Centrumlocatie Er is voor u een afspraak gemaakt om uw blaas via een operatie te verwijderen. De uroloog heeft u daar reeds over ingelicht. In deze folder kunt u het een en ander over de ingreep nog eens rustig nalezen. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven. Uw uroloog zal dit altijd aan u kenbaar maken. Voor de ingreep vertelt de uroloog wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen heeft, kunt u ze tijdens dat gesprek stellen. Uw blaas moet worden verwijderd omdat er een blaastumor in de blaaswand groeit (radicale cystectomie). Onderzoek heeft uitgewezen dat de tumor zich tot de blaas heeft beperkt. Dit kan echter pas definitief worden gezien tijdens de operatie. In deze folder beschrijven we de voorbereiding, de operatie, de nazorg, de bijwerkingen en mogelijke complicaties van de operatie. Voorbereiding U wordt enkele dagen voor de operatie opgenomen. Gedurende deze dagen worden de darmen schoongemaakt. Hiervoor gebruikt u een dieet. De dag voor de operatie krijgt u een laxerende drank, waarmee de darmen geheel schoon worden. Dit schoonmaken van de darm is van belang, omdat na het verwijderen van de blaas een stukje darm wordt gebruikt als urinestoma. Voor het aanleggen van een stoma of eventueel blaasvervanging wordt verwezen naar de andere folders die u krijgt. Belangrijk om te weten is dat er een keuze kan worden gemaakt tussen verschillende stoma's: een Bricker (zakje op de buik); Indiana Pouch (katheteriseerbaar), of in een enkel geval een blaasvervanging die wordt aangesloten op de plasbuis. Deze laatste mogelijkheid bestaat alleen bij mannen. Radicale verwijdering van de blaas Op de operatiekamer krijgt u van de anesthesist de verdoving. Meestal gaat het hier om een combinatie van een verdoving via een ruggenprik met volledige narcose. U valt hierdoor in slaap. Door het dunne slangetje dat via de ruggenprik wordt ingebracht kan ook na de operatie voor pijnstilling worden gezorgd. De operatie Een radicale verwijdering van de blaas houdt bij de man in dat de blaas zowel als de prostaat wordt verwijderd. In een enkel geval wordt ook de plasbuis verwijderd. Bij de vrouw wordt in principe samen met de blaas en plasbuis ook de baarmoeder en een klein stukje van de schedevoorwand verwijderd. Bij het begin van de operatie worden de lymfeklieren rondom de blaas verwijderd en door de patholoog-anatoom onderzocht op kwaadaardige cellen. Wanneer de patholoog-anatoom bij dit onderzoek kwaadaardige cellen vindt, dan wordt de operatie afgebroken. De blaas wordt dan niet verwijderd. De operatie gebeurt via een snede in de onderbuik vanaf enkele centimeters boven de navel tot boven het schaambeen. Wanneer bij de man ook de plasbuis wordt verwijderd, wordt een tweede snede gemaakt in het gebied achter de balzak. Bij de vrouw wordt de plasbuis altijd verwijderd. Vervolgens wordt een deel van de darm uitgeschakeld. Dit stukje darm blijft wel met de bloedvaten verbonden. Op dit uitgeschakelde gedeelte worden de urineleiders aangesloten. De darm wordt uiteraard weer aan elkaar gehecht, zodanig dat de voedselstroom ongehinderd kan passeren. Afhankelijk van de urine-afvoer moet een kleiner of groter stukje van de darm worden gebruikt. Bij een Bricker-stoma wordt het darmstukje door de huid op de vooraf aangetekende plaats ingehecht. Dit stukje doet dienst als stoma. Hierop wordt na afloop van de operatie een zakje geplakt. Na de operatie Bij iedere operatie waarbij de urineleiders worden verbonden met stukjes darm, worden tijdelijk slangetjes achtergelaten om de nieuwe verbinding te laten genezen. Deze slangetjes worden naar buiten geleid en kunnen na ongeveer tien dagen worden verwijderd zonder dat hiervoor een aanvullende operatie nodig is. Tevens worden slangetjes in de buik achtergelaten (drains) waarmee wondvocht wordt afgevoerd. Ook deze drains worden na de operatie verwijderd. Na de operatie wordt u zo snel mogelijk geholpen om uit bed te komen om het risico van een trombosebeen en longembolie zo klein mogelijk te houden. Om dit risico nog verder te verkleinen krijgt u regelmatig injecties met bloedverdunnende middelen in de buikwand. 2 Bijwerkingen Bij de man worden de blaas en de prostaat verwijderd. In het operatie-gebied liggen de zenuwen en de bloedvaten die belangrijk zijn voor de potentie (erectievermogen of stijf worden van de penis). Het kan gebeuren dat bij de operatie aan deze zenuwen en bloedvaten schade wordt toegebracht. Hierdoor kunnen na de operatie veel minder of geen erecties ontstaan. Na de operatie is geen zaadlozing meer mogelijk, omdat de prostaat die het zaadvocht produceert, is verwijderd. De zaadleiders zijn dichtgebonden, zodat geen zaadcellen meer worden geloosd. Dit alles betekent dat na de operatie, bij een eventueel orgasme geen zaad meer wordt geproduceerd (droog klaarkomen). Wanneer u dat wilt, zijn er wel mogelijkheden om na een radicale verwijdering van de blaas toch weer erecties te krijgen door gebruik van hulpmiddelen of injecties in de penis. Bij de vrouw betekent een radicale verwijdering van de blaas dat niet alleen de baarmoeder wordt verwijderd maar ook een stukje van de schede. Hierdoor wordt deze wat minder wijd en korter. Dit kan in het begin problemen geven met de geslachtsgemeenschap. Na de wondgenezing kan de schede weer wijder worden door voorzichtig oprekken. Mogelijke complicaties Tijdens de operatie bestaat de mogelijkheid van bloedverlies, waarvoor een bloedtransfusie noodzakelijk kan zijn. In sommige gevallen is het noodzakelijk om na een langdurige operatie, zoals u moet ondergaan, intensieve nabewaking te vragen op de intensive care. Soms kiest de anesthesist ervoor om de beademing nog even door te laten gaan nadat de operatie is beëindigd. Ook dit is een reden om intensieve bewaking en behandeling te vragen op de intensive care. Direct na de operatie en de tijd daarna kunnen er complicaties optreden bij het genezen van de wond eventueel gepaard gaand met een ontsteking. Gelukkig komt dit weinig voor. Bij iedere operatie waarbij ook een operatie aan de darm plaatsvindt, bestaat de mogelijkheid van het moeizaam weer op gang komen van de darmfunctie. Een enkele keer ontstaat een vernauwing in de darm, waardoor de doorgang wordt verhinderd. Zelden is hiervoor een nieuwe operatie noodzakelijk. Tot slot Als u door ziekte of een andere reden niet op de afspraak kunt komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Urologie. In uw plaats kan dan een andere patiënt worden geholpen. Meer informatie Deze brochure beschrijft de algemene procedure en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Heeft u na het lezen van deze folder behoefte aan meer informatie, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Urologie, telefoonnummer: (010) 704 01 46. 3 Gewijzigde tel.nrs. 01/08 © Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 09/98 5811366 Erasmus MC ‘s Gravendijkwal 230 3015 GE Rotterdam Tel (010) 704 0 704 www.erasmusmc.nl