Sophia Kinderziekenhuis Binnenkort komt u met uw kind een dag naar het Erasmus MC-Sophia. Hier wordt uw kind geopereerd aan één of beide ogen om het scheelzien op te heffen of te doen verminderen. De operatie wordt onder narcose (anesthesie) uitgevoerd. Het doel van de operatie is om de oogstand te corrigeren, zodat de ogen rechter komen te staan. Onbekend kan heel eng zijn! Wanneer een kind een onderzoek of een behandeling in het ziekenhuis moet ondergaan, wint angst het vaak van de normale nieuwsgierigheid. Het is van belang dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert. Zo geeft u uw kind de mogelijkheid zich voor te bereiden op dat wat komen gaat. De operatie Ieder oog heeft zes oogspieren, die voor de beweging van het oog zorgen en aan de buitenkant van het oog vastzitten. Een vermindering of opheffing van het scheelzien wordt bereikt door de werking van enkele oogspieren te versterken of te verzwakken. Dit gebeurt bijna altijd door de oogspieren te verlengen of te verkorten. Bij een verlenging wordt de spier van de oogbol afgesneden en op een andere plaats weer vastgezet, er vindt dus geen echte verlenging plaats. Bij een verkorting wordt een stukje pees van de spier verwijderd. Dit gebeurt aan één of aan beide ogen. Tijdens de operatie blijft het oog in de oogkas, het wordt alleen gedraaid zodat de oogarts bij de aanhechting van de oogspieren kan komen. Meestal wordt alleen het scheelziende oog Scheelzien operatie geopereerd, maar bij een grote scheelzienshoek worden beide ogen geopereerd. Soms wordt alleen het niet-scheelziende oog geopereerd. Dit gebeurt als het beter is om de beweeglijkheid van het goede oog aan te passen aan het scheelziende oog. De operatie wordt uitgevoerd in dagverpleging. Uw kind mag dan aan het eind van de dag mee naar huis. Een enkele keer komt het voor dat een kind een nachtje moet blijven. Dit wordt door de anesthesist en de oogarts beoordeeld. esotropie (convergent scheelzien) scheelzien naar binnen exotropie (divergent scheelzien) scheelzien naar buiten hypotropie scheelzien naar beneden hypertropie scheelzien naar boven 2 De week voor de operatie Op de maandag voor de operatie wordt uw kind verwacht bij de orthoptist en de oogarts voor een pre-operatief onderzoek. Aansluitend vindt de pre-operatieve bespreking plaats waar u en uw kind bij aanwezig zijn. Na deze bespreking wordt uw kind in de middag door de anesthesist gezien. Houdt u rekening met wachttijden. U kunt eten en drinken voor u en uw kind meebrengen. Specifieke voorbereiding Omdat uw kind onder narcose (anesthesie) wordt behandeld, moet het nuchter zijn. Dit betekent dat uw kind voor de operatie niet mag eten en drinken. Hierover leest u meer in de folder ‘Dagverpleging’. De dag van de operatie Op de afgesproken tijd meldt u zich met uw kind bij de grote balie in de hal van het ziekenhuis. Een gastvrouw brengt u en uw kind naar de afdeling Dagverpleging. Het tijdstip van de operatie is afhankelijk van het operatieprogramma. Als uw kind aan de beurt is, wordt het getemperatuurd, krijgt het een pyjama van het ziekenhuis aan en een naambandje om de pols. Hierna wordt uw kind naar de voorbereidingskamer voor de anesthesie gebracht. Als u hiervoor toestemming heeft van de anesthesist, kunt u met uw kind mee. Tijdens de operatie wacht u op uw kind in de ouderkamer op de Dagverpleging, waar u een kopje koffie kunt drinken. Na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Vervolgens worden u en uw kind naar de afdeling Dagverpleging gebracht. Na toestemming van de verpleegkundige mag uw kind weer drinken. In de loop van de middag komen de oogarts of de assistent-oogarts en de anesthesist kijken hoe het met uw kind gaat. Na toestemming van beide artsen mag uw kind weer mee naar huis. Na de operatie De oogarts doet direct na de operatie wat zalf in het geopereerde oog om een ontsteking te voorkomen. Er wordt meestal een verband op het geopereerde oog gedaan. Als beide ogen geopereerd worden, wordt er maar op één oog een verband gedaan. Voor uw kind is het soms wat eng om de ogen open te doen. De ogen van uw kind zijn na de operatie rood en kunnen wat gezwollen zijn. De zwelling is na één of twee dagen weg en de roodheid is na enkele weken verdwenen. Eén of meer oogspieren zijn tijdens de operatie los geweest en daarna weer aan de oogbol gehecht. Uw kind kan daardoor wat last hebben van de hechtingen; ze kunnen wat prikken tegen de binnenkant van de oogleden. In de meeste gevallen lossen deze vanzelf op en hoeven er dus niet uitgehaald te worden. 3 Uw kind heeft over het algemeen weinig pijn aan de ogen. Zo nodig kan de anesthesist met u afspraken maken over pijnbestrijding. Meestal is dat in de vorm van Paracetamol. Bij voorkeur moet u geen Aspirine of Acetylsalicylhoudende pijnstillers gebruiken in verband met nabloedingen. Nazorg In de week na de operatie komt u met uw kind terug op de polikliniek voor controle door de assistent oogarts en eventueel de orthoptist. Na de operatie mag uw kind in principe alles weer doen. Als uw kind zich goed voelt kan hij/ zij weer naar school. Wel zal uw kind voorzichtig moeten zijn met zand en stof en mag uw kind de eerste veertien dagen niet in de zandbak spelen. Ook zal uw kind de eerste veertien dagen niet mogen sporten of meedoen aan de gymnastieklessen op school. Drie weken na de operatie mag uw kind pas weer gaan zwemmen. Douchen of in bad gaan is wel toegestaan. Complicaties van de operatie Over- en ondercorrecties kunnen voorkomen, dit geeft soms klachten van dubbelzien. Dit komt doordat de scheelzienshoek zo is veranderd dat een dubbelbeeld door de hersenen niet onderdrukt kan worden. Uw kind kan ook gedesoriënteerd zijn na de operatie. Meestal verdwijnen deze stoornissen vanzelf, een enkele keer moet uw kind nogmaals worden geopereerd. In minder dan 1 op de 10.000 gevallen ontstaat er na de operatie een ontsteking in het oog of laat het netvlies los. Andere complicaties die kunnen voorkomen zijn: allergische reacties op de gebruikte hechtmaterialen, hoornvliesproblemen en lichte infecties. Deze zijn vervelend, maar met oogdruppels goed te behandelen. Bij een oogoperatie wordt exact gemeten hoeveel millimeter de oogspier verlengd of verkort moet worden. Ondanks de exacte metingen kan het gebeuren dat de operatie een te grote of te kleine werking heeft. Als het resultaat na de operatie inderdaad niet bevredigend is, kan er later nog een operatie plaatsvinden. U kunt uw kind vertellen dat: - hij/zij een dagje naar het ziekenhuis moet omdat hij/zij aan zijn of haar oog wordt - de dokter hem of haar op een speciale manier in slaap maakt en dat het daarom niets geopereerd; mag eten en drinken; 4 - hij/zij door de speciale slaap niets van de operatie merkt; - hij/zij een paar uur na de operatie weer mag drinken; - hij/zij dezelfde dag mee naar huis mag als de dokter het goed vindt; - hij/zij na de operatie verband op één oog heeft (nooit op beide ogen). Veel gestelde vragen Wordt het oog er uit gehaald? Nee, bij een scheelzienoperatie wordt het oog er niet uit gehaald. Gaan de ogen altijd recht staan? De oogstand zal door een operatie meestal wel verbeteren. In sommige gevallen is er een tweede operatie nodig om het beoogde resultaat te bereiken. Gaat mijn kind beter zien door de operatie? Nee, uw kind gaat niet beter zien. De operatie heeft geen invloed op de gezichtsscherpte. Alleen de stand van de ogen wordt veranderd. Gaat mijn kind door de operatie weer met beide ogen tegelijk kijken? Als het scheelzien al in de vroege kinderjaren is ontstaan en er geen samenwerking tussen de ogen bestaat, is de kans heel gering dat deze zich door de operatie alsnog zal ontwikkelen. Het doel van de operatieve correctie is dan om de oogstand fraaier te maken. Mag de bril definitief af na de operatie? Nee, maar in een aantal gevallen kan geadviseerd worden de bril (tijdelijk) af te laten of aan te passen. Hoeft er na de operatie niet meer afgeplakt te worden? Meestal zal gedurende enige tijd het oog afgeplakt worden om de gezichtsscherpte op peil te houden, afhankelijk van leeftijd en het luie oog. Tot slot Elke operatie is vervelend, wij raden u daarom aan om uw kind na de operatie met een taxi of eigen vervoer (auto) mee naar huis te nemen. In het laatste geval dient er, buiten de bestuurder, iemand bij te zijn om uw kind te begeleiden. Nog vragen? Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Kinderoogheelkunde van het Erasmus MC- Sophia. Het secretariaat is te bereiken op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagochtend op telefoonnummer 010-703 62 69. 5 6 7 5776639 Erasmus MC - Sophia Dr. Molewaterplein 60 3015 GJ Rotterdam Tel (010) 704 0 704 www.erasmusmc.nl © Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 11/04 Gewijzigde tel.nrs. 01/08 Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend