olifant - Taal in beeld

advertisement
R
Hoor je aan het eind van een woord /t/?
Maak het woord langer.
Dan weet je of je t of d schrijft.
Illustratie: Fleur van der Weel
beel
d
-Sp
ng-
elli
i
n
K
R
W
Regelwoorden
1. Zeg het woord in je hoofd.
2. Bedenk welke regel bij dat woord past.
3. Pas de regel toe. Schrijf het woord op.
4. Controleer het woord.
Spelling in beeld A
-
Let op bij samenstellingen.
Eindigt het woordstukje op een d
of een t?
Laat dan de d of t staan.
voeten - voett - voetbal
handen - hand
d - handbal
Uitlegkaart R3
a woor
n
/paarden//, je schrijft paar
paard.
Je hoort /paar
/
ten//, je schrijft staart.
Je hoort /staar
Woorden met een ~d kun je altijd
langer maken.
de
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
3
Er zijn veel korte woordjes met
een t aan het eind.
Die kun je niet altijd langer maken.
met,
tt, hett, niett, datt, wat
ord
wo e
woorden op ~t en ~d
e week
u
an
nv d
extr
regelwoorden
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de goudvis
het bloed
groot
koud
rood
zwart
het vriendje
het foutje
de schatkist
de badmuts
regelwoorden
R
Illustratie: Fleur van der Weel
beel
d
-Sp
ng-
elli
i
n
K
R
W
Woorden met een ~d kun je altijd
langer maken.
Regelwoorden
1. Zeg het woord in je hoofd.
2. Bedenk welke regel bij dat woord past.
3. Pas de regel toe. Schrijf het woord op.
4. Controleer het woord.
Spelling in beeld B
-
Let op bij samenstellingen.
Eindigt het woordstukje op een d
of een t?
Laat dan de d of t staan.
voeten - voett - voetbal
handen - hand
d - handbal
Uitlegkaart R3
ord
wo e
Je hoort /paar
/paarden/,
//, je schrijft paar
paard.
Je hoort /staar
/
ten/,
//, je schrijft staart.
woor
ra
de n
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
3
Hoor je aan het eind van een woord /t/?
Maak het woord langer.
Dan weet je of je t of d schrijft.
Er zijn veel korte woordjes met
een t aan het eind.
Die kun je niet altijd langer
maken.
met,
tt, hett, niett, datt, wat
ext
woorden op ~t en ~d
e week
u
an
nv d
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de goudvis
het bloed
groot
koud
rood
zwart
het vriendje
het foutje
de schatkist
de badmuts
regelspoor
R
Hoor je aan het eind van een woord /t/?
Maak het woord langer.
Dan weet je of je t of d schrijft.
elli
beel
d
i
n
K
ng-
-Sp
Illustratie: Fleur van der Weel
/
den//, je schrijft paard.
Je hoort /paar
/
ten//, je schrijft staart.
Je hoort /staar
R
W
1. Hak het woord in stukjes.
2. Bij welke stukjes past het regelspoor?
regelspoor
3. Pas op deze stukjes de regel toe.
4. Controleer het woord.
Spelling in beeld C
-
Let op bij samenstellingen.
Eindigt het woordstukje op een d of
een t? Laat dan de d of t staan.
voeten - voett - voetbal
handen - hand
d - handbal
Let op bij de hij-vorm van
werkwoorden.
ik speell - hij speelt
Achter de ik-vorm komt een t, nooit
een d.
Uitlegkaart R3
ord
wo e
woor
ra
de n
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
3
Er zijn veel korte woordjes met een
t aan het eind.
Die kun je niet altijd langer maken.
met,
tt, hett, niett, datt, wat
Woorden met een ~d kun je altijd
langer maken.
ext
woorden op ~t en ~d
e week
u
an
nv d
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de goudvis
het bloed
groot
koud
rood
zwart
het vriendje
het foutje
de schatkist
de badmuts
Download