Opdracht 1 interacties 1) Melk, sinaasappelsap en grapefruitsap kunnen interacties met geneesmiddelen geven. a) Noem een geneesmiddel dat een IA geeft met melk. Wat kan er gebeuren? b) Noem een geneesmiddel dat een IA geeft met grapefruitsap. Wat kan er gebeuren? 2) Noem een zelfzorgmiddel die een interactie kan geven. a) Met welke andere geneesmiddelen geeft dit zelfzorgmiddel interactie? 3) Een patiënt gebruikt al een tijd hydrochoorthiazide en krijgt er nu enalapril bij. a) Wat zijn de indicaties van hydrochlorothiazide en enalapril? b) Er is sprake van een interactie. Wat kan er gebeuren en wat is je advies aan de patiënt?