Angst voor injectienaalden goed te behandelen

advertisement
Diabetespatiënten stellen behandeling onnodig uit
Angst voor injectienaalden goed te behandelen
Utrecht, 28 mei 2013 – Meer dan 20% van de diabetespatiënten type 1 is bang voor
injectienaalden. Daarom stellen zij vaak hun noodzakelijke behandeling uit. Met alle
risico’s van dien. Een diabetespatiënt die regelmatig een behandeling uitstelt loopt een
verhoogde kans op blindheid, nierfalen, hartfalen of andere ernstige complicaties.
“Nergens voor nodig”, aldus Ger Keijsers, hoogleraar Psychologische Behandelingen aan
de Universiteit van Maastricht en cognitief gedragstherapeut VGCt®. “Angst voor
injectienaalden kan in één sessie met cognitieve gedragstherapie overwonnen worden.”
Hij reageert daarmee op een oproep van Maarten de Groot, voorzitter van de Stichting Juvenile
Diabetes Research Foundation (JDRF Nederland) om nieuwe behandelmethoden zonder
injectienaalden te onderzoeken voor deze circa 160.000 diabetespatiënten. Dit is volgens Keijsers
niet nodig als het om angst voor injectienaalden gaat: “We weten uit wetenschappelijk onderzoek
dat een behandeling met cognitieve gedragstherapie voor deze angst een snelle en goede oplossing
biedt”.
Veel mensen voelen zich gespannen bij het zien van naalden of bloed. Ruim twintig procent van de
patiënten met diabetes type 1 is echter zo bang voor naalden, dat die angst hun noodzakelijke
dagelijkse behandeling in de weg staat. Dan spreek je van een specifieke fobie: een hardnekkige
en intense angst voor een bepaald dier, object of situatie. Dat kan gaan om allerlei angsten zoals
hoogtevrees, claustrofobie, angst voor spinnen, maar dus ook om angst voor naalden of bloed.
Protocol
Keijsers is één van de auteurs van een behandelprotocol voor patiënten met een specifieke fobie.
Naalden-, bloed-, en letselfobie vormen binnen de specifieke fobie een aparte groep. In dit
behandelprotocol wordt aandacht gegeven aan zowel de lichamelijke als de psychologische
aspecten van de fobie. Patiënten met naaldenfobie vallen eerder flauw dan andere mensen.
Daarom leren zij al in de eerste fase van de behandeling een techniek, het kort een aantal keer
aanspannen van spieren in het lichaam, die zorgt voor een tijdelijke bloeddrukverhoging. Door
deze bloeddrukverhoging verdwijnt het weeë gevoel en herstel je zonder flauw te vallen. Deze
techniek is vele jaren geleden ontwikkeld door de Zweedse psycholoog Lars-Göran Öst. Naast deze
techniek krijgen patiënten uitleg over hun fobie, en leren vervolgens om stapje voor stapje
situaties op te zoeken die ze vermijden. Dit heet (graduele) exposure in vivo en vormt de kern van
de behandeling. Ook leren patiënten op een andere manier over hun angst te denken.
Keijsers: “Deze combinatie van methoden zorgt ervoor dat we mensen in één sessie van drie uur
van hun angst kunnen afhelpen. Natuurlijk moeten ze thuis verder oefenen, maar Öst toonde al
aan dat 95% van de mensen die deze behandeling krijgt er baat bij heeft. En slechts 4% valt
terug. Hier kan bijna niks boven!”
Diabetes volgens RIVM
Het RIVM presenteerde circa een maand geleden de nieuwe diabetescijfers. Hieruit bleek dat het
aantal patiënten met diabetes nog altijd stijgt. Op 1 januari 2011 waren 801.000 gevallen bij de
huisartsen bekend. Het RIVM schat dat nog ongeveer 87.000 mensen de ziekte hebben zonder dit
te weten.
EINDE PERSBERICHT
Noot voor de redactie:
Voor meer informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met de Vereniging voor
Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCt),Ernestine de Koff, staffunctionaris communicatie
en pr, 06 23 22 19 31. Bij haar kunt u ook terecht als u interesse heeft in een interview met Ger
Keijsers.
Bijlagen:
Kortdurende protocollaire behandeling van patiënten met een specifieke fobie, Peter de
Jong en Ger Keijsers. Uit Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische
klachten, deel 1, onder redactie van Ger Keijsers, Agnes van Minnen en Kees Hoogduin,
hoofdstuk 4 p 111-143, Uitgeverij Boom, ISBN 9789461057723
Bloedfobie als voorbeeld van kortdurende exposure-in-vivobehandeling (ter illustratie, qua
behandeling veel overeenkomsten met naaldenfobie), Peter de Jong en Ger Keijsers. Uit
Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten, deel 1, onder
redactie van Ger Keijsers, Agnes van Minnen en Kees Hoogduin, hoofdstuk 4 p 126-129,
Uitgeverij Boom, ISBN 9789461057723
Brochure Cognitieve gedragstherapie bij angststoornissen
Meer informatie vindt u op:
VGCt: www.vgct.nl
RIVM: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/endocriene-voedings-en-stofwisselingsziekten-en-immuniteitsstoornissen/diabetesmellitus/omvang/
Download