Uw onderzoek PUNCTIE van een orgaan schildklier nier lever lymfeklier borstklier alvleesklier ............ Voorbereiding: indien u een punctie van een buikorgaan ondergaat, dient u nuchter te zijn. Doel van het onderzoek: het verkrijgen van een kleine hoeveelheid weefsel of cellen uit een orgaan zodat door de patholoog anatoom een eventuele aandoening van dat orgaan en de aard daarvan kan worden vastgesteld en onderzocht. Dit gebeurt o.a. door middel van een microscoop. Zo kan bijvoorbeeld een ontsteking, een goedaardige of kwaadaardige verandering van dat orgaan herkend worden. Hoe gebeurt het? Om het beste de plaats te bepalen waar in het orgaan gepuncteerd (geprikt) moet worden maakt de radioloog gebruik van een bepaald apparaat. Dit kan een röntgenapparaat, een echografie-apparaat of een CT zijn. Nadat u op een onderzoekstafel bent gaan liggen wordt het betreffende gedeelte van het lichaam ontbloot en ontsmet en wordt de punctieplaats eventueel verdoofd. Daarna wordt met behulp van een apparaat de punctie door de radioloog uitgevoerd met een speciale holle naald. Soms is het nodig de punctie te herhalen indien onvoldoende weefsel of cellen verkregen wordt. De punctie wordt in het algemeen goed door de patiënt verdragen en is nauwelijks pijnlijk. Duur van het onderzoek: de duur van het onderzoek is meestal 15 tot 30 minuten. Na het onderzoek: indien u poliklinisch bent (dus niet opgenomen) kunt u na de punctie gewoon naar huis. Indien u voor een punctie in de buik komt, bent u opgenomen op de afdeling Dagbehandeling waar u naar teruggebracht wordt. Na een punctie kunt u in de regel weer alles doen wat u gewend bent. Bij een punctie in de buik dient u nog 1 uur nuchter te blijven. Uitslag van het onderzoek: uw behandelend specialist krijgt meestal na 2 tot 3 werkdagen van de patholoog anatoom bericht van zijn bevindingen. Indien de punctie in de lever heeft plaatsgevonden krijgt de specialist na 7 werkdagen bericht van de patholoog. Bij een volgend bezoek aan uw specialist Pagina 1 PUNCTIE krijgt u de uitslag te horen. Risico’s van het onderzoek: zeer zelden kan er bij een punctie in een orgaan een bloeding optreden of een ontsteking (bijv. bij punctie van de alvleesklier). Uw verwijzend specialist heeft, samen met u, een goede afweging moeten maken tussen de eventuele risico's van het onderzoek en het belang van het onderzoek. ATTENTIE! Indien u bloedverdunnende middelen gebruikt dient dit bij uw specialist die u voor punctie heeft doorverwezen, bekend te zijn. Indien dit het geval is zal uw specialist de noodzakelijke maatregelen reeds hebben getroffen. Meld u het eventuele gebruik van bloedverdunnende middelen ook altijd aan de radioloog! Het is mogelijk dat tijdens het onderzoek een stagiaire aanwezig is, dit is in het kader van de opleiding die hij/zij volgt. Indien u hiertegen bezwaar heeft dient u dit vooraf kenbaar te maken . Nog vragen? Indien u nog vragen heeft dan kunt u deze vóór het onderzoek stellen aan de radioloog of radiodiagnostisch laborant(e). Pagina 2 PUNCTIE