Verslag lezing prof Steve Hughes

advertisement
Hoe het brein van een montessorikind werkt: montessori en de hogere cognitieve functies
Bewerking van een lezing van Steve Hughes door Liene Heemstra-Hendriksen
Tijdens de annual general meeting van de AMI (Association Montessori International) in april van dit
jaar hield Steve Hughes een zeer inspirerende lezing. Het is het verslag van een neuropsycholoog die
verliefd werd op het montessori-onderwijs en die op zoek ging naar de oorzaak van zijn liefde. Het
onderzoek van Hughes richt zich op de relatie tussen Montessori en de hogere cognitieve functies.
De aanleiding
Steve Hughes kwam in contact met het montessori-onderwijs op een kinderkamp in Minnesota.
Jaarlijks komen daar honderden kinderen bijeen. Hughes deed onderzoek in het kinderkamp: welke
kinderen doen het goed, waar komen die betreffende kinderen vandaan en kan de leiding aangeven hoe
het komt dat die kinderen het zo goed doen?
Het bleek dat een hoog percentage van de kinderen die het goed deden afkomstig was van een
montessorischool, maar meer opvallend was de conclusie. De reden waarom deze kinderen het zo
goed deden was: deze kinderen hebben 'busy brains'.
Met deze conclusie besloot hij verder te gaan kijken en Hughes ging vervolgens observeren op diverse
montessorischolen; daar werd hij, in zijn eigen woorden, ‘verliefd op het montessori-onderwijs.’
Het was net alsof hij thuis kwam, de scholen waren een feest van herkenning. Niet omdat hij de vorm
van onderwijs kende, maar omdat het leek alsof het onderwijs was ontworpen door een zeer begaafde
neuropsycholoog. Aan alle voorwaarden om te leren, aan alle voorwaarden om de hersenen tot
ontwikkeling te stimuleren wordt op een montessorischool voldaan. Dit is onderwijs zoals het behoort
te zijn.
Opvallend vond hij bovendien dat montessori leerkrachten zoveel kennis hebben van de normale
ontwikkeling. Dat is een ongelooflijk sterk gegeven. Ze ontwikkelen zich voor en tijdens de praktijk.
Minder gericht zijn ze op de afwijkende ontwikkeling. Ze zijn daar ook minder naar op zoek, ze zijn in
hun handelen constant op zoek naar de juiste interventies. Door je te richten op de normale
ontwikkeling benoem je niet de onkunde van een kind, maar ga je uit van de mogelijkheden.
De hersenen
Hughes hield een uiteenzetting over de hersenen waarin hij liet zien dat de hersenen op te delen zijn in
secties. Zo is er een sectie die de functie ‘beweging’ vertegenwoordigt. Binnen die sectie beweging
zijn weer allerlei facetten te onderscheiden, zoals de beweging van de lip, de tong, etc.
Om het belang van de afzonderlijke delen van de secties aan te geven worden ze nuggets,
goudklompjes, genoemd.
Om te kunnen leren hebben we veel van die nuggets nodig. Zo is tijdens het leesproces de eerste stap
het waarnemen van de letters, bv een k een a en een t. De volgende stappen zijn onder andere het
decoderen, het benoemen, de klank-tekenkoppeling en uiteindelijk de betekenisverlening. Dat is het
moment dat het kind tot de ontdekking komt: ‘Hé, er staat “kat”.’ En dan snapt hij tevens dat het
woord en het plaatje van de kat aan elkaar gekoppeld behoren te zijn.
Al die stappen worden dus in afzonderlijke stukjes van de hersenen genomen. En dat kost moeite, dat
kost vaardigheid maar dat is tegelijkertijd ook een kwetsbaar proces. Bij de minste of geringste uitval
van een onderdeel van een willekeurige sectie wordt het gehele leesproces onderbroken. Daarom is het
voor leerkrachten van het grootste belang te investeren in een goedlopend proces.
Een van de belangrijkste aspecten om het proces soepel en ononderbroken te laten verlopen, is
bewegen. Motoriek staat in dienste van de cognitieve ontwikkeling Het voelen van een letter bevordert
en stimuleert dus het leesproces. Volgens Hughes voedt montessori-onderwijs de nuggets, voedt het de
functies.
Om een verbinding tussen de 'nuggets' tot stand te brengen zijn de netwerken belangrijk. De kwaliteit
van de omgeving maakt met name veel uit voor het aantal en de aard van de verbindingen die tussen
de hersencellen gelegd worden.
Als een mens denkt gaan allerlei delen van de hersenen aan het werk, er komen verbindingen tot stand,
etc. Letterlijk is er sprake van een oplichting van de hersenen. Als de kennis is ingebed en je dus
minder hoeft te denken, hoeft het brein niet meer op te lichten, je hebt minden neuronen nodig. Zo
wordt wat eerst een puzzel was, later heel gewoon..
De hersenen en leren
Om de hersenen goede nuggets en netwerken te laten ontwikkelen is er een aantal voorwaarden:
− Herhaling
− Veiligheid: gevaar verstoort de hersenontwikkeling
− Handwerk
− Ontdekkend leren: nieuwe dingen doen, zelf oplossingen bedenken, ruimte krijgen om de wereld
te verkennen
Aan al deze voorwaarden wordt op een montessorischool voldaan. De conclusie van Hughes luidde
dat montessorischolen de voorwaarden scheppen om te kunnen leren.
De hersenen en gedrag
We hebben het gehad over het leren, het proces van binnen. Maar er is natuurlijk ook een uiting,
datgene wat we doen, ons gedrag.
De prefrontale cortex verbindt de gebeurtenis aan de intentie we kunnen plannen, organiseren,
reflecteren schema's maken, strategieën uitstippelen.
Waaruit is gedrag opgebouwd?
1. Werkgeheugen: tijd, zelfbeeld, ordenen van informatie
2. Verinnerlijkte spraak: zelfinstructie, regels
3. Emotionele zelfregulatie: inhouden van emotie, motivatie, interactie met omgeving
4. Mentale simulatie: verbeelding, de wil
Die vier onderdelen samen leiden naar normalisatie. Normalisatie betekent: je houdt van je werk. En
dat leidt weer tot competentie, wat betekent: je bent goed in dat wat je doet.
Volgens Hughes is de voorbereide omgeving in de zin van een omgeving die de ontwikkeling
bevordert nergens zo goed en volledig als op een montessorischool. Het is een omgeving die niet
gericht is op controle maar juist op vertrouwen en, in nog sterkere mate, op respect. Dat is niet
aangeleerd gedrag, dat zit in de cultuur, in de omgeving in de interactie. Niet op één montessorischool
maar op alle montessorischolenscholen waar ook ter wereld. Het mooiste dat er op een
montessorischool plaatsvindt is dat de intelligentie van het kind zich kan ontwikkelen. De
eindconclusie van Hughes luidde dan ook: montessorikinderen zijn 'good at doing things'.
Liene Heemstra-Hendriksen is opleider aan de Hogeschool Edith Stein in Hengelo
Download