Een visie op het Nederlands Duinbeheer

advertisement
Een visie op het Nederlands
Duinbeheer
Rienk Slings
2011
Inhoud
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Wie ben ik?
Wat is beheren?
Hoe “werkt” het duinlandschap?
Hoe heeft de mens dit beinvloed?
Wat zijn de belangrijkste “knoppen”?
Wat zijn de belangrijkste maatregelen?
Welke ontwikkelingen zijn te voorzien?
Welke reactiemogelijkheden heeft de beheerder?
Onderzoek en beheer
Klimaatverandering
Conclusie
Even voorstellen
Rienk Slings
Achtergrond: vader duinbeheerder; opgegroeid in duin
Ecoloog (VUA)
Staatsbosbeheer (1979 – 1985)
PWN (1985 – nu)
Functie (staf): Beheeradviseur
Terreinen: Noord-Hollands Duinreservaat, Nationale Park
Zuid-Kennemerland (ged), landgoed Marquette. Tot
>7000 ha
Wat is beheren?
• Beheren = manipuleren van
natuurterreinen en hun omgeving voor
maatschappelijke doelen
– Intern beheer: manipuleren terrein zelf (fysiek)
– Extern beheer: manipuleren omgeving
(bestuur)
• Beheren veronderstelt begrip van het te
beheren object
Hoe “werkt” het duin?
• Huidig duinlandschap resultaat >700 jr
kustafslag
• Aangroei lokaal en tijdelijk
• Secundaire duinvorming is het dominante
proces:
– Kalkarm: loopduinvorming vanuit zeereep
– Kalkrijk: paraboolvorming vanuit zeereep
• Resultaat: mobiele duinen wandelen
permanent (ws in golven) door het duin.
geboorte van een paraboolduin
Wandelende duinen
Wandelende duinen
Hoe “werkt” het duin?





maaiveld zoekt telkens het grondwater op,
dwz geen verdroging
bodems worden steeds vernietigd, dwz geen
(permanente) verzuring, geen verrijking
oude successiestadia worden telkens
vernietigd, dwz geen verhouting
wind, zand en zout ongeremd, dwz
successie zeer traag
begrazing door konijnen + evertebrate
herbivoren – kiemplanten bomen en struiken
Menselijke invloed
• Tot 19e eeuw extensief: jacht, veeteelt,
maaien, kappen, trekken, plaggen..
• Maar: landschap toen veel kwetsbaarder,
dus invloed ws groter dan nu
• Vanaf 19e eeuw: invloed steeds sterker en
grootschaliger
Ca 1900
Menselijke invloed
Vanaf eind 18e eeuw:
•Duinen vruchtbaar maken
Vanaf midden 19e eeuw:
•Duinen en achterland beschermen tegen
zee
Menselijke invloed
Gevolgen:
•Mobiele duinen vastgelegd (laatste ca
1920, Schoorl)
•Buitenste duinenrij omgevormd tot dijk:
zeereep
• twee belangrijkste verstoringsbronnen
(disturbance) onklaar gemaakt, daarmee..
• “werking” grotendeels beëindigd
Loopduin in volle glorie
En.. vastgelegd
Menselijke invloed
Twintigste eeuw (ramp eeuw voor duin):
•Verdere ontginning
•Complete vastlegging (permanente inspanning)
•Bebossing op grote schaal
•Waterwinning > verdroging
•Versnippering door wegen, waterlopen,
dorpsuitbreiding, grote industrievestigingen ..
•Toxische- en eutrofierende luchtverontreiniging
•Eerste generatie bestrijdingsmiddelen
•Plezierjacht: uitzetten, predatoren bestrijden
•Oorlog, …
•Klimaat!
•&tc.
Menselijke invloed
Conclusie:
Duin natuurlijk…?
NEEN!
Beheer: de ”knoppen”
• >plm. 1960: functie Natuur steeds
belangrijker
• Nadenken hoe functie vorm te geven
Beheertypologie:
• Extern beheer
• Procesbeheer
• Patroonbeheer
Beheer: de “knoppen”
• Extern beheer = maatschappelijke
randvoorwaarden op orde brengen en
houden
• Proces(herstel)beheer = essentiële
storingsregimes herstellen
• Patroonbeheer = waardevolle
cultuurlandschappen behouden
Beheer: de “knoppen”
• Procesbeheer:
– herstellen proces van duinvorming vanuit de
zeereep (afslag nodig > slim suppleren!)
– herstellen mobiele duinen (grootschalige
verstuiving, remobiliseren)
– herstellen kleinschalige verstuiving
– herstellen hydrologie
Beheer: de “knoppen”
Storingsregimes weer op gang brengen op
landschapsschaal vergt veel energie en
tijd.
Degradatie gaat ondertussen steeds door,
dus instandhoudingsbeheer nodig.
Instandhoudingsbeheer
• Verzuring: kleinschalige verstuiving op
gang brengen.
• Vermesting > vergrassing: begrazen,
maaien, plaggen
• Verdroging: waterwinning stoppen of
anders inrichten
• Verhouting: kappen, branden (??),
begrazen
• Exoten: maatwerk
Beheer: de “knoppen”
• Patroonbeheer: behoud waardevolle
cultuurlandschappen door vroeger gebruik
(in moderne vorm) voort te zetten,
bijvoorbeeld:
– Zeedorpenlandschap – begrazing,
onthouting, landjes (3-slag stelsel)
– Midden- en Binnenduingraslanden: agropastorale begrazing
– Hakhout – gefaseerd hakken
– Duinrellen – na herstel waterhuishouding
– Blekerijen
Toch wel romantisch..
Beheer: de “knoppen”
• Patroonbeheer – jonge patronen
– naaldbossen – hoever ga je? Aanplant?
– (gegraven) duinmeren – periodiek baggeren
– voerakkers – weer inzaaien
– landbouwvelden – weer in akkerbeheer
nemen
– (jacht) poelen – open maken en
onderhouden
– …
Enkele maatregelen uitgelicht
• Herstel vorming mobiele duinen in
zeereep
– spontaan waar het kan, kunstmatig waar het
moet
– spontaan: veel ervaring mee –gaat goed
– succesfactoren: winterafslag & weinig beheer
– kunstmatig: eerste project gepland
Enkele maatregelen uitgelicht
• Remobilisatie – vastgelegde vroeger
mobiele duinen weer mobiel maken
– veel ervaring mee
– na moeizame start nu mogelijk onder de knie
– succesfactoren:
•
•
•
•
Oude vorm in tact laten
Helm op kruin sparen
zeewaartse vallei niet (helemaal) kaal maken
NABEHEER
– Ervaring vnl met paraboolduinen; 1 loopduin
Geremobiliseerd loopduin NHD
Enkele maatregelen uitgelicht
• Begrazing
– veel ervaring mee; oudste (vzv bekend)
eeuwenlang continue; oudste “moderne” plm
40 jaar
– verschil herstel- en onderhoudsbegrazing
– onderhoudsbegrazing nog vnl ikv
Patroonbeheer, bv Zeedorpenlandschappen,
Midden- en Binnenduinlandschappen
– Resultaten floristisch zeer goed, structuur
redelijk, fauna wisselend
Enkele maatregelen uitgelicht
• Herstelbegrazing – bijdrage aan herstel
van verstarring, vergrassing en verhouting
– vaak grote gebieden (max 2000 ha) zeer lage
dichtheden, jaarrond, gemengd rund – paard
– ook: terreurbegrazing (geiten, schapen)
Werk zat!
Kunnen die het beter?
Enkele maatregelen uitgelicht
• Resultaten gebiedsdekkende begrazing
– doorgaans nog kort
– vergrassing wordt goed teruggedrongen;
bloemrijkdom neemt toe (niet overal..)
– sommige struweeltypen (Kardinaalsmuts)
worden sterk teruggedrongen, andere niet;
Duindoornstruwelen opener en floristisch
rijker
– weinig nieuw actief stuivend zand
– facilitering konijn lijkt te werken
Enkele maatregelen uitgelicht
– effecten op fauna wisselend, soms
tegenstrijdige resultaten (OBN-onderzoek
afwachten)
– negatieve effecten op drinkpoelen
Begrazing - tips
Persoonlijke noot: de notie van “terreinweerstand”
Ideaalbeeld: redelijk constante, complete gradiënt(en)
van graasinvloed met een belangrijk oppervlak
ONbeïnvloed.
onbegraasd >>..>>..>>..overbegraasd
Belangrijke stuurvariabelen: terreinweerstand en
dichtheid
Terreinweerstand:
obstakels waardoor grazers in terreingebruik gestuurd
worden: dichte doornstruwelen, steile hellingen,
reliëfrijk terrein, onsmakelijke begroeiingen,
geïnundeerde valleien, duinmeren, bossen zonder
ondergroei, ...
TERREINWEERSTAND
HOOG
LAAG
Begrazing - tips
• combinatie terreinweerstand en dichtheid
bepaalt de compleetheid en de “uitgerektheid”
van de graasgradiënt.
• maximaliseer terreinweerstand door oppervlakte
zo groot mogelijk (> 500 ha, liefst veel groter) te
kiezen.
• stem dichtheid af op de hoeveelheid
ONbeïnvloed terrein (te operationaliseren)
• bereik “niet gehaalde doelen” met aanvullend
beheer (ipv de graasdruk aan te passen,
waardoor de extensieve kant vd gradiënt
afneemt of zelfs verdwijnt).
Begrazing – vraagje
• Voor 1954 (Myx) – duinen eeuwenlang zeer
zwaar overbegraasd door konijnen
• Geen sprake van complete
structuurgradiënten
• Echte Duinsoorten aangepast
Waarom dan nu wel gradiënten in stand
houden?
Alleen voor recente kolonisatoren?
Onderzoek en Beheer
• Beheer is toepassen van wetenschappelijke
kennis
• Beheerder verplicht om op de hoogte te blijven
• Beheerder kan niet (altijd) wachten op onderzoek
• Beheerder stuurt dan ogv informele kennis
vergaard door jarenlange ervaring met effecten
van maatregelen en spontane gebeurtenissen in
zijn terreintype incl. die van zijn collega’s (netwerk
nodig)
• Beheerder moet zich bewust zijn van informele
karakter van zijn kennis en bereid nieuwe
wetenschappelijke kennis in te bouwen
Onderzoek en Beheer
• Onderzoeker en beheerder: samen
onderzoeksagenda opstellen
• Beheerder ideaal om hypothesen tegen
aan te houden
• O+BN
Welke ontwikkelingen te voorzien?
perspectief 25 jaar
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Klimaatverandering
Afname “ver-factoren” [hopelijk]
Historische vervuiling (ecotox)
Afname bezoekersdruk [vergrijzing]
Doorwerking dynamisering duinlandschap
Afname middelen voor beheer [golfbeweging]
Toenemend belang CHW tov natuur
Juridisering natuurbeheer
Meer Europese invloed? [hopelijk]
Klimaatverandering
•
•
•
•
•
•
•
Toename temperatuur (zomer en winter)
Verlenging groeiseizoen
voorjaarsdroogte ipv zomerdroogte?
(verdere) toename winterneerslag
zomerse kletterbuien
stormfrequentie? stormkracht?
zeespiegelstijging
Klimaatverandering
verwachting
Toename temperatuur
(zomer en winter)
Verlenging groeiseizoen
Voorjaarsdroogte ipv
zomerdroogte?
Toename winterneerslag
Zomerse kletterbuien
Stormfrequentie? kracht?
Zeespiegelstijging
Gevolg voor duinen
Areaalverschuiving
(nieuwkomers, blijvers, wijkers)
Versnelling successie
Vertraging succesie
Hydrologie grilliger
Watererosie; sterfte fauna
Toename dynamiek
Toename natte duinvalleien
Klimaatverandering
• Antwoord beheerder: duin
“klimaatbestendig”maken, door:
– vergroting inspanning dynamisch zeereepbeheer
– vergroting dynamiek rest duingebied – vooral
kleinschalige verstuiving
– beheer en inrichting gradiënten:
•
•
•
•
Droog – nat
Zoet – zout
Kalkarm - rijk
Voedselarm – rijk
– vermindering verdamping vegetatie > kwel
stabiliseert droogte-extremen
Klimaatverandering
Resultaat:
•Systeemeigen verstoringen krijgen ruimte
•Terreinheterogeniteit neemt toe
•Gradiënten worden “uitgerekter”
•Interne versnippering neemt af (ecoducten,
“zonnige zomen”)
•Verspreiding en gem. oppervlakte natte
valleien neemt toe (tot 2030: 17 ha NHD door
Zsp st.)
Klimaatverandering
• Verschuiven arealen naar het noorden.
• Belangrijkste opgave natuurbeheer = deze
verschuiving faciliteren, door:
– Verminderen versnippering (macro-schaal,
meso-schaal)
– Koesteren koude- en warme micro-refugia
– vraag: bij harde keuzes, kiezen voor wijkers of
blijvers/nieuwkomers?
Conclusie
• Na de ramp-eeuw is er veel verbeterd en
hersteld:
– kennis functioneren enorm toegenomen
– hydrologie sterk verbeterd – doorgaand herstel
NW
– begin gemaakt dynamisch zeereepbeheer
(belangrijkste LE-proces)
– begin gemaakt dynamisch duinbeheer
– “begrazingstekort” opgelost
– …
Conclusie
• Nog heel veel werk aan de winkel:
– duin klimaatbestendig maken
– historische aantastingen verwijderen
– onderzoek naar bottlenecks, bv
bloemarmoede; biomassa nachtvlinders,
toegankelijkheid bodem voor insecten, ..
– onderzoek naar onderbelichte ecotopen:
duinbossen, hoge struwelen, duinbronnen en
-beken
Conclusie
Kortom: aan de slag!
Download