Reconstructie met behulp van eigen weefsel De buikspiermethode TRAM-lap (gesteeld of vrij) (Transverse Rectus Abdominal Musculocutaneous-Flap) TRAM staat voor Transverse Rectus Abdominal Myoplasty. Het bijzondere van deze methode is dat een deel van de buikhuid, met onderhuids vet en de spier worden gebruikt om een borst te maken. Als de bloedtoevoer en de verbinding met de buikspier intact blijven spreekt men van een “gesteelde TRAM-lap”. Als de lap helemaal wordt losgesneden (los van uw lichaam) en later via mircochirurgie weer in de borststreek wordt vastgezet spreekt men van “vrije TRAM-lap”. Het gebruikte huid-en vetweefsel zal in leven gehouden worden doordat het gevoed wordt door bloedvaten die komen uit de grote rechte buikspier (rectus abdoninis). Die strekt zich uit van de borstkas tot de schaamstreek en is één van de vele spieren die samen de buikwand vormen. Ze moet onderaan worden ingesneden. Het geheel van weefsels wordt onder de buikhuid (die helemaal losgemaakt moet worden) geschoven en komt in de zone van de te reconstrueren borst. Ter hoogte van de borst worden huid en vetweefsel gemodelleerd om de omvang en de vorm van een natuurlijk uitziende borst na te bootsen. Voor wie is de TRAM-lap methode geschikt? Deze methode is geschikt voor volslanke vrouwen die niet of weinig aan sport doen. Als u erg slank bent is de TRAM-lap methode minder geschikt, omdat er dan wellicht in de buikwand te weinig weefsel overschot is voor deze methode. Dat geldt ook wanneer u al eens eerder aan de buik geopereerd bent. De plastische chirurg zal in elk geval eerst nagaan of u goed gezond bent en geen problemen hebt met de doorbloeding. Dat houdt in dat vrouwen die roken de TRAM-lap in de regel ontraden zal worden. Realiseert u zich dat de eigen weefselmethode een grote operatie is. Een goede algemene gezondheid en een sterke motivatie zijn hierbij belangrijke voorwaarden. De DELAY Deze voorbereidende operatie duurt één uur, waarin de toekomstige spierverplaatsing voorbereid wordt met een kleine snee net boven de lies (onderrand van de tram) dus geen extra litteken. Bij deze operatie wordt het andere bloedvat gekliefd zodat deze kan wennen aan alleen bloedtoevoer van boven. De operatie gebeurt in dagbehandeling, daarna is één week rust het 2 advies. Gemiddeld zitten er zes weken tussen de eerste operatie (delay) en de tweede operatie (TRAM-lap). Hoe lang duren operatie en herstel met de TRAM-lap methode? De operatie voor reconstructie met het buikweefsel vergt zo’n vier uur onder volledige narcose voor de gesteelde TRAM-lap en voor de vrije TRAM-lap (zes uur). Het kan zijn dat u een bloedtransfusie moet ondergaan. U zult daarna ongeveer drie tot vijf dagen in het ziekenhuis blijven. Pas zes tot acht weken na de operatie kunt u uw dagelijkse activiteiten weer oppakken. Echter, sommige vrouwen melden dat het soms nog wel een jaar duurt voordat ze hun normale levensritme weer hebben hervonden. De kans op complicaties is in de regel groter dan bij een reconstructie met een borst implantaat. Nog geruime tijd na deze operatie kunt u last van uw buikwand houden. Om de buikwand te verstevigen wordt een matje op de buikwand gehecht. De buikspieren blijven verzwakt. Dat kan problemen opleveren bij het sporten. Als u overweegt na uw reconstructie zwanger te worden zult u dat goed met uw chirurg moeten bespreken. De voor- en de nadelen Nadeel is het risico op gedeeltelijk afsterven van de gebruikte buikhuid bij de gesteelde TRAM. Risico bij een vrije TRAM is het dichtslippen van de gemaakte vaatverbinding. Dit vraag om acuut ingrijpen. In de meerderheid van de gevallen krijgt de patiënt uiteindelijk een soepele warme borst. Voordeel is het een “twee in één” ingreep, gezien de borst gereconstrueerd wordt en gelijktijdig een klein buikje weggenomen wordt. Chirurgie met de eigen weefselmethode is een grote operatie. U zult meerdere dagen in het ziekenhuis moeten blijven en het duurt langer voordat u helemaal hersteld bent. Er ontstaan extra littekens op de plaats waar de huidlap is weggehaald en op de plaats van de reconstructie. Tevens moet u rekening houden met een licht kleurverschil; de huid van de buik is nu eenmaal iets anders gekleurd dan die van de borst. Tot slot kan er sprake zijn van een afgenomen gevoel van de buikwand en in de gereconstrueerde borst. 3 Littekens Er ontstaan extra littekens op de plaats waar de huidlap is weggehaald en op de plaats van de reconstructie. Tevens komt er een litteken rondom de navel, welke een nieuwe plek krijgt in de huid. U moet rekening houden met een licht kleurverschil; de huid van de buik is anders van kleur dan die van de borst. Symmetrie Het is niet altijd mogelijk om de borsten volledig symmetrisch te maken en ook de vorm en de gevoeligheid van de borst(en) kunnen anders zijn dan u had verwacht. Voorbereiding Als u samen met uw arts heeft besloten tot een operatie worden een aantal zaken voor u afgesproken. Verzekering De secretaresse van de plastische chirurgie vraagt bij uw zorgverzekeraar de operatie aan. Borstreconstructie valt altijd onder verzekerde zorg. Medische fotograaf De medische fotograaf zal foto’s maken van uw (borsten) voor de operatie. Eventueel worden er een aantal maanden na de operatie weer foto’s gemaakt. Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze verdoving kan bij de TRAM-methode alleen via algehele narcose, dat wil zeggen dat u slaapt. U zult tijdens de operatie geen pijn voelen. Hierover kunt u meer lezen in de folder‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Via de afdeling opname krijgt u een afspraak bij de anesthesioloog 4 Bloedverdunners/medicijnen Als u bloedverdunnende - of antistollings middelen gebruikt, overlegt u met uw huisarts, plastisch chirurg of uw behandelend arts over het gebruik van deze middelen voor de ingreep. Soms moet gebruik van bloedverdunners tijdelijk gestopt of aangepast worden zoals Acetylsalicylzuur of Ascal, Sintrom (acenocoumarol) of Marcoumar (fencoproumon). Ook kan het zijn dat u via een injectie bloedverdunnende middelen krijgt. Dit om trombose te voorkomen. Overige medicijnen mag u gewoon innemen. Stop nooit op eigen initiatief met het gebruik van bloedverdunners. Ook andere medicijnen moet u melden, evenals eerder ondergane operaties en andere gezondheidsproblemen. De medicijnen die u tijdens verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in originele verpakking, bij opname mee te nemen. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: • een passende zwarte sport BH; • drukkleding voor de buik (wordt bij het intake gesprek met u afgesproken); • ondergoed en nachtkleding (eventueel nachtkleding met een voorsluiting); • kamerjas, pantoffels; • toiletartikelen; • lectuur en dergelijke. Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. 5 De dag van de operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling waar u wordt opgenomen. Op de afdeling krijgt u een kort opnamegesprek met de verpleegkundige. Dit is om te controleren of er de laatste weken nog veranderingen zijn opgetreden in uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden. Tevens vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u vragen heeft kan de verpleegkundige deze beantwoorden. Uw partner/begeleider kan bij het opnamegesprek aanwezig zijn, als u dat prettig vindt. Niet eten en beperkt drinken (nuchter zijn) U wordt in principe op de dag van de operatie opgenomen. Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer hierover kunt u lezen in de folder ‘Anesthesie (verdoving) bij volwassenen’. Hebt u een langdurige voorbereiding nodig dan wordt u een dag eerder opgenomen. Pijnstilling Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. De pijnmedicatie wordt op de verpleegafdeling aan u gegeven. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Meer hierover vindt u in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’ onder het kopje ‘Pijnmeting’. Scheren Het is aan te raden dat u de dag voor uw operatie thuis uw oksels scheert. Aftekenen van de borsten Voor de operatie worden uw buik/borsten door de plastisch chirurg afgetekend. Dit gebeurt in principe op de verkoeverkamer. Het kan ook zijn dat dit op de verpleegafdeling wordt gedaan dit is afhankelijk van het operatieprogramma. 6 De operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u de voorbereidende medicatie voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicatie voor de ingreep inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Op de afdeling krijgt u een operatiejasje aangetrokken. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht, hier worden u nog wat vragen gesteld waarna u naar de operatiekamer wordt gereden. Daar moet u over stappen op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint algemene of specifieke bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren. Direct na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (o.a. bloeddruk, polsslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon/begeleider. De verpleegkundigen controleren regelmatig de pols, bloeddruk en de doorbloeding van de nieuw gereconstrueerde borst(en) en de buikwond. Het kan zijn dat door de duur van de operatie u een blaascatheter krijgt. Deze wordt verwijderd als u voldoende mobiel bent. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Infuus Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Als u op de operatiedag ’s avonds weer zelf kunt eten en drinken en alle controles goed zijn 7 mag het infuus de volgende dag verwijderd worden. De wond Na de operatie zijn de borst(en) verbonden. Ook bevinden zich een of meerdere drains (slangetjes) in het wondgebied. Deze zijn verbonden aan flesjes om het vocht uit de operatiewond op te vangen. De verpleegkundige controleert regelmatig de wonden en verwijdert de drains gemiddeld twee dagen na de operatie. Dit veroorzaakt een vreemd en soms pijnlijk gevoel. Ook wordt het verband verwijderd. Na het verwijderen van de drains en het verband moet u een stevige sport bh en buikband dragen. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel beginnen met het drinken van water. Uitbreiding daarvan is afhankelijk van uw misselijkheidklachten. De dagen na de operatie De plastisch chirurg die u geopereerd heeft zal aan het eind van de operatiedag op de verpleegafdeling nog bij u langskomen om de operatie met u door te spreken. Dagelijks loopt een plastisch chirurg met een verpleegkundige visite en spreekt het beleid af. De dag na de operatie mag u naar kunnen uit bed en wordt u zonodig geholpen met verzorging. Na overleg met de plastisch chirurg worden in principe ‘s ochtends de tweede dag na de operatie de drains verwijderd. Met ontslag Tussen de derde en vijfde dag mag u met ontslag mits er geen complicaties zijn opgetreden. U krijgt een controle afspraak mee, die ongeveer tussen 7 en 14 dagen na de operatie plaatsvindt. De verpleegkundige neemt nog enkele praktische zaken met u door zoals bijvoorbeeld de leefregels. Zonodig krijgt u een recept voor verbandmateriaal en of medicijnen. Weer thuis Na de operatie ontstaat een sterke spanning in de weefsels. Het is dus raadzaam om onderstaande adviezen op te volgen. Hoe meer 8 rust u de operatiewond geeft, hoe mooier het litteken geneest. Na ongeveer 4 tot 6 weken kan u de meeste dagelijkse huishoudelijke werkzaamheden weer zelf verrichten. Gedurende zes weken na de operatie mag u niet: • slapen in buikligging • zijligging op de kant van de gereconstrueerde borst • slapen op de gereconstrueerde borst • zwaar tillen • vooroverbuigen • rek/strek/duwbewegingen maken • geen bewegingen maken waarbij veel kracht gebruikt moet worden zoals zwaar huishoudelijk werk of beroepsmatig zwaar lichamelijk werk • sporten • in de zon noch onder de zonnebank, daarna een half jaar met beschermingsfactor 30 of bedekt met badpak/bikini • in bad (douchen mag wel) Gedurende vier weken na de operatie mag u niet: • fietsen • autorijden zonder stuurbekrachtiging • zwaar tillen Gedurende twee weken na de operatie mag u niet: • autorijden Pijnbestrijding Als pijnstillers nodig zijn, is paracetamol (500 mg) vaak voldoende. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Als het nodig is kunt u de eerste twee dagen de pijn met pijnstillers onderdrukken en dit langzaam afbouwen. Dit doet u als volgt: • De eerste twee dagen neemt u vier maal daags - om de zes uur twee tabletten paracetamol van 500 mg. • Dan twee dagen vier maal daags - om de zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg. • Daarna stopt u en gebruikt u alleen zonodig bij pijn twee tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags). 9 Pijn kan ook een signaal zijn dat u onvoldoende rustig aan doet of voor ontsteking. Houdt u dus hierboven beschreven adviezen goed in acht en controleer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals toenemende zwelling, roodheid of wijken van de wond. Douchen Als de drains verwijderd zijn, meestal de tweede dag na de operatie, mag u douchen. Na het douchen de wondjes droogdeppen. U mag de eerste zes weken niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wondjes gebruiken. Hechtingen De hechtingen zijn oplosbaar. Mochten er nog hechtingen zitten die niet oplosbaar zijn dan worden deze op de polikliniek verwijderd. BH/Drukkleding Draag gedurende zes tot acht weken na de ingreep dag en nacht een zwarte stevige sport BH en drukkleding voor de buik. Littekenzalf Wilt u littekenzalf gebruiken om de littekens sneller soepel te maken, dan mag dit alleen op een volledig genezen wond worden aangebracht. Meestal is dat na drie weken het geval. De arbodienst U kunt met uw arts overleggen welke consequenties de operatie voor de uitoefening van uw werk heeft. De arts kan wanneer nodig informatie uitwisselen met uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts moet hiervoor een schriftelijk verzoek indienen. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van de operatie en nabehandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. 10 U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken. Mogelijke complicaties en risico’s Deze komen gelukkig weinig voor. De belangrijkste zijn nabloeding, wondinfectie, wondnecrose, vochtopstapeling (seroom) en soms een slechte doorbloeding van de huidlap of delen van de huidlap. Soms is hiervoor een operatie nodig om dit deel te verwijderen. Een milde zwelling in de buik aan de kant waar de buikspier verplaatst is. Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis? Gaat de wond wijken en krijgt u ontstekingsverschijnselen (koorts, roodheid, toenemende zwelling en toenemende pijn of een kloppend gevoel) neem dan contact op met de polikliniek plastische chirurgie telefoon (024) 365 82 35 tijdens kantoortijden. ’s Avonds ’s nachts of in het weekend neemt u contact op met uw huisarts, of met de Spoedeisende hulp van het CWZ (024) 365 83 22. Bericht van verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: • er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog • u ziek bent met koorts (griep) • u verhinderd bent door onverwachte privé- omstandigheden Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt dan naar de polikliniek plastische chirurgie. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken we met u een nieuwe afspraak. 11 Vragen U wordt naar beste kunnen behandeld, maar er kan geen garantie gegeven worden op een goed resultaat of een ongestoord verloop. Mocht u na het lezen toch nog vragen hebben, dan verzoeken wij u contact met ons op te nemen. Wij zijn u graag van dienst! U kunt uw vragen ook stellen aan de arts en verpleegkundige vóór de behandeling. 12 G638 / 05-17 Adres en telefoonnummers CWZ polikliniek Jonkerbosch Burgemeester Daleslaan 27 6532 CL Nijmegen Polikliniek plastische chirurgie, melden bij Meldpunt 4B Telefoon (024) 365 82 35 (tijdens kantooruren) Website: www.plastischechirurgie.cwz.nl