Vervoer van gevaarlijke goederen - ADR 2015 Transport de marchandises dangereuses – ADR 2015 ADR 2015 • D’application à partir du 1er janvier 2015 • Obligatoire à partir du 1er juillet 2015 ADR 2015 • Van toepassing op 1 januari 2015 • Verplicht vanaf 1 juli 2016 Source/Bron: UN Model Regulations 18th rev. ADR 2015 De wijzigingen voor de editie 2015 van het ADR kan u terugvinden op de website van de VN. De geconsolideerde FR en NL teksten zullen op het einde van dit jaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden. http://www.unece.org/trans/main/dgdb/wp15/wp15rep.html (doc 222) Les modifications pour l’édition 2015 de l’ADR peuvent être trouvées sur le site internet de l’ONU . Les textes consolidés en FR et NL seront publiés au Moniteur Belge à la fin de cette année. 3 PARTIE 1: DISPOSITIONS GENERALES DEEL 1: ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 4 1. Definities • 1.2.1 – nieuwe en gewijzigde definities • Petit conteneur • • • • • kleine container Conteneur pour vrac fermé gesloten container voor losgestort vervoer Conteneur pour vrac bâché container voor losgestort vervoer met dekzeil Emballage composite composiet verpakking small receptacle containing gas (gas cartridge) … 5 1. Vrijstellingen • Vervoer van vloeibare brandstoffen wijziging 1.1.3.3 a) Brandstof in de reservoirs van een voertuig dat een transportoperatie uitvoert en die dient voor zijn voortstuwing of voor de werking van één van zijn uitrustingen die gebruikt wordt of bestemd is voor een gebruik tijdens het transport. in vaste brandstofreservoirs, rechtstreeks verbonden met de motor of met de hulpuitrusting van het voertuig en conform aan de desbetreffende reglementaire bepalingen; max. 1500 l per transporteenheid en max. 500 l voor reservoir dat op een aanhangwagen gemonteerd is in draagbare brandstofrecipiënten (zoals jerrycans); max. 60 liter per transporteenheid . Bvb: stroomgroep voor aandrijving van koelaggregaat 6 1. Vrijstellingen • Vrijstellingen mbt vervoer van vloeibare brandstoffen (vervolg) NIEUW 1.1.3.3 (c) de brandstof, vervat in reservoirs voor een niet voor de weg bestemde mobiele machine dat als lading vervoerd wordt, wanneer deze bestemd is voor de werking van één van zijn uitrustingen. De brandstof mag vervoerd worden in vaste reservoirs, rechtstreeks verbonden met de motor en/of met de hulpuitrusting en die conform zijn aan de reglementaire bepalingen. In voorkomend geval moeten de machines rechtstaand geladen worden en vastgezet worden om het vallen te voorkomen. 7 1. Vrijstellingen • 1.1.3.10 - LAMPEN Afschaffing van 1.1.3.2 h) : vrijstelling voor gassen die zich in elektrische lampen bevinden. Nieuwe vrijstelling 1.1.3.10 voor lampen die noch radioactieve stoffen, noch meer dan 1g kwik bevatten (BP 366) a) lampen die rechtstreeks ingezameld worden bij particulieren en huishoudens voor vervoer een inzamelings- of recyclagepunt; b) lampen die elk niet meer dan 1 g gevaarlijke stoffen bevatten en die zodanig verpakt zijn dat elk collo niet meer dan 30 g gevaarlijke stoffen bevat (voorwaarden) 8 1. Vrijstellingen • 1.1.3.10 – LAMPEN (vervolg) c) de gebruikte, beschadigde of defecte lampen die per lamp niet meer dan 1 g gevaarlijke goederen en per collo niet meer dan 30 g gevaarlijke goederen bevatten als ze vervoerd worden vanuit een inzamelings- of een recyclagepunt. (voorwaarden verpakking). d) de lampen die uitsluitend gassen van de groepen A en O bevatten, op voorwaarde dat ze dusdanig verpakt zijn dat de scherfwerking ten gevolge van het breken van de lamp begrensd blijft tot binnen het collo. 9 1. Vrijstellingen • 1.1.3.6 – Gedeeltelijke vrijstelling Berekening van de totale maximale hoeveelheden per transporteenheid Voor samengeperste gassen, geadorbeerde gassen en chemische stoffen onder druk: Watercapaciteit van het recipiënt, in liters 10 1. Vrijstellingen • 1.1.3.7- vervoer van opslag- en productiesystemen voor elektrische energie Vrijstelling voor opslag- en productiesystemen voor elektrische energie (bvb. lithiumbatterijen, elektrische condensatoren, asymmetrische condensatoren, opslagsystemen met metaalhydriden en brandstofcellen): a) geïnstalleerd in een voertuig dat een transportoperatie uitvoert en die dienen voor zijn voorstuwing of voor de werking van één van zijn uitrustingen; b) vervat in apparatuur voor de werking van deze apparatuur die gebruikt wordt of bedoeld is voor gebruik gedurende het vervoer (bijvoorbeeld een draagbare computer). “lithiumbatterijen” vervangen door “opslagproductiesystemen voor elektrische energie” en 11 1. Algemene voorschriften • Radioactieve stoffen - ADR 1.2, 1.6.6, 1.7, 2.7.7 en 4.1.9 - Reeks wijzigingen wegens alignering met de IAEA SSR-6 voorschriften: • Verwijzing naar SSR-6 • Invoering management system • Aanpassing excepted packagings • … 12 DEEL 2: CLASSIFICATIE PARTIE 2: CLASSIFICATION 13 2. Classificatie • Algemeen: Wijziging 2.1.1.3: De voorwerpen worden niet ingedeeld bij verpakkingsgroepen. Voor verpakkingsdoeleinden zijn de voorschriften van het prestatieniveau van de specifieke verpakking vermeld in de toepasselijke verpakkingsinstructie. 14 2. Classificatie – klasse 2 • Geadsorbeerde gassen – 2.2.2.1.2 (9) Geadsorbeerd gas : een gas dat, wanneer het verpakt is voor het transport, geadsorbeerd wordt op een poreus vast materiaal resulterend in een interne druk van het recipiënt die lager is dan 101,3 kPa tot 20°C en lager is dan 300 kPa tot 50°C. - Nieuwe UN nummers 3511 t.e.m. 3526 - Nieuwe verpakkingsinstructie P208 15 2. Classificatie – klasse 2 3510 3511 3512 3513 3514 3515 3516 3517 3518 3519 3520 3521 3522 3523 3524 3525 3526 GEADSORBEERD GAS, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, OXIDEREND, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, BRANDBAAR, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BIJTEND, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, BIJTEND, N.E.G. BORON TRIFLUORIDE, ADSORBED CHLORINE, ADSORBED SILICON TETRAFLUORIDE, ADSORBED ARSINE, ADSORBED GERMANE, ADSORBED PHOSPHORUS PENTAFLUORIDE, ADSORBED PHOSPHINE, ADSORBED HYDROGEN SELENIDE, ADSORBED 16 2. Classificatie – klasse 3 • Visceuze brandbare vloeistoffen 2.2.3.1.4 - Een aantal visceuze ontvlambare vloeistoffen zoals verven, email, lakverven, vernis, lijmen en onderhoudsproducten waarvan het vlampunt < 23°C verpakkingsgroep III - Voorwaarden mbt o.a. viscositeit , vlampunt, grootte van recipiënt; zie 2.2.3.1.4 17 2. Classificatie – klasse 3 • Visceuze brandbare vloeistoffen 2.2.3.1.5 - vlampunt ≥ 23°C en ≤ 60°C; - niet giftig, niet bijtend en niet milieugevaarlijk; - max. 20 % nitrocellulose bevatten, op voorwaarde dat - de nitrocellulose niet meer dan 12,6 % stikstof (droge stof) bevat; verpakt in recipiënten met een inhoud ≤ 450 liter; zijn niet onderworpen aan het ADR als voldaan is aan de bepalingen van 2.2.3.1.5. 18 2. Classificatie- klasse 5.1 • Oxiderende vaste stoffen - Nieuwe testcriteria opgenomen in de UN Manual of Tests and Criteria (testreeks O.1 en O.3) voor classificatie van oxiderende vaste stoffen in “n.e.g.” rubrieken - Per testreeks is beschreven welke verpakkingsgroep moet toegekend worden aan de stof. 19 2. Classificatie – klasse 9 • Asbest – 2.2.9.3 Bundeling van diverse asbest-entries in klasse 9 in 2 enkelvoudige UN nummers 2212 en 2590 – gevolg: sommige varianten “witte asbest” veranderen van UN 2590 naar UN 2212 2212 ASBEST, AMFIBOOL (amosiet, tremoliet, actinoliet, anthofylliet, crocidoliet) 2590 ASBEST, CHRYSOTIEL 20 2. Classificatie – klasse 9 • Reddingsmiddelen – 2.2.9.3 - Bundeling van de diverse entries onder UN 3268 onder 1 enkele entry VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN met elektrische ontsteking - bevat air bag inflators en modules, seat belt pretensioners,… 21 2. Classificatie – klasse 9 • Afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd – 2.9.2.3 - UN 3509 - ADR/RID/ADN : zie bijzondere bepaling 663 IMDG : competent authority approval - Is reeds van kracht dmv multilateraal akkoord M268 3509 PACKAGINGS, DISCARDED, EMPTY, UNCLEANED 9 M11 9 663 0 E0 P003 RR9 IBC08 BB3 LP02 LL1 BK2 4 (E) VC2 AP10 22 Bijzondere bepaling 663 (3.3) • UN 3509 Afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd UN 3509 mag slechts gebruikt worden voor: - verpakkingen, grote verpakkingen of IBC’s, of onderdelen daarvan, - die gevaarlijke goederen hebben bevat en - die vervoerd worden voor eliminatie, recyclage of terugwinning van hun materiaal, anders dan reconditionering, reparatie, routineonderhoud, ombouw of hergebruik, - en die in zodanige mate zijn leeggemaakt, dat alleen residu’s van gevaarlijke stoffen aanwezig zijn die aan de verpakkingsonderdelen gehecht zijn als deze ten vervoer worden aangeboden. 23 Bijzondere bepaling 663 (vervolg) Toepassingsgebied: Alleen stoffen zijn van klasse 3, 4.1, 5.1, 6.1, 8 of 9. Bovendien mogen zij geen van de volgende stoffen zijn: - stoffen van VG I of waaraan “E0” is toegekend - ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand van de klasse 3 of 4.1 - zelfontledende stoffen van de klasse 4.1 - radioactieve stoffen - asbest (UN 2212 en UN 2590), polychloorbifenylen (UN 2315 en UN 3432) of polyhalogeenbifenylen of polyhalogeenterfenylen (UN 3151 en UN 3152) 24 Bijzondere bepaling 663 (vervolg) Algemene bepalingen: - Afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd, verontreinigd met residu’s die een gevaar of een bijkomend gevaar vertonen van klasse 5.1, mogen niet gezamenlijk verpakt worden met andere afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd, of worden samengeladen met afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd in dezelfde container, hetzelfde voertuig of dezelfde container voor losgestort vervoer. - Op de laadplaats moeten gedocumenteerde sorteerprocedures toegepast worden om ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan de van toepassing zijnde bepalingen van deze rubriek. - OPMERKING: Alle overige voorschriften van het ADR zijn van toepassing. 25 5.4.1.1.19 UN 3509 PACKAGINGS, DISCARDED, EMPTY, UNCLEANED AFGEDANKTE VERPAKKINGEN, LEEG, ONGEREINIGD EMBALLAGES AU REBUT, VIDES, NON NETTOYÉS 26 DEEL 3: LIJST GEVAARLIJKE GOEDEREN + BIJZONDERE BEPALINGEN PARTIE 3: LISTE MARCHANDISES DANGEREUSES + DISPOSITIONS SPECIALES 27 3. Lijst met Gevaarlijke Goederen • Nieuwe UN-nummers: - UN 3507 UF6 in excepted package UN 3508 asymmetrische condensator UN 3509 afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd UN 3510 - 3526 geadsorbeerde gassen • Wijzigingen voor diverse UN nummers: - 0222 ammoniumnitraat, 1044 brandblussers, 1210 drukinkt: E0 code voor PG I stoffen en sommige brandbare stoffen en toxische stoffen,… (UN 1051, 1089, 1228, 1259, 1261, 1278, 1308, 1331, 1361, 1376, 1378, 1379, 1386, 1545, 1560, …) • Schrapping van UN-nummers: - UN 3492 en UN 3493 (toxic by inhalation liquid, corrosive, flammable N.O.S.) – gebruik van UN 3488 en UN 3489 28 3. Lijst met Gevaarlijke Goederen • Voorwerpen hebben niet langer verpakkingsgroepen • Losgestort vervoer: VV-codes worden vervangen door VC en AP-codes (zie verder) 29 3. Bijzondere Bepalingen • Nieuwe of gewijzigde Bijzondere Bepalingen: 66 (cinaber), 122, 135, 172 (klasse7), 225 (UN 1044), 235 (klasse 1), 251, 280 en 289 (veiligheidsvoorzieningen), 306, 309, 361, 367, 368 en 369 (klasse 1), 370, 371 (voorwerpen met klein gasrecipiënt), 372 (asymmetrische condensatoren), 373 (UN 1008), 375 (milieugevaarlijke stoffen), 376 en 377 (Li-batterijen), 582 (gassen), 594 (oa. UN 1044), 636 (Li-batterijen), 662 (gassen), 663 (UN 3509), 664 (additiefsystemen) • Afgeschaft: 580, 585 en 661 30 BP 367 (UN 1210, 1263, 3066, 3469, 3470) Voor documentatiedoeleinden, mag de officiële vervoersnaam van: “Verfverwante producten” gebruikt worden voor zendingen van colli die zowel “Verven” als “Verfverwante producten” bevatten “Verfverwante producten, bijtend, brandbaar” gebruikt worden voor zendingen van colli die zowel “Verven, bijtend, brandbaar” als “Verfverwante producten, bijtend, brandbaar” bevatten “Verfverwante producten, brandbaar, bijtend” gebruikt worden voor zendingen van colli die zowel “Verven, brandbaar, bijtend” als “Verfverwante producten, brandbaar, bijtend” bevatten “Drukinktverwante producten” gebruikt worden voor zendingen van colli die zowel “Drukinkt” als “Drukinktverwante producten” bevatten. 31 BP 371 (UN 3164) - van toepassing op voorwerpen die een klein drukrecipiënt bevatten dat voorzien is van een aftapinrichting. - voorschriften constructie, testen en documentatie. - Vb: confetti shooters 32 BP/DS 371 (confetti shooters - UN 3164) 33 BP 372 (UN 3508) • BP 372 is van toepassing op asymmetrische condensatoren met een capaciteit voor energieopslag groter dan 0,3 Wh. • Bevat veiligheids- en markeringsvereisten voor condensatoren die apart of in uitrusting vervoerd worden, gevaarlijke goederen bevatten als electrolyt en onder het nieuwe UN nummer 3508 moeten ingedeeld worden • Condensatoren met een capaciteit voor energieopslag van 0,3 Wh of minder zijn niet onderworpen aan het ADR. 34 BP 375 (UN 3077 en 3082) Milieugevaarlijke stoffen die als volgt vervoerd worden zijn niet onderworpen aan het ADR als: • in enkelvoudige of samengestelde verpakkingen • netto hoeveelheid ≤ 5 l per enkelvoudige of binnenverpakking voor vloeistoffen of netto massa ≤ 5 kg per enkelvoudige of binnenverpakking voor vaste stoffen • de verpakkingen voldoen aan de algemene bepalingen van 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.4 tot en met 4.1.1.8. vervroegd van kracht gemaakt via Multilateraal akkoord M280 (UK, Swe, D, B) 35 BP 376 en SP 377 (UN 3090, 3091, 3480 en 3481 – lithium metaal & lithium ion batterijen) LITHIUM BATTERIJEN • BP 188, 230 • UN Manual 38.3 • P 903 • LP 903 BESCHADIGDE/DEFECTE LITHIUM BATTERIJEN - BP 376 - P 908 - LP 904 - M259 LITHIUM BATTERIJEN VOOR ELIMINATIE/RECYCLAGE • BP 377, 636 • P 909 36 Nieuwe lithiumbatterijen Nouvelles batteries au lithium • LP 903 • Nieuwe verpakkingsinstructie voor “grote verpakkingen” (large packagings) Nouvelle instruction d’emballage pour des “grands emballages” • Verpakkingsinstructie bedoeld voor grote batterijen: één enkele batterij of één batterij in uitrusting per grote verpakking Instruction d’emballage pour des grandes batteries: pour une seule batterie ou une batterie contenue dans un équipement 37 Defecte of beschadigde lithiumbatterijen BP 376: Lithiumcellen en -batterijen die als zodanig beschadigd of defect geïdentificeerd worden dat ze niet meer in overeenstemming zijn met het type dat goedgekeurd is, moeten aan deze BP voldoen. Het gaat in het bijzonder, maar niet uitsluitend, over: - - cellen of batterijen die omwille van veiligheidsredenen als defect geïdentificeerd worden; cellen of batterijen die tekenen vertonen van lekken van vloeistof of gas; cellen of batterijen waarvan vóór het transport geen diagnose kan gesteld worden; of cellen of batterijen die een fysieke of mechanische schade ondergaan hebben. OPMERKING: om te bepalen of een batterij als beschadigd of defect dient beschouwd te worden, moet men rekening houden met het type van batterij, het gebruik en het eventueel onjuist gebruik dat ervan gemaakt werd. 38 Defecte of beschadigde lithiumbatterijen BP 376 (vervolg): De cellen en batterijen moeten vervoerd worden in overeenstemming met de bepalingen die van toepassing zijn op de UN-nummers 3090, 3091, 3480 en 3481, met uitzondering van de BP 230, tenzij anders bepaald in deze BP. De colli moeten voorzien zijn van de vermelding “BESCHADIGDE/DEFECTE LITHIUM-ION-BATTERIJEN” of “BESCHADIGDE/DEFECTE BATTERIJEN MET METHALLISCH LITHIUM”, al naargelang het geval. De cellen en batterijen moeten verpakt worden volgens P908 of LP904, al naargelang het geval. De cellen en batterijen die onder normale vervoersomstandigheden vatbaar zijn om snel te demonteren, gevaarlijk te reageren, een vlam, een gevaarlijke warmteontwikkeling of een gevaarlijke emissie van toxisch, bijtend of brandbaar gas of dampen te produceren , mogen slechts vervoerd worden onder de voorwaarden die door de bevoegde overheid gedefinieerd worden. 39 Lithiumbatterijen voor eliminatie of recyclage BP 377 De lithiumcellen en -batterijen en de uitrustingen die deze cellen en batterijen bevatten, die vervoerd worden met het oog op hun eliminatie of recylage, al dan niet gemengd met andere niet lithium cellen- en batterijen, mogen verpakt worden in overeenstemming met verpakkingsinstructie P909. Deze cellen en batterijen moeten voorzien zijn van het opschrift “LITHIUMCELLEN VOOR ELIMINATIE” of “LITHIUMCELLEN VOOR RECYCLAGE”. De batterijen die geïdentificeerd worden als beschadigd of defect, moeten vervoerd worden volgens BP 376. 40 Lithiumbatterijen voor eliminatie of recyclage BP 636 a) idem b) Tot aan de plaatsen voor intermediaire behandeling zijn lithiumcellen en –batterijen waarvan de ind. bruto massa ≤ 500 g of lithium-ion-cellen waarvan de nominale energie in watt-uur ≤ 20 Wh, lithium-ion-batterijen waarvan de nominale energie in watt-uur ≤ 100 Wh, cellen met metallisch lithium waarvan de hoeveelheid lithium ≤ 1 g en batterijen met metallisch lithium waarvan de totale hoeveelheid lithium ≤ 2 g, al dan niet vervat in uitrusting, die ingezameld en voor vervoer aangeboden worden met het oog op hun eliminatie of recylage – al dan niet gemengd met andere cellen of batterijen dan die op basis van lithium niet onderworpen aan de andere bepalingen van het ADR, met inbegrip van de BP 376 en § 2.2.9.1.7, indien ze aan de volgende voorwaarden voldoen : 41 Lithiumbatterijen voor eliminatie of recyclage BP 636 (vervolg) i) P909 is van toepassing, met uitzondering van de bijkomende bepalingen 1 en 2; ii) een systeem voor kwaliteitsgarantie is ingevoerd dat garandeert dat de totale hoeveelheid lithiumcellen- en batterijen in iedere transporteenheid niet groter is dan 333 kg; OPMERKING: de totale hoeveelheid lithiumcellen- en batterijen in een lot kan bepaald worden door een statistische methode dat inbegrepen is in het kwaliteitsgarantiesysteem. Een kopie van de registraties van het kwaliteitsgarantiesysteem dient ter beschikking gesteld worden van de bevoegde overheid, indien ze er om vraagt. iii) De colli moeten voorzien zijn van het opschrift “LITHIUMBATTERIJEN VOOR ELIMINATIE” of “LITHIUMBATTERIJEN VOOR RECYCLAGE”. 42 BP 594 (UN 1044 en 3164) Onderstaande voorwerpen, vervaardigd en gevuld overeenkomstig de reglementeringen van het land van vervaardiging, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR: a) brandblusapparaten (UN 1044), indien ze voorzien zijn van een bescherming tegen het ongewild functioneren: - als ze geplaatst zijn in een stevige buitenverpakking; of - als het gaat over grote brandblusapparaten die voldoen aan de vereisten van het bijzondere verpakkingsvoorschrift PP91 van P003; 43 BP 594 (vervolg) Onderstaande voorwerpen, vervaardigd en gevuld overeenkomstig de reglementeringen van het land van vervaardiging, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR: b) voorwerpen onder pneumatische of hydraulische druk (UN 3164), die ontworpen zijn om aan hogere spanningen te kunnen weerstaan dan die veroorzaakt door de inwendige druk van het gas, en dit door middel van krachtoverdrachten, intrinsieke weerstand of constructienormen, als ze geplaatst zijn in een stevige buitenverpakking. OPMERKING: Onder “de voorschriften in het land van vervaardiging” wordt het volgende verstaan, de voorschriften van toepassing in het land van vervaardiging of deze van toepassing in het land van gebruik. 44 BP 662 (klasse 2) De flessen die niet conform zijn aan de bepalingen van hoofdstuk 6.2 en die uitsluitend gebruikt worden aan boord van een vaartuig of een luchtvaartuig mogen voor vullings- of controledoeleinden, evenals voor de terugrit, vervoerd worden als deze flessen ontworpen en vervaardigd zijn in overeenstemming met een norm die erkend is door de bevoegde overheid van het land van goedkeuring en als alle andere relevante bepalingen van het ADR vervuld zijn, met inbegrip van: a) de flessen moeten voorzien zijn van een bescherming van de kraan conform § 4.1.6.8; b) de flessen moeten gekenmerkt en geëtiketteerd zijn conform 5.2.1 en 5.2.2.; c) alle relevante voorschriften betreffende het vullen van P200 moeten vervuld zijn. Het transportdocument moet de volgende vermelding bevatten: “Vervoer volgens bijzondere bepaling 662”. 45 3. BP 664 (additiefsystemen) Wanneer de stoffen die ingedeeld worden onder deze rubriek vervoerd worden in vaste tanks (tankvoertuigen) of afneembare tanks, mogen deze tanks uitgerust worden met inrichtingen voor additieven. Toegekend aan vloeibare brandstoffen met UN nummers - 1202 - 1203 - 1223 - 1268 - 1863 - 3475 46 3. BP 664 (vervolg) De inrichtingen voor additieven: - Additieven: UN 1202, UN 1993 VG III, UN 3082 of niet gevaarlijke stoffen - zijn een onderdeel van de bedrijfsuitrusting dat het mogelijk maakt om additieven toe te voegen, tijdens het ledigen van de tank. - bevatten opvangmiddelen die permanent geïntegreerd zijn in het reservoir of die op permanente wijze vastgemaakt zijn aan de buitenzijde van de tank of het tankvoertuig - Anderzijds kunnen de inrichtingen voor additieven voorzien zijn van koppelingen voor het aansluiten van verpakkingen. In dat geval kan de verpakking op zichzelf niet beschouwd worden als onderdeel van de inrichting voor additieven. 47 3. BP 664 (vervolg) Bepalingen voor: - Bouw van de opvangmiddelen - goedkeuring van de tank - gebruik van opvangmiddelen en inrichtingen voor - additieven Beproevingen voor inrichtingen voor additieven Vervoerdocument Opleiding van de bestuurders etikettering met grote etiketten en kenmerking 48 3. 664 (vervolg) Overgangsmaatregel 1.6.3.44 - Vaste tanks (tankvoertuigen) en de afneembare tanks die bestemd zijn - voor het vervoer van UN 1202, 1203, 1223, 3475 en vliegtuigbrandstof UN 1268 of 1863 die uitgerust zijn met inrichtingen voor additieven, die ontworpen en gebouwd zijn vóór 1 juli 2015 in overeenstemming met nationale bepalingen, maar die evenwel niet in overeenstemming zijn met de voorschriften betreffende de constructie, de goedkeuring en de beproevingen van de BP 664 van hoofdstuk 3.3 zoals die van toepassing is vanaf 1 januari 2015, mogen verder worden gebruikt tot hun eerste tussentijdse of periodieke controle die uitgevoerd wordt na 31 december 2015. Na deze datum, kunnen ze slechts gebruikt worden met het akkoord van de bevoegde autoriteit van het land in dewelke ze worden gebruikt. Instructies worden voorzien voor de nationale erkende organismen over de praktische modaliteiten: zij stellen een technisch dossier op van de systemen niet conform BP 664 49 3.4: LIMITED QUANTITIES 50 3.4 Limited Quantities • Multimodale aanvaarding van LQ labeling - 3.4.9 en 3.4.10: Acceptation multimodale du marquage LQ 51 3.4 Limited Quantities • Vervolg - suite 52 3.4 Limited Quantities • Vervolg - suite 53 3.4 Limited Quantities • Vervolg - suite 54 DEEL 4: GEBRUIK VAN VERPAKKINGEN EN TANKS PARTIE 4: UTILISATION D’EMBALLAGES ET CITERNES 55 4. Gebruik van verpakkingen • Algemene bepalingen: 4.1.1.5.2: gebruik van supplementaire verpakkingen - - Het gebruik van supplementaire verpakkingen aan de binnenkant van een buitenverpakking ter aanvulling van de verpakkingen die voorzien zijn in de verpakkingsinstructies, is toegestaan op voorwaarde dat de pertinente voorschriften vervuld zijn, met inbegrip van deze van paragraaf 4.1.1.3, en op voorwaarde dat in voorkomend geval een geschikt vulmiddel gebruikt wordt om elke verplaatsing aan de binnenkant van de verpakkingen te verhinderen. bijvoorbeeld een tussenverpakking of een recipiënt aan de binnenkant van een voorgeschreven binnenverpakking 56 4. Gebruik van verpakkingen • Wijzigingen verpakkingsinstructies: PP91 en RR9 bij P003, P 114, P 116, P 131, P 137, P200, P203, P 404, P501, 502, 504, P601, P602, P802, P804, P901, P903, P906, IBC02 B16, IBC04, IBC05, IBC06, IBC07, IBC08, IBC100, LP02 • Nieuwe verpakkingsinstructies: P208 – geadsorbeerde gassen P505 - UN 3375 – ammoniumnitraat emulsie P805 - UN 3507 – UF6 P908, P909 LP903 en LP904- lithiumbatterijen • Afgeschaft: P903a en b - lithiumbatterijen 57 4. VERPAKKINGSINSTRUCTIE • P200 : mogelijkheid verlenging van de keuringstermijn tot 15 jaar • Voor welke drukcilinders WEL? - Naadloze stalen cilinders > 1/1/1999 : EN 1964-1/2, EN ISO 98091/2, ε-cilinders - Naadloze aluminium cilinders > 1/1/1999 : EN 1975, ε-cilinders - Alle naadloze cilinders : π-cilinders of equivalent • Voor welke drukcilinders NIET? - UN gemarkeerde naadloze cilinders Composiet cilinders Gelaste cilinders Acetyleen cilinders Cilinders voor giftige en corrosieve gassen Naadloze aluminium cilinders met constructiemateriaal AA 6351 58 4. P200 (vervolg) • Hoe verloopt de overgang? Wetgeving voorziet 2 opties: • Verlenging tijdens de huidige keuringstermijn • Verlenging vanaf de volgende periodieke keuring • Markering op de cilinder? “P15Y” • Aandachtspunten - Goedkeuring van de bevoegde overheid vereist - RPV (residual pressure valve) of uitvoeren residual pressure check - Pre-fill inspectie en vulling volgens een QMS systeem goedgekeurd door de bevoegde overheid - Conformiteit met de geciteerde normen voor RPV’s, pre-fill inspectie,… - Opleiding van het betrokken personeel 59 4. Gebruik van verpakkingen “Grote bergingsverpakking”, een speciale verpakking die a) voor een mechanische manipulatie ontworpen is ; en b) een netto massa heeft > 400 kg of een capaciteit >450 liter, maar waarvan het volume ≤ 3 m³; waarin colli met gevaarlijke goederen die beschadigd zijn, tekortkomingen vertonen of lekken, of vrijgekomen of weggelekte gevaarlijke goederen worden geplaatst met het oog op een transport voor recuperatie- of eliminatiedoeleinden. • Gebruik: zoals “gewone” bergingsverpakkingen • Testvereisten: analoog aan “gewone” bergingsverpakkingen • UN Markering: 50AT/Y/05/01/B/PQRS 2500/1000 For a large steel salvage packaging suitable for stacking; stacking load: 2 500 kg; maximum gross mass: 1 000 kg”. • Zie ADR 4.1.1.19 , 6.6.3.2, 6.6.5.1.9 60 4. Gebruik van tanks • Metalen tanks - 4.3.2.2.1 Vullingsgraad Introductie van milieugevaarlijke stoffen • Vacuümtanks voor afvalstoffen - 4.5.1.2 Andere stoffen dan afvalstoffen mogen vervoerd worden in druk/vacuümtanks voor afvalstoffen onder dezelfde voorwaarden als deze vermeld in 4.5.1.1. - 4.5.2.6 Wanneer een vacüumpomp/afblaasinrichting die mogelijks als ontstekingsbron kan optreden bij het vullen of ledigen van vloeibare brandstoffen, dienen de nodige maatregelen getroffen te worden om te vermijden dat de onsteking van de stof kan plaatsvinden of om te verhinderen dat de effecten van de onsteking zich verderzetten aan de buitenkant van de tank. 61 4. Vervolg - suite ADR 4.3.2.2.1-4.5.1.2-4.5.2.6 62 4. Gebruik van tanks • Mobiele tanks • 4.2.5.3 - TP41: - Met het akkoord van de bevoegde overheid kan het intern onderzoek met intervallen van twee en een half jaar wegvallen of vervangen worden door andere beproevingsmethodes of controleprocedures, - op voorwaarde dat de mobiele tank enkel gebruikt wordt voor het vervoer van organometallische stoffen waarop deze BP betrekking heeft. - Desalnietemin is dit onderzoek vereist als de voorwaarden van 6.7.2.19.7 zijn vervuld. • Voor UN 3393 – 3399 : organometallische stoffen 63 DEEL 5: VERZENDINGSPROCEDURES PARTIE 5: PROCEDURES D’EXPEDITION 64 5. Etiketten en merktekens • De afmetingen van alle etiketten en merktekens zijn verduidelijkt: • 1.6.1.30: Overgangstermijnen zijn voorzien tot 31/12/2016 65 5. Verzendingsprocedures • Markeringen op colli: “BERGINGSVERPAKKING”, “OVERVERPAKKING”, “UN”, “UN NUMMER”, ... minimale afmetingen 12 mm • Zie 5.1.1.2, 5.2.1 en 5.3.1.7.3 66 5. Verzendingsprocedures • Merkteken voor de stoffen op hoge temperatuur – 5.3.3 Voor stoffen die - vervoerd worden of voor vervoer aangeboden worden - in een vloeibare toestand bij een temperatuur ≥ 100 °C of - in een vaste toestand bij een temperatuur ≥ 240 °C • Vroeger: enkel stoffen met bvb. BP 580 67 5. Vervoerdocument (enkel NL) • 5.4.1.1.3 Bijzondere bepalingen mbt afvalstoffen - Toevoeging van “afvalstof” in de omschrijving wordt vervangen door “afval” (idem Nederland) Bvb: UN 1230 AFVAL, METHANOL, 3 (6.1), II, (D/E) - ”AFVALSTOF VOLGENS 2.1.3.5.5” vervangen door ”AFVAL VOLGENS 2.1.3.5.5” • ”overeenkomstig” wordt vervangen door ”volgens” Bvb: “Vervoer volgens 7.5.8.1”. 68 5. Vervoerdocument • 5.4.1.1.19 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd (UN 3509) Voor afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd moet de officiële vervoersnaam die voorkomt in §5.4.1.1.1 b) aangevuld worden met de woorden “(MET RESIDU’S VAN [...])" gevolgd door in volgorde van de nummering van de klasse, de klasse(n) en de bijkomend(e) risico(s) die beantwoorden aan het betrokken risidu, Bovendien zijn de bepalingen van paragraaf 5.4.1.1.1 f) niet van toepassing. Bvb: “UN 3509 AFGEDANKTE VERPAKKINGEN, LEEG, ONGEREINIGD (MET RESIDU’S VAN 3, 4.1, 6.1), 9 (E)”. “afval(stof)” volgens 5.4.1.1.3 moet niet vermeld worden. 69 5. Schriftelijke richtlijnen 5.4.3 - Wijziging blz 1 en 4 van de schriftelijke richtlijnen: • Blz. 1: ontstekingsbronnen vermijden, in het bijzonder niet roken, of de elektronische sigaret of een gelijkaardige voorziening gebruiken of om het even welk elektronisch toestel aanzetten • Blz 4: Bij de uitrusting worden de voorbeelden en verwijzingen naar normen geschrapt ; staan nog wel in 8.1.5 1.6.1.35: Overgangsmaatregel ADR tot 30 juni 2017 70 5. Verzendingsprocedures • 5.5.3 - Vervoer dat gebruik maakt van koelmiddelen met verstikkingsrisico (bvb. droog ijs): • Verduidelijking dat zowel verpakte als onverpakte koelmiddelen beoogd worden en dat bij gelijktijdig vervoer van andere gevaarlijke goederen, de gewone voorschriften eveneens blijven gelden • Eis voor training van betrokken personeel overeenkomstig hun verplichtingen • bijkomende §5.5.3.1.5 die verantwoordelijkheid legt bij de transportdeelnemers op risico-inschatting te maken of gevaarsaanduiding en documentatie nodig is + bij ATP vervoer (bederfbare voedingsmiddelen) is transport in geventileerde voertuigen niet vereist • Sectie opnieuw voorzien voor wijzigingen in 2017. • Correctie “koelingsmiddel” vervangen door “koelmiddel” 71 DEEL 6: CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VERPAKKINGEN, IBC’S EN TANKS PARTIE 6: CONSTRUCTION ET EPREUVE D’EMBALLAGES, GRV ET CITERNES 72 6. Constructie en beproeving • UN-keurmerk - 6.1.3 en 6.5.2.2.4 • Voor 1H en 3H-verpakkingen: maand van fabricage vaak als volgt aangeduid: * De twee laatste cijfers van het fabricagejaar kunnen aangegeven worden op deze plaats. In dit geval moeten de twee cijfers die het jaar aangeven in het type homologatiekenmerk en in de wijzerplaat identiek zijn. • OPMERKING: Elke andere methode die op een duurzame, leesbare en zichtbare wijze het vereiste minimum aan inlichtingen verschaft, is ook aanvaardbaar. Idem voor IBC’s – bvb. Composiet IBC’s 73 6. Constructie en beproeving • 6.2.2 - Update van de constructienormen voor UNcilinders • 6.2.2.10 - Markering van UN flessenbatterijen 74 6. Constructie en beproeving • 6.2.6 - Aërosols en gaspatronen warmwaterbadtest of een alternatieve test, goedgekeurd door de bevoegde overheid Invoering van een uitgebreidere beschrijving van de warmwaterbadtest en de randvoorwaarden voor alternatieve methoden (ook voor plastic aërosols,…) Bijkomende vereisten voor lek- en druktesten + herstructurering 75 6. Tanks voor klasse 3 6.8.2.2.3 De onderdrukventielen en de be- en ontluchtingsinrichtingen (zie 6.8.2.2.6) die gebruikt worden op de tanks die bestemd zijn voor het vervoer van stoffen die – voor wat hun vlampunt betreft – beantwoorden aan de criteria van klasse 3, moeten de onmiddellijke vlamdoorslag in de houder verhinderen door middel van een geschikte beveiliging, or the shell of the tank shall be explosion pressure shock resistant, which means being capable of withstanding without leakage, but allowing deformation, an explosion resulting from the passage of the flame. 6.10.3.8 (b) VACUÜMTANKS VOOR AFVALSTOFFEN een inrichting die de onmiddellijke doorgang van een vlam verhindert moet geplaatst worden aan alle openingen aan de inlaat en de uitlaat van een pomp/evacuatieëenheid die vonken kan veroorzaken en die op een tank gemonteerd is die voor het vervoer van brandbare afvalstoffen gebruikt wordt, or the tank shall be explosion pressure shock resistant, which means being capable of withstanding without leakage, but allowing deformation, an explosion resulting from the passage of the flame; 76 6. Tanks • TT11 – Beproevingen - 6.8.4 - Uitsluitend voor LPG tankvoertuigen en afneembare tanks uit koolstofstaal - Akkoord nodig van de bevoegde overheid of erkend organisme - Hydraulische beproeving bij periodieke inspectie vervangen worden door niet-destructief onderzoek (NDT) mag - Resultaten van NDT moeten bijgehouden worden in tankdossier - Personneel betrokken bij NDT moet gekwalificeerd zijn en gecertificeerd volgens EN ISO 9712:2012 77 DEEL 7: BEPALINGEN MBT DE VERVOERSVOORWAARDEN, LADEN, LOSSEN EN BEHANDELING PARTIE 7: DISPOSITIONS CONCERNANT LES CONDITIONS DE TRANSPORT, CHARGEMENT, DÉCHARGEMENT ET LA MANUTENTION 78 7. Losgestort vervoer – 7.3 • VV-codes VC + AP-codes (kolom 17 van tabel A) • 3 basisbepalingen (VC) • + 10 bijkomende bepalingen afh. van de klasse (AP) • VC1 Het losgestort vervoerd in voertuigen met een dekzeil, containers met een dekzeil of containers voor losgestort vervoer met een dekzeil is toegestaan VC2 Het losgestort vervoerd in gesloten voertuigen, gesloten containers of gesloten containers voor losgestort vervoer is toegestaan 79 7. Losgestort vervoer VC3 Het losgestort vervoerd is toegestaan in voertuigen of containers die speciaal uitgerust zijn conform de normen die gespecificeerd worden door de bevoegde overheid van het land van herkomst. Als het land van herkomst geen Verdragsstaat bij het ADR is, moeten de voorgeschreven voorwaarden goedgekeurd worden door de bevoegde overheid van het eerste land dat Verdragsstaat is bij het ADR en dat door de zending wordt aangedaan • AP-codes Voorbeeld (klasse 4.2): AP1 De voertuigen en containers moeten voorzien zijn van een metalen laadbak en, wanneer ze uitgerust zijn met een dekzeil, moet dat onbrandbaar zijn. 80 7. Losgestort vervoer • Voorbeeld 1 VV 1 : Mag losgestort vervoerd worden in gesloten voertuigen, voertuigen met dekzeil, gesloten containers of grote containers met dekzeil. VC 1 : Het losgestort vervoerd in voertuigen met een dekzeil, containers met een dekzeil of containers voor losgestort vervoer met een dekzeil is toegestaan. + VC 2 : Het losgestort vervoerd in gesloten voertuigen, gesloten containers of gesloten containers voor losgestort vervoer is toegestaan. • Voorbeeld 2 : UN 1373 klasse 4.2 VV 4 : Mag losgestort vervoerd worden in gesloten voertuigen met een metalen laadbak, in voertuigen met dekzeil en met een metalen laadbak, in gesloten containers uit metaal of in grote containers uit metaal met dekzeil. VC1 , VC2 + AP1 : De voertuigen en containers moeten voorzien zijn van een metalen laadbak en, wanneer ze uitgerust zijn met een dekzeil, moet dat onbrandbaar zijn. 81 UN 3509 – afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd - VC2: Het losgestort vervoerd in gesloten voertuigen, gesloten containers of gesloten containers voor losgestort vervoer is toegestaan + AP10: De voertuigen en containers moeten lekdicht zijn of voorzien zijn van een gesloten lekdichte liner of binnenzak die bestand is tegen doorboring en die voorzien is van middelen die alle vrije vloeistof die tijdens het vervoer zou kunnen ontsnappen vasthouden, bijvoorbeeld een absorberend materiaal. De afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd met risidu’s die een gevaar of een bijkomend gevaar van de klasse 5.1 vertonen, moeten worden vervoerd in containers voor losgestort vervoer, die zodanig gebouwd of aangepast zijn, dat de goederen niet in contact kunnen komen met hout of enig ander brandbaar materiaal 82 7. Laden, lossen en behandeling • Nieuw 7.5.1.6 Alle omsluitingsmiddelen moeten geladen en gelost worden in overeenstemming met de behandelingsmethode waarvoor ze ontworpen, in voorkomend geval, beproefd werden. • 7.5.11 – CV 7 Before carriage, aluminium smelting by-products or aluminium remelting byproducts shall be cooled to ambient temperature prior to loading. Sheeted vehicles and sheeted containers shall be waterproof. The cargo doors of the closed vehicles and closed containers shall be marked with the following in letters not less than 25 mm high: "WARNING CLOSED MEANS OF CONTAINMENT OPEN WITH CAUTION“ This shall be in a language considered appropriate by the consignor. 83 DEEL 8: bemanning, uitrusting, exploitatie van voertuigen en documenten PARTIE 8: équipages, équipement et l'exploitation des véhicules et documentation 84 8. Opleidinggetuigschrift ADR-chauffeurs • Een beperkte basiscursus mag niet als basis dienen voor een opleidingsgetuigschrift voor klasse 1 of klasse 7. Bvb het opleidindingsgetuigschrift voor vloeibare branstoffen kan niet dienen als basis voor een uitbreiding naar klasse 1 en/of klasse 7. 85 8. Opleidinggetuigschrift ADR-chauffeurs De modellen van de geldige getuigschriften van de verschillende verdragslanden worden door de UNECE ter beschikking gesteld : http://www.unece.org/trans/da nger/publi/adr/adr_certificates .html 86 8. Opleidinggetuigschrift ADR-chauffeurs • Overgangsbepaling 1.6.1.36 - Opleidingsgetuigschriften nieuw model De opleidingsgetuigschriften van de bestuurders die afgeleverd zijn vóór 1 januari 2014 en die niet voldoen aan de voorschriften van 8.2.2.8.5 die van toepassing zijn sinds 1 januari 2013 voor wat betreft de volgorde die gebruikt wordt voor de presentatie van de datums in de rubrieken 4 en 8, de kleur (wit met zwarte letters), de aanwezigheid van de nummers van de rubrieken 9 en 10, op de versozijde van het getuigschrift als introductie op de lijst van de klassen waarvoor het getuigschrift geldig is, mogen nog worden gebruikt tot het einde van hun geldigheidsduur. 87 DEEL 9: CONSTRUCTIE EN GOEDKEURING VAN VOERTUIGEN PARTIE 9: CONSTRUCTION ET AGREATION DE VEHICULES 88 DEEL 9 – PARTIE 9 • Update van de referenties naar EU-richtlijnen vermeld in ADR deel 9 – bvb. Richtlijn 2007/46 • Mise à jour des références vers le directives européennes mentionnées dans la partie 9 de l’ADR – p.ex. Directive 2007/46 89 9. LNG • FL en OX voertuigen op LNG: • LNG toegestaan als brandstof mits: - Brandstof niet in contact kan komen met hete delen van het voertuig of met de lading (bvb. ook bij LNG venting) - ECE R 110 wordt gerespecteerd voor LNG voertuigen – indien niet is er een goedkeuring nodig van de bevoegde overheid van het land van inschrijving en een aantoonplicht van equivalente veiligheid • Van kracht via multilateraal akkoord M 276 in België, Nederland en UK tot 31/12/2016, daarna in ADR 2017. 90 CONTACTS (tot 31 december 2014) Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging • Reglementering ADR Directie Strategie en Regelgeving Dienst Reglementering Voertuigen Sabine Vercruysse – 02/277 39 04 Michaël Bogaert – 02/277 36 11 Mail: [email protected] • Operationele aspecten ADR (ADR-chauffeurs, veiligheidsadviseurs, bedrijfsinspecties, ….) Directie Certificatie en Toezicht Dienst Certificatie – ADR Secretariaat - 02/277 39 02 Mail: [email protected] • Wegcontrole ADR Directie Vergunningen en Controle Dienst Controle op het Wegvervoer 91 www.mobilit.belgium.be >> wegverkeer >> vervoer van goederen en reizigers >> Gevaarlijke Goederen (ADR) >> circulations routière >> transport de marchandises et voyageurs >> marchandises dangereuses 92 Vragen 93