Montessori: beter dan andere systemen Een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift schrijft dat montessorionderwijs goed is voor kinderen en onderbouwt dat met een onderzoek volgens de regels van de wetenschappelijke kunst, met een onderzoeksgroep en een goed vergelijkbare controlegroep. Een leesverslag met een voorlopige conclusie. Onlangs stond er in Science een verslag van een Amerikaans onderzoek waarin montessorischoolleerlingen met leerlingen van andere schooltypen vergeleken werden. De leerlingen van de, traditionele, montessorischool bleken over dezelfde, of betere, cognitieve en sociale vaardigheden te beschikken dan, vergelijkbare, leerlingen uit andere systemen. Wat zijn de resultaten van dit onderzoek? Vijfjarige montessorileerlingen bleken beter te presteren op standaardtests voor lezen en rekenen dan vijfjarige leerlingen van andere scholen. Bij twaalfjarige leerlingen heeft men dit effect niet gevonden. De vijfjarigen werden daarnaast getest op 'het executieve functioneren' (nodig voor georganiseerd en probleemoplossend gedrag). Men neemt aan dat de uitslag van deze testen een voorspellende waarde hebben voor het schoolsucces. De vijfjarige Montessorileerlingen presteerden beter op deze testen. Vijfjarige montessorileerlingen waren ook socialer dan vijfjarigen van andere scholen. Ze speelden op de speelplaats vaker samen en gingen minder ruw met elkaar om. Ook stelden ze zich vaker voor dat ze een probleem met praten zouden oplossen. Ze deden daarbij vaker een beroep op eerlijkheid en rechtvaardigheid om te overtuigen. De leerlingen moesten een taak uitvoeren waarmee men kan vaststellen of kinderen snappen dat mensen op verschillende manieren naar de wereld kunnen kijken. Dit inzicht verkrijgen ze vooral door onderhandelen en discussie. De montessorileerlingen lukte het beter. Zoals ik boven al gezegd heb waren de twaalfjarige montessorileerlingen niet beter in spelling, interpunctie of grammatica dan de controlegroep. Wel schreven ze creatievere opstellen met ingewikkelder zinnen. Net als de vijfjarige waren ook de twaalfjarige montessorileerlingen socialer dan leerlingen van de andere scholen. Ze kozen vaker voor een positieve oplossing dan leerlingen van andere scholen. Verder bleken de twaalfjarige montessorileerlingen de school meer als een gemeenschap te voelen dan leerlingen van andere scholen. Doorgaans wordt sociaal gedrag vooral door de situatie thuis bepaald. De onderzoekers waren dan ook verrast door de effecten van het montessorionderwijs op dit gedrag. Een probleem bij dergelijke vergelijkingen is dat men altijd zegt dat hij niet eerlijk is omdat vooral een bepaald soort ouders zijn kinderen op de montessorischool doet. Ouders hebben, door erfelijkheid en opvoeding, grote invloed op het gedrag van hun kinderen. Verschillen tussen leerlingen van een montessorischool en die van andere schooltypen zouden dus eigenlijk verschillen tussen typen ouders zijn. In dit onderzoek heeft men dit probleem kunnen ondervangen. Ouders konden bij het district de scholen van hun voorkeur opgeven. Vervolgens heeft het district met hulp van een computer op basis van toeval vastgesteld welke kinderen naar welke school mochten. De onderzoekers hebben uitgelote kinderen opgespoord en gevraagd of ze (voor 100 dollar) aan het onderzoek mee wilden doen. Deze kinderen vormden de controlegroep. Men mag dus aannemen dat de ouders van de experimentele, ingelote, en controle, uitgelote, groep vergelijkbaar waren (deze kregen overigens ook 100 dollar). In totaal heeft men 59 montessorileerlingen en 53 leerlingen van andere scholen getest. Alle kinderen in dit onderzoek hadden de montessorischool als eerste keus opgegeven. De vergelijking van vijfjarigen was gebaseerd op een groep van 30 ingelote leerlingen en een groep van 25 leerlingen die, omdat ze uitgeloot waren, een ander schooltype moesten bezoeken. De vergelijking van de twaalfjarigen bestond uit 29 montessorileerlingen en 28 leerlingen van andere schooltypes. Een volgende vraag is uiteraard met wat voor scholen men de montessorischool dan wel heeft vergeleken. Van de 53 uitgelote kinderen waren er 40 naar een andere openbare school in de binnenstad (van Milwauki, Wisconsin, USA) gegaan (in totaal naar 27 verschillende scholen). De overige 13 uitgelote kinderen waren naar een school in een buitenwijk gegaan. Veel van deze scholen hadden speciale programma's (zoals 'ontdekkend leren' en programma's ter bestrijding van taalarmoede of voor begaafde kinderen). Tot slot is het belangrijk om te weten dat het onderzoek is gedaan aan een openbare montessorischool in de binnenstad. De onderzoekers merkten op dat het woord 'Montessori' de lading niet altijd in dezelfde mate dekt. De onderzochte leerlingen zaten echter op een school die zich nogal strikt aan de regels van het traditionele montessorisysteem hield. Ik weet niet of je de resultaten van dit onderzoek zomaar naar de Nederlandse situatie mag overplanten. Daarvoor ken ik het Amerikaanse onderwijssysteem onvoldoende. De onderzoekers stellen voor om in vervolgonderzoek te gaan kijken door welke aspecten van het montessorionderwijs leerlingen bepaalde vaardigheden krijgen aangeleerd. Zo lang dit onderzoek nog niet is uitgevoerd lijkt het mij daarom het verstandigst om zoveel mogelijk aan het oorspronkelijke montessorisysteem vast te houden. Jeroen van Rooijen Literatuur - Lillard, A. & N. Else-Quest (2006): The early years. Evaluating Montessori Education; in Science, vol.313, 29 september, p.1893-1894. Een uitgebreide bespreking van dit Science-artikel staat op de website van de Montessorivereniging, ter ondersteuning van een artikel van mijn hand in de Montessori Mededelingen. Bron: http://www.montessoriwageningen.nl/11-Piazza/piazza0601.htm