aanbod van arbeid

advertisement
Lesbrief Arbeidsmarkt
Hoofdstuk 1 De arbeidsmarkt op
Een markt is een plaats waar vraag en aanbod
elkaar ontmoeten.
Op de arbeidsmarkt is de vraag afkomstig van
bedrijven en overheid, gezinnen bieden arbeid
aan.
Lesbrief Arbeidsmarkt
2
1.2 het aanbod van arbeid
Het aanbod van arbeid geeft aan hoeveel mensen
beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (=willen &
kunnen werken).
We spreken ook wel over de beroepsbevolking.
De beroepsbevolking is een onderdeel van de
beroepsgeschikte bevolking: alle mensen tussen
15 en 65 jaar.
Lesbrief Arbeidsmarkt
3
1.2 het aanbod van arbeid
Schematisch:
totale bevolking
jonger dan 15 jaar
beroepsgeschikte
bevolking
beroepsbevolking
werklozen
65+-ers
niet-actieven
werkzame
beroepsbevolking
werknemers
zelfstandigen
Lesbrief Arbeidsmarkt
4
1.2 het aanbod van arbeid
De participatiegraad of deelnemingspercentage
laat zien welk gedeelte van alle mensen tussen 15
en 65 jaar beschikbaar is voor de arbeidsmarkt:
deelnemingspercentage = (beroepsbevolking /
beroepsgeschikte bevolking) × 100%
Het deelnemingspercentage kan zowel worden
berekend voor personen als voor arbeidsjaren
(=volledige baan).
Lesbrief Arbeidsmarkt
5
1.2 het aanbod van arbeid
Tenslotte kan de participatiegraad worden
berekend met of zonder werklozen:
bruto participatiegraad= (beroepsbevolking /
beroepsgeschikte bevolking) × 100%
netto participatiegraad= (werkzame beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking)
× 100%
vraag: leg uit hoe een toename van de netto
participatiegraad tot een verbetering van de
overheidsfinanciën kan leiden.
Lesbrief Arbeidsmarkt
6
1.2 het aanbod van arbeid
Oorzaken van veranderingen in het arbeidsaanbod
zijn:
1. demografische ontwikkelingen (vergrijzing)
2. maatschappelijke opvattingen (positie vrouwen)
3. stand van de economie
ontmoedigingseffect: mensen zijn zo pessimistisch dat ze het zoeken naar
werk opgeven en dus niet langer tot de beroepsbevolking worden gerekend.
aanzuigeffect: mensen zijn zo optimistisch dat ze weer naar werk gaan zoeken
waardoor de beroepsbevolking toeneemt.
4. wetgeving (pensioengerechtigde leeftijd)
5. organisatie arbeidsproces (deeltijdwerk)
Lesbrief Arbeidsmarkt
7
1.2 het aanbod van arbeid
Maken:
blz. 22 opgave 6
Lesbrief Arbeidsmarkt
8
1.3 de vraag naar arbeid
De vraag naar arbeid is gelijk aan de werkgelegenheid
(vervuld) en de vacatures (onvervuld).
Oorzaken van veranderingen in de arbeidsvraag
zijn:
1. stand van de economie (productie↑ → vraag naar
arbeid↑)
2. stand van de techniek (arbeidsbesparende
technologie)
3. concurrentie (loonkosten p.e.p.)
Lesbrief Arbeidsmarkt
9
1.4 de arbeidsmarkt
De P/A-ratio geeft aan hoeveel personen gemiddeld
nodig zijn om een arbeidsjaar te bezetten.
Een krappe arbeidsmarkt wil zeggen dat de vraag
naar arbeid groter is dan het aanbod: het aantal
vacatures is groter dan het aantal werklozen.
Lesbrief Arbeidsmarkt
10
1.4 de arbeidsmarkt
Maken:
blz. 15 opdracht 10
blz. 16 opdracht 11
blz. 17 opdracht 13
blz. 23 opgave 5
Lesbrief Arbeidsmarkt
11
2.2 de arbeidsovereenkomst
In een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst)
maken werkgevers en werknemers in een bedrijfstak afspraken over primaire- en secundaire
arbeidsvoorwaarden.
De primaire arbeidsvoorwaarden gaan over loon
en arbeidstijd.
Maken:
blz. 31 opdracht 25
Lesbrief Arbeidsmarkt
12
2.3 het centraal akkoord
Centrales van werkgevers en die van werknemers
overleggen met elkaar in de Stichting van de Arbeid.
Samen met de overheid wordt ieder jaar geprobeerd
een zgn. centraal akkoord af te sluiten.
Deze bevat richtlijnen voor de onderhandelaars die
CAO’s af sluiten.
Maken:
blz. 33 opdracht 28
Lesbrief Arbeidsmarkt
13
3.1 loon in de ogen van werknemers
Er zijn drie soorten loonstijgingen:
1. prijscompensatie (=loon stijgt mee met inflatie)
2. initiële loonstijging (=verbetering koopkracht)
3. in vrije tijd (=arbeidstijdverkorting)
Incidentele loonstijgingen betreffen periodieken
en promotie.
Maken:
blz. 40 opdracht 34
Lesbrief Arbeidsmarkt
14
3.2 loon in de ogen van de werkgevers
In Nederland wordt bij de CAO-onderhandelingen
gewerkt met het begrip ‘loonruimte’: die looneis
waarbij de a.i.q. gelijkblijft.
De loonruimte wordt als volgt berekend:
loonruimte = stijging arbeidsproductiviteit + inflatie
Lesbrief Arbeidsmarkt
15
3.2 loon in de ogen van de werkgevers
Voor bedrijven is verder van belang de ontwikkeling
van de loonkosten per eenheid product:
loonkosten pep = gemiddeld loon / apt
Een toename van de loonkosten pep kan de volgende
gevolgen hebben:
1. bij doorberekening in verkoopprijs verslechtert de
concurrentiepositie
2. bedrijven gaan over op diepteinvesteringen
3. bedrijven kiezen andere vestigingsplaats
Lesbrief Arbeidsmarkt
16
3.4 loonstijging in de praktijk
Maken:
blz. 45 opdracht 41 + 43
blz. 46 opdracht 44 + 45
Lesbrief Arbeidsmarkt
17
Download