaar zodat er tussen consumenten onderling een soort van competitie mogelijk wordt ('de mijne is nieuwer'). Er zijn drie automarkten: de eerste gebruiker die een nieuwe luxe wagen aanschaft en niet in levensduur maar wel in inruilwaarde geïnteresseerd is; de tweede gebruiker die kijkt naar de degelijkheid en betrouwbaarheid en tenslotte de derde gebruiker die een goedkope auto zoekt welke hij afrijdt. Kan je ontwerpen voor een hoge inruilwaarde? Niet alleen de maatschappij als geheel maar ook de individuele consument handelt en koopt gefragmenteerd. Conceptuele marketing richt zich op de ongerichte of latente vraag bij consumenten. Als dat te ver doorschiet koop je als consument een product dat aan alle latente behoeften tegemoet komt maar te weinig basisfunctionaliteit heeft. Producten hebben naast hun basisfunctionaliteit echter ook een sociale functie. Misschien moet je proberen de emotionele waardering meer aan immateriële zaken te verbinden. Een hoge prijs heeft vanuit milieu gezien een aantal voordelen: de energie- en milieu-effecten per uitgegeven gulden zijn lager en je gaat er zorgvuldiger en langduriger mee om want het was zo duur. De Parker pen heeft een duurzaam imago. Misschien zijn mensen wel meer geïnteresseerd in het kopen dan in het bezitten. Je zou je een supermarkt kunnen voorstellen waar je de gekochte artikelen weer inlevert bij de uitgang. Veel basis artikelen zou je via Internet en thuisbezorgsystemen kunnen aanschaffen, waarbij een goede en gemakkelijke 'niet goed? stuur maar terug, geld terug' regeling zoals bij Wehkamp essentieel is. De andere aankopen krijgen dan meer het karakter van funshoppen. Iedere grote stad heeft al zijn eigen funshopping gids. Winkelen wordt daarmee recreatiever en bewuster zodat wellicht eventuele impulsieve miskopen worden teruggedrongen. Voor een emotionele binding is voelen, ruiken, zien belangrijk. Maak eens een toetsenbord 23 Eternally Yours Denktanks 1999 dat 25 jaar meegaat, met mooie houten toetsen ofzo. Als ontwerper stop je jezelf, je eigen mentaliteit in een product. Kopieerapparaten zijn al min of meer Eternally Yours (c.q. Ours). Je moet een optimale mix vinden van bestendig en vluchtig. Daar moet dan wel een adequate infrastructuur voor zijn. Het Groningse kringloopbedrijf Mama Mini loopt als een trein. Recycling loopt als er geld in omgaat. Kwaliteit is daarbij belangrijk. Bij verduurzaming van de consumptie wordt er teveel over marketing, over aanbod gepraat en te weinig over de vraag die ook de Deense Inge Rupke opwerpt (in Ecological Economics): waarom geven we zoveel van onze inkomsten vooral uit aan materiële goederen en waarom vooral aan energie-intensieve diensten? Volgens Vlek hebben producenten sterke eigen motieven om zo veel en zo snel nieuwe modellen op de markt te brengen: concurrentie. De consument is meer volgend. Wat is de relatie tussen wat er allemaal aan energie en milieu in een product gestopt wordt en wat er aan behoeftenbevrediging 'uitkomt'? Tegenwoordig beschouwen we waarden als snelheid, comfort, plezier en sociale status als zeer belangrijk voor onze kwaliteit van leven. Plezier is echter van voorbijgaande aard en van comfort kan je genoeg krijgen. De vraag is uiteindelijk wat geluk is. Als behaviorist heb je het makkelijker: richt gewoon de materiële omgeving duurzaam in en het gewenste duurzame gedrag volgt vanzelf. We hebben echter niet alleen een materiële omgeving maar ook een maatschappelijke, politieke, sociale. Het overheidsbeleid bijvoorbeeld is in hoge mate inconsistent: milieu staat vaak lijnrecht tegenover economie. Wat kan je als ontwerper? In de eerste plaats de totale levenscyclus beter doorrekenen: materialen, energie, design to recycle. Daarnaast de handelingspraktijk waarin spullen functioneren uitdrukkelijk bij het ontwerpen betrekken en 24 Eternally Yours Denktanks 1999 tevens steeds proberen de waardering voor producten op een hoger peil te brengen. Gevoel en kennis van materialen zoals die in de praktijk kunnen of moeten functioneren is daarbij nog steeds onontbeerlijk. 25 Eternally Yours Denktanks 1999 26 Eternally Yours Denktanks 1999 27 Eternally Yours Denktanks 1999