Behandeling van een haarnestcyste Wat is een haarnestcyste? Een cyste is een holte met vocht. Deze cystes bevinden zich op allerlei plaatsen in het lichaam. Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) is een cyste die een verbinding heeft met de huid. Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een intrekking in de huid. Vaak zitten er (hoofd)haren in de cyste die een ontstekingsreactie kunnen veroorzaken. Wat is de oorzaak? Waarschijnlijk zijn haren die door de huid naar binnen groeien de oorzaak van een haarnestcyste. Daar veroorzaken ze vervolgens een ontstekingsreactie, die ervoor zorgt dat de holte ontstaat. Waar zit een haarnestcyste? Een haarnestcyste bevindt zich meestal in de bilspleet. De haren blijven hangen in de bilspleet, geholpen door eventuele daar aanwezige beharing en krijgen dan de kans zich naar binnen te werken. Overigens komt deze aandoening ook veel voor bij kappers, waarbij de haarnestcystes tussen de vingers zitten. De haren blijven hangen in de bilspleet. Geholpen door de aanwezige beharing krijgen dan de kans zich naar binnen te werken. Wat merkt u van een haarnestcyste? Een haarnestcyste veroorzaakt naast een ontsteking, pijn en afscheiding van vocht en/of bloed. Op het moment dat een haarnestcyste niet ontstoken is kan het goed zijn dat deze helemaal geen klachten geeft. Wat kunt u zelf doen? Is de haarnestcyste rustig en zijn er geen of nagenoeg geen klachten? Dan kan met regelmatig ontharen van de bilspleet en onderrug en goede hygiëne het gebied meestal rustig gehouden worden. Ontharen bij voorkeur met ontharingscrème of tondeuse. Scheren geeft meer kans op wondjes. Verder is het van belang om losse haren goed uit de bilspleet te houden, bijvoorbeeld door douchen. Het gebied ontharen en zorgen voor een goede hygiëne zijn zeer belangrijk. Deze maatregelen zijn nodig om uitbreiding en de kans op herhaling (recidief) van de aandoening te voorkomen. Helaas heeft deze aandoening de neiging om terug te komen, ook na een chirurgische verwijdering. Herhaling ontstaat meestal binnen drie jaar. Daarom is het advies om deze maatregelen direct te treffen wanneer er klachten zijn en er lang mee door te gaan. Wat zijn de behandelingsmogelijkheden? • Operatieve verwijdering van de haarnestcyte • Behandeling van een haarnestcyste door fenoliseren Uw arts bespreekt met u voor welke behandeling u in aanmerking komt. Mogelijk is de gang van zaken in uw geval net iets anders dan in deze folder staat. Operatieve verwijdering van de haarnestcyste Bij de operatie wordt de haarnestcyste verwijderd. Een operatie gebeurt meestal onder algehele narcose. Dit omdat we de uitgebreidheid van de aandoening niet altijd makkelijk van de buitenkant kunnen inschatten. Deze operatie vindt plaats op de operatiekamer (OK). Bij een kleine haarnestcyste wordt geopereerd onder plaatselijke verdoving. Dit gebeurt op de behandelpolikliniek. Uw specialist bespreekt met u hoe de ingreep in uw geval wordt uitgevoerd. Mogelijke complicaties Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie de normale risico's op complicaties van een operatie, zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie. Omdat de wond vaak wordt opengelaten, kan het gebied nog wel eens wat (bloederig) nalekken. Een voordeel van het openlaten van de wond is dat wondinfecties minder vaak voorkomen. Wel kan de wondgenezing traag verlopen door de vorming van wild vlees (hypergranulatie). Hoe lang duurt de operatie? Een operatie voor een haarnestcyste duurt ongeveer vijftien tot dertig minuten. Voorbereiding op de operatie Wordt de operatie onder algehele narcose op de operatiekamer gedaan? Dan krijgt u een afspraak mee voor het preoperatief spreekuur. Tijdens uw bezoek aan het preoperatief spreekuur krijgt u van de anesthesioloog (de arts die de verdoving toedient) alle informatie over de narcose, het nuchter zijn op de dag van operatie en gebruik van medicatie. Medicatie bij behandeling onder plaatselijke verdoving Heeft u een afspraak voor de behandeling onder plaatselijke verdoving? Dan bespreekt uw arts met u voor de ingreep of u uw medicijnen kunt doorgebruiken of moet stoppen. Gebruikt u bloedverdunners? Dan is het belangrijk van tevoren met uw arts te bespreken of deze middelen doorgebruikt kunnen worden of tijdelijk gestopt moeten worden. Heeft u over het stoppen met medicijnen nog vragen of is het niet helemaal duidelijk? Neem dan nogmaals contact op met uw arts. De dag van de operatie Wat neemt u mee? • Geldig ID-bewijs (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument). • Ponsplaatje/patiëntenkaart. De operatie De chirurg verwijdert de haarnestcyste. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening en de mate van ontsteking besluit de chirurg tijdens de operatie of de wond geheel of gedeeltelijk opengelaten of gesloten wordt. Na de operatie Pijnklachten Vaak zijn er na een ingreep wel wat pijnklachten van de wond te verwachten, hiervoor is het gebruik van paracetamol, eventueel aangevuld met ibuprofen of naproxen over het algemeen voldoende. Verzorgen van de wond • U krijgt instructies van het verplegend personeel over hoe u de wond zelf heel gemakkelijk kunt verzorgen. • Spoel vanaf de dag na de operatie de wond een à twee maal per dag onder de douche uit. Daarna dept/droogt u de wond met een gaasje. Een gaasje tussen de billen kan prima, maar de wond echt bedekken met gazen is na deze behandeling niet zinvol. Meestal is alleen een maandverbandje of inlegkruisje genoeg. • Bent u naar het toilet geweest en heeft u ontlasting gehad? Dan altijd spoelen met de douche. Gewoon lauwwarm water is voldoende, met een zachte straal. Wanneer neemt u contact op? Bij een flinke nabloeding moet u contact opnemen met de Spoedeisende hulp van de ziekenhuislocatie waar u bent geholpen. Controleafspraak De wondgenezing wordt poliklinisch gecontroleerd. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek. U krijgt een recept voor de aanschaf van verbandmiddelen. Tenzij de verwachting is dat de wond binnen twee weken genezen is. Tot slot Deze ingreep vindt binnen Treant Zorggroep plaats op alle ziekenhuislocaties. Waar meldt u zich? • Ziekenhuislocatie Scheper: bij de receptie in de centrale hal. • Ziekenhuislocatie Bethesda: u krijgt een brief waarin staat op welke afdeling u zich moet melden voor de operatie. • Ziekenhuislocatie Refaja: bij de balie in de centrale hal, groen 42A. Behandeling van een haarnestcyste door fenoliseren Wat is fenoliseren? Fenoliseren is de haarnestcyste behandelen met een sterk etsende vloeistof (fenol). Complicaties Over het algemeen geeft deze behandeling weinig extra klachten. Het kan echter wel voorkomen dat er pijnklachten ontstaan door een ontsteking (eventueel ten gevolge van de fenol) of dat er een nabloeding optreedt. Moet u voor deze behandeling worden opgenomen? Nee, deze behandeling gebeurt op de behandelpolikliniek onder plaatselijke verdoving. Na de behandeling kunt u weer naar huis. Voorbereiding op de behandeling Medicatie Uw arts bespreekt met u voor de ingreep of u uw medicijnen kunt doorgebruiken of moet stoppen. Gebruikt u bloedverdunners? Dan is het belangrijk van tevoren met uw arts te bespreken of deze middelen doorgebruikt kunnen worden of tijdelijk gestopt moeten worden. Heeft u over het stoppen met medicijnen nog vragen of is het niet helemaal duidelijk? Neem dan nogmaals contact op met uw arts. De dag van de behandeling Wat neemt u mee? • Geldig ID-bewijs (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument). • Ponsplaatje/patiëntenkaart. De behandeling • Een medewerker haalt u uit de wachtkamer en brengt u naar de behandelkamer. • U kleedt zich van onderen uit. Daarna gaat u op uw buik op de behandeltafel liggen. • U krijgt plaatselijke verdoving en wordt eventueel onthaard. • De billen worden met tape naar buiten geplakt. • Om omliggende huid en weefsel te beschermen doen we er vaseline op. • De haarnestcyste wordt eventueel wat verder geopend, schoongekrabd en behandeld met fenol. • De fenol wordt weggespoeld met alcohol en eventueel fysiologisch zout. • We dekken de wond af met absorberend verband. • In principe herhalen we de behandeling iedere vier tot zes weken, tot de wond (bijna) dicht is. Hoeveel behandelingen hiervoor nodig zijn is van tevoren niet goed in te schatten. Dit hangt van de reactie van uw lichaam af. Soms is het met een of twee keer klaar, een enkele keer moet er wel acht keer behandeld worden. Nabehandeling thuis • Spoel vanaf de dag na de ingreep de wond 1 à 2 maal per dag onder de douche uit. Daarna dept/droogt u de wond met een gaasje. Een gaasje tussen de billen kan prima, maar de wond echt bedekken met gazen is na deze behandeling niet zinvol. Meestal is alleen een maandverbandje of inlegkruisje genoeg. • Bent u naar het toilet geweest en heeft u ontlasting gehad? Dan altijd spoelen met de douche. Gewoon lauwwarm water is voldoende, met een zachte straal. Wanneer neemt u contact op? Krijgt u hevige pijnklachten of verliest u veel bloed (met stolsels)? Neemt u dan contact op met de polikliniek Chirurgie of in de avond en nacht met de Spoedeisende hulp. Tot slot Deze behandeling vindt binnen Treant Zorggroep plaats op ziekenhuislocatie Bethesda in Hoogeveen. Waar meldt u zich? U meldt zich bij de behandelpolikliniek, afdeling 3, route 71. Heeft u nog vragen? Heeft u nog vragen over de behandeling? Stel ze aan de verpleegkundige of neem contact op met de polikliniek Chirurgie. Telefoonnummers Polikliniek Chirurgie Ziekenhuislocatie Scheper 0591 69 17 41 Ziekenhuislocatie Bethesda 0528 28 67 50 Ziekenhuislocatie Refaja 0599 65 46 31 Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) Ziekenhuislocatie Scheper 0591 69 12 22 Ziekenhuislocatie Bethesda 0528 28 62 22 Ziekenhuislocatie Refaja 0599 65 46 54 Wetenschappelijk onderzoek Binnen Treant Zorggroep doen we ook wetenschappelijk onderzoek. Mogelijk vragen wij u om hieraan mee te doen. Informatie Meer informatie vindt u op: www.treant.nl TRIP070 240117