Het_puerperium

advertisement
Het puerperium
-
= periode v ontzwangering
o Geboorte placenta  reproductieve organen terug voorzwangere toestand
-
6-8w
Involutie baarmoeder
-
Uterus blijft na ZS wat groter/beweeglijker dan voorheen
-
Fundushoogte (navelhoogte): daalt met 0,8 cm/d
o D12: abd niet meer voelbaar
-
Cervix: gesloten D6-7
-
Involutie baarmoeder:
o < resorptie + reorganisatie

Spiervezels autolyse (< preotolytische enzymen)


BV zijn getromboseerd  fibrinoidvormig

Macrofagen: resorptie debris

Vorming nieuwe takken spiraal arteries

Leukocyt infiltratie slijmvlies

-
 verhoogde urinaire excreties stikstof

 demarkatielijn basale zone – opp decidua

Opp avasc laag afgestoten

Nieuw epitheel na 10d
Volleidg herstel mucosa na 3w
Subinvolutie:
o Bij retentie vliezen/delen placenta
o  bloeding + infectie
Hemostase v placentaire bed
-
Hemostase
o < retractie baarmoeder
o < retractie mazen spiervezels
o < gewone stollingsmechanisme

-
Stollingsreserve is toegenomen tijdens ZS
Ernstige bloedingen (als 1vd3 niet werkzaam)
o Atone boeding < onvoldoende uterus retractie
o Stollingsstoornissen < fibrinogeentekort of anticoagulerend therapie
o Traumatische oorzaak?
Lochiale verlies
-
= verlies uit genitale tractus 3-4w
o Bloederig  bruingeel
o Vaak > 10d
o < bloed, fibrine, leukocyten, genecroseerde decidua
-
Afwezig
o < puerperale sepsis of extreme flexie/extensie uterus
-
Gewoonlijk steriel
-
Besmetting in schede  opstijgende infectie  endometritis (involutieve
baarmoeder)
o  subinvolutie
o  verlies overvloediger + slechtriekend
Lactatie
-
Hormonen
o Oestrogenen  ontw steunweefsel + melkafvoerwegen
o Progesterone  ontw secreterende klierweefsel
-
Melkafscheiding/secretie
o < ZS PRL inhibitie (< seksuele hormonen placenta) valt weg

PRL ook onder neurogene controle hypothalamus
o  bloedtoevoer borstklieren + initiatie melkafscheiding acini
-
Melkuitscheiding/excretie (ejectie)
o < neurohormonale reflex

Zuigen tepels  achterkwab hypofyse  oxytocine  contractie
myofibrillen

Geremd < emoties, angst en pijn (niet melksecretie!)

Gepaard met naweeen:
-

< oxytocine  baarmoeder

 bestrijden atone bloedingen + bevorderen involutie
Verband melkejectie – melkafscheiding:
o Geen ejectie  druk acini  mech remming afscheiding
Andere karakteristieken puerperium
-
Koude rillingen
o Enkele min na geboorte
o < geleverde inspanning of foetomaternale transfusie?
-
Temp opstoot (37,5-38)
o 24h: opwinding?
o Eerste dagen: borststuwing en obstipatie
o DD: koorts < infectie urogenit tract, mammae, …

-
Koorts pathologisch tot tegendeel bewezen
Mictie
o Eerste dagen bemoeilijkt

< nervositeit, oedeem urethra, atonie m detrusor vesicae,
buikperskracht minder (pijn, epidurale)
o  urineretentie

-
Risico infectie + ischuria paradoxa (overloopblaas)
Stoelgang
o Moeizaam

< atonie Darmen, verzwakte buikpers, anticipatie pijn (hemorroïden
en perineale letsels)
-
Naweeen
o Pijnlijk + vervelend
o Vnl bij multipara tijdens zogen
o Ernstig bij primipara  denk aan geretineerde klonter
-
Ovulatie + menstruatie
o Amenorroe minstens 6w

Borstvoeding: langer
o Eisprong mogelijk na 4w
-

Zeker bij lacatie-I

Geremd door borstvoeding (oneffic anticonceptie)
Psychische problemen
o Post partum blues (hyperesthetisch-emotioneel syndroom)

50%

Na 4-5d

B: supportief
o Postnatale depressie

10-15%

1-6 mnd erna

 slaapstoornissen, depressief, sociale isolatie, last moederrol

B: supportief + professioneel
Maternale mortaliteit
-
= dood vrouw terwijl zwanger of 42d na bevalling, miskraam of afbreking
o < oorzaak verband/verergerd door ZS/behandeling
o NIET door accidentele of incidentele oorzaken
-
Directe oorzaken:
o AHT, bloedingen, infecties, sepssi, TE, distocische arbeiden, illegale
abortussen
-
Indirect:
o Astam, hartziekten, DM, SLE
-
Andere:
o Trauma, geweld, zelfmoord
Paternale mortaliteit
Vergeten probleem
Perinatale mortaliteit
-
Immaturiteit, prematuriteit, cong afwijkingen, hypertensieve ZS aandoening,
bloeding, traumata, maternale ziekten
Download