50 jaar geleden overleed ‘Papa’ Heuss Theodor Heuss (1874-1963) stamde als rasechte liberaal uit de regio Zwaben (BadenWürttemberg). Hij was zowel politicus als Schöngeist, een verfijnd intellectueel die essays en biografieën schreef. Met hem als president van de Bondsrepubliek Duitsland van 1949 tot 1959 zou je met Plato haast kunnen zeggen dat er een filosoof aan de macht was. Sociaal liberalisme Na zijn studies in economie en kunstgeschiedenis werd Heuss hoofdredacteur van het tijdschrift Die Hilfe van de protestantse theoloog en politicus Friedrich Naumann (1860-1919) die een ‘sociaal liberalisme’ preekte. Naumann werd vooral bekend met zijn boek ‘Mitteleuropa’ (1915) waarin hij pleitte voor een economisch samenwerkingsverband van de Centraal-Europese mogendheden onder Duitse leiding. Naar hem is een belangrijke liberaal georiënteerde stichting vernoemd. In 1918 werd Heuss zaakvoerder van de Deutscher Werkbund, een economisch-culturele ‘Vereniging van kunstenaars, architecten, ondernemers en experts’ die naar een ‘veredeling van de nijverheid’ streefde vanuit het samenspel van kunst, industrie en ambacht. Later als bondspresident zou hij zich ook verder inzetten voor design en Warenästhetik (productesthetica) en zo volgens zijn biograaf Joachim Radkau bijdragen tot de modernisering van Duitsland. Volmachten In de jaren twintig van vorige eeuw, tijdens de kortstondige Republiek van Weimar die op het Duitse keizerrijk was gevolgd, engageerde de links-liberaal georiënteerde Heuss zich ook als politicus en publicist. Hij was samen met de beroemde socioloog Max Weber medeoprichter van de liberale Deutsche Demokratische Partei (DDP). Voor de Deutsche Staatspartei (DStP), de fusie van de DDP met een andere, zetelde hij van 1930 tot 1933 in de Reichstag, het Duitse nationale parlement in Berlijn. In de nadagen van Weimar was de DStP echter verschrompeld tot een betekenisloze partij. Haar vijf zetels kon ze bij de laatste formeel gezien vrije verkiezingen van 5 maart 1933 enkel behouden dankzij een lijstverbinding met de sociaaldemocratische SPD. Maar in tegenstelling tot de afgevaardigden van de SPD stemden de vijf liberalen, waaronder Theodor Heuss, op 23 maart 1933 toch voor het Ermächtigungsgesetz, de wet die de nieuwe regering onder kanselier Adolf Hitler volmachten moest verlenen. Net zoals Zentrum, de katholieke partij, meenden ze dat de moeilijke tijden waarin Duitsland zich bevond een krachtige leiding vereisten. Het zou helemaal anders uitdraaien dan ze in stilte nog hadden gehoopt. Hitler gebruikte de volmachtenwet om de Reichstag van zijn macht te beroven en de nationaalsocialistische dictatuur in te voeren. Alle andere partijen – ook degene die de volmachtenwet hadden goedgekeurd – werden verboden of ontbonden zichzelf onder druk van de nationaalsocialisten. Theodor Heuss verloor met de ontbinding van de DStP op 28 juni 1933 zijn mandaat als lid van de Reichstag. Nadat het Derde Rijk in rook was opgegaan, werd Heuss natuurlijk met de vraag geconfronteerd waarom hij die volmachtenwet had goedgekeurd. Hij beweerde dat hij zinnens was geweest tegen te stemmen of zich op zijn minst te onthouden, maar dat hij zich tenslotte vanuit fractiediscipline boog naar de meerderheid binnen de DStP (drie van de vijf). Hij deed het ook omdat oud-kanselier Heinrich Brüning hem en de andere dwarsligger had meegedeeld dat Zentrum ja zou stemmen op basis van de ‘garanties’ die Hitler hem had gegeven. Zijspoor De centrumrechtse politici werden slachtoffer van de illusie dat het niet zo een vaart zou lopen met de nationaalsocialisten of dat Hitler zich zou laten ‘temmen’. Voor Heuss betekende de periode van het Derde Rijk dat hij op een zijspoor werd gezet. In 1932 had hij met ‘Hitlers Weg’ nog een kritisch boek over de leider van de nationaalsocialisten geschreven. Dat boek moest er tijdens de door de nationaalsocialisten georganiseerde Bücherverbrennung van 10 mei 1933 aan geloven. Dat was een voorbode van het verbod dat Heuss zou treffen om te doceren en te publiceren. Tijdens de oorlogsjaren schreef hij wel nog onder pseudoniem voor sommige kranten. Ook vloeiden er nog enkele lijvige biografieën uit zijn pen, onder andere over de industrieel en ondernemer Robert Bosch. Schaamte Na de oorlog engageerde Heuss zich weer als politicus binnen de heropgerichte liberale partij. Op 12 december 1948 werd hij tot voorzitter van de Freie Demokratische Partei (FDP) gekozen. Een jaar later, op 12 september 1949, volgde zijn verkiezing tot president van de pas opgerichte Bondsrepubliek Duitsland. In die functie werkte hij als iemand die boven de partijen stond. Hij verwierp de stelling als zou er omwille van de nationaalsocialistische misdaden en de Jodenvervolging door het Hitler-regime een ‘collectieve schuld’ rusten op de schouders van het Duitse volk. Maar hij bekende zich wel tot een ‘collectieve schaamte’. Ook omdat het Deutschlandlied (met de regels ‘Deutschland über alles’) door de nationaalsocialisten was gecompromitteerd, wilde Heuss een nieuwe nationale hymne. Dat stootte op verzet vanwege de christendemocratische kanselier Konrad Adenauer en zo kwam er een compromis uit de bus waarbij alleen de derde strofe van het Deutschlandlied zou gezongen worden (met de regels Einigkeit und Recht und Freiheit). Sinds 1991, na de vereniging van de twee Duitse staten, geldt alleen de derde strofe als nationale hymne. Gentleman Als Schöngeist en als belichaming van de ‘Scholar and Gentleman’ (The Times, 17 april 1972) deed bondspresident Heuss er alles aan om het blazoen van Duitsland weer op te poetsen. Met zijn warme en gecultiveerde persoonlijkheid wist hij ook het vertrouwen van het buitenland te winnen. In eigen land was hij zo geliefd – de mensen noemden hem ‘Papa’ – dat de politiek een grondwetswijziging overwoog om een derde ambtstermijn mogelijk te maken voor hem. Dat wees hij echter van de hand. Precies vijftig jaar (en één dag) geleden stierf Heuss op 79-jarige leeftijd. Tijdens een herdenking door de Friedrich-Naumann-Stiftung gaf FDP-voorzitter Christian Lindner te verstaan hoezeer Heuss liberaal was en dat zijn levensdoel erin bestond ‘Dem Einzelnen die Macht über sein Leben zu geben’ (aan het individu de macht over zijn leven te geven). <Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>