University of Groningen Direct gene transfer to plant protoplasts, basic aspects and application Steege, Gerrit van der IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1991 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Steege, G. V. D. (1991). Direct gene transfer to plant protoplasts, basic aspects and application s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 18-07-2017 CHAPTERVIII SAMENVATTING Directe gen overdíacht, direct gene transÍer(DGT),naar gersoleerdeplantecellen (protoplasten), zonderbiologische vectoÍ(e.9. bacterieoÍ virus)als intermediaií, wordt in het planten-onderzoekhooÍdzakelijk gebruikt vooÍ twee doeleinden: de oroductie van plantenoÍ weeísels stabielgetransÍormeerde en het meten van transiënteexpressievan, veelal chimaera, genen. Men spreekt van stabieletransÍormatie, wanneeíhet exogene DNA geïntegreerd raakt in het gastheer genoom en stabiel aanwezig blijÍt. Exogeen DNAkan na opnamein de protoplasten extÍachromosomaaltot expÍessie komen; deze expressieheeft een tijdelijk karakteÍen wordt daaromtransiënteexpressiegenoemd. In beide gevallenworden DNA moleculen, meestalbacteriëleplasmidenmet daaÍop de gewenste genen, ingebracht in zoveel mogelijk protoplasten. Opname kan bewerkstelligdworden door de protoplastmembranen doorlaatbaaÍ te maken met chemicalién (bijvoorbeeld poly-ethyleen glycol, PEG) of met elektÍische velden (electroporatie). Integratie van het opgenomen gen in het protoplastgenoom vindt niet in iederebehandeldecel olaatsen bovendienniet altijdop een dusdanigeplaats in het genoom,waar het in voldoendemate tot expressiekomt. Deze lage Írequentievan stabieletransÍormatiemaakt het gebruikvan selecteeÍbaregenen praktisch noodzakelijk bii dit soort experimenten.Produktievan stabieletransíoímantenkan, als praktische toepassing,leiden tot de ontwikkelingvan planten met nieuwe eigenschappen,die bijvoorbeeld een verhoogde produktie oÍ gevolg hebben. ziekte-resistentie tot Anderzijds kunnen stabiele transfoÍmanten gebruiktworden voor moleculairbiologische experimenten, bijvoorbeeld voor de bestuderingvan de Íunctie en Íegulatievan genen. Echter, het expÍessienivo van het ingebrachtegen is aÍhankelijkvan de plaats op het genoom,waaÍ het geintegreerd is. Dit bemoeilijkthet trekken van conclusies uit experimentenwaarbij expressienivo's van verschillende gen-constÍucten veígeleken worden. Grote groepen individuelestabiele transÍormantendienen gegeneÍeerden geanalyseerd te worden om conclusies te /Á^hfir..r.li^ên Voor het metenvan transiénteexpressieis van het gen-produkt de detecteerbaarheid van het ingebrachtegen van belang. Het grote voordeelvan het meten van tÍansiénte expressieten opzichte van het maken van stabiele transÍoímantenvoor gen-expressie studies is het enorme verschil in tijd-stip, waarop de resultatenvan de experimenten geanalyseerdkunnen worden. Terwijl het selecterenen regenererenvan een stabiele transÍormant, zelÍs vooÍ de "snelleÍe" plantensoorten en tíansÍormatie methoden,al gauw een paar weken duurt en met een protoplastals uitgangspuntzelfs maanden, kan het resultaat van transiënte exoressie reeds 1 à 2 dagen na DNA-opnamegemeten worden. Bovendienwordt bij het meten van gemiddelde tíansiënte expressie het expressienivo bepaald in een groot aantal cellen, waaÍdoor vergelijkingen gemaakt kunnen worden tussen verschillendeoenconstructen. Dit proeíschrift beschrijft onderzoek, waarinde DNA overdrachtnaar pÍotoplasten, hoofdzakeliikvia electÍoporatie,bestudeerd werd.Ruwwegkan het beschreven onderzoek in tweegedeeltenwoÍdengesplitst.Het eerste gedeelte (Hoofdstukkenll, lll en lV) beslaat onderzoeknaar het tÍansÍormatieproces op zich en de reactievan pÍotoplastenop de opname van DNA. In het tweede gedeelte (Hoofdstukken Vl en Vll) wordt de toepasbaarheid van het metenvan transiënte expressieonderzochten geillustreerdaan de hand van analyse van expressie van het Bglucuronidase (GUS) Íeportergen onder transcriptionele controlevan (gedeeltenvan) de promotoÍvan het korrelgebonden zetmeelsynthasegen uit aardappel. 90 ln Hoofdstuk I wordt eeÍst een korte inleiding gegeven oveÍ transÍoÍmatievan protoplastenom vervolgensuitgebreider in te gaan op een aantal stappen in het tíansÍormatie proces: a) de DNA overdracht naar píotoplasten,d.w.z.de passagevan de pÍotoplastmembraan;b) de detectievan de transfoímatie,d.w.z. de diverse merker-en Íeporter-gen systemen, die recentelijk ontwikkeldzijn; en c) de expressievan het opgenomen DNA: aandacht woÍdt besteed aan Íactoren,die het transiënteexpressienivo kunnenbeïnvloeden. De methodevan DGT,zoalsdie tijdensde ondeÍzoek-oeÍiodeontwikkeld is voor o.a aardappelsuspensieprotoplasten met behulp van electroporatieen het GUS reporteÍgen, staat beschíevenin HooÍdstukll. Een lastig punt bij het vergelijkenvan electroporatie experimenten, beschíeven in de literatuur, is het íeit dat de resultaten verkregen zijn met verschillendeappaÍatuuí en met verschillende vormen van elektrische velden.Het gebruikvan zowel (meervoudige) korte blok-pulsen,zoals toegepast bij het electroÍusie proces, als wel van langere, exponentieelaïnemende pulsen (ontlading van een condensator)kan leidentot meetbaÍe tíansiénteexoressie.ln HooÍdstuklll is de invloed van elektrische velden op de protoplast membraan nader bestudeerdmet behulp van zowel DNA-electroporatieals electroíusieexpeíimenten.Bij Íusie van de protoplasten,veÍoorzaakÍdooí een korteblokpuls met een hoge spanning(toegediendna oplijnen van de protoplasten in een wisselspanningsveld), bleek een kritische puls-spanningnodig te zijn om Íusie te veroorzaken. Bij hogere voltages werden respectabele (>50%) fusie peícentages gevonden.DNA opname na toedieningvan dezê "Íusie"-pulsenwas echter niet erg e f Í e c t i e.f De langere, exponentieel aÍnemende, eleklrische velden, alsmede complexepulsen,bestaandeuit een hoge en een, langere, lage spanning-component, bleken etfectiever. Het fusie-gedrag van píotoplastenbleek wel een voorspellende waardete kunnenhebbenvoor de elektrische CHAPTERVIII parameters, nodig vooí effectieve DNAopname. De mate van transiênte expressie en de Íreouentievan stabieletransÍormantieis tot op zekere hoogte afhankelijk van de hoeveelheid opgenomen DNA. Echter, wanneerhet DNA eenmaalis opgenomenin de píotoplasten, betekent dit niet, dat automatischhóge tíansiënteexpressienivo's gÍóte aantallen stabiele bereikt, oí tÍansÍoímanten geproduceerd kunnen worden. Protoolasten van verschillende planten,ook al behoÍenze tot dezelfdesoort, kunnenverschillenin hun "competentie"om op exogeen DNA te reageÍen.HoofdstuklV behandelt expeÍimenten, waarin getÍacht (verschillende) Íeactie van weíd de pÍotoplastenop de opname van DNA te onderzoeken.Een eerste gedachte, dat de mate van nuclease aanwezigheid (een DNA afbÍekendewerking, tevens ooízaak van het tijdelijke karaktervan transiënteexpressie)in de píotoplasten,het nivo van expressie bepaalt,bleek niet op te gaan. Aanwijzingen werden gevonden, dat verschillen in de hoeveelheidaanwezige nuclease activiteit tussen de diverse soorten protoplasten positieÍnoch negatieÍcorreleerdenmet het nivo van tÍansiënteexpíessie.Tevensbleek, dat met het gebÍuikte electÍoporatiesysteem de omstandighedenwaaronder maximale transiënte expressie werd bereikt, gÍote gevolgen had vooÍ het overlevingspeÍcentagevan de protoplasten.Vaak ging een overlevingvan 2O7"oÍ lager gepaard met de hoogste expressie in het betreffende experiment. Dit hoge sterfte cijfer van de protoplastenbleek niet zozeerhet gevolg te zijn van de elektrischebehandeling,als wel van de opname van DNA of de combinatie van beide. Ondankslage overlevingvan dê protoplastenen een snelle aÍbraak van het opgenomenDNA kunnenblijkbaarzeer goed transiënte expressie experimentengedaan worden. Uit een aantal expeÍimentenbleek, dat veelanderemodiÍicaties ootredenaan het aangebodenDNA.Ligatievan lineairestukken DNA bleek een proces, dat veelvuldig CHAPTERVIII nodig vooÍ effectieve DNA- van transiënteexpressieen de ln stabieletÍansformantieis tot hoogte aÍhankelijk van de opgenomen DNA. Echter, DNAeenmaalis opgenomenin sten, betekent dit niet, dat hógetransiénteexpressienivo's gÍóte aantallen stabiele geproduceerd kunnen 9n otoplasten van verschillende al behorenze lot dezelfdesoon, rhillenin hun "competentie'om DNA te reageren.HooÍdstuk lV xpenmenten, waaÍin getracht (verschillende) reactie van op de opname van DNA te Een eeÍste gedachte, dat de oleaseaanwezigheid(een DNA eÍking,tevensoorzaakvan het der van líansiënteexpressie)in ten, het nivo van expÍesste í niet op te gaan. Aanwijzingen nden, dat verschillenin oe aanwezige nuclease activiteit Civerse soorten protoplasten negatiefcorreleerdenmet nel ;iënteexpressie.Tevens bleek, ebruikteelectroporatiesysteem ;heden waaronder maximale pressie werd bereikt, gÍote td voor het overlevingsn de protoplasten. Vaak ging van20%oÍ lagergepaard met :xpressie in het betreffenoe it hoge slerfte cijíer van de leekniet zozeerhet gevolg te :ktrischebehandeling, als wer re van DNA oÍ de combinarre dankslage oveÍlevingvan de n een snelleaÍbraakvan het ,lAkunnenblijkbaarzeer goed ressie experimenten gedaan n aantalexperimentenbleek, modiíicaties optredenaan het ,lA.Ligatievan lineairestukken en proces, dat veelvuldio CHAPTERVIII voorkwam. Opvallend was o.a., dat electropoÍatie van twee gelineaÍiseeÍde plasmiden,met op het ene molecule het rêpoÍteÍgenen op hei anderede benodigde píomotor,resulteeÍdein transiënteexpressie tot 20-30%van het nivo bereiktmet een intact chimeer construct.Het transÍormatiesysteem en het gebruik van protoplastenwoíden kort geëvalueerdin HooídstukV. HoofdstukkenVl en Vll gaan in op het gebruik van transiënteexpressiemetingen om het íunctioneíen en de regulatie te bestuderenvan het korrelgebonden zetmeelsynthasegen uit aardappel.Dit gen (GranuleBound Starch Synthase, GBSS) is veÍantwooídelijk voor de produktie van amylose, een component van zetmeel. Promotor Íragmenten van dit gen werden gekoppeld aan het GUS reportergen. HoofdstukVl bespreektkarakterisering van de stíuctuuÍ van de GBSS oromotoÍ via tíansiénte expressie metingen, uitgevoeÍd met chimaera constíucten in suspensie pÍotoplastenvan 3 aardappelcellijnenen een wortel lijn. Het GUS gen bleek goed tot expressiete komen onder invloedvan GBSS promotor sequenties.Tevens konden met behulp van transiénteexpressieexperimenten duidelijkeverschillenin activiteittussen de diverse constructengemeten worden. O.a. bleek de oromotoractiviteitvan een 0.4 kb fÍagment groter te zijn dan die van een fÍagmentvan 0.8 kb. HooÍdstukVll beschrijftonderzoeknaar gereguleerdetransiënte expressie van de GBSS-GUS chimaera genen. Transiënte expressieweÍd gemetenin blad-protoplasten van diverse soorten olanten. Met name in aardappelprotoplastenbleek het expressie nivo in blad pÍotoplastenbeduidend lager dan in, ongedifÍerentieerde,suspensie pÍotoplasten. lncubatie van suspensie protoplastenin licht, na transÍectiemet DNA, bleek een remmendewerkingte hebbenop tÍansiënte GBSS-GUS expressie; dit in tegenstellingtot blad protoplasten,Analyse van stabiele tÍansÍoÍmantentoonde aan, dat een GBSS píomotoÍ íragment van 0.4 kb YI voldoendewas vooÍ weefsel-aÍhankelijke GUS expressie:zowelvoor de 0.4 kb als de 0.8 kb GBSS promotor kon, vergeleken met expressie in blad, tot een 1500-voudige verhogingvan GUSactiviteitgemetenworden in geïnduceerde microknollen. Transiënte exoressie van de GBSS constructen kon gedurende verhoogdwordendoor suspensies lange tijd te kweken bij hogere sucíose concentraties. Het gebruik van pÍotoplastenvooí de produktie van stabiele tÍansÍormantenzal, vooral met de opkomst van nieuwere DGT techniekenals de "particlegun",waarschijnlijk mindeÍ belangrijkworden. Echter,met name de experimentenuit de HooÍdstukkenVl en Vll tonen de waarde van tÍansÍormatievan protoplastenen het volgen van transiênte expressievan ingebrachtegen-constructen vooí moleculair genetisch onderzoek. gen-expressie Wanneer weeÍsel-aÍhankelijke bestudeeÍdwoídt, met behulp van chimaera genen, dan ligt de noodzaak van het genereÍenvan stabieletransfoÍmantenvooÍ de hand. Verschillenin expressieniveaus, gemeten in diverse weefsels van een tÍansgene plant, kunnen informatie verschatÍenover de werkino en reoulatievan een planten-gen. Echter,wanneerde sterktevan een promotor of de verschillende activiteit van meerdere promotorÍragmentenbepaald moet woíden, dan zijn tíansiënteexpressieexpeíimenten zeeí nuttig.Het feit dat een gevondenwaaíde voor transiênte expressie de gemiddelde expressie vertegenwoordigtvan een paaÍ honderdduizendindividuelecellen,maaktdit soortexperimentensuperieuraan de analyse grote van, hoeveelheden, stabiele transÍormanten.