Theorie H1/H2 (Galileï-transformatie, 2.7 Leid de transformatieformules af voor de snelheid en versnelling van een puntmassa in twee referentiestelsels die met een constante snelheid t.o.v. elkaar bewegen. b) Toon het al dan niet geldig zijn aan van de drie wetten van Newton in alle inertiaalstelsels. H2 (2.10-2.12) Leg het verschil uit tussen statische en dynamische wrijvingskracht. Geef de definities voor hun bijhorende wrijvingscoëfficienten. Bespreek hoe men deze kan bepalen. Geef tenslotte het verloop weer van de Fw wanneer de ingrijpende tangentiële kracht groter wordt en bespreek dit. H2 (2.15-2.16/2.19) Kromlijnige beweging van een puntmassa: leid uitdrukkingen af voor de baanversnelling en de normaalversnelling, en analyseer de dynamica van een conische slinger. H3 (3.3 – 3. Definieer een conservatieve kracht. Toon met een voorbeeld aan waarom een puntmassa in een centraal krachtveld potentiële energie bezit, en maak duidelijk waarom er een unieke relatie is tussen arbeid en potentiële energie H4 (4.7-4.9) Leid af: de dynamische bewegingsvergelijking van de relatieve beweging in een tweedeeltjes stelsel o.i.v. inwendige krachten, interpreteer en pas dit toe op de klassieke beschrijving van de dynamica van diatomische moleculen. Geef hoe je tot de vibratiefrequentie komt. H4 (4.14-4.15) Bespreek de volkomen inelastische botsing. H4/H5 (H5.2) Definiëer het massamiddelpunt, de impuls en het impulsmoment van een stelsel van deeltjes, en leid af en interpreteer: de bewegingsvergelijking van het massamiddelpunt en de rotationele vorm van de bewegingsvergelijking van een stelsel. H5 (5.10/5.12-5.13) Definieer het traagheidsmoment van een vast lichaam. Leid een uitdrukking af (waar het traagheidsmoment expliciet in voorkomt) voor het impulsmoment van een vast lichaam dat roteert rond een as door een vast punt. Toon een voorwaarde aan waarvoor de grootte van het impulsmoment evenredig is met dat van het traagheidsmoment. Vermeld dimensie en eenheden. H5 (5.14-5.18) Rotatie van een vormvast object om een vaste as in een inertiaalstelsel: formuleer de wet van behoud van impulsmoment en toon met een voorbeeld naar keuze aan dat inwendige krachten de rotatie-energie kunnen veranderen. H5/H6 (5.15, 6.10-6.11) Rotatie van een vormvast object. a) Vertrek van de definitie van elementaire translatie-arbeid om de rotatie-energie van een object af te leiden. b) Toon aan hoe in het algemeen de globale beweging van een vormvast object kan beschreven en geanalyseerd worden, en gebruik dit om de totale rotatie-energie van een object af te leiden, vertrekkende van deze van een stelsel van deeltjes. Maak een figuur om de argumentatie te verduidelijken. H6 (6.1-6.2) Beschrijf de bewegingsvergelijking van een roterend vormvast object zonder vaste rotatie-as en bewijs dat de wetten van Newton nog steeds gelden. H6 (6.4-6.6) Analyseer de beweging van een horizontale tol en gebruik deze analyse om de werking van een gyroscoop uit te leggen en gyroscopische effecten te verklaren. H6 (6.14-6.15) Bespreek de kinematica van de zuivere rolbeweging en de kinetische energie, en analyseer de dynamica van een zuivere rolbeweging op een hellend vlak . H6 (6.18-6.19) Verklaar de evenwichtsvoorwaarden van de statica en pas deze ook toe op de zwaartekracht (geef weer met een figuur). ((H7 (7.3-7.4) Examen Januari: Wetten van Keppler)) H7 (7.4) Satellieten en geef snelheid / totale mechanische energie in functie van hun baanstraal. H7 (7.7-7. Algemene gravitatiekracht in een CKV, leidt verband met Ep af. H7 (7.11-7.12) Bespreek een voorwerp aan het aardoppervlak in het zwaartekrachtveld van de aarde. Bespreek de schijnzwaartekracht. H8 (8.3-8.5) Bewijs: Coulombkracht = Centraal Krachtveld. Bereken a.d.h.v. de vorige afleiding de Epot. van een lading i./h. Coulombkrachtveld. Geef de definitie van de elektrische potentiaal en pas toe op bovenstaande. H8 (8.13-8.14) Geef microscopische oorsprong van de elasticiteit van vaste stoffen via vb. . Geef een verband tussen de interatomaire (microscopische) en macroscopische elastische constanten. H9 (9.9 e.v.) Inwendige/Uitwendige krachten bij vervorming: Bespreek en geef W en E-overdrachten. Energie bij torsie van een staaf. H3/H9 (9.9 e.v.) bespreek de wisselwerking van energie en arbeid in het algemeen bij elasticiteit en bespreek en bereken de elastische energie bij torsie. H10 (H10.1.6) Bespreek de oscillatie van de torsieslinger H10 (10.6) Analyseer Beweging/Energie van een fysische slinger H10 (10.11-10.12, 10.16-10.17) Gedwongen trilling, Energie-overdracht, Energieresonantie. H10 (10.2/10.18-10.20) Roterende vectorvoorstelling Harmonische Oscillatie. Samenstellen harmonische trillingen en zwevingen H11 (H11.5-11.7) Leid energie/energiedichtheid en energietransport van een mechanische harmonische golf af. En voor een sferische golf. H11 (11.8-11.9) Longitudinale golven in een staaf: Analyseer en bereken de snelheid ervan. Verandering van de geluidssnelheid met de Tijd. H11(11.3-11.5) Afleiding golf. Toepassen op harmonische golven. Toon aan hoe we plaats- en tijdsafhankelijkheid van de harmonische golf grootheden kunnen afleiden. H11 (11.15-11.16) Interferentie van staande golven. H12 (12.5-12.7) Leid de snelheid en vervorming af van een golf in een gas (= geluidsgolf). H12(12.12-12.14) Doppler effect bij mechanische golven H13 (13.3-13.4) Invloed Zwaartekracht op Hydrostatische Druk bij fluïda. Geef grafiek druk boven/onder wateroppervlak. H13 (13.5-13.6) Bij onderdompelen ontstaat een opwaartse kracht. Verklaar en Interpreteer (Wet van Archimedes) H13 (13.12-13.16) Bespreek oppervlaktespanning en oppervlaktpotentiele-energie en het verband tussen de twee. H13 (13.13-13.17) Geef oppervlakteenergiedichtheid, cohesiedruk, oppspanning en toon verband aan (dimensies en eenheden) bespreek en bereken capillariteitsdruk in een vloeistofdruppel en interpreteer, Energiedichtheid, druk in een gasbel. H13 (13.19-13.20) Bespreek capillariteit en contacthoek. H14 (14.2-14.5) Continuiteitsvgl+wet van Bernouilli afleiden en interpreteren. H14(14.7-14. Uistromen open vat. Uitdrukking Uitstroomsnelheid. Kracht vloeistof op vat verklaren (wet van behoud van impuls als oorzaak van die kracht). H14 (14.11) Microscopische oorsprong viscositeit H14 (14.12-14.14) Bespreek laminaire stroming in een buis (niet berekening van snelheid geven) aan de hand van het snelheidsprofiel en bespreek/bereken hierbij het volume debiet en het drukverloop. Omzetting E mech. in E nt.mech. . H15 (15.4-15.6) Energie van atomaire elektronen afleiden en effect van screening uitleggen. Lorenz – Einstein transformatie voor tijd en plaats en formule voor de snelheid en aantonen dat c invariant is in alle richtingen. H15 (15.8-15.10) Lengteconcentratie. Totale Relativistische Energie afleiden en bespreken. H16 (16.6-16.7) Geef de postulaten van Bohr. H16 (16.7-16. Uitdrukking baanstraal en energie van atomen / atomaire elektronen afleiden. H16 (16.12-16.13) Tunneleffect. Bespreek golf… van materie en verband onbepaaldheidsrelatie x en p. Kinetische gastheorie. a)ledi de gemiddelde vrije weglengte af voor ideale gasdeeltjes b)leid af en bespreek de toestandsvgl van Van den Waals voor re¨ele gassen c) Bespreek principe van equipartitie van Energie en hoe men hieruit de Tijdsafhankelijke Inwendige Energie van gassen bekomt met diatomische moleculen.