Practicum TL www.hva.nl Spoel met inwendige weerstand R(l)=50Ώ L=200mH U=100V X L 2.. f .L 62,83 Pp u.i. cos 77,56Watt ZL Pq u.i. sin 97,43VAr itot X L2 RL2 80,3 utot 1,245 A Z tot cos RL 0,623 ZL Ps u.i 124,5VA 51,5 Ps Pp2 Pq2 77,562 97,432 124,53VA Spoel met inwendige weerstand R(l)=50Ώ L=200mH U=100V i(tot)=1,245A U=100V φ i(tot)=1,245A Spoel met inwendige weerstand Z(l) X(l) φ i(tot)=1,245A R(l) = P(s) P(q) φ P(p) i(tot)=1,245A Spoel met inwendige weerstand + R1 R(l)=50Ώ L=500mH U(spoel) U=200V R1=100Ώ U(R) Spoel met inwendige weerstand + R1 R(l)=50Ώ Pp u.i. cos i 2 .Rtot 127,24Watt L=500mH U(spoel) Pq u.i. sin i 2 . X tot 133,18VAr Ps u.i 184,2VA U=200VR1=100Ώ i(tot)=0,921A U(R) Ps Pp2 Pq2 127,242 133,182 184,20VA X L 2.. f .L 157 ZL X L2 RL2 164,85 Z tot itot 2 2 X tot Rtot 217,14 utot 0,921A Z tot costo t Rtot 0,69 Z tot u L i.Z L 151,83V u R1 i.R1 92,1V u R1 u L utot 46,31 Spoel met inwendige weerstand + R1 U=200V Z(tot) X(tot) φ φ i(tot)=0,921A R(tot) i(tot)=0,921A U=200V P(s) P(q) U(Xl) φ U(rl) U(r1) φ P(p) i(tot)=0,921A Spoel met inwendige weerstand + R1 Ps i 2 .Z tot U=200V Pq i 2 .X tot i 2 .X L U(Xl) φ φ U(rl) U(r1) Ztot) X(tot) φ R(tot) Pp i 2 .R1 i 2 .RL i 2 .Rtot Spoel met inwendige weerstand + R1 Wat is de waarde van de condensator in serie om de fasehoek weer op 0 graden te laten uitkomen? Ztot) X(c)=X(L) X(c)=157Ώ X(L) =157Ώ φ R(tot)=150Ώ X(c) =157Ώ 1 X c .2. . f .c 1 2.. f .c 1 c 20,27 F X c .2.. f Xc Spoel met inwendige weerstand + R1 Hoe groot wordt nu de stroom en worden de deelspanningen? X L X c 157 Z tot Rtot 150 X(L) =157Ώ itot φ Z(tot)=R(tot)=150Ώ X(c) =157Ώ utot 200V 1,33 A Z tot 150 u R1 itot .R1 133V u spoel itot .Z L 164,85V uc itot . X c 209,33V u R1 u L utot Nu condensator parallel U=200V i(L) i(tot) Φ=46,31º R(tot)=150Ώ i(L)=0,921A nu de spanning op de x-as uitzetten i(c) U=200V L=500mH U=200V Φ=46,31º i(L)=0,921A Nu condensator parallel i(L) U=200V Φ=46,31º i(tot) i(c) R(tot)=150Ώ i(L)=0,921A i(L-reeel) Φ=46,31º i(L-imaginair) i(L)=0,921A L=500mH Nu condensator parallel i(L-reeel) Φ=46,31º i(L-imaginair) iLreeel iL . cos 0,921. cos 46,31 0,636 A iLimaginair iL . sin 0,921. sin 46,31 0,666 A i(L)=0,921A De stroom door de spoel wordt opgedeeld in een reeele vorm en een complexe vorm. De condensator wordt als ideaal verondersteld. Zijn stroom ijlt 90º voor op de spanning en moet dus even groot, maar tegengesteld zijn aan i(L-imaginair). Dus i(c)=0,666A Nu condensator parallel i(c) i(L-reeel) Φ=46,31º i(L-imaginair) i(L)=0,921A iLima g in a ir ic 0,666 A Zc X c uc 200V 300,32 ic 0,666 A 1 c 10,6 F 2.. f . X c itotaal iimaginair 0,636 A Condensator en spoel Zie naaststaande schakeling. Bereken alle mogelijke waarden. i(tot) utak.c utot ic .Z tak.c 396,73V R(L) 200Ώ u(tot)=? u Rc ic .Rc 396,30V X(c) 400Ώ ualleen.c ic . X c 380V cos alleen.tak.c i(L) R(c) 120Ώ Z tak.c Rc2 X c2 417,61 R c 0,287 Zc i(c) 0,95A 73,3 X(L) 300Ώ Condensator en spoel Zie naaststaande schakeling. Bereken alle mogelijke waarden. Z tak.L R X 360,56 2 L i(tot) 2 L X(c) 400Ώ X(L) 300Ώ u alleen. L iL . X L 330,10V RL 0,554 ZL R(L) 200Ώ u(tot)=? u RL iL .RL 220,07V cos alleen.tak. L i(L) R(c) 120Ώ utak. L utot 396,73V u iL tak. L 1,10 A Z tak.L i(c) 0,95A 56,31 Condensator en spoel i(c)=0,95A i(c)=0,95A Φ=73,3º U=396,73V Φ=56,31º i(L)=1,10A Φ=73,3º U=396,73V Φ=56,31º Stromen opsplitsen in reeele en imaginaire waarden i(L)=1,10A Condensator en spoel i(c)=0,95A ic reeel ic . cos 73,3 0,273 A ic imaginair ic . sin 73,3 0,910 A iL reeel iL . cos 56,31 0,555 A iL reeel iL . sin 56,31 1,006 A Φ=73,3º U=396,73V Φ=56,31º i(L)=1,10A Condensator en spoel itot reeel 0,828 A 0,910A itot imaginair 0,096 A itot i 2 tot reeel i 2 tot imaginair 0,834 A 0,273A U=396,73V 0,555A cos tot itot reeel 0,993 itot 6,78 Pp utot .itot . cos 328,56Watt 1,006A Pq utot .itot . sin 39,06VAr Ps utot .itot 330,87VA weerstandenopgave Bereken: •Spanningsverlies in R1 •Waarde van R4 •Spanning over R5 •De totaalstroom door R1 •De stroom door R5 •De totale vervangingsweerstand R1 ? R2 4Ώ 3A R3 5A R4 2Ώ ? U=50V U(R2+R3) R5 15Ώ weerstandenopgave U R2 I .R2 5 A.4 20V R1 U R3 I .R3 5 A.2 10V ? U=50V R2 4Ώ 5A 3A R3 R4 R5 2Ώ ? 15Ώ U R2 U R3 U R4 U R5 30V U(R2+R3) 30V 30V 10 I R5 2A 3A 15 I R2 I R4 I R5 10 A R4 I tot U R1 U V U R ( 23) 20V R1 U R1 I tot RVto t 2 1 1 1 1 ( R2 R3 ) R4 R5 R1 5 Einde Les 3: R-L-c---tezamen www.hva.nl