Glasvochtoperatie

advertisement
Glasvochtoperatie
Vitrectomie
2
Deze folder geeft u informatie over wat de oogarts met
u bespreekt, zodat u zich kunt voorbereiden op de
operatie.
Wat is glasvocht?
Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is
een gelei die het grootste deel van het oog opvult. De
gelei zit achter de ooglens. Normaal glasvocht laat
lichtstralen door naar het netvlies. Het netvlies zijn
zenuwcellen die het licht opvangen, zodat we kunnen
zien.
Wanneer is een glasvochtoperatie (vitrectomie) nodig?
Een glasvochtoperatie is bijvoorbeeld nodig als u last
heeft van:
• glasvocht troebelingen (zie ook folder
‘Glasvocht-troebelingen’).
• een glasvochtbloeding.
• littekenweefsel op het netvlies.
• een gaatje in het midden van het netvlies
(maculagat).
Troebelingen houden lichtstralen tegen, waardoor u een
vlek of vlekken kunt zien. Door littekenweefsel of een
3
gaatje werkt het netvlies niet goed en daardoor kan u
minder goed zien.
Troebelingen en littekenvorming kunnen vele oorzaken
hebben. De belangrijkste zijn:
• een glasvochtloslating.
• suikerziekte (zie ook de folder ‘Diabetes mellitus en
de gevolgen voor de ogen’).
• afwijkingen van bloedvaten in het oog.
• een ongeluk en door ouderdom.
Soms kan het littekenweefsel vervorming van de gele
vlek veroorzaken (macula pucker). In andere gevallen
kan het een gaatje in de gele vlek veroorzaken waardoor
het centrale zien veel minder wordt (macula gat).
Wat gebeurt er bij een glasvochtoperatie?
Bij een glasvochtoperatie wordt het glasvocht vervangen
door vloeistof, gas of lucht. Gas en lucht worden
gebruikt om het netvlies na de operatie enige tijd steun
te geven.
De keuze voor vloeistof, gas of lucht wordt voor de
operatie met u besproken. Soms moet de oogarts tijdens
de operatie een andere keuze maken, dan van tevoren
met u besproken is.
De vloeistof wordt snel vervangen door oogvocht dat
het oog zelf maakt.
Ook gas en lucht wordt door eigen oogvocht vervangen,
maar blijft langer in het oog. Zolang er een grote gasbel
in het oog zit, kunt u weinig zien. Na ongeveer 1 week
4
merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel
langzaam uit het oog verdwijnt. Bij een operatie voor
een maculagat is het meestal nodig dat u gedurende
een aantal dagen na de operatie een bepaalde houding
aanneemt (‘leeshouding’, met de neus naar beneden
gericht).
Belangrijk!
• als de operatie onder narcose gebeurt, moet u
nuchter blijven zoals de anesthesioloog met u heeft
afgesproken. (zie ook de folder “Verdoving(anesthesie) bij volwassenen”).
• u hoeft niet nuchter te blijven als de operatie met
plaatselijke verdoving gebeurt (met een prik naast het
oog).
• als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent
voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, latex,
pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de
verpleegkundige of assistente van polikliniek.
• meld aan uw behandelend arts als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt of onder
controle bent van de trombosedienst. Denk bij
bloedverdunnende medicatie aan bijvoorbeeld
acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine.
U hoeft voor de operatie niet te stoppen met
bloedverdunners.
• meld het ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt.
• op de dag vóór de operatie begint u thuis te
druppelen volgens het schema dat u meekrijgt.
5
• u krijgt verschillende oogdruppels (of het recept) mee
van de assistente.
• u mag het te opereren oog zelf druppelen, maar mag
het ook iemand anders laten doen. U kunt hiervoor ook
de thuiszorg inschakelen.
• een dag voor de operatie tussen 10.00 en 14.00 uur
wordt u gebeld. U krijgt dan te horen hoe laat u wordt
verwacht voor de operatie.
• u mag geen make-up gebruiken en uw nagels mogen
niet gelakt zijn.
• sieraden moet u thuis te laten.
• gebruik wegwerpzakdoekjes als u het oog wil deppen,
geen stoffen zakdoek. Een stoffen zakdoek kan een
infectie veroorzaken.
De dag van de operatie
• u meldt zich op het afgesproken tijdstip op de
afgesproken afdeling.
• u krijgt een infuus in uw arm tijdens de voorbereiding
op de operatie.
• als u een kunstgebit en/of contactlenzen draagt
moet u deze uitdoen. Tijdens de operatie draagt u een
operatiehemd dat u aantrekt na het opnamegesprek.
• als u een hoorapparaat draagt moet u die aan de kant
van het te opereren oog verwijderen voor de operatie.
Direct na de operatie mag u deze weer dragen.
• een verpleegkundige rijdt u met uw bed of
behandelstoel naar de voorbereidingsruimte van de
operatie afdeling.
6
Resultaat
Na de operatie verbetert het zien beetje bij beetje in
de loop van enkele weken tot maanden. Hoe goed de
werking van de gele vlek (het scherpe zien) wordt, hangt
af van de oorzaak en de oogafwijking.
Meestal herstelt het gezichtsveld zich bijna volledig.
Na 2 weken kan met een gezichtsveldonderzoek
bepaald worden hoveel u ziet, als de gasbel of
vochtbel is weggetrokken. Het uiteindelijke resultaat
van de operatie is soms moeilijk te voorspellen. De
verwachtingen worden voor de operatie zo goed
mogelijk met u besproken.
Soms zijn meerdere glasvochtoperaties nodig om het
doel te bereiken. Soms wordt de glasvochtoperatie
gecombineerd met een lensoperatie (cataract operatie).
Bij een lensoperatie wordt de eigen ooglens vervangen
door een kunstlens.
Welke complicaties kunnen optreden?
• zoals bij iedere operatie kan ook na een
glasvochtoperatie een nabloeding of infectie optreden.
Bij een bloeding blijft het hele beeld wazig. Een
bloeding verdwijnt meestal vanzelf. Een infectie komt
bijna nooit voor, maar kan ernstige gevolgen voor het
zien hebben.
• als u nog niet aan staar geopereerd bent, heeft u ooit
na een glasvochtoperatie een staaroperatie nodig.
Bij patiënten op hogere leeftijd zal de staar zich
7
binnen 1 tot 3 jaar ontwikkelen. Bij jongere patiënten
kan dit veel langer duren. Het ontstaan van staar
merkt u op door een langzame achteruitgang van de
gezichtsscherpte.
• soms is na de operatie de oogdruk tijdelijk te hoog of
te laag. De oogdrukverhoging wordt meestal met extra
oogdruppels behandeld.
• soms treedt na de operatie een netvliesloslating
op. Bij een netvliesloslating valt een deel van het
gezichtsveld weg. De kans op een netvliesloslating
is het grootst in de eerste maanden na de
glasvochtoperatie. Het is verstandig in deze periode
het gezichtsveld af en toe zelf te controleren. Dit
kunt u doen door uw hand in het gezichtsveld te
bewegen, terwijl u recht vooruit blijft kijken en het
niet geopereerde oog dicht houdt. Uw hand moet
dan rondom overal evengoed zichtbaar zijn. Bij een
netvliesloslating is een nieuwe operatie nodig.
Nabehandeling
Meestal gebruikt u tot enkele weken na de operatie
oogdruppels. Hechtingen worden niet vaak gebruikt
en hoeven meestal niet te worden verwijderd, maar ze
kunnen wel irritatie geven. Vooral in de eerste week. Het
oog blijft enkele weken wat gevoelig, rood en gezwollen.
In deze tijd verdraagt u fel licht waarschijnlijk slecht.
Na enkele weken kunt u alweer verder gaan met al uw
bezigheden.
8
U krijgt een groen bandje om uw pols als gas gebruikt
wordt tijdens de operatie. Uw mag zolang het gas in het
oog zit niet vliegen en niet boven de 1000 meter komen
ivm het dan uitzetten van de gasbel. Tijdens de controle
2 weken na de operatie wordt het bandje verwijderd als
het gas helemaal verdwenen is.
Tot de controle in het ziekenhuis moet u:
•
niet wrijven in uw (geopereerde) oog.
•
geen zware voorwerpen tillen.
•
niet langdurig voorover bukken.
•
niet zwemmen.
•
geen zware lichamelijke inspanning doen.
Vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel
deze dan gerust aan de medewerkers van de oogkliniek
of aan uw oogarts.
Meer informatie?
Ook kunt u op www.oogartsen.nl bij het kopje
“glasvocht en netvlies”, meer informatie vinden of op
https://www.cwz.nl/patient/specialismen/oogkliniek/.
Zoekt u informatie over de operatie, kijk dan bij
“glasvochtoperatie”.
Ook is hier informatie te vinden over “maculagat”
(gaatje in de gele vlek) of “maculapucker” (vliesje
over de gele vlek), mocht bij u één van deze twee
aandoeningen de reden zijn van deze operatie.
9
Bericht van verhindering
Kunt u echt niet komen op uw afspraak? Voor de
vooronderzoeken of (na)controle? Bel dan zo snel
mogelijk de opnameplanning. Er kan dan nog een
andere patiënt in uw plaats komen.
Kunt u echt niet komen naar uw operatie? Bel dan de
opnameplanning oogheelkunde.
10
11
Adres en telefoonnummer
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen
Bij vragen voor of na de operatie, kunt u contact opnemen met de
assistentes van Oogkliniek (B01)
Telefoon (024) 365 82 15 (tijdens kantooruren)
Bij ernstige klachten die niet kunnen wachten, kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp
Telefoon (024) 365 83 22 (buiten kantooruren)
Secretariaat opnameplanning oogheelkunde (B02)
Telefoon (024) 365 71 34
12
G450-G / 03-16
Website: www.oogheelkunde.cwz.nl
Download