Programmeertalen (programming languages) Een computerprogramma is een verzameling van instructies die aangeven op welke wijze de computer bepaalde bewerkingen dient uit te voeren. De computer voert in machinetaal gestelde instructies uit, doch het programmeren zelf geschiedt niet in deze machinetaal, aangezien deze instructievorm een binair karakter kent die voor de mens moeilijk te hanteren valt. Toelichting In de beginperiode van de computer werd gebruik gemaakt van een symbolische assembleertaal, waarmee de programmeur in machinetaal instructies kon schrijven op grond van mnemonische namen voor instructies en symbolische namen voor locaties in het computergeheugen. Tegenwoordig geschiedt het programmeren in talen van een hoger niveau. In deze talen heeft een programma de vorm van een procedure of een reeks oplossingsstappen die de computer dient uit te voeren. Deze instructies op een hoog (symbolisch) niveau worden met behulp van een vertaalprogramma(compiler) omgezet naar een machinetaal.De talen kunnen worden onderverdeeld in een aantal groepen: Wiskundige, op het rekenwerk gespecialiseerde, programmeertalen zoals FORTRAN (FORmulaTRANslator, ALGOL (ALGOrithmic Language) en APL(A Programming Language). Deze talen zijn bij uitstek geschikt voor het oplossen van mathematische en statistische problemen waarbij gebruik wordt gemaakt van wiskundige formulereeksen. Administratieve programmeertalen zoals COBOL (Common Business Oriented Language) en RPG (Report Program Generator). Deze talen zijn gespecialiseerd in het bewerken van niet-numerieke gegevens en het verwerken van gegevens tot overzichten. Gespecialiseerde programmeertalen die worden benut in situaties waarin een wiskundige of administratieve taal minder passend zijn. Een voorbeeld is de taal SIMULA die wordt gebruikt voor simulatievraagstukken. Vierde generatie programmeertalen (4GL) bieden faciliteiten om programma's te genereren op basis van gebruikersgerichte specificaties op hoog niveau. Deze talen kunnen worden gebruikt door zowel programmeurs als ervaren gebruikers. Scherm-gebaseerde talen (screen-oriented) zijn gericht op het programmeren van toepassingen waarin de gebruiker een grafisch gebruikersinterface (grafical user interface) benut. Dit betekent dat met behulp van een muis bepaalde bewerkingen uit een menu worden geselecteerd om een bepaald object op het scherm te activeren. objectgeoriënteerde talenzoals Smalltalken C++, zijn speciaal ontworpen om bij het programmeren de mogelijkheden van hergebruik van bepaalde programmadelen mogelijk te maken. Ieder element van een dergelijk programma is een object. Ieder object bestaat weer uit een bepaalde datastructuur plus een reeks instructies waarmee bewerkingen op de data kunnen worden uitgevoerd. Objecten worden geactiveerd via een bericht dat afkomstig is van een ander bericht of een externe gebeurtenis. De objecten interacteren alleen via de uitwisseling van berichten. Auteur dr. D.A. Wassenaar R