CURSUS DUITSE DOCENTEN NEDERLANDS KATERN: UITSPRAAK, versie voor Kommplatt 'Wat uw oor niet waarneemt, kunt u ook niet begrijpen of reproduceren' DOCENT: An MELLEMA, logopediste m.m.v. drs. Jan P. MENTING 2009 Inhoud pagina 1. Medeklinkers en klinkers van het Nederlands 3 2. Luisteren 4 3. Prosodie 5 4. Uitspraakverschillen Duits – Nederlands 6 4.1 centrale verschillen, met oefeningen 7 - 11 4.2 perifere verschillen, met oefeningen 12 - 16 5. Observatieformulier 17 - 18 Dit Katern is uitsluitend bestemd voor de studenten van NiLS Weiterbildungsmaßnahme Niederländisch 2008-2011. Voor gebruik door anderen of vermenigvuldiging is schriftelijke toestemming nodig van An Mellema, Scheperweg 2 9751 RP Nederland. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 2 1. In deze digitale versie van het Katern Uitspraak ontbreekt de tekst over de medeklinkers en klinkers van het Nederlands. U vindt de informatie in het hoofdstuk FONOLOGIE op: HTTP://NEON.NIEDERLANDISTIK.FU-BERLIN.DE Daar zijn tevens geluidsfragmenten te beluisteren. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 3 'Wat uw oor niet waarneemt, kunt u ook niet begrijpen of reproduceren' 2. LUISTEREN NAAR DE SPRAAK Bewust kunnen luisteren naar de spraak van anderen en naar die van jezelf is een belangrijke voorwaarde om een taal goed te leren spreken. Veel fouten in de uitspraak zijn het gevolg van het niet nauwkeurig luisteren naar hoe de taal precies gesproken wordt. Leer daarom eerst luisteren naar hoe een vreemde taal klinkt, in dit geval het Nederlands, zónder daarbij te letten op de betekenis van de taal: luister naar de klanken (klinkers en medeklinkers) die de woorden vormen stuk voor stuk. Luister niet alleen naar de klanken, maar ook naar het ritme, de intensiteit en de melodie van de stem: de prosodie. Kortom, richt je aandacht op die aspecten die typisch zijn voor hoe de Nederlandse taal klinkt. In het bijzonder voor docenten is nauwkeurig leren luisteren naar de spraak nodig. Dit zul je moeten oefenen. Hoe anders kun je de uitspraak van je leerlingen beoordelen en corrigeren? Toch is alleen maar luisteren naar hoe anderen spreken niet genoeg voor een goede uitspraak. Naar jezelf kunnen luisteren terwijl je spreekt, is net zo belangrijk! Vaak denkt men dat zijn uitspraak wel goed is, terwijl dat is in feite niet zo is. Een mens hoort met zijn oren voortdurend wat hij zegt; deze 'auditieve feed-back' gebeurt in de moedertaal onbewust. Bijvoorbeeld bij een verspreking, corrigeert men zichzelf automatisch. Bij het spreken van een vreemde taal functioneert de auditieve feed-back gebrekkig, vandaar dat iemand meestal denkt dat zijn uitspraak beter is dan die feitelijk is. Je 'oren' moeten eerst weten hoe de gewenste uitspraak precies klinkt, anders blijft je auditieve feed-back gebrekkig en je uitspraak dus ook. Hoe moeilijk dit alles is blijkt uit het feit dat veel Duitsers het Nederlands altijd met aspiratie (Behauchung) blijven uitspreken en dit zelf niet horen. In het zinnetje: "wil je een kop koffie of een kop thee?" is dan na iedere explosief een lichte h hoorbaar. Conclusie: blijf altijd goed luisteren hoe ánderen de taal spreken en blijf met die voorbeelden in je hoofd, kritisch luisteren naar jezelf. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 4 3. PROSODIE, DE EXTRA INFORMATIE Als mensen elkaar goed willen begrijpen is alleen de inhoud van een tekst niet genoeg. Vaak ontstaan er dan onduidelijkheden over hoe iemand iets bedoelt. Denk bijvoorbeeld aan MSN. Omdat je daarbij iemands gezichtsuitdrukking niet ziet en zijn stem niet hoort, ontstaan er eerder misverstanden wat betreft de boodschap. Wanneer je een extra informatielaag toevoegt, de zogeheten prosodie, wordt een tekst pas echt duidelijk. Prosodie is de informatie in de boodschap die door ritme, intensiteit en melodie van de stem wordt overgebracht. Wanneer je een tekst moet voorlezen gebruik je je stem op zo'n manier, dat de inhoud gemakkelijker is te begrijpen: bij belangrijke punten zul je bijvoorbeeld wat langzamer spreken of een stilte laten vallen. Als je met iemand aan het praten bent pas je dit onbewust toe. Bij het beter overbrengen van informatie speelt prosodie dus een hele belangrijke rol. Door prosodie doelgericht te gebruiken, ben je beter verstaanbaar en daardoor word je eerder en beter begrepen. Hoe groot de invloed van de prosodie is op de betekenis, blijkt uit de vele manieren waarop je een eenvoudig zinnetje kunt zeggen, bijvoorbeeld: 'Ik ga uit met Kees en Wim'. Lees dit zinnetje op minstens drie verschillende manieren voor, en laat horen dat prosodie extra informatie toevoegt. Bij een ambigu zinnetje als 'die man draagt een lichte das' geldt de invloed van prosodie natuurlijk ook. Maar hier is de context doorslaggevend voor het goede begrip, omdat de woorden 'draagt', 'licht' en 'das' minstens twee betekenissen kennen: dragen/aanhebben, licht van kleur/gewicht en das als stropdas of dier. Zonder de context te kennen blijft het raden naar de betekenis. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 5 4. UITSPRAAKVERSCHILLEN DUITS - NEDERLANDS Duits en Nederlands zijn verwante West-Germaanse talen. Dat is direct merkbaarop aan de woorden en de zinsbouw. Ook vanuit de invalshoek van de fonetiek en daarmee de uitspraak, zijn er overeenkomsten. In dit katern zullen we niet de overeenkomsten, maar juist de verschillen benadrukken. We gaan uit van de uitspraakmoeilijkheden die wij als docenten aan het Nils de afgelopen jaren hebben waargenomen bij de (aanstaande) leraren Nederlands. Het is belangrijk dat de leraar zich bewust is van de verschillen tussen zijn Duitse spraak en de Nederlandse, dan kan hij die verschillen leren horen, begrijpen en (enigszins) beschrijven. Die achtergrondkennis helpt enorm bij het opsporen en verbeteren van tekortkomingen in uitspraak, zowel bij zichzelf als bij de leerlingen. We onderscheiden twee groepen: De centrale verschillen, die diverse kenmerkende uitspraakverschillen veroorzaken. Bijvoorbeeld: een ‘te palatale’ uitspraak van het Nederlands door de Duitstalige, zal zich op diverse manieren als een ‘fout’ in de uitspraak manifesteren. Onder andere bij de uitspraak van de a en de l. De perifere verschillen, zijn de detailverschillen die wat hun werking betreft beperkt blijven tot één punt. Bijvoorbeeld: een 'Duitse’ uitspraak van de Nederlandse ui-klank beperkt zich tot een ‘fout’ alleen voor díe klank, en hoeft geen parallellen elders in de spraak te hebben. Als centrale, kenmerkende verschillen onderscheiden we : - Energie - Palataliteit - Aspiratie - Steminzet Als perifere verschillen onderscheiden we: - Uitspraak s en z - Nederlandse r - Uitspraak a - Uitspraak l - Stemloze b, d - Uitspraak g/ch - Uitspraak –sje, -pje, -tje, -dje, -kje - Uitspraak ui - Uitspraak ei/ij ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 6 4.1 CENTRALE VERSCHILLEN Energie Een goede invalshoek voor het constateren van uitspraakverschillen tussen Duits en Nederlands is uiteraard het beluisteren en waarnemen van de spraak en de sprekers. Wat een geoefend Nederlands oor dan opvalt, is de energie die de Duitser in zijn spreken legt. Energie, dat betekent meer lucht, die ook met meer kracht vanuit de longen omhoog wordt gestoten de luchtpijp in, langs het strottenhoofd met de stembanden door de keel en via de neus- en mondholte naar buiten komt. Hierbij wordt veel spierspanning aangebracht, ook in de tong, de wangen en de lippen. Een naar Nederlandse begrippen overmaat aan energie. Zo'n krachtige spraak met gebruik van veel spierspanning in het gehele spraakorgaan maakt op het Nederlandse oor al gauw de indruk, alsof de spreker voortdurend met stemverheffing spreekt, of iets met klem wil beweren. Omgekeerd zal het Nederlands zoals dat wordt gesproken in de omgangstaal, in Duitse oren slap klinken: nonchalant, ongearticuleerd, onverzorgd, onduidelijk. En dan is er ook nog een overmaat aan ù-klanken hoorbaar; de zogenaamde ‘stomme e’ of de [ə] ‘Schwa’ (als fonetische vakterm), de meest centrale, neutrale, kleurloze klinker. Bijvoorbeeld in: 'de te verteren etensresten': op negen klinkers zijn er maar drie met klankkleur (Tonfarbe). En dat bij een correcte uitspraak. Erger wordt het als ook andere klinkers en hele lettergrepen worden 'aangetast' door een slappe articulatie. Het woord 'bijvoorbeeld' wordt befobbeld of bfobbeld en politie wordt plisie. Hier vervangt men klinkers door de Schwa of slaat ze net zoals sommige medeklinkers over. Men ziet zo kans hele lettergrepen in te slikken (telescopie), die klanken als het ware te verdonkeremanen. Trouwens de correcte uitspraak van dit uit zes lettergrepen bestaande werkwoord 'verdonkeremanen' heeft maar liefst vier kleurloze klinkers! In het Nederlandse onderwijs is in zijn algemeenheid tegenwoordig weinig belangstelling, tijd en aandacht voor verzorgd mondeling en schriftelijk taalgebruik. Dit baart veel onderwijsgevenden en vooral ook veel ouderen in de maatschappij zorgen. Hoe moet een Duitse taalstudent of Duitse leraar Nederlands zich hier nu opstellen? Het is eigenlijk een vreemde zaak om iemand die goed articuleert, n.l. een goed en duidelijk sprekende Duitser, te straffen voor zijn ijver en hem te zeggen dat hij slordig moet gaan spreken… Toch is dat wel een beetje zo. Probeer in ieder geval niet de bovengenoemde Nederlandse hebbelijkheden, zoals telescopie, te ‘imiteren’. Dat lukt meestal toch niet goed. En áls het lukt gebeurt dat vaak op de verkeerde plek, namelijk daar waar een Nederlander nu juist wél zou articuleren. Uit dit teveel aan spraakenergie zijn verschillende uitspraakfouten die Duitstaligen maken terug te voeren, zoals palataliteit. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 7 Oefeningen energie Probeer zoals hierboven al beschreven staat, wat slordig en ontspannen te spreken en zo de energie te verminderen. Probeer voor en tijdens het spreken de onderkaak los en ontspannen te houden. Eindigt een woord op –en, spreek de n dan niet uit, al is dat in deze regio gebruikelijk. De e spreek je natuurlijk wel uit, die klinkt op die plaats als de stomme e [ə]. Hierdoor wordt de energie ook verminderd. Palataliteit Naast spraakenergie valt in de Duitse uitspraak van het Nederlands, de palatale articulatiebasis van het Duits op. Onder ’articulatiebasis’ wordt in de fonetiek en de logopedie verstaan de stand van de hele articulatieruimte (keel-neus-mondholte) zoals die vóórdat men begint te spreken is, en die min of meer gehandhaafd blijft tijdens het spreken. Hier vallen óók onder de in die ruimte aanwezige onderdelen/instrumenten: stembanden, keelwanden, strottenhoofd, huig, tong, wangen, lippen, eigenlijk alles wat in die holte manipuleerbaar, stuurbaar is. En voorts heeft men in dit begrip articulatiebasis niet alleen te maken met de stand, maar ook met de toestand waarin vooral de musculatuur zich bevindt: men kan (vóór het spreken en tijdens het spreken) onderscheid maken tussen gespannen en ontspannen, met eventeel verschillende tussentoestanden. Iedere taal heeft een eigen articulatiebasis. Vergelijk je voor beide talen de articulatiebasis, dan vallen de volgende verschillen het meeste op: - Gespannenheid van de mondmusculatuur. De Nederlandse musculatuur is en blijft meer ontspannen, zelfs bijna slap; - De palatale instelling is gericht op het vormen van de klanken vóór in de mondholte. De Nederlandse articulatiebasis is velair ingesteld, gericht op het produceren van de taalklanken meer achter in de mond. Dit verschil is sterk genoeg om ook in historisch perspectief in de woordenschat en de spelling verschillen te maken. Vergelijk eens de Duitse woorden Selz, Wald, kalt met het Nederlandse zout, woud, koud. Een sterk postpalatale, dikke [l] heeft gemaakt dat in het Nederlands die [l] is verworden tot een [w] en zelfs [u]; die [u] heeft zich dan weer met de voorgaande klinker verbonden tot de tweeklank ouw. De prepalatale, haast tongpuntige Duitse [l] heeft zich gewoon gehandhaafd. De palatale instelling èn de gespannenheid van de mondmusculatuur veroorzaken in een ‘Duitse’ uitspraak van het Nederlands, uitspraakfouten die hier op terug te voeren zijn, zoals de aspiratie. oefening palataliteit Een meer palataal ingestelde articulatiebasis, betekent dat de articulatieplaatsen van de verschillende klinkers en vooral medeklinkers, voor het Nederlands zich wat meer naar achteren in de mondholte bevinden. En dat is te horen in de uitspraak. Zo is bijvoorbeeld de Duitse [a] zeker meer palataal dan zijn Nederlandse equivalent. ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 8 Vergelijk: Bal, Dampf, verdammt!, Tasche, Tall en Zustand met bal, damp, (gat)verdamme!, tas, dal en toestand. Hoe duidelijk klanken zich in het Nederlands 'achterwaarts' hebben verplaatst en nog verplaatsen (de L) hoor je in: fühlen – voelen, berühmt – beroemd, Wald - woud, Selz - zout, Het is eigenlijk niet mogelijk om aparte oefeningen te doen die palataliteit in zijn algemeenheid tegen gaan. Wel kun je de kenmerkende uitspraak ten gevolge van palataliteit, bij losse klanken benoemen en die klanken apart en gecombineerd oefenen. Daarom vind je de oefeningen om de palatale a en l af te leren, ondergebracht bij de perifere oefeningen. Aspiratie Een derde algemeen kenmerk van de Duitse spraak, en daarmee van het door een Duitstalige gesproken Nederlands, is het verschijnsel aspiratie. (‘aanblazing’, ‘Behauchung’). Het gaat daarbij om de onmiddellijke aansluiting tussen een medeklinker en de daarop volgende klinker. In het Duits bestaat de algemene neiging om tussen die twee een ‘te-veel-aanlucht’ als het ware ongebruikt te laten doorstromen, zonder er echt een taalklank mee te vormen. Het is vooral hóórbaar na de explosieve medeklinkers (veel lucht, verhoudingsgewijs). Die loze lucht krijgt dan als vanzelf, al naar gelang het karakter van de voorafgaande medeklinker, óók een consonantisch karakter, een glijdende medeklinker, een soort [h] of [s] of [f]. Om die aspiratie in het Nederlands te voorkomen, dient de klinker zo goed mogelijk direct aan te sluiten op de voorafgaande consonant, vooral na de explosieve klanken. Doet men dat niet, dan ontstaan in die ruimte onvermijdelijk de genoemde secundaire consonantische geluiden. In het Duits heeft men aspiratieverschijnselen gecanoniseerd in de spelling: Pferd en Pfund en zehn en Zustand en zurück en Zoll (kahl, Kahn). Vergelijk: paard, pond, tien, toestand, terug, tol, kaal, kano. Het Engels is óók een taal met sterke aspiratieverschijnselen: c[h]ome en t[h]wo en t[h]ree en p[h]ure. Het Groningse dialect heeft het ook een beetje. Daar maken mensen uit de Randstad zich vrolijk om: ze bespotten de Noorderlingen dan om hun 'Martsinitsoren' . Al is het verschijnsel vooral waarneembaar voor het oor bij de explosieve p, t, k, b, d , een verfijnd instrumentarium registreert het verschijnsel óók na medeklinkers als f, n, r, s (Achshhó!), l, f (Fhhoto); daar is het effect op de uitspraak echter niet zo opvallend. oefeningen aspiratie Laat de klinker naadloos aansluiten op de voorgaande medeklinker, er mag daartussen geen h of zoiets hoorbaar zijn. pa-pa–pa-pa–pa, ka-ka-ka-ka-ka, ba-ba-ba-ba-ba, ta-ta-ta-ta-ta, da-dada-da-da. Gebruik zo min mogelijk lucht tijdens het pittig uitspreken, alsof je ______________________________________________________________________ An Mellema Katern Uitspraak 2009 9 de lucht in je mond houdt tijdens het oefenen. Oefen geconcentreerd en luister kritisch naar jezelf; zo ontwikkel je je auditieve feed-back! Gaat dit goed, vervang dan de a door andere klinkers. Maak daarna combinaties als pa-ba, ka-da, ta-ka, ook met andere klinkers. Ga verder met woorden: pappa, patat, paté, kaken, koken, kijken, bek, boek, dak, tak, enz. Tot slot maak je zinnetjes met de woorden: pak dat boek, pappa eet patat, de kat op het dak, ik kijk in het boek, tante Katinka bakt pannekoeken, enz. enz. Zeg alles zónder aspiratie! Steminzet De harde steminzet, de zgn. glottisslag (Knacklaut) komt ook in het Nederlands voor, maar omdat men daar met minder energie/kracht spreekt valt het minder op. Gebruikt men te veel kracht, dan is er in het hele spraakorgaan een verhoogde spanning. Zegt men dan een klinker aan het begin van een woord, dan wordt deze vrijwel zeker met een harde steminzet geproduceerd. De glottisslag ontstaat doordat de lucht uit de longen de gesloten stembanden met een plofje opent en in trilling brengt (subglottische druk). Dat gebeurt ook als je hoest of kucht. Dit kan aanleiding zijn tot stemklachten als keelpijn en heesheid. Voor de stem is teveel spierspanning niet goed. Ontspannen stembanden die al een beetje zijn geopend vóórdat de luchtstroom ze in trilling brengt, voorkómen de harde steminzet (glottisslag). Oefeningen steminzet Een gemakkelijk toepasbaar oefenmiddel is eerst te zuchten, dat opent de stembanden voordat je ze in trilling brengt (geluid produceert). Hieronder een uitroepen, die je eerst bewust met glottisslag en daarna zonder glottisslag gaat uitspreken. Ach! Ozo! Oei! Aanvallen! Één! Oef! Iedereen! Elf! Ja, áls! Aap! Over! Overnieuw! Opzij! Opnieuw! Af! Achter! Och! Eerst! Uit! Open, zeg ik! Uitstekend! Afblijven! Ophouden nu! Ezel! Uil! Oen! Op! Engerd! Eikel! Let op: - Spreek de oefen woorden eerst allemaal vlot achter elkaar uit, met luide stem en expres met de glottisslag (die soort hoest aan het begin van de klinker). Als je het goed doet en veel energie gebruikt, gaat je keel uiteindelijk droog en pijnlijk worden. Je voelt dat dit niet goed is voor je stem. Je moet daarom maar niet gaan oefenen met deze manier van spreken. - Doe hierna hetzelfde, maar met een heel andere benadering. Ontspan éérst de spieren in je keelholte/strottenhoofd en laat dan langzaam wat lucht ontsnappen, zodat je de stembanden uitelkaar gaan en breng ze pas dan in trilling door het een van de oefenwoorden te zeggen. Neem voor deze oefening alle tijd. Doe elke uitroep een paar keer over. Als je de klinkers niet meer met een hoorbaar plofje begint, doe je het goed. ______________________________________________________________________ 10 An Mellema Katern Uitspraak 2009 Doorallewoordenopéénuitademingachterelkaaruittesprekenontloopjehetris icoomeenongewensteglottisslaguittespreken. ______________________________________________________________________ 11 An Mellema Katern Uitspraak 2009 4.2 PERIFERE VERSCHILLEN -Uitspraak s en z -Stemloze b, d -Uitspraak ui -Nederlandse r -Uitspraak g/ch -Uitspraak ei (ij) - Uitspraak a - Uitspraak l - Uitspraak –sje, -pje, -tje, -dje, -kje - Perifere verschillen met oefeningen s en z In het Nederlands klinken de z en s bijna hetzelfde, ze lijken ook veel op elkaar. Voor beide klanken blaas je de lucht over de tongpunt, die vlak achter de voortanden zit; je maakt dus geen brede sis-klank zoals bijvoorbeeld in het Duitse woord 'Stad'. De z is een stemhebbende s, de klanken worden op dezelfde wijze gevormd, alleen trillen de stembanden bij de z mee en bij de s niet. oefeningen s-z Leg je hand tegen je strottenhoofd en zeg ssssssssszzzzssssszzzzzssssssszzzzsssssszzzz. Je voelt dat bij de z de stembanden trillen en bij de s niet. De z wordt vaak als een s uitgesproken, dat is eigenlijk niet correct. Begin de z wel als een s, maar plak er dan een korte z achter, oefen hardop: szoet – szuur – szout - szijn – szon – szitten- szingen, de stembanden trillen heel licht even mee. Door je hand tegen je keel te houden controleer je tijdens het oefenen of de z stemhebbend is. R De Nederlandse r wordt op steeds meer verschillende manieren uitgesproken. Luister naar de geluidsvoorbeelden van de R bij de medeklinkers op de Neon-site: - gebruik bij voorkeur de tongpunt-r, rollend, bestaande uit één of meerdere slagen; - en/of gebruik bij voorkeur de huig-R, ook rollend, de huig trilt; - de ‘Gooise R’ velair, rolt niet, het is in de mode om aan het eind van een woord, of gevolgd door een andere medeklinker de 'Gooise R' te gebruiken; - de zwaar-velaire schraap-R klinkt als een geschraapte g: je hoort Gotterdam en bogt met geschraapte g, in plaats van Rotterdam en bord; - de velair-palatale schraap-R zoals die in het Frans klinkt. oefeneningen voor de tongpunt r en de huig R Doe de onderstaande oefeningen en kies de uitspraak die je het beste ligt. Gebruik die r zoveel mogelijk. Je kunt zowel de tongpunt r als de huig R combineren met de Gooise r. De tongpunt r oefen je door de r te vervangen door een hele lichte d in de volgende woorden, leg de klemtoon op de eerste lettergreep: kinderen, ______________________________________________________________________ 12 An Mellema Katern Uitspraak 2009 hinderen, minderen, luisteren, fluisteren. Herhaal dit tot je geen lichte d meer hoort maar een korte tongpunt r. Zeg dan heel vaak 'krentebrood' (kdentebdood). Probeer de r te verlengen tot het puntje van de tong trilt, dan rolt de r. Zeg dan: breien- rijen, braden-raden, krijgen-rijgen, borenhoren, boor-hoor, paren-haren, paar-haar, klieren-vieren, klier-vier. Let op dat de r niet te lang en nadrukkelijk klinkt. Pas de r zoveel mogelijk toe. Oefeningen voor de huig-R Bij deze R is het niet de tongpunt, maar de huig die trilt. Om de huig in trilling te brengen neem je een slokje water in de mond, maar je slikt het water niet door. Houd je hoofd achterover en gorgel, zo breng je de huig in trilling. Lukt dit goed, dan slik je het water door, houd je hoofd normaal en laat de huig opnieuw trillen. Lukt dit nog niet, blijf dan net zolang met water oefenen tot het wel lukt. Kun je de RRRRR maken, plak er dan een klinker aan vast: RRRaa! RRRoo! RRRie! enz. Daarna tussen twee klinkers: oRen, aRal, eRik enz. Gaat dit goed, pas dan de R zoveel mogelijk toe. a Zeg nooit een te gespannen, te gesloten, te palatale, te heldere aa in plaats van de [ɑ] die lage, donkere, warme klank die je hoort in: ván en bál en áls, want het moet niet klinken als: vaan en baal en aals; dit is een zeer veel gehoorde en zeer opvallende fout! Dit oefen je door het goede voorbeeld na te zeggen. Oefenen heeft alleen zin als je deze klankverschillen goed kunt onderscheiden op 't gehoor, pas dan kun je ze zelf goed leren uitspreken. oefening contrast aa-a haak-hak, baak-bak, zaak-zak, baal-bal, zaal-zal. Alkmaar, Zaandam, hagelslag. l Het bovenstaande komt vaak voor in combinatie met de te prepalatale [l]. In Nederland is de l alleen prepalataal aan het begin van een woord (initiaal). De medeklinker [l] leent zich goed voor het oefenen om een “te Duitse” palatale uitspraak wat meer naar achteren te krijgen voor het spreken van Nederlands, omdat de articulatieplaatsen van de [l] in de beide talen nogal ver uiteen liggen. Bovendien verschillen ze in de manier van vorming. De Duitse [l] is licht,en wordt met de tongpunt gevormd, (pré)palataal De Nederlandse [l] is (post)palataal, aan de velaire kant vaak zelfs, en ook zwaar aangezet: met de tongrug over een verhoudingsgewijs groot oppervlak tegen het verhemelte “geplakt”. Bij bepaalde Nederlanders en in bepaalde dialecten (het Rotterdams b.v. ) hoort men de [l] dan ook vaak nog verder naar achteren zakken, de keel in. Soms gaat dit zo ver dat de tongrug het contact met het verhemelte verliest. Er is dan eigenlijk geen sprake meer van een MEDEklinker, een CONsonant, maar van een klinker, ______________________________________________________________________ 13 An Mellema Katern Uitspraak 2009 een 'sonant', in feite wordt er dan een soort [u] geproduceerd. De [u] is een velaire, gesloten klinker (doen, tun). Het bovenstaande verklaart, historisch gezien, waarom er in het Nederlands zo veel woorden zijn met 'ou'en 'au'. Bijna altijd gaat het om een 'in de keel gezakte', tot [u] gevocaliseerde [l]. Denk aan: sollte, Selz, wollte, kalt, Walter, Holz, halten, Malt. In het Nederlands is dit geworden: zou, zout, wou, koud, Wouter, hout, houden, mout. De [u] is een afgezwakte Nederlandse velaire [l]. oefeningen l Houd voor je gevoel de tongpunt slap bij het uitspreken van de l, alsof je heel slordig spreekt en de tongpunt eigenlijk niets doet: holm – balsem olie – pool – plons – klein – holle – wolken. Zeg ieder woord vijf keer en luister goed naar jezelf. stemhebbende b en d De b en d zijn stemhebbend. Het niet stemhebbend uitspreken van de b en d, vooral in initiale positie, intervokaal of naast een n, m, l of r, veroorzaakt een voor Duitstaligen typische uitspraakfout. oefening stemhebbendheid b en d Voel als controle of de stembanden even trillen, zeg ieder woord 5 keer achterelkaar hardop en luister kritisch naar jezelf: bier – dag - hebben – laden – hamburger – helder – Hollander – harde – Eelde – verdriet – verbazende – albast. g De [g] van Gott en gut bestaat niet in het Nederlands. Alleen in woordcombinaties als: zakdoek, dukdalf, enz, waar de stemhebbendheid van de [d] al in de [k] begint, krijg je een klank die lijkt op de Duitse [g] van gut. Spreek de g-klank goed uit, want [ku:t] is geen Nederlands. De g klinkt tegenwoordig stemloos, stemhebbend hoor je alleen in 't zuidelijk dialect Schraap de g nooit, zo'n g achter uit de keel is lelijk en niet goed voor je stem. oefeningen g De goede g krijg je vanzelf, als je een k zegt en die probeert aan te houden. Dat klinkt zoals een boze kat die blaast: kggggggg, kggggg, kgggg. Voel dat de g op dezelfde plaats zit als de k. Gaat dit goed, oefen die goede g dan heel vaak, vastgeplakt aan de k in: ikgggggaa, ikga, ikggggee, ikgeef, ikgggooi, ikgooi, zakggggeld, zakgeld. Dan in zinnetjes, de spaties tussen de woorden zijn weggelaten, want de woorden worden aanelkaar uitgesproken: ikgaweg, ikgeefgeld, ikgooigoed, ikgam'ngang, hoegaat't? Als dit gemakkelijk gaat oefen dan: ga je mee? Geef je geld? Ik geloof dat ik gek wordt! Wat is er misgegaan? Ach, eigenlijk niets. Ga je ______________________________________________________________________ 14 An Mellema Katern Uitspraak 2009 gang. Ga weg, ga weg zeg ik je en gauw! Opschieten gemenerik, je bent een afschuwelijke oplichter! –sje, -pje, -tje, -dje, -kje De s, p, t en k gevolgd door de klank [j] horen in het Nederlands als één complexe consonant te worden gerealiseerd en vormen altijd één lettergreep (syllabe). Duitstaligen hebben de neiging ze na elkaar, los van elkaar uit te spreken. Laat de klanken 'in elkaar kruipen'. Voorbeelden: zeg niet Kaat-je maar Kaa[tj]e, niet: hoe heet-je, maar hoe hee[tj]e. Probeer vooral niet te vervallen in de fout er een [ch]-klank van te maken zoals in Schuh of shoe. Dus niet Kaat[ch]e of hoe heet[ch]e. oefeningen –sje, -pje, -tje, -dje, -kje Jantje, Pietje, Keesje. Huisje, boompje beestje! Mutsje – jasje – sjaaltje, hemdje (spreek uit als hempje) – bedje – nichtje. ui De klinker ui bestaat in het Duits niet, en geeft daardoor problemen in het onderwijs van het Nederlands. Veel Duitstaligen vluchten in een oi-klank, de klank die je hoort in euch, Beule. Dat is absoluut niet juist. De Nederlandse ui-klank is in fonetisch schrift een in elkaar geschreven [œ], een tweeklank (diftong) gekoppeld aan een [j] en dus samen [oej]. Voorbeelden: buiten, ruit, luid, kuiken, ruiken kuip, puik, tuit, enz. Soms wordt deze klinker op zijn beurt dan weer gevolgd door een [j]: als in bui(j)en lui(j)eren en rui(j)en, voor buien, luieren en ruien. oefeningen ui Het kan helpen de ui te oefenen met internationaal bekende Franse woorden als b.v. oeil (oog), portefeuille, een plaatsnaam als Argenteuil, fauteuil: precies de goede klank. Begin om de ui te leren uitspreken met de u-klank zoals die klinkt in het Engelse 'but' en plak daar een j achter. Soms helpt het om in plaats van de j, de uu te zeggen. Als je getraind bent om te luisteren naar klankverschillen, gaat de uitspraak gemakkelijker. Begin daarom niet direct met het oefenen van de ui. ei/ij De Nederlandse ei/ij klank (meisje, tijd) wordt niet als een [ai] worden uitgesproken zoals in het Duits (Zeit, Bein). oefeningen ei/ij Begin door met de mond wijd open de e van (bed) te zeggen en tijdens het e zeggen naar de ie-klank te glijden (kaak gaat omhoog), zo krijg je de ______________________________________________________________________ 15 An Mellema Katern Uitspraak 2009 ei/ij: e-ie. Soms helpt het om in plaats van de ie, de j te zeggen: ej. Begin telkens met een lang aangehouden e en zeg: e ie jaa na oefenen hoor je dan ei-ja. Probeer dan met, nog steeds met een lang aangehouden e van (bed), op een zucht: he ja, he-ja. Plak nu de ja vast aan he en zeg hejaap en maak de j lang. Hoor je al een ei? Eigenlijk is dit zo van papier niet te leren. Je hebt iemand nodig die het goed kan voordoen. Eerlijk gezegd geldt dat voor alle oefeningen. ______________________________________________________________________ 16 An Mellema Katern Uitspraak 2009 CONCEPT observatieformulier uitspraak Nederlands naam observator: naam student: leeftijd: datum: de uitspraak van het Duits is: de reden tot observatie van de uitspraak van het Nederlands is: Aandachtspunten Verschijningsvormen, omcirkel tijdens het luisteren wat van toepassing is of noteer eigen bevindingen Articulatie Algemene indruk Duidelijk en volledig (als in 't Duits) Nonchalant en vrij slordig (als in 't Nederlands) Overheersen de medeklinkers? Worden de klinkers te kort aangehouden? Anders: Spraakenergie Normale spanning van mondmusculatuur Te gespannen of te ontspannen mondmusculatuur De kaken blijven vrijwel gesloten? Onderkaak doet mond duidelijk opengaan? Anders: Palataliteit Zaal, want, zool, dol, veel, wet. Komen de klinkers van achter uit de mond, zoals in 't Nederlands? Klinkt als ooi i.p.v. ui zoals in fauteuil en portefeuille? Klinkt als aai, zoals in Duitse 'mein'? In: zaal, want, zool, dol, veel, wet. Klinken de klinkers helder zoals in 't Duits? Klinkt medeklinker l dun, zoals in het Duits? Anders: Ui Ei/ij Uitspraak medeklinkers Aspiratie Overheersen de medeklinkers de klinkers? Is er na de p/b, d/t of k, aspiratie in: poten, bibliotheek, dadelijk, theater, kastanje? Anders: Klinkt meer als in e in Duitse 'Mensch'? Anders: Anders: Na andere medeklinkers? Welke? Na klinkers? Anders: Welke klinkers? ______________________________________________________________________ 17 An Mellema Katern Uitspraak 2009 Aandachtspunten Vervolg observatieformulier Stemhebbendheid b en d b en d zijn stemhebbend Stemhebbendheid z en v z en v klinken in het Nederlands meestal als ssz en ffv s r g/ch Harde klinker inzet (glottisslag) * Verkleinwoorden Spreektempo Klemtonen Zinsmelodie scherpe s (is goed), een te scherpe s klinkt bijna als fluiten en is niet goed Varianten: Tongpunt-r Huig-R en Gooise R b en d zijn weinig of niet stemhebbend (let dan op aspiratie) zzzz en vvv worden volledig stemhebbend met veel energie uitgesproken, zoals in 't Duits? Te brede s. Klinkt als de s in 't Duitse Stimme? *Zie ook bij verkleinwoorden Tongpunt r en huig R genieten de voorkeur, maar zolang goed verstaanbaar, zijn alle varianten min of meer acceptabel Dient te klinken als verlengde k: Kggg zonder de explosie van de k. Ook na s in sch Dient te worden vermeden Geschraapt? Stemhebbend? Tje /dje /sje in bootje, hondje, huisje, worden als 1 klank samengevoegd Normaal Normaal binnen het woord? Normaal binnen de zin? Klinkt meer Nederlands of meer Duits? In –sje klinkt de s breed, ongeveer zoals in 't Duitse 'Stimme'. Altijd hoorbaar als een woord met een klinker begint? Traag of snel Te veel binnen het woord? Te veel binnen de zin? Monotoon Klinken b en d in finale positiezoals het moetals p en t? s i.p.v. z Anders: Anders: f i.p.v. v zoals in het Amsterdam's dialect? Klinkt schcorrect in: misschien, gescheiden Schoolschrift? Geschraapte R (kan keelklachten veroorzaken). Anders: Anders: Een j i.p.v. de R? Dat is geen Nederlands. Als in Duitse gut? Deze klank is onbekend in het Nederlands Alleen hoorbaar als de klemtoon op de eerste lettergreep ligt? Anders: Anders: Anders: Vloeiend Te weinig binnen 't woord? Te weinig binnen de zin? Stereotiep Anders: Anders: Anders: ______________________________________________________________________ 18 An Mellema Katern Uitspraak 2009