Mysticism

advertisement
Mystiek
I. Definitie van Mystiek (Evelyn
Underwood, Practical Mysticism: Mystiek is
de kunst van eenwording met de
Werkelijkheid, De mysticus is een persoon
die die eenwording in grotere of mindere
mate heeft bereikt; of iemand die dat
probeert en er in gelooft dat dat kan
Maar
A. Wat is Werkelijkheid? Uitgaande van
deze definitie kan deze vraag allen
beantwoord worden door een mysticus en
in termen die alleen andere mystici
kunnen begrijpen
B. Wat is Eenwording? Vanuit het
perspectief van de mysticus is dit geen
“handeling” maar een activiteit die elk
bewuste moment wordt ondernomen met
grote intensiteit en nauwkeurigheid—we
kunnen iets kennen door eenheid ermee.
“Kenmerken” van
Mystiek
(James, Varieties of Religious
Experience)
I. Onuitsprekelijkheid—een negatief kenmerk
A. Mystiek laat zich niet uitdrukken—de
inhoud kan niet adekwaat onder woorden
gebracht worden
B. Mystiek moet directly “ervaren worden”
C. Mystiek kan niet anderen deelachtig
gemaakt worden of aan hen overgedragen
worden.
II. Kennis kwaliteit
A. Mystiek is een vorm van inzicht in
de diepte van de waarheid die niet te
bereiken is door rationeel denken
B. De kennis is
“verlichting” of
“openbaring”
III. Vluchtigheid
A. Mystieke toestanden kunnen niet
gedurende een langere periode
vastgehouden worden
B. Soms kan een voorbijgegane
mystieke toestand gedeeltelijk gerecreëerd
worden in het geheugen
IV. Passiviteit
A. De mysticus ervaart dat zijn/haar
eigen wil niet actief waren, soms alsof
in beslag genomen en beheersd door een
hogere macht
B. De “beheersings” factor leidt soms
tot secundaire fenomenen
1. profetie
2. automatisch schrijven
3. mediumistische trance
Karakteristieken
(Underwood, Mysticism)
I. Mystiek is practisch, niet theoretisch
II. Mystiek is een geheel geestelijke
activiteit
III. De zaak en method van de mystiek is
liefde—liefde is:
A. De actieve, connotatieve,
uitdrukking van iemands wil en verlangen
naar het Absolute
B. Iemand’s aangeboren neigig naar
dat Absolute, iemand’s geestelijke gewicht
IV. Mystiek houdt een duidelijke
psychologische ervaring in
V. Als kanttekening bij de vier regels moet
met nadruk gesteld worden dat ware
mystiek zichzelf niet zoekt.
Generische
Ervaringen
(O’Brien, Varieties of Mystical
Experiences)
I. Het object dat in mystieke ervaring
ontmoet wordt wordt door de mysticus
gezien als ultiem
A. Een geloof dat een mystieke
ervaring de ervaring is die men op aarde
kan hebben
1. Richard Rolle--het object is
het “vuur van de goddelijke
troost”
2. Bernardus—vergelijkbaar met
het “Gelukzalig visioen in de
B. Er wordt beweerd dat het object
het ultiem mogelijke ervaarbare is voor
menselijk bewustzijn omdat het de
ultieme werkelijkheid is--god
1. Catharina van Siena--de
“Stille Zee” waarin zij zich
ondergedompeld voelde: in God
2. Origenes -Het is het Woord; de
tweede persoon van de Triniteit
II. De ontmoeting is altijd onmiddellijk en
direct
A. Het kan een intuitieve een-op-een
cognitieve relatie zijn tussen subject
en object, zoals bij Augustinus
B. Het kan een “inzicht”—de
onmiddellijke schouwing van een
hogere samenhang--Ignatius Loyola of
Teresa van Avila
III. De ontmoeting is altijd anders dan bij het
gewone gebruik van ofwel de zintuigen ofwel
het verstand
A. Verschillende achtergronden van
mystici zorgen ervoor dat de mystieke
ervaringen in op verschillende manieren
worden verklaard (geconceptualiseerd)
B. Toch zijn er overeenkomsten die
religieus geloof overstijgen, bij voorbeeld,
het zelf, zelf, wordt bewustzijn
Drie Regels om de
“Waarheid” van een
Ervaring vast te
stellen
I. De gerapporteerde ervaring volgt niet logisch
uit de filosofische of theologische positie van de
persoon, maar staat er haaks op.
A. In de geschriften van Pseudo-Dionysius
of Meister Eckhart is de ervaring die zo
geprezen wordt de laatste logische stap in
een strak speculatieg systeem
B. Ze kunnen allebei wel authentieke mystici
zijn geweest, maar men kan daar niet toe
concluderen enkel op grond van hun geschriften
C. Als de ervaring helemaal niet past binnen de
speculatieve vooronderstellingen van een
persoon, is de kans groot dat het een
authentieke ervaring was
II. De gerapporteerde ervaring is niet een
voorbeeld van wensvervulling, maar staat haaks
op iemand’s verlangens
III. Alleen de gerapporteerde ervaring geeft lijn
aan de speculatie
A. In Gregorius zien we dat de ervaringen
naar het “lichtende” centrum zijn in het licht
waarvan Bijbel en filosofie en toenmalige
theologische controverses begrepen werden
B. In Johannes van het Kruis krijgt alles zijn
kleur door de ervaring
Drie Levensfasen
waar Mystici het over
eens zijn
I. Leven zoals het God betreft
II. Leven zoals het het schepsel betreft
III. Een tussen-leven, een mengsel van de
voorgaande twee
IV. Voorbeelden
A. Plotinus—3 afdalende fasen of principes
van Goddelijke Werkelijkheid
1. De Godheid, het Absolute, en
Ongeconditioneerde Ene
2. God’s manifestatie als de nous,
de Goddelijke Geest die de
“intelligibele” en eeuwige wereld
inspireert
3. Psyche, het Leven of de Ziel van
B. De Upanishads
1. Brahma is het “hart van de
werkelijkheid”; anders dan het
bekende, en boven het onbekende
2. Ananda, (het zijn) die geestelijke
wereld die het ware object is van
esthetische passie en religieuze
contemplation
3. Het wereld-proces zoals we het kennen,
dat Ananda representeert die vorm
aanneemt
C. Richard van St. Victor
1. “Verruiming van onze geest”—
vergroting en verdieping van onze
visie van de wereld
2. De “verheffing van de geest”—
waarin we de werkelijkheden die
ons te boven gaan aanschouwen
3. “Ecstase,” waarin de geest
opgenomen wordt en
gecontrasteerd met de waarheid
in zijn puurste eenvoud
D. Jacopone da Todi—gebruikt symbolisme van
drie hemels
1. Als de geest zichzelf overwonnen heeft
wordt de “sterren hemel” van de
meervoudigheid aan haar geopenbaard; haar
duisternis wordt velicht door verstrooide
lichten (punten van werkelijkheid die de
hemel doorboren
2. De “crystallijne hemel” van heldere
contemplatie, waar de ziel aangepast wordt
aan het ritme vam het goddelijke leven—
door liefhebbende intuitie ontwaart zij God
achter sluiers
3. De “verborgen hemel” of “ecstase”—
E. Ruysbroeck
1. De natuurlijke wereld, theater van onze
morele streid
2. De essentiele wereld, waar God en de
Eeuwigheid werkelijke bekend zijn door
bemiddeling
3. De super-essentiele wereld, waar zonder
bemiddeling (onmiddelijk), en verder dan
alle scheiding, “boven rede en zonder rede,”
de ziel wordt verenigd met “de glorieuze en
absolute Ene”
F. Jacob Boehme
1. De “diepste Godheid, zonder en
achter de Natuur”
2. De Eeuwige Licht-wereld, de
manifestatie van de Godheid
3. De buitenkantwereld waarin
we leven naar het lichaam, die
manifestatie, beeld of gelijkenis
is van de Eeuwige
G. Dionysius the Areopagite
1. De weg van de loutering, waarop
de geest geneigd is ware wijsheid te
leren
2. De weg van de Verlichting, waarop
de geest door contemplatie wordt
aangestoken tot de brandende liefde
3. De weg van de vereniging, waarop
de geest door begrip, rede, en
geest enkel door God geleid wordt
Vormen van Mystieke
Literatuur
I. Pastorale Homilieën--de geschriften
over de intieme communie met het
Goddelijke, soms zijn de geschriften
afschriften van preken
II. Theologische Tractaten—gericht op
een ontleding van de mystieke ervaring
III. Persoonlijk Advies—geschreven om te
voldoen aan een behoefte aan instructie in
het mystieke van een bepaald persoon, of
personen
A. Het advies is persoonlijk op twee
manieren tegelijk
B. Auteur-mysticus, in het licht van
persoonlijke ervaring
C. Lezer-mysticus, counseling voor
persoonlijke behoeften
D. Deze category kent veel anonyme
werken die als “klassiek” beschouwd
worden
1. Het Boek van de Armen van
Geest
2. Theologia Germanica
3. De Wolk van Niet-Weten (The
Cloud of Unknowing)
IV. Belijdenissen
A. De meest beroemde beoefenaar
van dit genre is Augustinus van Hippo
in zijn oBelijdenissen (Confessiones)
B. Willem van St. Thierry, in zijn Over
de Contemplatie van God
V. Geestelijke Verslagen--direct en ter
zake; doel is eenvoudigweg te vertellen
wat er gebeurde
A. Ignatius Loyola
B. Marie van de Incarnatie
C. Paulus van het Kruis
Een proeve van
Mystiek
I. Meister Eckhart (1260-1329 AD)
A. Het proces van de werkelijkheid is een
serie emanaties
1. Van de Godheid naar het
Ongesproken Woord (de Vader)
2. Van het Ongesproken Woord
naar het Gesproken Woord (de Zoon)
3. Van het Gesproken Woord naar de
Liefde (de Geest)
4. Van de Liefde naar de ideale
schepping
B. Mensen keren in omgekeerde orde naar God terug
C. De practische geest van Eckhart
1. Het eerste stadium van de trugkeer van
de ziel is
regressie van het fenomenale,
dat wil zeggen, van schepselen in hun
feitelijke staat omdat ze niet alleen niets zijn maar
ook tot niets maken
2. Het tweede stadium is het aanschouwen
van het ongeschapene in schepselen; dat wil
zeggen, van schepselen in de ideale staat
3. Het derde stadium is introspectief; dat wil
zeggen, men mediteert over de puur geestelijke
eigenschappen van de ziel, de triniteit van
geheugen, begrip en wil
D. De ultieme bestemming van de ziel
is niet de Triniteit, maar wat achter de
Triniteit ligt—God zelf
1. Zo is er een vierde stadium
2. Het bestaat erin verder te
gaan dan geheugen-begrip-wil
naar de delicate eenvoud van de
pure natuur van de ziel, naar een
eenheid zo ijl dat het bijna is alsof
deze niet in de mens te vinden is
II. De Sufi Rabi’a van Basra (stierf.
185/801)
A. In tegenstelling tot veel andere
Sufis, gaf zij geen aandacht aan de
schoonheid van de natuur
B. Ze werd gekenmerkt door een
extreme andere-wereldsheid.
C. Een belangrijk aspect van haar denken is
haar concept van pure of belangeloze
liefde—de Liefde van God voor Zichzelf—O
mijn Heer, als ik u aanbid uit angst voor de
Hel, laat me dan branden in de hel; en als ik
u aanbid uit hoop op het paradijs, sluit mij
dan buiten het Paradijs, maar als ik u aanbid
om uzelf, onthoud Uw Eeuwige Adem dan
niet aan mij
D. Haar leer van belangeloze liefde zou niet
alleen invloed hebben op latere Sufis maar
ook op de traditionele leer van de Islam
III. De “Beschonken” Sufi Abu Yazid (stierf
261/875)
A. Beschoud als de eerste van de
“beschonken” Sufis die God in zijn eigen ziel
vond
B. Hij gaf aanstoot aan orthodoxe
Islamieten door uit te roepen, Glory voor Mij
C. Hij was ook de eerste die de hemelvaart
van de Profeet als thema nam voor het
uitdrukken van de eigen ervaring
D. Hij ontwikkelde de leer van Fana
(“absorptie” of “annihilatie” die later een
belangrijke rol zou spelen in de Sufi leer
Hermeticisme en
Kabbalistische
Mystiek
Neo-platoonse en NeoPythagoreische Invloeden
I. Al Plato’s werk werd bewaard
gedurend de Christelijke vernietiging
Griekse literatuur
II. Plato’s “Academie” bleef bestaan
van Plato’s tijd tot 529 AD
. III. Tussen de 3e en 6e eeuwen AD, ondergin
het Platonisme een opleving—bekend als het
Neo-Platonisme
IV. Plato’s filosofie is positive ten opzichte van
het syncretisme; andere systemen konden
eenvoudig worden toegevoegd—dit geldt in het
bijzonder van het Neo-platonisme dat neopythagoreische en Hermetische concepten
omvatte
Hermes Trismegistus
I. De Traditie wil dat hij rond 2670 BC
leefde
II. Hermes Trismegistus is de Griekse
equivalent voor Thoth en betekent “De
Driemaal Grote”
III. De Legende vertelt dat hij een
Egyptische priester, wetgever en filosoof
was en dat hij 36 boeken schreef over
theologie en filosofie en zes boeken over
artsenijkunde
IV. De 46 boeken zijn als volgt onderverdeeld:
A. Tien boeken over wetten, goden, en de
opleiding van priesters
B. Tin boeken over offers, het offeren,
gebeden, hymnes en feestelijke processies
C. Tien boeken over cosmografie en
geografische informatie
D. Vier boeken gewijd aan astronomie en
astrologie
E. Twee boeken met een verzameling
lofliederen ter ere van de goden en een
beschrijving van het koninklijke leven en
de bijbehorende plichten
F. Zes boeken die samen bekend zijn als
de “Pastophorous” en over medische
zaken gaan
G. Deze geschriften werden volgens de
traditie overgeleverd aan Griekse filosofen
zoals Pythagoras, Plato, Aristoteles, en
Herodotus
Andere Legenden
I. Thoth werd beschouwd als de heerser
over mystieke wijsheid, magie, geschrift,
en gebezing; Hermes was de
personificatie van universele wijsheid en
de patroon van de magie
II. Beiden worden geassocieerd met
geschriften
A. Aan Thoth werden de heilige
boeken van Egypte toegeschreven
B. Volgens Iamblichus (ca. 250300 BC), schreef Hermes 20.000
boeken en Mantheo (ca. 300 BC)
schreef hem meer dan 36.000
boeken toe
III. According to legend both revealed to
humankind the healing arts, magic,
writing, astrology, science and philosophy
IV. Hermes Trismegistus provided the
wisdom of light to the ancient mysteries of
Egypt. “He carried an emerald, upon
which was recorded all philosophy, and
the caduces, the symbols mystical
illumination. Hermes Trismegistus
vanquished Typhon, the dragon of
ignorance, and mental, moral and physical
perversion
The Emerald Tablet
True, without falsehood, certain and most true, that which
is above is the same as that which is below, and that
which is below is the same as that which is above, for
the performance of miracles of the One Thing. And as
all things from the One, by the meditation of One, so all
things have their birth from this One Thing by
adaptation. The Sun is its Father, the Moon its Mother,
the Wind carries it in its belly, its nurse is the world.
This is the Father of all perfection, or consummation of
the world. Its power is itegrating, if it be turned into
earth
You shall separate the earth from the fire, the subtle from
the gross, suavely, and with great ingenuity and skill.
Your skilful work ascends from earth to heaven and
descends to earth again, and receives the power of the
superiors and of the inferiors. So thou has the glory of
the whole world—therefore let all obscurity flee from
thee. This is the strong force of all forces, overcoming
every subtle and penetrating every solid thing. So the
world was created. Hence all were wonderful
adaptations, of which this is the manner. Therefore I am
called Hermes Trismegistus having the three parts of the
philosophy of the whole world. What I have to tell is
completed during the Operation of the Sun
V. Several Fathers of the Church thought
that Hermes was pre-plato; Lactancius,
St. Augustine, Justin Martyr, Athenagoras,
Clement of Alexandria, Tertullian, Cyprian,
and Cyril of Alexandria
VI. Other Greek scholars included
Zosimus, Jamblichus, Fulgentius, and
Julian the Emperor
De Waarheid
I. Tot de 17e eeuw was het algemeen
aanvaard dat Hermes voor de preSocraten leefde en een aanzienlijk corpus
religieuze, filosofische en
wetenschappelijke litteratuur schreef.
II. De werken die toegeschreven werden
aan Hermes worden aangeduid als het
“Corpus Hermeticum”, maar waren
geschreven door een kring van Griekssprekende Egyptenaren die in en om
Alexandrie werkten in the 2e en 3e Eeuw
AD
III. De Hermetische geschriften laten
invloeden zien van de Platoonse,
Stoicijnse, en mystiek Joodse tradities
IV. Geen Christelijke invloed, hoewel er
veel frasen en ideeën zijn die afkomstig
lijken uit de Christelijke traditie:
Bijvoorbeeld, in de Pimander is een
verslag van de schepping van de wereld
door het “lichtgevende Woord” , de “Zoon
van God”
V. Sommige geleerde geloven dat de
overeenkomsten wijzen op
gemeenschappelijke bronnen voor Hermes
en het Christendom
VI. De manuscripten van het Corpus
Hermiticum werden ontdekt in
Constantinopel door agenten van Cosimo
Medici (een heersende prins in Toscane)
VII. Cosimo was zo gretig om de inhoud
van het material te weten dat hij Marisilio
Ficino opdroeg zijn vertaling van Plato te
onderbreken en zich te wijden aan de
vertaling van Hermes
VIII. Hij voltooide de verraling in 1464; als Plato
specialist kon hij de Platoonse elementen in het
corpus zien; maar hij geloofde dat Plato zijn
ideeën ontleende aan Hermes.
A. Deze foutieve daterin deed hem geloven
dat hij de oudste kennis had
B. De datering van het corpus in het 2e
millennium v. Chr. maakte het de basis van
alle kennis
C. Ficino dacht ook dat Hermes en
Mozes tijdgenoten waren; hij speculeerde
dat zij één en dezelfde persoon waren
D. Zo lag het corpus ten grondslag aan 2
grote bronnen van kennis—de filosofische
geschriften van Plato en het Oude
Testament
E. Zijn vertaling en commentaar hielpen
een Christelijke Hermetische traditie
ontstaan die bloeide tot in de 17e eeuw
Pico Della Mirandola
I. Tijdgenoot van Ficino
A. Begon zijn studie in de filosofie bij
Ficino
B. Pico’s belang is dat hij de magie van
de Kaballa toevoegde aand de magie van
de Hermetische traditie
C. Hij ging in 1486 naar Rome met
900 thesen of punten uit alle filosofieën
waarover hij in het publiek wilde
debatteren. Hij vond dat die punten met
elkaar in overeenstemming gebracht
konden worden
D. Er was geen debat, maar het
bevorderde de al bestaande interesse van
de Renaissance in magie door zijn boeken
zoals de Waardigheid van de Mens,
Apologie, en Oratie.
E. Hij moest later verschijnen voor een
commissie aangesteld door Paus
Innocentius VIII; de commissie moest het
ketterse karakter van Pico’s thesen
onderzoeken
F. In 1487 zwoer Pico zijn geloof af
G. In 1492 kwam een nieuwe paus,
Alexander IV, Pico te hulp
Pseudo-Dionysius de
Areopagite
I. Schreef Hemelse Hierarchieën
II. Claimed de Dionysius te zijn die Paulus
in Athene ontmoette—geaccepteerd door
veel geleerden van de vroege kerk
III. Echte auteur is onbekend, maar
schreef onder neo-platoonse invloeden
IV. Het werk zou belangrijk worden in de
synthese van neo-platonisme en
Christendom
V. De verbinding wordt tot stand gebracht doo
de engelenwereld te identificeren met wat de
filosofen de intelligibele wereld noemen
VI. De wereld is onderverdeeld:
A. Engelenwereld (intelligible wereld)
B. Hemelse wereld
C. Ondermaanse wereld (bewoond door
mensen)
Heinrich Cornelius
Agrippa von Netesheim
(Cornelius Agrippa)
I. Geboren in 1486 in Keulen, Duitsland
II. Hij vertelde al jong in een brief dat hij
nieuwsgierig was naar de mysterieën
(Albertus Magnus (1193-1280, beroemd
occult geleerde woonde in Keulen)
III. Ging naar de Universiteit van Parijs
waar hij een groep medestudenten om
zich heen vergaderde die in hetzelfde
onderwerp geïnteresseerd waren
IV. In 1510 schreef hij de eerste opzet van zijn
Drie Boeken over Occulte Filosofy—gepubliceerd
in 1531,33
V. Zijn werk is in 3 boeken ingedeeld:
A. Natuurlijke Magie, of magie in de
elementaire wereld
B. Hemelse Magie
C. Ceremoniele Magie
D. Deze onderverdelingen corresponderen
met de onderverdelingen in de filosofie:
Fysica, Mathematica, Theologia
VI. In Boek I verdeelt hij het heelal in drie
werelden
A. De elementaire wereld
B. De hemelse wereld
C. De intellectuele wereld
VII. Het slothoofdstuk van Boek I
bespreekt de relatie van letters van het
Hebreeuwse alfabet met de tekens van de
dierenriem, planeten, en elementen die
die taal een sterke magische kracht geven
VIII. Boek II benadrukt mathematica en beelden
A. De letters van het Hebreewse
alfabet hebben numerieke waarde en
ze zijn krachtig in numerieke magie
B. Hij bespreekt de algemene
principes voor het maken van een
talisman met hemelse afbeeldingen
IX. Book III gaat over hogere zaken: dat
gedeelte van de magie die je helpen om
bij goddelijke religie te komen
X. De informatie in het hoofdstuk moet
geheim gehouden worden, want de
mysteries van God zijn altijd verborgen
Giordano Bruno
I. Geborn in 1548 in Nola, Italie; werd
Dominicaan op zijn 15e
A. Kwam op jeugdige leeftijd onder de
invloed van de Hermetische traditie
B. Hij was zowel toegewijd aan zijn
Katholicisme als aan het Hermtische
corpus
C. Hij werd later beschuldigd van
ketterij; hij verliet de Dominicaanse orde
en werd een “afvallige”
D. Hij reisde naar veel van de
hoofdsteden van Europa
E. Hij stierf op de brandstapel in 1600
vanwege zijn ketterij
II. Zijn programma van “religieus-magischwetenschappelijke hervorming”
A. Hij geloofde dat hij de magische
religie van de oude Egyptenaren deed
herleven, waarvan hij dacht dat die ouder
was dan het Judaisme of het Christendom
B. Hij dacht dat ondanks het feit dat de
magische traditie onderdrukt was, deze zou
herleven
C. Bruno geloofde dat het Hermeticisme de
“enig ware religie was”
D. Hij geloofde dat Copernicus’ heliocentrische
theorie een teken van de herleving van het
Hermeticisme was
1. In De Revolutionibus, verwees
Copernicus naar Hermes en stelde dat de
zon de zichtbare god is en het centrum van
de wereld moet zijn
2. Bruno dacht dat Copernicus de diepere
betekenis van zijn ontdekking niet begreep
3. Hij verbond het animisme,
heliocentricisme, het idee van een eindeloos
universum, en politieke hervorming aan het
weer verschijnen van de Hermetische
revolutie
4. Hij geloofde ool dat de bestaande
Rooms Katholieke kerk de Hermetische
traditie zou omarmen als deel van zijn geloof
5. De Rooms Katholieke kerk zou
zekere vormen van magie in 1600
veroordelen, direct na zijn executie
D. Dit betekende het begin van de teruggang
van de Hermetische traditie
1. Vooruitgang in kennis van de Griekse
filologie in the 16e en vroeg 17e eeuw
stellen Isaac Casubon in staat het
Hermetische corpus te dateren in de 2e eeuw
AD
2. Maar velen geloofden dat deze 2e
eeuwse documenten geactualiseerde
afschriften zouden zijn van oudere
documenten
3. De Humanistische
wetenschapsbeoefening ontdekte andere
oude documenten die het animism van het
Hermeticisme bestreden
4. Er deed zich ook een intellectuele
reactie voor (de “skeptische crisis”) als
gevolg van Descartes’ leer van een
mechanistische filosofie die het Hermeticisme
bestreed
Rozenkruisers
I. De Naam is afgeleid van Christian
Rosencreutz
II. De “Manifestens” van de Rozenkruizers
zijn twee korte pamfletten—Fama en
Confessio en de Chemische Bruiloft van
Christian Rosencreutz (1616)
A Historische Interlude
I. De heersende Hertog van Wurtemberg,
Frederick I, was een alchemist, occultist,
en Anglorfiel
II. Hij wenste een verbond met Koningin
Elizabeth van England en wilde de Orde
van de Kouseband verwerven
III. De Kousenbound werd hem
geschonken door Jacobus I
IV. Zo lijkt het dat Jacobus een verbond
aanging met de protestanten in Duitsland
V. Er sschijnt een geheime overeenkomst
geweest te zijn in 1604 tussen Jacobus,
de Koning van Frankrijk en de Hertog van
Wurtemberg
VI.De Naometria
A. Een ongepubliceerd apocalyptischprofetisch werk dat numerologie
gebaseerd op de Tempel van Solomo
gebruikte; de schrijver zag verbanden met
gebeurtenissen in de Europese
geschiedenis
B. De schrijver voorspelt dat in 1620 de
Antichrist (Paus) verslagen zal worden will
be defeated. In 1623 zou een nieuwe
periode beginnen
VII. De Europesche Eenwording
IV. Joodse Mystiek en Kabbalisme
A. De term Kabbalah betekent letterlijk
“traditie” en houdt in dat de mystieke
leer de ware interpretatie van de
Schrift is
B. Abraham Abulafia (13e eeuw AD)
1. Zijn werk bleef ongepubliceerd
tot de 19e eeuw
2. Zijn wezenlijke doel was een weg te
openen voor het aanschouwen van de
Goddelijke Werkelijkheid
a. Hij vond het middel in het
Hebreeuwse alfabet
b. Hem was geleerd dat de
aanschouwing van Gods naam zou
leiden tot mystieke ecstase
3. Beïnvloed door de Sefer Yetsira (Boek
van de Schepping, 3e-6e eeuw AD)
4. Goddelijke taal was waar de
werkelijkheid uit bestond; de pure
gedachte van God wordt uitgedrukt
door een geestelijke taal waarvan de
letters de elementen zijn van het
geestelijke zijn
5. Elke taal, niet enkel Hebreeuws, kan
een medium zijn waardoor de taal van
God wordt ontwaard door het
menselijk bewustzijn
6. Naarmate men Gods naam meer
schouwt krijgt men meer van de naam
van God te zien en te bevinden in het hart
7. De ziel verlaat dan het lichaam in
ecstatische vreugde en ontvangt een
dosis geestelijk leven
8. Hij brengt ook regels voort over
lichaamshouding—een soor “Joods Yoga”
C.De Zohar (“helderheid” or “glans”)
1. Geacht het werk te zijn van Rabbi
Simeon ben Yohai (2e eeuw AD);
waarschijnlijk geschreven in de 13e
eeuw AD
2. Het is in de meeste opzichten een
commentaar op de Pentateuch, en
interpreteert deze door mystieke
symboliek
3. De Zohar drukt de visie uit van een
Kabbalistisshe school waaruit een
vroeger werk was de Bahir
4. De Zohar vertegenwoordigt een ontwikkeling
van de ideeën van de Bahir betreffende God, het
menselijk lot, en de betekenis van de Torah
5. Het begint bij de veronderstelling dat onder
alle werkelijkheid er de creatieve kracht van de
spraak is—belichaamd in de geschreven
woorden van de Schrift
6. De essentiele betekenis van de Torah is zijn
symbolische betekenis
7. De centrale figuur is de Sefiroth—levende
getallen, gezien als goddelijke emanaties; ze
worden beschouwd als “graden” (maten van
creatieve of goddelijke manifestatie)
8. Het zij de kwaliteiten, attributen,
en werkzaamheden van God
9. De Sefiroth zijn verdeeld in drie
triaden, met een tiende die de
harmony van hen allen
vertegenwoordigt
De Eerste Triade
1. Hoogst is Kether, de “Kroon van God”—het
is het mystieke “Niets”, een oerpunt
2. Vanuit Kether komt voort Hokhmah
(Goddelijke Wijsheid); hierin zit ook het
ideale bestaan van alle dingen in een
ongedifferentieerde eenheid
3. Vanuit Hokhmah komt Binah (Goddelijk
Verstand) waarin alle vormen pre-existeren
in de Geest van God die ze zelf ziet
4. Er werd gezegd dat de Goddelijke Wijsheid
de “Vader” is, het actieve principe dat alle
dingen voortbrengt; Het Goddelijk Verstand
is de “Moeder”, het passieve of receptieve
principe
The Second Triard
1 Hesed (“Liefde”, “Genade” van
God
2 Din (“Kracht” van God), vooral
gemanifesteerd als de macht
om te oordelen of te straffen
3 Tifereth (“Schoonheid”) of
Rachamin (“Mededogen”)
4 Hesed is een mannelijk
principe; din, een vrouwelijk
principe
De Derde Triade
1. Netsah (“Victorie”—het
blijvend verdragen van God);
gezien als mannelijk
2. Hod (“Glorie” “Majesteit” van
God); gezien als vrouwelijk
3. Yesod (“Fundering”)—de grond
van stabiliteit in het universum
Het Tiende Principe
1. Malkuth (“Koninkrijk” van God of Shekhinah
(Aanwezigheid van God in het Heelal
2. Het is het principe dat de rest harmonieert
10. Een traditie zegt dat de Sefiroth
eerst aan Adam werd geopenbaard in de
Boom des Levens en de Boom van de
Kennis tezamen, Adam wilde de twee
scheiden—en zo introduceerde hij de
principes van scheiding en isolatie in de
wereld
11. Kwaad wordt herleid tot de
introductie van disharmonie in de Sefiroth
Download