342 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR DERMATOLOGIE EN VENEREOLOGIE | VOLUME 23 | NUMMER 06 | juni 2013 Dermatologie in beeld Een bezoekje aan de ­kinderboerderij… S.R.P. Dodemont1, C.J.M. Henquet2 Aios, afdeling Dermatologie, Maastricht Universitair Medisch Centrum, Maastricht 2. Dermatoloog, afdeling Dermatologie, Maastricht Universitair Medisch Centrum, Maastricht 2dd om superinfectie te voorkomen. De laesie was na zes weken restloos genezen. Correspondentieadres: Drs. S.R.P. Dodemont Afdeling Dermatologie Maastricht Universitair Medisch Centrum Postbus 5800 6202 AZ Maastricht E-mail: [email protected] Orf (ecthyma contagiosum). 1. Een 59-jarige vrouw werd gezien op de polikliniek dermatologie vanwege een pijnlijke laesie op de ulnaire zijde van de rechterhand. De laesie was tien dagen eerder ontstaan als een erythemateuze papel die in de opvolgende dagen langzaam groeide. Twee dagen voor het ontstaan van de huidlaesie had zij een kinderboerderij bezocht en de pasgeboren lammetjes gevoed. Patiënte heeft geen huisdieren en bezit geen aquarium. Bij lichamelijk onderzoek was er op de ulnaire zijde van de rechterhand een scherp begrensde, erythemateuze, oedemateuze plaque met centrale genezing zichtbaar. Dorsaal van deze plaque bevond zich een bulla gevuld met helder vocht. De gehele laesie was 5,5 x 2,8 cm. Nuclear Acid Amplification Test (NAAT) op bulla vloeistof was positief voor parapoxvirus van het orftype. Dit bevestigde de diagnose ecthyma contagiosum (orf). Patiënte werd behandeld met chloorhexidinecrème Figuur 1. Ulnaire zijde rechterhand met een scherp begrensde oedemateuze plaque en bulla. Diagnose Bespreking Orf is een huidinfectie met een parapoxvirus die wordt overgebracht door aangedane geiten en/of schapen. Orf komt vooral voor bij jonge geiten- en schapenlammeren, maar een enkele keer ook bij oudere dieren. Het virus dringt binnen via kleine wondjes aan de onbewolde huid. Het veroorzaakt eerst papels, die later pustels en vesicels worden en uiteindelijk een crusteuze laesie vormen. Dit ziet men bij lammeren vooral rond de bek, oogleden en rond de uitwendige geslachtsorganen. Besmetting van de mens kan door middel van direct contact met het besmette dier, bijvoorbeeld door te aaien of door lammetjes flesvoeding te geven. Het virus kan echter ook nog lange tijd in leven blijven buiten het dier, bijvoorbeeld in de afgevallen korstjes. Daardoor kan het ook indirect, via de omgeving, overgedragen worden. Na een incubatieperiode van twee tot zes dagen presenteert orf bij de mens zich gewoonlijk als een solitaire, papuleuze huidlaesie. Algemene verschijnselen van koorts, malaise en lymfadenopathie zijn ongewoon. De diagnose wordt voornamelijk klinisch gesteld op basis van een anamnese met diercontact en het klinische beeld. Aanvullend onderzoek in de vorm van een NAAT hoeft alleen te worden verricht indien er twijfel is over de diagnose. De ziekte is zelflimiterend en laesies helen zonder littekenvorming in zes tot twaalf weken. Antiseptische therapeutica kunnen worden gebruikt om superinfectie te voorkomen. Gezien het imuunmodulerende en antivirale effect, kan behandeling met imiquimod overwogen worden. Recente literatuur adviseert imiquimod toe te passen bij immuungecompromiteerde patiënten.