Net2 AN1040-NL Installatie van de Net2 datalijn Verbinding van de datalijn Het meest voorkomende probleem, bij Net2 installaties, is de foutieve bekabeling van de buslijn. Het is uiterst belangrijk dat de volgende, eenvoudige regels gevolgd worden voor elke controller in de buslijn. De buslijn moet eveneens correct afgesloten worden met eindelijn weerstanden. De kabel moet van het type afgeschermd in het totaal, en afgeschermd en getwist per paar. Wij raden kabel van het type TPVF aan. De kabel mag enkel gebruikt worden voor Net2; vrijde draden mogen NIET gebruikt worden voor andere doeleinden. De datalijn moet een buslijn zijn. Deze gaat van de ene controller naar een andere controller gebruik makend van dezelfde draden voor elke klem. CAT5 kleuren code wordt getoond op het bekabelingetiket van de controller. De controllers moeten in een vloeiende lijn geïnstalleerd worden, met aan elk uiteinde eindelijn weerstanden. Elke vrije draad en de afscherming van de kabel moeten verbonden worden in de daar voorziene klem op de ACU. Dit levert een gemeenschappelijke verwijzing voor alle controllers op de datalijn. Aan het begin en het einde van de buslijn moet de bus afgesloten worden met weerstanden van 120 Ohm. Er moeten 2 weerstanden per kant verbonden worden. Een weerstand tussen klem 1 en 2. En een andere weerstand tussen klem 3 en klem 4. Het begin van de datalijn kan ofwel de converter ofwel een ACU zijn. De converter hoeft niet in het begin van de buslijn te staan. De 1km regel De totale lengt van de datalijn, de ACU's inbegrepen, tussen de eindelijn weerstanden mag de 1km niet overschrijden. Indien de buslijn de 1 km overschrijdt is het nodig om een RS485 repeater te plaatsen om de buslijn te splitsen in twee secties, met elk een maximum lengte van 1 km. De 1 km regel is dus geldig voor elke kant van de repeater, en moet voldoen aan de standaard installatie regels hierboven vermeld. Controleren van de datalijn Eenmaal verbonden is het heel belangrijk om de datalijn zorgvuldig te controleren. Datalijn weerstand De continuïteit van de afscherming Maak eerst de datakabel los van de converter (RS232 of TCP/IP). Aan het einde van het netwerk, verbind de afscherming aan de Wit / Groene draad. Gebruik een multi-meter om de weerstandswaarde te meten door het 'Wit / Groene en groene' paar te meten aan één einde van het netwerk. Een weerstandswaarde tussen 60 en 80 Ohm is normaal. Herhaal de test voor het 'Wit/Oranje en Oranje' paar. Aan het andere eynde van het netwerk, moet u een multi-meter gebruiken om te controleren dat de afscherming en de Wit / Groene klem doorlopen. Indien de afschermingen niet doorlopen moet de kabel gecontroleerd worden op een onderbreking. Screen shots Aan een kant van het netwerk moet u de weerstand controleren tussen de afscherming en een van de data draden. De weerstand moet oneindig zijn. Dit betekend dat de afscherming niet in kortsluiting ligt met deze draad. Herhaal deze test voor de andere drie data draden. Indien de weerstandswaarde laag is moet de kabel verbinding gecontroleerd worden op een kortsluiting. 1