Na de Tweede Wereldoorlog Politiek Na de Tweede Wereldoorlog

advertisement
Na de Tweede Wereldoorlog
Politiek
Na de Tweede Wereldoorlog houdt de ‘koude oorlog’ de wereld in evenwicht. Tijdens de
oorlog waren de Verenigde Staten en Rusland bondgenoten. Daarna kwamen er grote
spanningen tussen het kapitalisme enerzijds en het communisme anderzijds. Het westen
richtte de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie op en de communistische landen
verenigden zich in het Warschaupact.
In de roerige jaren die volgden werd de Hongaarse opstand neergeslagen door de Russen,
werd de Berlijnse muur opgericht, kwam de Cubaanse rakettencrisis en duurde de
Vietnamese oorlog maar liefst 11 jaren.
Na de Tweede Wereldoorlog wisten veel Derde Wereldlanden zich los te maken van hun
koloniale verleden. Ook Nederlands-Indië maakte zich los van Nederland.
In de Nederlandse maatschappij was er nog steeds sprake van een verzuilde staat. Na de
oorlog kwamen de vertrouwde partijen terug: de katholieken, de hervormden, de
gereformeerden, de socialisten, de communisten, etc. Elke groep had zijn eigen kranten,
vakbonden, omroepverenigingen, etc. Pas in de jaren zestig kwam hier verandering in.
De jaren ’60 waren de jaren waarin het beter ging. De jaren ’50 waren jaren van
zuinigheid en hard werken. De economie begon in de jaren ’60 te groeien en de sociale
voorzieningen werden beter.
Toch kwamen er in de tweede helft van de jaren ’60 protesten. Dat gebeurde juist omdat
het beter ging: het volk wilde niet langer in het gareel en daarom hadden vakbonden de
leden niet langer in de hand. Zo ontstond het typische verzet van de jaren ’60. Tegen de
gevestigde orde, dus tegen elke vorm van autoriteit.
Cultuur
Voor een groot deel is de kunst na de Tweede Wereldoorlog een voortzetting van het
modernisme van ervoor. Toch zijn er verschillen te zien. Het is met name in de
Verenigde Staten dat de cultuur een vlucht neemt en veel Europese kunstenaars gaan daar
ook naartoe. Er ontstaan vooral schildersbewegingen die elk hun eigen interpretatie
hebben van het modernisme. (Action painters, colorfield painters, etc.)
In Parijs richtten de Nederlandse schilders Appel, Corneille en Constant het tijdschrift
Cobra op. Zij lieten zich inspireren door kindertekeningen en primitieve kunst.
In Amerika komt de popart op (‘popular art’). Die kunstenaars die dit beoefenen zoeken
hun inspiratie in de moderne consumptiemaatschappij. Zij maken kunst van de dagelijkse
dingen.
Literatuur
Tot ongeveer de helft van de jaren zestig overheerst het existentialisme in de literatuur.
De filosofische stroming 'Existentialisme', ontstond in de 19e eeuw bij denkers als
Friedrich Nietzsche en Sören Kierkegaard. Bij veel belangrijke naoorlogse auteurs vinden
we de ideeën van het existentialisme terug. Volgens de Franse schrijver Jean-Paul Sartre
kan de mens de zin van het leven niet ontlenen aan een hogere orde, zoals een God. 'God
is dood' schreef hij. Sartre ging zelfs zover dat hij het bestaan ontkent van bindende
morele principes. De mens is volgens hem tot absolute vrijheid veroordeeld en moet zijn
bestaan slechts verantwoorden tegenover de aanspraken van andere mensen, spitsroedend
lopend tussen conflicterende belangen. Dat betekent, dat de mens totaal zelf
verantwoordelijk is voor wat er gebeurt, en niets kan afschuiven op 'de wil van God'. Hij
is zelf verantwoordelijk voor de zingeving aan zijn individuele bestaan, wat niet
eenvoudig is zonder een God of een ideologie om je achter te verschuilen.
Existentialisten kunnen daarom buitengewoon zwartgallig zijn en walgen van het leven;
anderen zijn volkomen immoreel en materialistisch, er op uit om zoveel mogelijk te
profiteren van het korte bestaan; andere existentialisten kunnen er evengoed naar streven
om hun korte bestaan intelligent in te richten temidden van al die andere eenzame
individuen en evenwicht te vinden tussen al die botsende belangen, en misschien zelfs
helpen een wereld te creëren die aangenaam is om te bewonen. Kortom het
existentialisme is een uiterst heterogene stroming.
In de prozakunst leidde het existentialisme tot de 'roman noir' (Sartre, Ruyslinck,
Hermans). Maar ook tot absurdistische verhalen (Belcampo) die het leven ironiseren en
mensen ontmaskeren.
De mens is somber in de roman noir. De mens is eenzaam in een eigenlijk uitzichtloos
leven. De mens is slachtoffer en tegelijk verantwoordelijk. De mens loopt rond in een
chaotische werkelijkheid.
Download