Oneness Family School: een bijzondere montessorischool in Washington Greetje Hoekstra De Oneness Family School in Washington is een bijzondere montessorischool. Directeur Andrew Kott heeft voor de school een eigen concept ontwikkeld, waarin er naast montessori uitgangspunten en materialen ook plaats is voor andere invloeden. De school bestaat uit twee voorschoolse groepen en daarna uit iedere bouw één groep. Hieronder volgt het eerste deel van een uitgebreid interview met Andrew Kutt; het tweede deel verschijnt in de volgende MM. In dit eerste deel vertelt Andrew Kutt over de achtergronden van het curriculum van de school. Hoe is het allemaal begonnen? Andrew Kutt: ‘Na mijn studie ben ik gaan reizen en daarna ging ik naar graduate school aan De Universiteit van Carolina waar ik wereld literatuur studeerde. Op een gegeven moment vond ik het niet meer zo boeiend en ik ging nieuwe opties onderzoeken. Ik dacht erover om naar het Peace Corps te gaan of voor de United Nations te gaan werken of iets dergelijks. Ik had een spirituele leraar en hij zei: waarom begin je zelf geen school voor de vrede? Aangezien ik een idealist ben, leek het me een uitdaging om mijn ervaringen te bundelen en iets goeds voor de wereld te gaan doen. Eerst moest ik een pedagogische opleiding doen. Ik onderzocht verschillende opvoedkundige filosofieën en koos uiteindelijk koos ik voor een montessori training. Daarna werkte ik drie jaar op een montessorischool en in 1988 ben ik met zeven leerlingen de school gestart. Ik formuleerde mijn basisideeën en maakte een kader voor ons curriculum.’ Welke ideeën van Maria Montessori gebruikte u en welke nieuwe ideeën introduceerde u? Andrew Kutt: ‘Onze school is een officieel geregistreerde montessorischool en wij volgen de filosofie van Maria Montessori. Het belangrijkste daarvan het respect voor elk individueel kind. Wij nemen dit heel serieus en dat bepaalt ook elke beslissing die we nemen met betrekking to het curriculum. Wij gebruiken ook montessori materialen, hebben heterogene klassen en personeel met een montessori opleiding. Er is een sterk montessori element in wat wij met de kinderen doen. Tegelijkertijd incorporeren wij enkele specifieke methodes, ideeën en materialen uit andere concepten, in het bijzonder uit de Rudolf Steiner methode. Wij gebruiken ook de principes van meervoudige intelligentie, die door Howard Gardner zijn ontwikkeld en ideeën uit het werk van B.N. Eisler, die het programma “partnership education” heeft bedacht. Wij hebben ons “conflict resolution programma”, onze “positive discipline approach” en een studie van wereldreligies en wereldculturen. Wij leggen de nadruk op zelfreflectie en mind and body health. Wij mixen creativiteit met de leervakken. Deze ideeën hebben wij in de loop van de tijd ontwikkeld en dat maakt ons curriculum iets unieks.’ Wat is het spirituele aspect van de pedagogie op de Oneness Family School? Andrew Kutt: ‘Eerst moet je definiëren wat je bedoelt met spiritueel, want dat kan een heleboel verschillende dingen betekenen voor verschillende mensen. Een van mijn favoriete boeken is “Nurturing the spirit in the non-sectarian classroom”, geschreven door Eline Wolf. In dat boek spreekt zij over het verschil tussen het onderwijs van religie en het onderwijs in het spirituele, of spiritualiteit. Haar boek is een overzicht over het onderwijzen van spiritualiteit aan alle kinderen. Ons curriculum heeft drie delen, waarvan een zich richt op het spirituele aspect van de opvoeding. Het eerste deel zijn de leervakken; in dat deel bestuderen we de wereld rondom ons heen en onze focus is naar buiten gericht. In het “selfdiscovery aspect”, dat ons tweede deel is, focussen wij naar binnen. Het is dus meer een zelfreflectieve activiteit. Het is echt “selfdiscovery”; hier komt het spirituele element meer naar voren. Hier geven we de leerling de gelegenheid om het leven op een diepere en meer betekenisvolle manier te ervaren. In plaats van de delen van een bloem te bestuderen, een typische montessori activiteit, kun je een kind de mogelijkheid geven om met de bloem te zijn, hem te ruiken, ervan te genieten, of over de bloem te denken als een levende creatie van de aarde en zodoende het leven op een dieper niveau te ervaren. Het basisidee is dat de kinderen echt kinderen kunnen zijn en alle facetten van henzelf kunnen bestuderen, in plaats van hun geeste en intellectuele capaciteiten voor de toekomst te ontwikkelen. Een ander aspect van spirituele educatie is het overdragen van waarden, zoals tolerantie, mededogen, moed, goed zijn voor de aarde en delen met anderen. Ook bestuderen we de wereldreligies. Niet één religie, maar alle religies om ze te leren kennen, te respecteren en variëteiten te leren kennen waarop mensen vereren en hun geloof belijden. Dit vinden wij ook belangrijk.’ GH: Kunt u iets zeggen over transcendentie? Andrew Kutt: ‘Transcendentie is een term die we gebruiken om de vooruitgang die mensen maken op school te beschrijven. Dit geldt voor kinderen en voor volwassenen. Wij geloven in groei en ontwikkeling: ons gevoel voor waarden ontwikkelen en onze persoonlijke kwaliteiten maar ook de dingen die wij voor de wereld kunnen doen. Dus transcendentie betekent steeds betere en meer capabele mensen worden. Wij geloven in het verbreden van onze horizon en in het uitbreiden van onze mogelijkheden en in de ontwikkeling van elk individu. Wij leggen geen nadruk op competitie in onze school maar wel op “self-transcendence” of “self improvement”. We hebben gezien dat het heel effectief is, als kinderen zichzelf uitdagen om het beste uit zichzelf te halen en zichzelf niet vergelijken met anderen. Wij vertellen de leerlingen dat iedereen zwaktes en sterke punten heeft, dat iedereen talent heeft op een bepaald gebied en dat iedereen het nodig heeft om beter te worden. De kinderen hier zijn goed bekend met de term transcendentie en gebruiken hem om de vooruitgang die zij gemaakt hebben te beschrijven.’ Uw school heeft dans, braingym en yoga in haar programma. Hebt u nog meer beweging gerelateerde lessen? Andrew Kutt: ‘Het hangt een beetje van de leeftijd van de leerling af. Wij geven de allerkleinsten “creative movement”. Onze leerkracht mengt vier verschillende bewegingsactiviteiten met elkaar die de flexibiliteit en de ontwikkeling van het lichaam ondersteunen, bijvoorbeeld kracht en oog-hand coördinatie. Met de ouderen doen we bijvoorbeeld tai-chi en chi-gong, dus je vindt bij ons veel beweging en muziek. Braingym is heel specifiek, dat doen wij ook; helaas hebben we er niet zoveel ruimte voor.’ Kunt u iets vertellen over de buitenschoolse activiteiten? Andrew Kutt: ‘Wij hebben veel buitenschoolse activiteiten. Wij doen buiten aan fitness, gaan ook wel eens naar het park. Er zijn er twee in de buurt. De oudere leerlingen gaan elke dag naar het park. In ieder geval is iedereen een keer per dag buiten. Twee keer per maand gaan leerlingen op een fieldtrip die aansluit bij de thema’s waar zij in het curriculum mee bezig zijn. Dan hebben we langer durende trips voor de tweede en derde groepers naar een camping, eens per jaar. De vierde, vijfde en zesde groep gaan naar twee van dergelijke trips per jaar. De groteren gaan op vier trips en sommige daarvan zijn grote trips. Dit jaar gaan zij naar Utah, waar ze gaan wildwatervaren, trekken en klimmen. Dat vereist veel planning en financiële middelen. We hebben ook naschoolse programma’s die aansluiten bij het curriculum, bijvoorbeeld een schaakclub, dansclub, muziekclub, wetenschap club, drama, de peacekeepers club, basketball en en voetbalclub.’ Jullie school heeft Frans, Spaans, Italiaans en Zweeds in haar pakket. Hebt u speciale leerkrachten voor deze talen? Andrew Kutt: ‘De officiële vreemde talen zijn Frans en Spaans. Maar soms hebben we leerkrachten die Italiaans of Zweeds zijn, dus die kunnen de kinderen in hun klas wat Italiaans of Zweeds leren. Maar Frans en Spaans zijn een formeel deel van ons curriculum. De vreemde talen zijn een deel van ons curriculum met oog op het internationale aspect van onze school. Het is belangrijk dat de kinderen met verschillende mensen leren communiceren op verschillende plaatsen. Wij beginnen op een creatieve manier als de leerlingen nog klein zijn, later gaan ze naar een meer gevorderd niveau.’ Wat bedoelt u, als u zegt dat de kinderen over helden en heldinnen leren? Andrew Kutt: ‘De manier waarop we naar helden en heldinnen kijken, is afkomstig van Ryan Eisler. Zij beschrijft de geschiedenis als een continue zoektocht naar humanitaire samenwerking, partnerschap en vrede. In dit perspectief dragen de helden en heldinnen bij aan de ontwikkeling en vooruitgang van de mensheid. Het kunnen bijvoorbeeld dichters, schrijvers, muzikanten, wetenschapmensen of uitvinders, ontdekkingsreizigers, of andere mensen zijn. Het criterium is dat zij op de een of andere manier hun bijdrage aan de wereld geleverd hebben.’ Greetje Hoekstra is leerkracht en remedial teacher op de Montessorischool Stad in Almere en de Buitenveldertse Montessorischool in Amsterdam.