Een vergelijking tussen de standaard verzorging van

advertisement
Een vergelijking tussen de standaard verzorging van oppervlakkige wonden en de verzorging met een
bi elastisch siliconenverband.
Resultaten van een cohorte studie.
Luc Gryson.
Opzet
In twee woonzorgcentra werd in de periode oktober 2012 - januari 2013 een vergelijkende cohorte
studie opgezet. Er werd gekeken naar de standaardverzorging van de bewoners ingeval van een
huidletsel en meer bepaald naar de evolutie van hun huid gedurende deze periode. Als
standaardverzorging werd er aan beide woonzorgcentra gevraagd om geen grote manipulatie in hun
zorg toe te passen, zodat achteraf kon vergeleken worden met Deel B waarbij er gebruik wordt
gemaakt van het bi-elastisch siliconenverband Spycra Protect® als therapeutisch middel in de zorg
van de bewoners met een huidletsel.
De studieresultaten werden per woonzorgcentrum verwerkt en dan onderling vergeleken.
De woonzorgcentra in de studie betrokken waren het WZC Clep /’t Hoge te Alveringem en het WZC
Meunickenhof te Koekelare.
Methode
In elk WZC werden de bewoners geselecteerd die in de opgegeven periode huidletsels hadden. In het
WZC Clep /’t Hoge te Alveringem waren er 11 bewoners die in aanmerking kwamen. Zij hadden een
gemiddelde leeftijd van 85 jaar. Er waren 6 vrouwen en 5 mannen. De test duurde gemiddeld 66
dagen.
In het WZC Meunickenhof te Koekelare waren er 14. Zij hadden een gemiddelde leeftijd van 89 jaar.
Er waren 12 vrouwen en 2 mannen. De test duurde gemiddeld 80 dagen.
WZC Clep Alveringem
De bewoners van WZC Clep /’t Hoge te Alveringem die deelnamen aan het eerste deel van het
onderzoek, hadden ofwel geen huidletsel (0; 73%) of een gesloten krabletsel (1; 9%) of een gesloten
scheurwonde (6; 18%). Op het moment van de bevraging werd er geen behandeling uitgevoerd
(hoogstens een extra fixeerverband zoals steunkousen, wollen sokken,…) bij de bewoners, zodat dit
nadien kon vergeleken worden met het bi-elastisch siliconenverband.
Bij de behandeling van eerdere gelijkaardige wonden werd gebruik gemaakt van eosine 1 x Rosidal®
zwachtels 1x en 1x een vochtinbrengende crème.
In bovenstaande tabel vind je de begintoestand van de huid en de aard van het huidletsel bij de
bewoners die deelnamen aan het onderzoek. Hieruit blijkt dat er vaak een combinatie van
problemen zich voordoen. De patiënt met het gesloten krabletsel had een intacte huid (0) die
roodachtig (2) was. Een van de 2 patiënten met de gesloten scheurwonde had een intacte maar
perkamentachtige huid (6). De andere had een intacte perkamenten huid die roodachtig (2) was.
Alle andere patiënten die geen huidletsel hadden, hadden een intacte (0) of een schilferige (1) of een
roodachtige (2) of perkamenten (6) huid of een combinatie van voorgaande. 1 patiënt had de
combinatie van een intacte roodachtige krabwonde (0+2+3).
De huidletsels bevonden bij de drie bewoners op het onderbeen. In het kader van de studie werd bij
2 patiënten die geen huidletsel hadden, gekeken naar het onderbeen, bij 2 cases werd er gekeken
naar de onderarm (2). In 3 cases naar de handen (3). En in 1 geval naar zowel de handen als de
onderarm.
Tijdens het onderzoek werd er gekeken naar de huid en/of het huidletsel en hun evolutie doorheen
een bepaalde periode. Dit door op de huid al dan niet bandages, fixatiemateriaal, additionele
verzorgingsproducten of vochtinbrengende crèmes op aan te brengen.
De bewoners werden elk gedurende een bepaalde periode geobserveerd.
Tijdens de observatie werd in 1 geval een verband -enerzijds Dauerbinde® anderzijds en Rosidal®
verband gebruikt om de huid te beschermen. Dit werd gecombineerd met Mitosyl® huidzalf en
Nivea® als vochtinbrengende crème. Deze bewoner had een gesloten scheurwonde. Bij een andere
bewoner werd Eucerin® als huidzalf gebruikt.
Bij totaal vind je het aantal observatiemomenten over de eerder vermeldde periode per bewoner.
De Huid van de bewoners werd in de geobserveerde periode beoordeeld door de verpleegkundige.
Globaal werd de huidkwaliteit als stabiel ervaren over de geobserveerde periode.
WZC Meunickenhof Koekelare
De bewoners van WZC Meunickenhof te Koekelare die aan de studie deelnamen hadden ofwel een
gesloten krabletsel (1; 7.1%) of een haematoom (5; 36%) of een gesloten scheurwonde (6; 36%). Drie
patiënten hadden een combinatie van huidletsels; een haematoom in combinatie met een gesloten
scheurwonde of daarbij nog een gesloten litteken. Op het moment van het onderzoek werd er geen
behandeling uitgevoerd (hoogstens een extra fixeerverband zoals steunkousen, wollen sokken,…).
Voor de verschillende huidletsels werden meerdere types van fixeermiddelen worden gebruikt. Voor
het gesloten krabletsel wordt er geen extra fixeermiddel gebruikt. Voor het haematoom wordt er in 2
gevallen gebruik gemaakt van gewone nylonkousen of wollen kousen . In 1 geval wordt voor de
gesloten scheurwonde gebruik gemaakt van Tubigrip®.
 Uit bovenstaande tabel blijkt dat wanneer een patiënt meerdere types van huidletsels heeft,
er gebruik wordt gemaakt van 2 types van bandages/zwachtels; namelijk Dauerbinde® en
Mollelast®.
 Bovenstaande tabel toont dat er ook gebruik wordt gemaakt van verschillende types van
pleisters waaronder Compressen, Mepitel, Mepitel/Melladerm plus en Steristrips.
In tegenstelling tot de standaardverzorging bij woonzorgcentrum De Clep maakt woonzorgcentrum
Meunyckenhof meer gebruik van andere producten om de huidletsels te beschermen / verzorgen
Vervolgens werd in beide instellingen de huidkwaliteit geobserveerd tijdens het gebruik van het Bi
elastisch silicionenverband.
In het WZC Clep namen 9 bewoners deel aan dit onderdeel van het onderzoek. Dit zijn 2 patiënten
minder dan in Deel A. Deze negen hebben ook alle deelgenomen aan deel A. De patiënten met code
7 en 9 uit Deel A, hebben niet meer deelgenomen aan Deel B. Er waren 6 vrouwen en 3 mannen met
allen samen een gemiddelde leeftijd van 85 jaar. Gemiddeld duurde de test 81 dagen; met een
minimum van 49 dagen en max van 89 dagen.
<in het WZC Meunickenhof namen 13 bewoners deel aan dit onderdeel doch de beide groepen
overlapten niet volledig. Bij 3 patiënten werd de test vroegtijdig stopgezet omwille van hetzij
overlijden, het terminaal worden en het verward zijn van een bewoner. Er waren 2 mannen en 11
vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 90 jaar. Gemiddeld duurde hier de studie 61 dagen,
inclusief de 3 cases die vroegtijdig werden stopgezet. (exclusief deze: 69 dagen)
Uit beide onderzoekslokaties kunnen we besluiten dat de bewoners globaal genomen een
huidprobleem hadden. Krabletsels, droge huid en een perkamenten huid waren veel voorkomend.
Sommigen werden hiervoor voor de test behandeld met crèmes of gels al dan niet in combinatie met
een niet verklevend verband. Gedurende de test werd de voorgestelde behandeling uitegvoerd met
het bi-elastisch siliconenverband Spycra Protect. Bij 1 patiënt werd dit niet ingevuld op de
vragenlijst, maar na navraag bleek dat ook bij deze patiënt het bi-elastisch siliconenverband werd
gebruikt.
Bij het test werd er gebruik gemaakt van 3 afmetingen van Spycra Protect. Er werd gebruik gemaakt
van de afmetingen 5x7.5cm , 7.5x10cm 10x18cm.
Tijdens de studie weren er verschillende redenen om het verband te wisselen.







0: Niet van toepassing
1: Protocol
2: Bevuild
3: Opgerold
4: Nazicht wonde
5: Bad / douche
6: Andere
De waarde 0 werd ingevuld de eerste maal bij de aanvang van de studie. Dit komt overeen met
de dag van aanbrengen. Indien de reden Andere aangegeven werd kwam dit doordat de bewoner
de pleister zelf had verwijderd.
Vervolgens werd bij de verpleegkundigen via 6 vragen nagegaan via het scoren volgens volgende
score mogelijkheden van 0 tot 5, gaande van niet van toepassing over aanvaardbaar (3) tot zeer
ge
makkelijk (5).
Uit het onderzoek bleek dat men in ongeveer ¼ de van de gevallen het verband niet heeft
moeten verwijderen en het dus ter plaatse kon blijven. Dit cijfer bevat ook de dag van
aanbrengen, waarop er geen oud product moest verwijderd worden. In een aantal gevallen was
het verband van zichzelf losgekomen (meestal na het nemen van een douche/bad), of werd deze
verwijderd door de patiënt of door de verpleegkundige voor nazicht van de wonde.
In bijna 4 op 5 van de gevallen was de pleister makkelijk tot zeer makkelijk verwijderbaar.
Het openen van de verpakking was over het algemeen eenvoudig.
Het losmaken van de liner ( steunlaag voor het verband) was over het algemeen eenvoudig. Het
aanbrengen was over het algemeen eenvoudig. Het inknippen van het verband was nooit een
probleem indien dit werd gedaan.
Indien het verband werd geherpositioneerd moest kon dit zonder probleem. Oorzaken hiervan
waren het oprollen van het verband of indien nazicht noodzakelijk was omwille van het protocol.
Tevens werd de perceptie van het gemak van het zorggebeuren bevraagd bij de
verpleegkundigen. Zij moesten een waarde van 0 tot 10 geven aan verschillende stellingen,
waarbij 0 staat voor niet tevreden en 10 voor zeer tevreden. Waarden 12 komt overeen met niet
van toepassing/niet ingevuld.
De grote meerderheid van de verpleegkundigen geeft een score van 8/10 op de algemene
beoordeling van Spycra Protect.
Verder werd er nog gekeken naar de tijdsduur van de verzorging van de patiënten. Hieruit blijkt
dat ongeveer 90% van de behandelingen met Spycra Protect 2 minuten of minder hebben
geduurd.
De tijdsduur uit Deel A, waarbij er niets wordt gedaan, is gelijk aan 0 minuten, behalve bij
patiënten waar er wel producten worden aangebracht, hierbij bedraagt de verzorgingsduur 2
minuten. De gegevens van deze patiënten zijn niet voldoende om een significante conclusie te
trekken.
Tot slot werd er nog gevraagd of de verpleegkundigen zouden overwegen om de pleisters in de
toekomst nog te gebruiken. Deze vraag werd enkel gesteld op het einde van de vragenlijst na alle
beoordelingen. 1 staat voor Ja , 2 staat voor niet van toepassing. Alle eindbeoordelingen werden
ingevuld. Alle verpleegkundigen wensten de producten opnieuw te gebruiken.
Bespreking gegevens van de Woonzorgcentra als geheel
In dit laatste deel van de bespreking bekeken we of het verschil tussen de variabele “algemene
beoordeling” voor een behandeling met RESKIN en een behandeliong zonder RESKIN significant
is. Verder keken we ook in detail naar de variabelen die een invloed hebben op de algemene
boordeling zoals het gebruiksgemak, de kleefkracht etc. Hierbij werd enkel gekeken naar de
behandeling met RESKIN, aangezien een heel aantal variabelen niet van toepassing zijn op de
behandeling zonder RESKIN. Tot slot keken we ook even naar de tijdsduur van de verzorging zelf.
Was er een significant verschil tussen de tijdsduur van een behandeling met RESKIN en een
behandeling zonder RESKIN?
Algemene beoordeling
 H0 = er is geen verschil tussen beide groepen
Ha = er is een verschil tussen beide groepen
 In deze test is behandeling 1 = behandeling met ReSkin en behandeling 2 = geen
behandeling.
 In de eerste tabel van de output wordt weergegeven dat voor de behandeling met ReSkin er
244 gegevens waren (alle dagen ingevuld) en voor geen specifieke behandeling er 291
gegevens zijn (alle dagen ingevuld). Gemiddelde score van ReSkin lag op 8/10 en “geen
behandeling” op 7/10.
 Via de Levene’s test werd nagegaan of er gelijke varianties zijn:
o H0 = er zijn gelijke varianties
o Ha = varianties zijn verschillend
 De Levene’s Test is significant indien de sigma waarde < 0.05; wat hier het geval is, dus we
kunnen de nulhypothese verwerpen in het voordeel van de alternatieve. We veronderstellen
dus dat de varianties verschillend zijn. Vervolgens kijken we naar de T-test. Ook hier zien we
dat de sigma waarde < 0.05 dus kunnen we de nulhypothese verwerpen. En besluiten dat er
een significant verschil is tussen beide groepen. Dit wil zeggen dat het gebruik van RESKIN
over het algemeen beter werd ervaren dan het toepassen van geen behandeling.
Variabelen die de algemene boordeling bepaalden
 In dit onderdeel keken we naar :
o Gebruiksgemak bij aanbrengen
o Het goed op zijn plaats zitten van de producten
o Het ervaren van de kleefkracht
o Douchebestendigheid
o Het intact blijven van de huid
o Het pijnloos verwijderen
o Kleefresten
Al deze variabelen werden beoordeeld op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor zeer
slecht en 10 voor zeer goed. 12 stond voor “niet van toepassing”. Hierna wordt een overzicht
gegeven van enkele van de scores:
Evolutie van de huid tijdens de behandeling
In dit onderdeel werd gekeken naar de evolutie van de huid tijdens de behandeling; zowel in de
behandeling met als zonder RESKIN®. De verpleegkundigen gaven aan of er een verbetering (1),
een verslechtering (0) of een status-quo (2) was van de huid. Indien er een verslechtering was
(dus een score 0) werd er gevraagd om te stoppen met de test.
Tevens werd nagegeven hoelang het duurde vooraleer er een verslechtering optrad bij gebruik
van het RESKIN verband dan wel zonder gebruik ervan. In de onderzochte groep patiënten trad
er een verslechtering op na 26 dagen bij de groep die geen RESKIN verband gebruikte. Indien er
gebruik werd gemaakt van het RESKIN verband was er maar verslechtering merkbaar na 43
dagen.
 Was dit verschil ook significant? Daartoe gebruiken we de Samples T Test:
o H0 = er is geen verschil tussen beide groepen
o Ha = er is een verschil tussen beide groepen
 In deze test is behandeling 1 = behandeling met RESKIN en behandeling 2 = geen
behandeling.
 Voor de behandeling met RESKIN zijn er 13 gegevens waren (13 keer was er een
verslechtering) op een totaal van 22 patiënten; bij 40% van de populatie is de huid niet
verslechterd of verbeterd. Indien er geen specifieke behandeling toegepast werd zijn er 19
gegevens zijn (19 keer was er een verslechtering ) op een totaal van 25 patiënten; bij 24%
van de populatie is de huid dus niet verslechterd of verbeterd.
 Het gemiddelde aantal dagen voordat er verslechtering optrad voor behandeling met RESKIN
was 43 dagen en indien “geen behandeling” was dit na 26dagen.
 Via de Levene’s test werd nagegaan of er gelijke varianties zijn:
o H0 = er zijn gelijke varianties
o Ha = varianties zijn verschillend
 De Levene’s Test is significant indien de sigma waarde < 0.05; wat hier niet het geval is, dus
we kunnen de nulhypothese niet verwerpen in het voordeel van de alternatieve. We
veronderstellen dus dat de varianties gelijk zijn. Vervolgens kijken we naar de T-test. Ook hier
zien we dat de sigma waarde > 0.05 dus kunnen we de nulhypothese niet verwerpen. We
kunnen dus geen uitspraak doen over het feit dat het verschil al dan niet significant is.
 Er werd nagegaan of de gegevens van beide behandelingstypes van een normale verdeling
afkomstig kunnen zijn (een voorwaarde om de T-test uit te voeren). De significantie is groter
als 0.05, dus kunnen we de nulhypothese (dat de gegevens van een normale verdeling
afkomstig zijn) niet verwerpen en mogen we de T-Test toepassen.
Tijdsduur verzorging
Er werd nagegaan of het individueel zorgmoment wat betreft duur met het gebruik van het RESKIN®
verband verschilt van de zorg duur voor een andere behandeling.
 H0 = er is geen verschil tussen beide groepen
Ha = er is een verschil tussen beide groepen
 In deze test is behandeling 1 = behandeling met RESKIN® en behandeling 2 = geen
behandeling.
 Voor de ‘behandeling met RESKIN’ waren er 244 gegevens beschikbaar uit de studie (alle
dagen ingevuld) en voor ‘geen specifieke behandeling’ waren er 291 gegevens zijn (alle
dagen ingevuld). De gemiddelde tijdsduur voor zorg met RESKIN® betrof 2.5 min en “geen
behandeling” op 0.31min (hier moet men de observatietijd rekenen.)
 Via Levene’s test werd nagegaan of er gelijke varianties waren:
o H0 = er zijn gelijke varianties
o Ha = varianties zijn verschillend
 De Levene’s Test is significant indien de sigma waarde < 0.05; dit was in deze studie het
geval is. De nulhypothese werd dus verworpen in het voordeel van de alternatieve. We
veronderstellen dus dat de variantie verschillend is.
 Vervolgens benaderen we de gegevens met de T-test. Ook hier zien we dat de sigma waarde
< 0.05 dus de nulhypothese wordt verworpen. We kunnen besluiten dat er een significant
verschil is tussen beide groepen.
Besluit
Hoewel de studie in 2 Woonzorgcentra plaatsvond kunnen er geen uit bovenstaande testen en
gegevens door de beperkte omvang van de populatie, geen sluitende conclusies worden getrokken.
De resultaten kunnen evenmin veralgemeend worden.
Verder onderzoek is wel aangewezen De resultaten vertonen immer een neiging om aan te tonen dat
het RESKIN® verband een meerwaarde kan bieden in de preventie van huidletsels. Een grotere
populatie en meer of aanvullende variabelen betrekken in het onderzoek kan ertoe leiden dat de
beoordeling gestandaardiseerd kan worden en er een sluitende conclusie kan getrokken worden.
Een element dient zeker verder onderzocht en dat is de evolutie van de huid tijdens de behandeling.
De resultaten van dit beperkte onderzoek tonen reeds aan dat er mogelijk een significant verschil is
tussen een behandeling met RESKIN® en een behandeling zonder RESKIN®; in het voordeel van
RESKIN®. Onderzoek, op een grotere populatie, kan aantonen of er daadwerkelijk een significant
verschil is tussen beide behandelingstypes.
Tot slot werd ook gekeken naar de tijdsduur van de verzorging. In bovenstaande studie was deze
parameter van minder cruciaal belang. De bekomen resultaten gaven een idee over de gemiddelde
tijd die verpleegkundigen nodig hebben bij het gebruik van RESKIN®. Verder onderzoek moet
aantonen of de behandeling met RESKIN dan wel met een ander verband effectief verschilt in
tijdsduur van zorg.
Er kan dus besloten worden dat, ondanks de beperkte omvang van de populatie, er interessante
verschillen kunnen zijn tussen beide behandelingstypes en dat verder onderzoek wenselijk is.
Download