Workshop 1 Huisarts, zwangerschap en kraambed

advertisement
Workshop 1
Huisarts, zwangerschap en kraambed
31 maart 2017
Anna Seijmonsbergen-Schermers, MSc
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Vooraf
 Veel onderwerpen in vogelvlucht
 ‘Verloskundige’ kan ook zijn ‘verloskundig
actieve huisarts’
 Met dank aan:
 Marianne Prins, docent verloskunde Academie
Verloskunde Amsterdam Groningen
 Carla van der Sijs-Bos, klinisch geneticus, UMC Utrecht
 Evaluatieformulieren
 Presentatie online
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Wat komt vandaag aan bod?
 Preconceptieadvies
 Buikpijn en/of bloedverlies
 Urineweginfecties
 Hypertensieve aandoeningen
 Psychische problematiek (m.n. kraambed)
 De neonaat
 Laag- en hoogrisico bevallingen
 Neonatale mortaliteitscijfers
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Wat komt op 19 mei aan bod?
 Prenatale screening en diagnostiek
 Erfelijkheid
 Hyperemesis gravidarum
 Anemie
 Diabetes gravidarum
 Minder/geen leven voelen
 Borstvoedingsproblematiek
 Koorts in het kraambed
 Afsluiten van het kraambed door verloskundige
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Werkwijze
 Aan de hand van casuïstiek of vragen in 3 rondes
 In groepjes 1 casus of vraag uitzoeken
 Terugkoppeling aan groep
 Plenaire informatie
 Literatuurtips:






Boeken
KNOV-richtlijnen
NHG-standaarden
NVOG-richtlijnen
Farmacotherapeutisch kompas / Lareb
RIVM
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Tijdsplanning
 13:30-13:45 Introductie
 13:45-14:05 Ronde 1 - Casus uitzoeken
 14:05-14:30 Ronde 1 – Terugkoppeling
 14:30-14:50 Ronde 2 – Casus uitzoeken
 14:50-15:00 Pauze
 15:00-15:40 Ronde 2 – Terugkoppeling
 15:40-15:55 Ronde 3 – Casus uitzoeken
 15:55-16:25 Ronde 3 – Terugkoppeling
 16:25-16:30 Afsluiting
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 1: Casus A
 Mevr. Van Dammen (24-09-1989) komt op je




spreekuur. Ze heeft een kinderwens en wil graag
weten waar ze op moet letten voordat ze zwanger
wordt.
Wat vraag je uit?
Welke onderwerpen moeten aan bod komen?
Welke onderwerpen moeten bespreekbaar gemaakt
worden?
Welke rol kan de verloskundige hierin spelen?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 1: Casus B
 Mevr. Türkan (04-05-1976), G2P0
 OVG: vorige graviditeit (jaar geleden) bij 9 weken op





eerste echo geen hartactie, embryo van 8 weken oud, na
4 dagen curettage, algehele narcose, ruim bloedverlies
(600 cc), verder geen complicaties.
HG: 2 dagen geleden positieve zwangerschapstest,
EDLM 24-02-2017, had vanochtend bloedverlies.
Mevrouw is heel ongerust en bang voor een miskraam,
wenst direct een echo. Geeft aan zo snel mogelijk
curettage te willen als het ‘niet goed is’.
Wat vraag je uit? (aanvullende informatie bij docent
vragen)
Wat is je beleid? Zou je echoscopie aanbieden?
Wat leg je uit?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 1: Casus C1
 Mevr. Müller (11-08-1983), G1P0, 14+1 weken.
 Komt langs op het spreekuur i.v.m. vaginale
jeukklachten.
 Je neemt een vaginale kweek af.
 Op de uitslag zie je onder andere groep-B-streptokok
staan.
 Wat is je beleid?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 1: Casus C2
 Mevr. Schmidt (18-07-1980), G3P2, 33 weken zwanger,




laat urine controleren via de doktersassistente.
Ze is doorverwezen door de verloskundige in verband
met veel harde buiken sinds een paar dagen.
Omdat er sprake was van een urineweginfectie is de
urine op kweek gezet. Uit de kweek kwam dat er sprake
was van een kolonisatie van groep-B-streptokok.
Wanneer zet je urine op kweek?
Wat is je beleid i.v.m. de GBS? En wat zal het beleid van
de verloskundige zijn?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Terugkoppeling
 Per groepje – bevindingen kort presenteren
 Verantwoording en uitleg van gebruikte bronnen
 Mogelijkheid voor vragen
 Aanvullingen docent
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Preconceptiezorg
ZwangerWijzer
 Voedingsadvies
 Preventie infectieziekten (o.a. Listeria, Toxoplasmose,
CMV, Varicella, Rodehond, Parvovirus B19 en SOA’s);
werkgerelateerd
 Foliumzuur 0,4-0,5 mg/dag
 Preëxistente aandoeningen; medische en obstetrische
voorgeschiedenis
 Medicatie
 Leefstijl: BMI, roken, alcoholgebruik
 Erfelijkheid: familieanamnese; klinisch geneticus;
stamboom
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Erfelijkheid
 Wanneer is een verwijzing naar klinische geneticus
mogelijk zinvol?
NHG-standaard: niet meer na herhaalde miskramen
Belaste familieanamnese
Eerder kind met congenitale afwijkingen
Gevonden afwijkingen in zwangerschap met mogelijk
erfelijke determinant  prenatale diagnostiek
 Wens voor Preïmplantatie Genetische Diagnostiek
(volgt na IVF): bij hoog risico op ernstige aandoeningen
of herhaalde miskramen
 Consanguïniteit
 Infertiliteit




Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen preconceptiezorg
 NHG-standaard Preconceptiezorg
 NHG-standaard Miskraam
 www.zwangerwijzer.nl
 NVOG-richtlijn Herhaalde miskraam
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y.
Praktische verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum; 2009.
 www.huisartsengenetica.nl
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
DD bloedverlies 1e trimester
Verloskundige oorzaken:
 Dreigende miskraam
 Miskraam in gang
 Extra-uteriene graviditeit
(EUG)
 Innestelingsbloeding
 Molagraviditeit
 Contactbloeding
 Randvenebloeding
 SOA, Pelvic inflammatory
Gynaecologische oorzaken:
 Vaginitis, cervicitis, vulvitis
 Carcinoom
Andere oorzaken:
 Cystitis, blaasproblematiek
 Hemorroïden
 Stollingsstoornis





disease (PID)
Ectropion
Cervixpoliep
Condylomata
Vulvavarices, vulvaletsel
Intra-abdominale bloeding
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Miskraam - echoscopie
 Vanaf wanneer hartactie duidelijk zichtbaar?
 Vanaf wanneer echoscopie zinvol om vitaliteit vast te
stellen?
 Wanneer zekerheid over vitaliteit?
 Hoeveel procent v.d. vroege graviditeiten is vitaal bij
uitsluitend bloedverlies?
 Denk aan lichamelijk onderzoek:
 Palpatie van de buik
 Vaginaal toucher: uterus, adnexen, cavum Douglasi
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Miskraam
 Belinstructies:
 Hoeveelheid bloedverlies / aanhoudend bloedverlies
(>10 dagen na eerste bloedverlies)
 Hevige (toenemende) pijn en andere klachten
 Koorts
 Opties bij niet op gang komen van miskraam bij niet-
vitale graviditeit:
 Afwachten
 Behandeling:
 Curettage
 Medicatie: misoprostol
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Miskraam – nazorg
 375 IE anti-D-immunoglobuline i.m. ter preventie
van resusimmunisatie >10 weken bij resusnegatieve
vrouwen!
In principe door verloskundige.
 Psychische/emotionele verwerking
 Herhaalde miskraam: in vernieuwde NHG-standaard
wordt chromosoomonderzoek niet meer geadviseerd
 NHG: De huisarts en de verloskundige informeren
elkaar binnen een termijn van twee weken als er
sprake is van een miskraam of verwijzing naar de
tweede lijn.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
EUG (extra-uteriene graviditeit)
 Wanneer extra alert zijn?
 Aanwezigheid risicofactoren (EUG i.a., tubapathologie,
tubachirurgie, salpingitis, subfertiliteit, zwanger met
IUD of na laparoscopische sterilisatie)
 Geen intra-uteriene zwangerschap op echo, wel
positieve test
 Specifieke symptomen van buikpijn en/of
bloedverlies, slingerpijn, vage klachten of tekenen
van bedreigde circulatie
 Bepalen serum-hCG spiegel en transvaginale echo
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen miskraam/bloedverlies
 NHG-standaard Miskraam (vernieuwd in januari 2017)
 NVOG-richtlijn tubaire EUG, diagnostiek en behandeling
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y. Praktische
verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2009.
 Heineman MJ, Evers JLH, Massuger LFAG, Steegers EAP.
Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de mens.
Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2007.
 Cunningham FG, Leveno KJ, Bloom SL, Hauth JC, Gilstrap III
LC, Wenstrom KD. Williams obstetrics. Twenty-second
edition. New York: McGraw-Hill Companies, Inc; 2005.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Urineweginfectie - GBS
 Bij zwangeren en kraamvrouwen altijd urine op kweek zetten
 Hoe vaak komt GBS-dragerschap voor?
 Is antibiotica-profylaxe altijd geïndiceerd bij dragerschap?
 Welke factoren verhogen het risico op neonatale infectie
aanzienlijk?
 vroeggeboorte (< 37 weken)
 langdurig gebroken vliezen (> 18 uur)
 maternale koorts tijdens de baring (>38,3ºC, rectaal)
 ernstige maternale GBS-kolonisatie in de huidige zwangerschap,
zoals bacteriurie of urineweginfectie door GBS
 eerder kind met GBS-ziekte
 Verdiep je in het regionale protocol
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
NVOG-richtlijn:
Beslisboom bij
preventie en
behandeling van
neonatale GBS-ziekte
Let op regionale
protocollen!
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen GBS
 NVOG-richtlijn Preventie van neonatale groep-B-
streptokok
 NHG-standaard Urineweginfecties
 RIVM:
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/G/Groep_B_streptoko
kkeninfecties_GBS en
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/G/Groep_B_streptoko
kkeninfecties_GBS/Groep_B_Streptokokkeninfecties_en
_zwangerschap
 KNOV: http://www.knov.nl/vakkennis-enwetenschap/tekstpagina/704/groep-b-streptokokkengbs/
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 2: Casus A
 Mevr. Petrovna (01-02-1976), G3P1, 30+5 weken
 OVG: bevallen bij 41+3, sectio i.v.m. NVO, gb.
 Deze grav. ongestoord, SEO gb.
 Mevr. belt je aan het einde van de middag: heeft




sinds vanochtend buikpijn in gehele buik, lichte
rugpijn.
Bij uitvragen is mevr. wat gehaast en krijg je niet
veel meer informatie los.
Wat wil je per se nu nog weten van mevrouw?
Wat is je DD en welke symptomen horen hier bij?
Wat is je beleid?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 2: Casus B
 Mevr. De Jong (29-12-1981), G1P0, 37+3 weken.
 Ongestoorde graviditeit, wordt nu zwaar.
 Komt op het spreekuur i.v.m. veel last van
spataderen.
 Je meet nog even de bloeddruk. Deze is 145/95
mmHg.
 Wat wil je nog meer weten?
 Wat is je beleid en/of het beleid van de
verloskundige?
Ronde 2: Vraag C
 Een vrouw komt op je spreekuur omdat ze zwanger
is.
 Wanneer verwijs je haar naar de verloskundige en
wanneer naar de gynaecoloog?
 Welke anamnese-informatie heb je hiervoor nodig?
 Welke bronnen gebruik je?
 Wat is de beste termijn voor een eerste
zwangerschapscontrole?
 Wanneer moet ze een echo krijgen?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Buikpijn 3e trimester
 Extra informatie:
 Bloedverlies
 Vochtverlies
 Is er iets gebeurd gisteren of vanochtend (bijv.
gevallen, heftige lichamelijk activiteit, geweld)
 Andere klachten
 Soort pijn: terugkerend/continue;
steken/krampen/zeurend; plaats van de pijn
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
DD buikpijn 3e trimester
Verloskundige oorzaken:
 Fysiologisch: Braxton
Hickscontracties, groei uterus,
bandenpijn
 (Premature) partus
 Hypertensieve aandoeningen /
HELLP
 Abruptio placentae
 Uterusruptuur
 Zwangerschapshydronefrose
Andere oorzaken:
 Urineweginfectie
 Darmproblematiek (obstipatie)
 Griep, infectie orgaan of andere
orgaanproblematiek
 Peritonitis, chorio-amnionitis
 Stomp-buiktrauma
Gynaecologische oorzaken:
 Myoom
 Uterusanomalie
 Torsie adnex
 Cyste, carcinoom
 Wat vind je het meest
waarschijnlijk?
 Wat doe je met de
verloskundige?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen buikpijn
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y.
Praktische verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum; 2009.
 Heineman MJ, Evers JLH, Massuger LFAG, Steegers
EAP. Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van
de mens. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg;
2007.
 Cunningham FG, Leveno KJ, Bloom SL, Hauth JC,
Gilstrap III LC, Wenstrom KD. Williams obstetrics.
Twenty-second edition. New York: McGraw-Hill
Companies, Inc; 2005.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Hypertensieve aandoeningen
 Afkapwaarden: let op regionale protocollen
 Anamnese:
 Gegeneraliseerd oedeem
 Klachten: hoofdpijn, bovenbuikspijn (bandgevoel),
tintelingen vingers, misselijkheid en braken,
visusstoornissen
 Leven voelen!
 Groei foetus
 Aanvullende diagnostiek eerste lijn
 Aanvullende diagnostiek tweede lijn
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Hypertensieve aandoeningen
 Wat is je beleid aan de hand van de KNOV-
praktijkkaart bij deze cliënt?
 20% kans op posttraumatische stressstoornis na
ernstige preëclampsie.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen hypertensie
 KNOV-standaard Hypertensieve aandoeningen
tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode
 Praktijkkaart KNOV:
http://www.knov.nl/fms/file/knov.nl/knov_downloa
ds/392/file/Praktijkkaart_hypertensie_web.pdf?do
wnload_category=richtlijnen-praktijkkaarten
 Regionale afspraken, bijv. regioprotocol Netwerk
Geboortezorg Noordwest Nederland:
http://nwgz.nl/wpcontent/uploads/2014/11/regioprotocol_hypertens
ie_def._V_1.pdf
Verloskundige
IndicatieLijst
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen verwijsindicaties
 Verloskundige Indicatielijst: onderdeel van het
Verloskundig Vademecum:
http://www.knov.nl/vakkennis-enwetenschap/tekstpagina/524/verloskundigeindicatielijst/
 Herziene onderwerpen VIL
 NHG-standaard Preconceptiezorg
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y.
Praktische verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum; 2009.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 3: Casus A
 Mevr. Witham (21-03-1986), is bij 38+3 bevallen
van haar eerste kindje: dochter Simone. Het is nu de
4e dag en je komt op bezoek.
 Als je vraagt hoe het gaat, barst ze direct in huilen
uit. Ze kan maar moeilijk onder woorden brengen
wat er aan de hand is.
 Wat kan er aan de hand zijn?
 Bij welke symptomen moet je je ernstige zorgen
maken? En wanneer zijn deze emoties fysiologisch?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 3: Casus B
 Je bent op bezoek bij baby Joep. Hij is 3 weken oud,





is geboren bij 40+2 en krijgt borstvoeding. Het gaat
goed.
Het valt je op dat Joep geel ziet in het gelaat.
Is de icterus een probleem? Wanneer wel en
wanneer niet?
Wat zijn de afkapwaarden voor behandeling?
Wat zijn risicofactoren voor een ernstig verloop van
neonatale icterus?
Wie is verantwoordelijk voor Joep?
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Ronde 3: Casus C
 Mevr. Bouman, G1P0, 37+0, komt op je spreekuur
en geeft aan heel bang te zijn voor de bevalling
vanwege de hoge sterftecijfers in Nederland.
 In andere Europese landen zijn de getallen veel
gunstiger. Zou ze daar dan veiliger zijn om te
bevallen?
 En thuis: dat al helemaal nooit!
 Probeer recente literatuur te vinden over
mortaliteitscijfers en minstens 1 artikel over
sterftecijfers bij thuisbevallingen versus
ziekenhuisbevallingen.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Psyche in het kraambed (1)
 Postpartum blues: lichte stemmingsstoornissen
(emotionele labiliteit): 50-70% van alle kraamvrouwen
= fysiologisch
 Begrip, voldoende rust en ondersteuning
 Postpartumdepressie: depressieve stemming:
ontstaat weken tot maanden postpartum (meestal
niet in de eerste week)
 Klachten van affectieve aard
 Klachten van cognitieve en vitale aard
 Behandeling gelijk aan behandeling andere depressies
 Schildklierdiagnostiek!
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Psyche in het kraambed (2)
 Puerperale psychose: 0,1-0,2% van alle
kraamvrouwen = ernstig, ontstaat meestal 1e week
pp.
 Klachten: paranoïde gedachten of wanen, soms
manisch, angstig, extreem onrustig, niet slapen,
abnormaal gedragen: gelijk aan andere psychosen, wel
vaak gerelateerd aan het kind / moederschap
 Consult psychiater en opname noodzakelijk
 Verhoogde kans op herhaling, sterk verhoogd risico bij
bipolaire stoornis
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen psyche in het kraambed
 NHG-standaard Zwangerschap en kraamperiode
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y. Praktische




verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2009.
Heineman MJ, Evers JLH, Massuger LFAG, Steegers EAP.
Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de
mens. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2007.
Cunningham FG, Leveno KJ, Bloom SL, Hauth JC,
Gilstrap III LC, Wenstrom KD. Williams obstetrics. Twentysecond edition. New York: McGraw-Hill Companies, Inc;
2005.
NVOG-Richtlijn SSRI-gebruik in de zwangerschap en
tijdens de lactatie
KNOV-factsheet SSRI gebruik in de zwangerschap
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Late neonatale icterus
 Late neonatale icterus: icterus na 14 dagen bij à terme
kinderen en na 21 dagen bij premature kinderen.
 DD:
 Ongeconjugeerd:
 In samenhang met borstvoeding: verdwijnt meestal rond 6 weken,
maar kan nog langer aanhouden
 Versterkte hemolyse (afwijkingen in erytrocyten,
immuungemedieerd)
 Geconjugeerd: neonatale cholestasesyndromen:
 Structurele afwijkingen (galgangatresie, choledochuscyste)
 Infectie (CMV, Parvo, Enteroviridae)
 Metabool (CF, galactosemie)
 Endocrinologisch (hypothyreoïdie)
 Idiopathische neonatale hepatitis
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen neonatale icterus
 Richtlijn Hyperbilirubinemie: www.babyzietgeel.nl
 Boeken kindergeneeskunde
 Prins M, Van Roosmalen J, Scherjon S, Smit Y.
Praktische verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van
Loghum; 2009.
 Artikel in NTVG:
https://www.ntvg.nl/artikelen/icterus-prolongatusreden-voor-laboratoriumdiagnostiek-ook-bijborstgevoede-zuigelingen/volledig
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Mortaliteitscijfers (Perined)
2004
2015
Perinatale sterfte ≥22 wkn
10,0‰
7,3‰
Perinatale sterfte ≥24 wkn
7,9
5,0‰
Perinatale sterfte ≥37 wkn
3,2‰
1,5‰
Foetale sterfte ≥22 wkn
7,0‰
4,6‰
Foetale sterfte ≥24 wkn
5,6‰
3,3‰
Foetale sterfte ≥37 wkn
2,2‰
1,0‰
Neonatale sterfte tot 7 dgn ≥22 wkn
3,0‰
2,5‰
Neonatale sterfte tot 7 dgn ≥24 wkn
2,3‰
1,5‰
Neonatale sterfte tot 7 dgn ≥37 wkn
1,0‰
0,5‰
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Mortaliteitscijfers
 Evers et al. (2010): ‘Infants of pregnant women at
low risk whose labour started in primary care under
the supervision of a midwife in the Netherlands had
a higher risk of delivery related perinatal death and
the same risk of admission to the NICU compared
with infants of pregnant women at high risk whose
labour started in secondary care under the
supervision of an obstetrician.’
 Birthplace study (2011): ‘The results support a
policy of offering healthy women with low risk
pregnancies a choice of birth setting.’
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Mortaliteitscijfers
 De Jonge et al. (2015): ‘We found no increased risk of
adverse perinatal outcomes for planned home births
among low-risk women.’
 Hutton et al. (2009): ‘…no difference was shown
between groups in perinatal and neonatal mortality or
serious morbidity.’
 Janssen et al. (2009): ‘Planned home birth attended by
a registered midwife was associated with very low and
comparable rates of perinatal death and reduced rates
of obstetric interventions and other adverse perinatal
outcomes compared with planned hospital birth
attended by a midwife or physician.’
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Bronnen mortaliteitscijfers








Perined: www.perined.nl
EURO-PERISTAT Project with SCPE and EUROCAT. European Perinatal Health Report. The health
and care of pregnant women and babies in Europe in 2010. May 2013. Available
www.europeristat.com.
Evers AC, Brouwers HA, Hukkelhoven CW, Nikkels PG, Boon J, Van Egmond-Linden A, et al.
Perinatal mortality and severe morbidity in low and high risk term pregnancies in the
Netherlands: prospective cohort study. BMJ 2010;341:c5639.
De Jonge A, Baron R, Westerneng M, Twisk J, Hutton EK. Perinatal mortality rate in the
Netherlands compared to other European countries: a secondary analyses of EURO-Peristat
data. Midwifery 2013;29(8):1011-18.
De Jonge A, Geerts CC, Van der Goes BY, Mol BW, Buitendijk SE, Nijhuis JG. Perinatal mortality
and morbidity up to 28 days after birth among 743 070 low-risk planned home and hospital
births: a cohort study based on three merged national perinatal databases. BJOG
2015;122:720–8.
Blencowe H, Cousens S, Jassir FB, Say L, Chou D, Mathers C, et al. National, regional, and
worldwide estimates of stillbirth rates in 2015, with trends from 2000: a systematic analysis.
Lancet Glob Health 2016;4(2):e98-e108.
Birthplace in England Collaborative Group. Perinatal and maternal outcomes by planned place
of birth for healthy women with low risk pregnancies: the Birthplace in England national
prospective cohort study. BMJ 2011;343:d7400.
Janssen P, Saxell L, Page LA, Klein MC, Liston RM, Lee SK. Outcomes of planned home birth
with registered midwife versus planned hospital birth with midwife or physician. 2009.
DOI:10.1503/cmaj.081869.
Workshop 1 - Huisarts, zwangerschap en kraambed
Afsluiting
 Vragen?
 Evaluatieformulieren
 Powerpoint online
 Bedankt!
Download