Escalatie hypothese • Trends in compositie van biota evolutionair belangrijk • MAAR: statistische en taphonomische fouten Escalatie hypothese • Trends in compositie van biota evolutionair belangrijk • MAAR: statistische en taphonomische fouten 2 hypothesen: • Escalatie hypothese • Bulldozer hypothese Escalatie hypothese Escalatie hypothese: ecologische verschuivingen op lange termijn worden veroorzaakt door de evolutionaire respons van de prooi op predatiedruk Escalatie hypothese Escalatie hypothese: ecologische verschuivingen op lange termijn worden veroorzaakt door de evolutionaire respons van de prooi op predatiedruk 2 mogelijke responsen: • ‘infaunality’ • mobiliteit Escalatie hypothese Bulldozer hypothese: Epifaunale, immobiele taxa zullen dalen wanneer er toegenomen verstoring is van het sediment door infaunale, actief mobiele taxa Studie: Madin et al. • Classificatie van mariene invertebraten: – Dieet – Habitat – Locomotie – Mineralogische samenstelling • Trilobieten uitgesloten • Proporties Studie: Madin et al. • Ruwe data evolutionaire respons Studie: Madin et al. Studie: Madin et al. • Ruwe data evolutionaire respons • MAAR kan het resultaat zijn van onafhankelijke autogecorreleerde trends autocorrelatie verwijderd • Testen of: – Niet-carnivore ‘infaunality’ of mobiliteit ~ carnivoren – Immobiele ‘epifaunality’ ~ bioturbatie Studie: Madin et al. Studie: Madin et al. Studie: Madin et al. Significante correlatie tussen de ecologische proporties en schaal mineralogie proporties 2 causale scenario’s: • Veranderingen in zeewater chemie • Escalatie Studie: Madin et al. Testen op preservatie bias Uitsluiting van fossiele collecties die aragonietvormen niet bewaarden Resultaat: • Aragoniet preservatie: invloed in bepaalde gevallen • Correlatie tussen ecologische en schaal mineralogie proporties gelijk trends door toevallige, statistisch onafhankelijke expansie van groepen met aragoniet Studie: Madin et al. • Als escalatie = oorzaak periode > 11 miljoen jaar • Time-lag als: – Dominantie ↑ – Dominantie ↓ • Controleren voor time-lags associaties = zwak of afwezig • Extra behandeling data Studie: Madin et al. Samenvatting: • Ruwe data trends ~ 2 macro-evolutionaire hypothesen • Trends gezien hoewel sommige carnivore en ‘bulldozing’ groepen onderschat • Maar in de data: – Belangrijke predaterende groepen goed voorgesteld – Niet de alternatieve verdedingingsmechanismen Studie: Madin et al. Dominantie ecologische groepen: • Taxonomische rijkheid • proporties van genera en voorkomen: – Gelijke gemiddeldes – Gecorreleerd Studie: Madin et al. Studie: Madin et al. Resultaten: • Of de Phanerozoïcum-schaal patronen in de ecologische proporties niet gedreven door directe ecologische interacties • Of deze processen verborgen door andere factoren Kritiek: Roopnarine et al. • Afwezigheid correlatie = onvoldoende confirmatie van onafhankelijkheid • Verdeling carnivoren en niet-carnivoren = ongeschikt Kritiek: Roopnarine et al. • Afwezigheid correlatie = onvoldoende confirmatie van onafhankelijkheid: – Originele analyse: significante rang correlaties – Na differentie: reductie correlatie – Escalatie verwerpen – MAAR: afwezigheid correlatie = onvoldoende Kritiek: Roopnarine et al. • Verdeling carnivoren en niet-carnivoren = ongeschikt: Carnivoren = topcarnivoren (TC) + intermediaire carnivoren (IC) Correlatie tussen niet-carnivoren (NC) en carnivoren (C) afhankelijk van relatieve proporties van top- en intermediaire carnivoren Kritiek: Roopnarine et al. Andere factoren ook invloed op correlatie: • Sterkte van interactie tussen TC en IC • Intensiteit van escalatie van IC • Sterkte interactie tussen TC en NC-prooi en tussen IC en NC-prooi • Relatieve intensiteiten van escalatie van echte NC op hun TC en IC Kritiek: Roopnarine et al. NC-diversiteit reflecteert niet de escalerende toename binnen de set C Kritiek: Roopnarine et al. NC-diversiteit reflecteert niet de escalerende toename binnen de set C Voorbeeld: 1. Ammonieten = IC 2. Onderzoek trofische habitats van C 3. Samenstelling van oude en moderne voedselwebben Hypothesen van adaptatie op relevante organismale schaal testen Kritiek: Dietl & Vermeij • Globale schaal = te groot • Analyses van diversiteitspatronen over tijd leveren geen biologisch waardevolle informatie over adaptatie Kritiek: Dietl & Vermeij • Globale schaal = te groot: – Ruimtelijke schaal ~ schaal van interactie tussen eenheden waarin selectie plaatsvindt – Testen op locale of regionale schaal – Heterogeniteit op globale schaal Kritiek: Dietl & Vermeij • Analyses van diversiteitspatronen over tijd leveren geen biologisch waardevolle informatie over adaptatie: – Diversiteit reflecteert adaptatie, geen surrogaat – Diversiteit = abstract aantal, bevat veel processen bovenop de economische interacties tussen individuen – Resultaten gebaseerd op diversiteitspatroon onvolledig Kritiek: Dietl & Vermeij Rol competitie studie van interagerende eenheden zelf en van de locale en regionale omgevingen waarin ze leven Respons op kritiek: Madin et al. • Akkoord: sommige scenario’s kunnen resultaten verklaren • Niet akkoord: grootschalige analyses irrelevant – Escalatie hypothese: voorspelling van een trade-off op globale schaal – Serie over langere tijd: zwakke statistische afhankelijkheid Maar relatie niet belangrijk op globale schaal Respons op kritiek: Madin et al. Roopnarine et al. 1. • Tijd series: correlaties met mogelijke causale significantie isoleren van degene zonder significantie • Differentie noodzakelijk als bewijs van relatie Respons op kritiek: Madin et al. Roopnarine et al. 2. mogelijk, maar geen betrekking op hun data • Alleen benthische invertebraten • Weinig carnivoren primaire consumenten • NC = immobiel of infaunal niet fout gescoord • Bereik lichaamsmassa klein niet meerdere trofische niveau’s Respons op kritiek: Madin et al. Dietl & Vermeij 1. • Globale data nodig om trends te verklaren • Mogelijk dat escalatie beter zichtbaar is op lokale schaal: – Analyses op meerdere schalen aanmoedigen – Niet bruikbaar voor tijdseries analyse Respons op kritiek: Madin et al. Dietl & Vermeij 2. • Minder reductionistisch zicht • Niet alleen diversiteit, ook frequentie van voorkomen • Hypothese niet duidelijk op de schaal, voorspelling zwak bewijs tegen hypothese Studie: Huntley & Kowalewski • Vergelijken van veranderingen in biodiversiteit met intensiteit van predator-prooi interacties • Predatie databasis: – Schattingen van ‘trace fossils’ frequenties – Volledige geschiedenis – Voldoende aantal schattingen Studie: Huntley & Kowalewski Resultaten: • 2 intervallen van toegenomen predatie Studie: Huntley & Kowalewski Resultaten: • 2 intervallen van toegenomen predatie • Predatie intensiteit en diversiteitsschattingen overeenkomstig Studie: Huntley & Kowalewski Resultaten: • 2 intervallen van toegenomen predatie • Predatie intensiteit en diversiteitsschattingen overeenkomstig: ook na correcties Studie: Huntley & Kowalewski Resultaten: • 2 intervallen van toegenomen predatie • Predatie intensiteit en diversiteitsschattingen overeenkomstig: ook na correcties • Phanerozoïsche distributie van prooisoorten ~ Sepkoski’s 3 evolutionaire fauna’s Studie: Huntley & Kowalewski Resultaten: Studie: Huntley & Kowalewski • Diversiteit en overvloed correleren nauw • Hogere diversiteit en overvloed ≠ hogere predatie intensiteit • Correlatie tussen predatie en diversiteit ‘three end-member’ hypothese: – Ecologisch signaal – Diffusie van predaterend gedrag door diversiteit – Twijfelachtige overeenkomst in signaalvanging Studie: Huntley & Kowalewski Ecologisch signaal: • Ecologische en macroevolutionaire processen verbonden correlatie tussen predatie intensiteit en diversiteit • Ecologische interacties: invloed op of reageren op processen over evolutionaire tijdsschaal • Evolutionaire fauna’s ~ prooisoorten • Veranderingen in de relatieve overvloed van organismen Studie: Huntley & Kowalewski Diffusie van predaterend gedrag door diversiteit: • Meer geavanceerde predatorstrategiën tijdens hoge taxonomische diversiteit • Vb.: – Proliferatie van ‘drilling’ predatie radiatie van Ordovicium – Weinig predatiesporen in vroege Mesozoïcum grote daling in Metazoa diversiteit op het einde van het Perm • Evolutionaire fauna’s ~ prooisoorten Studie: Huntley & Kowalewski Twijfelachtige overeenkomst in signaalvanging: • Diversiteitscurves gedeeltelijk een staalname fout • Spoorproducerende gedragingen gemakkelijker te detecteren wanneer er betere staalname of bewaring is • Evolutionaire fauna’s ~ prooisoorten Studie: Huntley & Kowalewski Besluit: • Sterke koppeling tussen diversiteit en predatie intensiteit ecologische interacties en globale diversiteit nauw verbonden • 3 causale mechanismen • Toekomstig onderzoek