Eerste onderzoek naar werklast en werkdruk van huisartsen op de HAP toont verrassend beeld ‘Het is een spoedpost, geen servicepost’ Wat is een reële werklast? Vanwaar het gevoel van hoge werkdruk? Wat behelst spoedzorg? Voor het eerst sinds de oprichting van de HAP’s is hiernaar onderzoek naar gedaan. Huisartsen reageren over hun taakopvatting buiten kantooruren. Vooral de uitkomst over werkdruk is een eyeopener. Roeland Drijver, huisarts Marleen Teunis, organisatieadviseur Correspondentieadres: [email protected]; c.c.: [email protected] Geen belangenverstrengeling gemeld Dienstdoen op de huisartsenpost, die toch in het leven is geroepen om de werkdruk te beteugelen, wordt stelselmatig ervaren als ‘buffelen’. Er is veel discussie over de werklast en de werkdruk. De vraag naar acute zorg groeit met 5 tot 7 procent per jaar. Daarom grijpen huisartsenposten steeds vaker naar soms impopulaire maatregelen: meer formatie inroosteren, de achterwacht oproepen en het instellen van de regiefunctie of telefoonarts. Huisartsenposten benaderen DOKhap, een kenniscentrum voor acute huisartsenzorg Noordwest Nederland, en Van Campen Consulting, een organisatieadviesbureau voor opleidings-, veranderingsen verbeteringstrajecten, geregeld met vragen over werklast, taakopvatting en werkdruk. Wat is een normale werklast? Hoe lang duurt een consult, hoeveel autorisaties en consulten kan een huisarts per uur verrichten? Hoeveel werk verzet een huisarts tijdens een dienst? Door welke factoren wordt werkdruk beïnvloed? En last but not least, wat is spoedzorg: is de HAP een overbrugging of juist een vervanging van de dagzorg? Eigenlijk is daarover weinig bekend. Natuurlijk kunnen HAP’s productiegegevens genereren, maar dat geeft geen inzicht in de juiste formatie huisarts. De benchmark van de VHN biedt ondanks nuttige informatie over productie, geen uitsluitsel. Het concept branchenormen en kwaliteitsbeleid van de VHN (november 2009) beschrijft branchenormen en prestatie-indicatoren. Dus het speelveld van de HAP. In 2008 heeft de LHV in het standpunt Huisartsenzorg in ANW een uitspraak gedaan: maximaal vijf consulteenheden per uur. Er is echter geen idee over het aantal uren achtereen. Als we werkelijk willen weten wat werkdruk veroorzaakt en dus welke factoren belangrijk zijn, dan is meer nodig dan ‘harde’ productiecijfers. Genoeg reden om dat nader te bekijken. DOKhap en Van Campen Consulting besloten de handen ineen te slaan. Er werd een verkennend onderzoek gestart naar werklast, taakopvatting en werkdruk om de opvatting van huisartsen in kaart te brengen. De uitkomst is verrassend eensluidend. Internetenquête Hoe werd het onderzoek aangepakt? DOKh en Van Campen Consulting stelden een vragenlijst samen voor een internetenquête. De vragen en stellingen meten de ervaring en mening van de huisartsen. Ze zijn niet gebaseerd op feitelijke tijdwaarnemingen. Acht huisartsenposten werkten mee: Amstelland, Apeldoorn, Harderwijk, Midden-Kennemerland, Oost-Achterhoek, Zaanstreek en Waterland, en ZuidKennemerland. Daarmee kreeg het onderzoek het karakter van een steekproef. De huisartsen werden door de eigen organisatie per mail benaderd met aanleiding en doelstelling. Via een klik op een hyperlink konden ze direct starten met de enquête. Tussen maart en augustus 2010 werd de vragenlijst door 338 huisartsen ingevuld. Dat is meer dan 50 procent. Deze hoge respons toont aan dat huisartsen een grote betrokkenheid voelen bij hun werk buiten kantooruren. Werklast versus werkdruk De begrippen werkdruk en werklast worden vaak door elkaar gebruikt zonder dat de juiste definitie wordt gehanteerd. Werklast is de objectieve hoeveelheid werk die door een persoon moet worden gedaan. Werkdruk wordt bepaald door werklast en draagkracht, ook wel belastbaarheid genoemd. Dit betekent dat werkdruk een sterk belevingsaspect kent en daardoor varieert van persoon tot persoon. Individuele factoren die de draagkracht in het werk bepalen, zijn veelvuldig onderzocht: arbeidsomstandigheden, beslissingsvrijheid, autonomie, waardering, contact met collega’s, werken in onregelmatige diensten en taakvariatie. Draagkracht komt voort uit een combinatie van fysiek en psychisch welbevinden. Iemand met weinig draagkracht zal de werkdruk als zwaarder ervaren dan iemand met een zelfde werklast en een grote draagkracht. Tevreden De eerste indruk is dat huisartsen tevreden zijn over de HAP als organisatie, over de ondersteuning en over de werksfeer. Reacties: ‘De organisatie op de HAP is steeds beter geworden. Anderzijds is door de nieuwe triagesystemen het aantal consulten eerder toe- dan afgenomen (…). Kwalitatief beter, kwantitatief slechter. ‘ De respondenten stellen dat de HAP overbruggende spoedzorg hoort te leveren tot de eigen huisarts bereikbaar is. ‘Het is een spoedpost, geen servicepost’. Visie van de huisartsen over hun taakopvatting Stelling A: De huisartsenpost is er alleen voor spoedzorg – alles wat om medische redenen binnen enkele uren beoordeeld moet worden Stelling B: De huisartsenpost is er alleen voor spoedzorg – alles wat niet tot de volgende werkdag kan wachten Stelling C: Het consult op de huisartsenpost dient ter overbrugging tot de eigen huisarts weer bereikbaar is Stelling D: Het consult op de huisartsenpost vervangt als het ware het consult van de eigen huisarts Stelling E: Een achterwacht (huisarts) dient ook bij drukte te worden ingezet N=331 zeer mee eens mee eens deels eens, deels oneens oneens zeer oneens Stelling A 41,9% 27,8% 19,6% 9,7% 1,8% Stelling B 59,5% 32,9% 6,0% 1,5% 0,0% Stelling C 23,3% 29,6% 29,0% 13,9% 4,2% Stelling D 3,0% 7,3% 23,6% 32,3% 33,8% Stelling E 11,8% 35,0% 24,8% 17,5% 10,9% Hoe wil de huisarts zijn consultdienst van 7 à 8 uur eruit laten zien bij maximale drukte zonder kwaliteitsverlies? Een gemiddeld consult inclusief administratie duurt ongeveer 11 minuten. De doorsnee bruto tijd per autorisatie is zo’n 1,5 minuut. Een telefonisch consult beslaat ongeveer 6 minuten, dus een half consult. De tijd voor niet directe medische zorg is rond 45 minuten, de gemiddelde ‘persoonlijke tijd’ (eten, pauze, wc-bezoek) 55 minuten. De maximale tijd om scherp en zonder pauze een spreekuur te kunnen verrichten, schatten de huisartsen op 2,5 uur. Met daarbovenop de tijd voor de overdracht betekenen deze uitkomsten dat in een consultdienst van 7 uur een productie van 27 consulten het maximaal haalbare is naast de overige taken. De tijdsduur van een consult staat voor twee telefonische consulten of acht autorisaties. Hoeveel tijd heeft u gemiddeld nodig voor een consult inclusief administratie? N=338 8 minuten 10 minuten 12 minuten 15 minuten Percentage 8,0% 11,8% 42,9% 37,3% Hoeveel tijd heeft u gemiddeld nodig voor een cluster van 5 autorisaties, inclusief overleg met de assistente of zelf bellen met de patiënt? N=338 2,5 minuut 5 minuten 7,5 minuut 10 minuten 15 minuten Percentage 15,7% 32,0% 23,1% 23,1% 6,2% Huisartsen zijn tevreden over de ondersteuning en de werksfeer. Maar meer dan in de reguliere zorg ervaren zij de werkdruk als hoog. Belangrijke oorzaken zijn: een volle agenda; de triage door een relatief onbekende assistente; weinig autonomie bij het bepalen van de werklast. Valt dat te verklaren doordat de huisarts te weinig weet van het triageproces of omdat hij de triagist niet persoonlijk kent? Misschien zit er geen buffer in de agenda waardoor geen variatie mogelijk is in het werktempo. Huisartsen reageren met: ‘Pauzes worden structureel ingepland, maar structureel ook volgeboekt met consulten die toch niet kunnen wachten.’ ‘De consultdienst is hard doorwerken. Als de pauze goed geblokkeerd is, dan is het werk veel aangenamer. En ook als je tussentijds toch even een keer koffie kunt halen (en drinken!).’ ‘De mate van werkdruk wordt grotendeels bepaald door de assistentie, meer dan door de patiënten.’ ‘Triage is allesbepalend. Nog steeds sta ik versteld van de casuïstiek die aan de orde komt.’ Er was kortom te weinig aandacht voor hoe de huisarts het prettigst werkt. Inmiddels weten we dat autonomie in het werk een belangrijke factor is bij het beleven van werkdruk. Visie op werkdruk tijdens een dag- en avondconsult Stelling A: Hoe ervaart u de werkdruk op de huisartsenpost tijdens een dagconsult? Stelling B: Hoe ervaart u de werkdruk op de huisartsenpost tijdens een avondconsult? N=309 Zeer laag Laag Normaal Hoog Zeer hoog Stelling A 0,3% 0,3% 18,% 61,% 19,5% Stelling B 0,3% 2,6% 50,3% 39,9% 6,9% Aanbevelingen De combinatie van de bevindingen van dit onderzoek en de wetenschappelijke literatuur brengt ons bij de volgende conclusie. De relatie tussen arts en triage-assistente kan beter. De coördinerende assistente en de huisarts zouden aan het begin van de dienst kort contact kunnen hebben om de werkwijze te bespreken. Dan kent de assistente de voorkeuren van de arts. Assistentes moeten zorgen dat de ingeplande pauzes er daadwerkelijk zijn en deze niet volbouwen met (telefonische) consulten en autorisaties. In de pauze dient gelegenheid te bestaan om collega’s te spreken. Uit het Job-Demand-Control-Support model, een model dat wordt ingezet om de arbeidssituatie in kaart te brengen, is bekend dat dit via twee wegen de werkdruk positief beïnvloedt. Ten eerste leidt meer autonomie tot minder werkdruk. Ten tweede verbetert zo’n gesprek het onderling contact en begrip. Een andere tot nu toe onderbelichte kwestie is dat huisartsen geen inzicht hebben in triage. Hoe een triageproces verloopt en wat de consequenties zijn van urgentiedenken, heeft menig huisarts zich nog niet eigen gemaakt. Een goed begrip van triage vermindert het gevoel te worden opgezadeld met onzinnig werk. Wij adviseren nader (wetenschappelijk) onderzoek in een pilot waarin deze aanbevelingen zijn ingevoerd.