Veiligheid Advies Doorkiesnummers: Telefoon 06-52739286 Nota Onderwerp Aan College van burgemeester & wethouders Afschrift aan Wijzigingen Verordening Openbaar Gemeentewater Delft Datum 1. Inleiding 23 oktober 2013 Ons kenmerk 1356341 Integraal horecabeleid Opsteller Irma Lauwers Bijlage 1 Op 8 november 2011 heeft het college van burgemeesters en wethouders de notitie ‘Actualisatie en herziening van verordeningen en beleidsnota’s op het gebied van horeca en horeca gerelateerde onderwerpen’ (hierna te noemen: notitie) vastgesteld. Vervolgens is deze notitie in de commissie Bestuur, Leefbaarheid en Duurzaamheid van 29 november 2011 behoudens enkele kanttekeningen aanvaard. De uitwerking van deze notitie heeft geleid tot de intrekking van de Horeca Exploitatie Verordening, beperking van vrije sluitingstijden buiten de binnenstad (beide in 2012) en de herziening van het terrassenbeleid (2012 & 2013). Deze nota betreft het laatste onderdeel: aanpassingen aan de Verordening Openbaar Gemeentewater (VOGD) en het terrasbotenbeleid. In de notitie wordt voorgesteld de VOGD aan te passen inzake: - de mogelijkheid om een ontheffing om een dekschuit als podium af te meren en regels voor verlening ervan - de regels voor toewijzing van de seizoenontheffing voor terrasboten - de looptijd van de seizoenontheffingen voor terrasboten - de weigeringsgrondslagen en intrekking van de seizoenontheffing voor terrasboten De nota die voor u ligt, vraagt de uitwerking van de voorstellen uit de notitie vast te stellen. Daarnaast wordt er een voorstel gedaan voor een aantal technische wijzigingen, vanuit de praktijk op verzoek van de havenmeester. De voorstellen voor herziening van het terrasbotenbeleid zijn niet opgenomen. Deze volgen later dit jaar, na een korte inspraakprocedure. Leeswijzer Op de volgende pagina’s worden achtereenvolgens de volgende onderdelen toegelicht: Dekschuit als podium (2), Regels voor de toewijzing van de seizoenontheffing voor terrasboten en overgangsbepaling (3), Looptijd van de seizoenontheffing voor terrasboten (4), Weigeringsgrondslagen en intrekking van de seizoenontheffing voor terrasboten (5) en Technische wijzigingen (6). Afgesloten wordt met de voorstellen in het laatste hoofdstuk (7). 2. Dekschuit als podium In de huidige VOGD is het uitsluitend toegestaan om een dekschuit af te meren indien deze wordt gebruikt als terrasboot of als ondergrond voor ter plaatse noodzakelijke bouw en/of onderhoudswerk. In de notitie is aangegeven dat het mogelijk moet zijn om voor culturele evenementen en activiteiten een dekschuit af te meren. In de VOGD is dit nu mogelijk gemaakt. Een podiumdekschuit wordt onderdeel van het begrip dekschuit, waarvoor een ontheffing kan worden aangevraagd. In het uitvoeringsbeleid worden regels opgesteld voor de behandeling van aanvragen van deze ontheffingen. 3. Regels voor de toewijzing van de seizoensontheffing voor terrasboten In het terrassenbeleid is – door juridische procedures - de koppeling tussen pand en terras (op de terrassenkaart) losgelaten en vertaald in regels, zodat terrassen vergund worden op regels en afwegingen in plaats van een lijntje op de kaart. Het terrasbotenbeleid heeft door de jaren heen het terrassenbeleid gevolgd, dus ligt het voor de hand deze koppeling ook voor dit beleid los te laten. Bovendien bleek het door de vaste koppeling niet mogelijk om een ontheffing voor een terrasboot te verlenen aan een andere ondernemer in een ander pand, ook niet bij faillissement of vrijwillige afstand. Verder vergen Europese regelgeving en het zorgvuldigheidsbeginsel dat andere ondernemers in beginsel moeten kunnen meedingen naar schaarse vergunningen en ontheffingen (hierna: schaarse ontheffingen). Door de vaste koppeling tussen pand en terrasboot, worden echter per saldo ontheffingen voor onbepaalde tijd verleend en bestaat die mededingingsruimte dus niet. De noodzaak tot loslaten van de pandkoppeling is inmiddels voorgelegd aan Koninklijke Horeca Nederland – afdeling Delft, individuele horecaondernemers, bewoners en belangenverenigingen. Al snel werd duidelijk dat het loslaten van de pandkoppeling, zelfs pas bij overdracht van de zaak, op veel bezwaren stuit. Ondernemers hebben in veel gevallen goodwill betaald voor de waarde van de terrasboot, in verband met de grote mate van zekerheid die de bestaande pandkoppeling verschaft, dat een ontheffing voor een terrasboot wordt verleend. De ondernemers die nu over een vaste koppeling beschikken, vrezen daarom financiële schade. Zij hebben naar voren gebracht dat, onder de nieuwe toewijzingssystematiek, de looptijd van de ontheffing moet worden gerelateerd aan de mogelijkheid om de investeringen in de terrasboot terug te verdienen en om hieruit een redelijk rendement te kunnen behalen. Deze ondernemers pleiten voor een ontheffing voor onbepaalde tijd of, als dat niet mogelijk is, voor een ontheffing met een zo lang mogelijke looptijd. Dat is ook de voorkeur van bewoners en belangenverenigingen, die zo weinig mogelijk verplaatsingen van terrasboten binnen een grachtvak wensen. Ondanks dat de belangen van de horecaondernemers, bewoners en belangenverenigingen nadrukkelijk onderkend wordt, wordt voorgesteld de pand-terrasbootkoppeling los te laten. Uitgebreide interne en externe juridische toetsing maken duidelijk dat de instandhouding van de huidige pand-terrasbootkoppeling, juridisch niet houdbaar is. Er zal een verdelingsprocedure moeten worden vastgesteld, die tegemoet komt aan twee juridische bezwaren tegen de huidige systematiek. 2/5 Enerzijds zal, in plaats van de huidige vaste koppeling, een afweging moeten plaatsvinden aan de hand van de belangen die de VOGD beoogt te beschermen (m.n. openbare orde en verkeersveiligheid op het water, waterhuishoudkundige belangen, welstandseisen) en niet zozeer de belangen van de horecaondernemers bij zekerheid van het verkrijgen van een ontheffing, zoals die nu door de vaste koppeling wordt verschaft. Anderzijds moeten geïnteresseerde ondernemers, die nu niet over een ontheffing voor een terrasboot beschikken, de mogelijkheid worden geboden om, nu en in de toekomst, mee te dingen naar een ontheffing. Voorstel is om voor de regels voor toewijzing voor een seizoenontheffing aansluiting te zoeken bij de methodiek die in het uitvoeringsbeleid Terrassen 2013 – Delft wordt gehanteerd. Dit wordt uitgewerkt in het uitvoeringsbeleid Terrasboten 2014 – Delft. De regels voor locatie en formaat worden opgenomen in het uitvoeringsbeleid en – conform het terrassenbeleid – vertaald naar een terrasbootzonekaart. Overgangsbepaling Volgens het Uitvoeringsbeleid Terrassen 2012 – Delft blijven oude vergunningen, verleend vóór de inwerkingtreding van de nieuwe APV, onverminderd van kracht. Voordien werden exploitatievergunningen (onder meer voor terrassen) voor onbepaalde tijd verleend. Deze vergunningen worden dus niet ingetrokken. Op deze wijze worden bestaande rechten gerespecteerd. Ontheffingen op grond van de VOGD worden tot nu toe weliswaar voor bepaalde tijd (3 jaar) verleend, maar komen door de vaste pandterrasbootkoppeling materieel voor onbepaalde tijd toe aan de exploitant van het desbetreffende pand. Er leek geen grondslag om wezenlijke verschillen te maken in het beleid voor terrassen “op straat” en voor terrasboten en het bijbehorende overgangsrecht. Voorstel was dan ook om in de overgangsbepalingen op te nemen dat exploitanten van de horecaondernemingen waaraan momenteel een terrasboot gekoppeld is een ontheffing voor onbepaalde tijd te verlenen. Juridische toetsing leverde echter een ander (onverwacht) resultaat op. Recente jurisprudentie erkent dat een bedrijf dat eerder een ontheffing voor onbepaalde tijd heeft gehad, dat bedrijf een bijzondere positie geeft. Dit voordeel mag echter niet voor onbepaalde tijd in stand worden gelaten. Een dergelijk verdelingsbeleid gaat de grenzen van een redelijke beleidsbepaling te buiten. Echter, om recht te doen aan een dergelijke bijzondere positie is het over het algemeen geboden om een, mogelijk zelfs langdurige, overgangsregeling in het leven te roepen, zodat het bedrijf zich kan voorbereiden op de situatie waarin het op gelijke voet met de andere bedrijven naar de schaarse ontheffingen moet dingen. Deze jurisprudentie betekent dat ook aan de huidige exploitanten van horecapanden waarvoor tot nu toe een vaste pand-terrasbootkoppeling geldt, géén ontheffing voor onbepaalde tijd meer mag worden verleend, ook niet bij wijze van overgangsregeling. Voorstel is om hen eenmalig en zonder een verdelingsprocedure te doorlopen een ontheffing voor 10 jaar te verlenen. Wordt de horecaonderneming binnen deze eenmalige “overgangslooptijd” overgedragen, dan kan de ontheffing – eveneens zonder het doorlopen van een verdelingsprocedure, maar met instemming van B&W – eenmalig worden overgedragen aan de opvolgende exploitant voor het restant van deze looptijd. Vanuit de ondernemers is niet aangegeven dat deze overgangsregeling onvoldoende tijd zou bieden om zich voor te kunnen 3/5 bereiden op de nieuwe situatie. Zodoende wordt recht gedaan aan de bijzondere positie van de exploitanten die nu over een vaste pandterrasbootkoppeling beschikken, terwijl nieuwkomers op afzienbare termijn de gelegenheid krijgen om mee te dingen. Daarnaast vertegenwoordigt een ontheffing van 10 jaar natuurlijk ook een grote economische waarde. Er kunnen zich individuele situaties voordoen, waarin ook met de voorgestelde overgangsregeling niet (geheel) recht wordt gedaan aan exploitanten die redelijke investeringen hebben gedaan op het moment dat de beleidswijziging voor hen niet was te voorzien. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie dat recent (maar in ieder geval voor 1 oktober 2013) een huurovereenkomst voor langer dan tien jaar is aangegaan, op basis van een huurprijs die is gerelateerd aan de exploitatie van een terrasboot, terwijl binnen de looptijd van de huurovereenkomst geen ruimte bestaat voor heronderhandelen. Dergelijke bijzondere situaties zijn niet op voorhand te overzien en kunnen niet worden verwerkt in een algemeen toepasselijke overgangsregeling. Voor bijzondere situaties bestaat al de mogelijkheid om de hardheidsclausule in de VOGD toe te passen, op basis waarvan kan worden afgeweken van de bepalingen in de verordening. 4. Looptijd van de seizoenontheffing voor terrasboten De vraag of het überhaupt is toegestaan een schaarse ontheffing voor onbepaalde tijd te verstrekken (los van wat heeft te gelden voor “nieuwkomers” als deze ontheffing vervalt of wordt ingetrokken) is in de rechtspraak tot 2012 niet expliciet beantwoord. Dat is inmiddels veranderd. In uitspraken in de loop van 2012 is geoordeeld dat elke geïnteresseerde gegadigde in beginsel de gelegenheid moet worden geboden om mee te dingen naar een schaarse ontheffing. Deze eis geldt ook voor de toekomst. Dat betekent dat een schaarse ontheffing niet voor onbepaalde tijd kan worden verleend, omdat in dat geval de belangen van andere gegadigden worden miskend om in de toekomst mee te dingen naar deze ontheffing. In de Dienstenwet is bepaald dat een schaarse ontheffing voor de uitoefening van een dienst voor een “passende beperkte duur” wordt verleend. Hoewel er nog geen rechtspraak is op dit punt, is het waarschijnlijk dat een horecaonderneming als een dienstverrichter wordt beschouwd en dat de Dienstenwet van toepassing is op het ontheffingsstelsel voor terrasboten. Gelet op voornoemde jurisprudentie en de Dienstenwet, wordt voorgesteld ontheffingen voor terrasboten voor bepaalde tijd (passende beperkte duur) te verlenen. Wat is dan passende beperkte duur? In het terrassenbeleid is ervoor gekozen om - als meerdere partijen op basis van de regels voor terrasruimte in aanmerking komen en zij samen niet tot een verdeling kunnen komen - deze ruimte middels loten voor drie jaar te vergunnen. Deze periode is getoetst op bruikbaarheid binnen het terrasbotenbeleid en wordt door de ondernemers en bewoners als te kort beschouwd. Argumenten hiervoor zijn: - Impact op bedrijfsvoering met of zonder boot is groot, vooraf is – anders dan met terras - totaal niet te voorspellen of men wel of niet over een terrasboot kan beschikken - Investering is veel groter (kosten boot buiten precario is ca. € 3.5004.000,-- per seizoen) - Een looptijd van drie jaar geeft te vaak en mogelijk te veel bewegingen in een grachtvak. 4/5 Bovendien is de verwachting dat de seizoenontheffingen vaker middels loten verleend zullen moeten worden dan bij gewone terrassen. Dit leidt tot hogere uitvoeringslasten en –kosten voor de gemeente Delft. Op basis van bovenstaande argumenten is het voorstel om de looptijd van de seizoenontheffingen voor terrasboten op vijf jaar te stellen. Binnen deze looptijd kunnen redelijke investeringen in de terrasboot worden terugverdiend. Of binnen de looptijd ook een bepaald rendement kan worden behaald, hangt af van een veelheid van factoren (o.a. openingstijden, het weer), die onder het normale ondernemersrisico vallen bij de keuze voor de exploitatie van een terrasboot. De looptijd van de ontheffing is slechts één van de factoren die van invloed is op de verdiencapaciteit van een terrasboot. Een langere looptijd dan vijf jaar waarborgt evenmin een bepaalde mate van kwaliteit of uitstraling van een terrasboot. Het uiterlijk van een terras hangt met name af van individuele keuzes van de desbetreffende exploitant. Bovendien wordt algemeen aangenomen dat terrasmeubilair gemiddeld na vijf jaar economisch is afgeschreven. 5. Weigeringsgrondslagen en intrekking van de seizoenontheffing voor terrasboten De VOGD geeft reeds de mogelijkheid om de ontheffing in te trekken of te wijzigen als er geen gebruik van wordt gemaakt. Dat kan zich onder meer voordoen bij een faillissement. Of een ontheffing ingetrokken kan worden, zal afhangen van de omstandigheden van het geval. 6. Technische wijzigingen Technische wijzigingen worden toegelicht op de bijlage: Overzicht wijzigingen Verordening Openbaar Gemeentewater Delft. 7. Voorstellen Deze nota stelt voor om: - In te stemmen met de inhoud en de wijzigingen van de VOGD door de gemeenteraad te laten vaststellen Uitvoeringsbeleid Terrasboten 2014 – Delft inclusief ligplaatsenkaart en terrasbootzonekaart uit te werken, na instemming van het college van B&W voor twee weken voor inspraak ter inzage te leggen, te laten vaststellen door het college van B&W en voor kennisname naar de gemeenteraad te sturen 5/5