1. ------IND- 2016 0465 F-- NL- ------ 20160914 --- --

advertisement
1. ------IND- 2016 0465 F-- NL- ------ 20160914 --- --- PROJET
Ontwerpbesluit van... tot vaststelling van de vereiste kenmerken en materiële
voorzieningen voor voertuigen voor ziekenvervoer over land
NOR:
De minister van Sociale Zaken en Gezondheid,
De minister van Economie, Industrie en Digitale Zaken,
Gezien Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september
2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en
regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gezien Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van
een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van
systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn
bestemd, zoals gewijzigd, met name bijlage XI;
Gezien Verordening (EU) nr. 214/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot wijziging
van de bijlagen II, IV, XI, XII en XVIII van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement
en de Raad tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en
aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor
dergelijke voertuigen zijn bestemd, met name artikel 2;
Gezien het wetboek volksgezondheid;
Gezien het verkeerswetboek, met name de artikelen R. 313.27 en volgende;
Gezien het wetboek sociale zekerheid;
Gezien decreet nr. 2009-697 van 16 juni 2009 inzake normalisatie, met name artikel 17;
Gezien het besluit van 4 mei 2009 betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en
aanhangwagens daarvan en van systemen en uitrustingsstukken die voor dergelijke
voertuigen zijn bestemd in toepassing van Richtlijn 2007/46/EG;
Besluiten:
Artikel 1
Voertuigen die speciaal zijn aangepast voor ziekenvervoer over land van categorieën A en
C, zoals bepaald in artikel R. 6312-8 van het wetboek volksgezondheid, moeten voldoen
aan de minimumeisen van norm NF EN 1789: 2007 + A1:2010 + A2:2014 „Medische
voertuigen en hun uitrusting – Ambulances”, met uitzondering van punt 6.5 betreffende
uitrusting. Dit doet geen afbreuk aan de verplichting om de bepalingen van het
verkeerswetboek na te leven.
Artikel 2
Speciaal voor ziekenvervoer over land aangepaste voertuigen van categorie A omvatten de
types B en C van norm NF EN 1789: 2007 + A1:2010 + A2:2014 „Medische voertuigen en
hun uitrusting – Ambulances” (bijlage 1).
Artikel 3
Speciaal voor ziekenvervoer over land aangepaste voertuigen van categorie C omvatten
het type A van norm NF EN 1789: 2007 + A1:2010 + A2:2014 „Medische voertuigen en hun
uitrusting – Ambulances” (bijlage 1).
Artikel 4
De overige voor ziekenvervoer over land bestemde voertuigen van categorie D omvatten
lichte medische voertuigen en moeten voldoen aan de eisen uit bijlagen 3 en 5 bij
onderhavig besluit en aan de bepalingen van het verkeerswetboek.
Artikel 5
De overeenstemming van de speciaal voor ziekenvervoer over land aangepaste voertuigen
wordt gecontroleerd door een erkend laboratorium zoals bedoeld in artikel 3 van het besluit
van 4 mei 2009 betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens
daarvan en van systemen en uitrustingsstukken die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd
in toepassing van Richtlijn 2007/46/EG, of door een door één van de lidstaten van de
Europese Unie aangemeld laboratorium. Het laboratorium gaat na of de carrosseriebouwer
een adequaat kwaliteitssysteem heeft ingevoerd.
Het laboratorium levert voor elk voertuig een in het Frans opgestelde
conformiteitsverklaring af die door de dienst voor ziekenvervoer aan de
gezondheidsinstantie moet worden bezorgd.
De gezondheidsinstantie gaat na of de voertuigen voor ziekenvervoer over land van types
A, B en C voldoen aan de specifieke eisen en of de voertuigen voor ziekenvervoer over
land van types A, B en C en van categorie D voldoen aan de gemeenschappelijke eisen,
alvorens een vergunning wordt afgeleverd voor de ingebruikname van de voertuigen, op
een van de volgende twee wijzen:
-de ziekenvervoerder bezorgt de certificeringsverklaring aan de gezondheidsinstantie
wanneer hij een adequaat kwaliteitsborgingssysteem of certificeringssysteem voor de
dienstverlening heeft ingevoerd;
-in de andere gevallen wordt elk voertuig aan een controle onderworpen.
Artikel 6
De specifieke nationale eisen voor medische voertuigen van types A, B en C, en de lijst van
verplichte uitrusting voor die voertuigen, zijn opgenomen in bijlage 2 bij onderhavig besluit.
De gemeenschappelijke eisen voor voertuigen van types A, B en C en categorie D, die een
aanvulling vormen op de voorschriften van norm NF EN 1789: 2007 + A1:2010 + A2:2014
„Medische voertuigen en hun uitrusting – Ambulances”, zijn opgenomen in bijlage 5 bij
onderhavig besluit.
Artikel 7
De gezondheidsinstantie van het departement controleert periodiek of aan de eisen uit
artikel 6 wordt voldaan door het kwaliteitssysteem van de ziekenvervoerder op te volgen of
door, bij gebrek daaraan, de uitrusting te controleren van de speciaal voor ziekenvervoer
over land aangepaste voertuigen die in gebruik zijn.
Artikel 8
De in artikel R. 6312-13 van het wetboek volksgezondheid genoemde materiële
voorzieningen moeten voldoen aan de eisen uit bijlage 4 bij onderhavig besluit.
Artikel 9
I. Tot 1 januari 2021 zijn de bepalingen van artikel 5 van onderhavig besluit van
toepassing op de:
-nieuwe types van voertuigen die vanaf 1 januari 2010 zijn goedgekeurd;
-voertuigen die na 31 december 2010 voor het eerst in het verkeer zijn gebracht.
II. Met ingang van 1 januari 2021 zijn de bepalingen van artikel 5 van onderhavig
besluit van toepassing op alle voertuigen.
Artikel 10
Het besluit van 10 februari 2009 tot vaststelling van de eisen voor voertuigen en materiële
voorzieningen voor ziekenvervoer over land, zoals gewijzigd, wordt ingetrokken.
Artikel 11
Onderhavig besluit telt de volgende zes bijlagen:
-Bijlage 1: Concordantietabel
-Bijlage 2: Bijzondere eisen voor voertuigen voor ziekenvervoer over land van types A, B en
C
-Bijlage 3: Bijzondere eisen voor voertuigen voor ziekenvervoer over land van categorie D
(lichte medische voertuigen)
-Bijlage 4: Eisen voor materiële voorzieningen
-Bijlage 5: Gemeenschappelijke eisen voor voertuigen voor ziekenvervoer over land van
types A, B en C en categorie D
-Bijlage 6: Gemeenschappelijke kledingeisen voor ambulancepersoneel met uitzondering
van het MUG-personeel dat meerijdt met voertuigen voor ziekenvervoer over land van
types A, B, en C en categorie D
Artikel 12
De directeur-generaal Zorgvoorzieningen is belast met de uitvoering van onderhavig besluit
dat in het staatsblad van de Franse Republiek zal worden bekendgemaakt.
Gedaan te Parijs op
Voor de minister van Sociale Zaken en Gezondheid,
en bij volmacht:
De directeur-generaal Zorgvoorzieningen
A. ARMANTERAS DE SAXCE
Voor de minister van Economie, Industrie en Digitale Zaken,
en bij volmacht:
De interministeriële afgevaardigde inzake normen,
LYDIE EVRARD
Bijlagen
Bijlage 1
CONCORDANTIETABEL
ARTIKEL R. 6312-8
NORM NF EN 1789:
van het wetboek volksgezondheid
2007 + A1: 2010 + A2: 2014
Categorie A: ambulance voor eerste hulp en Type B: ambulance voor eerste hulp en
zorgverlening/vervoer van één enkele
zorgverlening die is ontworpen en uitgerust
patiënt in liggende houding.
voor het vervoer van, de verlening van
eerste hulp aan en het toezicht op patiënten.
Type C: ambulance voor intensieve zorg die
is ontworpen en uitgerust voor het vervoer
van, de verlening van intensieve zorg aan en
het toezicht op patiënten.
Categorie C: ambulance/vervoer van één
enkele patiënt in liggende houding.
Type A: ambulance ontworpen en uitgerust
voor het medisch vervoer van patiënten van
wie de gezondheidstoestand niet laat
vermoeden dat ze patiënten in nood kunnen
worden.
Categorie D: licht medisch voertuig/vervoer Niet behandeld.
van hoogstens drie patiënten in zittende
houding.
Bijlage 2
BIJZONDERE EISEN VOOR VOERTUIGEN VOOR ZIEKENVERVOER OVER LAND VAN
TYPES A, B EN C
I.-Gemeenschappelijke bepalingen
1. Het koetswerk van de voertuigen is aan de buitenkant wit van kleur.
2. De voertuigen zijn speciale motorvoertuigen met het koetswerk van een ambulance.
3. Ze zijn uitgerust met lichten, bijkomende signaalinrichtingen en speciale
waarschuwingsinrichtingen, zoals bepaald in de artikelen R. 313-27, R. 313-31 en
R. 313-34 van het verkeerswetboek.
II.-Bijzondere bepalingen
1. Type A:
a) Deze voertuigen zijn bestemd voor het vervoer van minstens één persoon in een
liggende of half zittende houding.
b) Deze voertuigen mogen op verzoek van de dienst dringende medische hulp dringende
medische hulp bieden. In dat geval moeten de inrichtingen voor voertuigen van type B
aanwezig zijn.
2. Types B en C:
a) Deze voertuigen zijn bestemd voor het vervoer van één persoon in een liggende of half
zittende houding.
b) In de voertuigen van type C moeten de inrichtingen, waarvan de lijst is vastgelegd in
artikel 6.5 van norm NF EN 1789:2007 + A1: 2010 + A2: 2014 „Medische voertuigen en hun
uitrusting – Ambulances” en is overgenomen in punt III van deze bijlage, aangepast zijn
voor medische ingrepen door een MUG en, in voorkomend geval, worden aangevuld onder
de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer van de MUG.
III.-Uitrusting van de voertuigen
Producten die onder de harmonisatiewetgeving van de EU vallen, moeten zijn voorzien van
een CE-markering als bewijs dat ze voldoen aan de essentiële eisen van de toepasselijke
richtlijnen en verordeningen.
1. Type A:
de uitrusting van voertuigen van type A, categorie C, bestaat uit de volgende producten en
materialen:
TYPE UITRUSTING
VERWIJZING NAAR DE
NORMEN DIE BIJ NALEVING
EEN VERMOEDEN VAN
OVEREENSTEMMING
BIEDEN
OPTIE
Uitrusting om patiënten op te richten en te vervoeren per brancard
Hoofdbrancard/brancardsteun
EN 1865
Vacuümmatras
EN 1865
Toestel om een zittende patiënt te
vervoeren (transportstoel)
EN 1865
Draagzeil of transfermatras
EN 1865
Immobilisatie-uitrusting
Kit voor breuken
Optioneel
Optioneel
Kit met halskragen (immobilisatie van de
cervicale wervelkolom)
Beademings-/ademhalingstoestellen
Vast zuurstofstation van minstens 2 000 l
EN 737-1: 1998
bij normale temperatuur en normale druk,
met een reduceerventiel en een
debietregelaar met regelkraan die een
maximaal debiet van minstens 15 l/minuut
mogelijk maakt, snelle aansluiting
Draagbaar zuurstofapparaat met een
totale minimumcapaciteit van 2 000 l,
waaronder minstens een fles van 400 l, bij
normale temperatuur en normale druk,
met een reduceerventiel en een
debietregelaar met regelkraan die een
waterdebiet van minstens 15 l/minuut
mogelijk maakt, optionele snelle
aansluiting
Optioneel
EN 737-1: 1998
Manuele beademingsballonnen met
maskers en buisjes voor alle leeftijden
Beademingsmasker voor
mond-op-mondbeademing met
zuurstofklep
Draagbaar toestel voor het manueel
wegzuigen van slijmen
EN ISO 10079-2: 1999
Diagnosetoestellen
Toestel met manuele bloeddrukmeting,
kleefmanchet 10 cm-66 cm
Toestel met automatische
bloeddrukmeting van het Doppler-type, 10
cm-66 cm
Oximeter
Optioneel
EN ISO 9919
Optioneel
Stethoscoop
Optioneel
Thermometer, minimaal meetbereik: 28°
C-42° C
Optioneel
Glucosemeter
Optioneel
Geneesmiddelen
Infuushouder
Reanimatie-uitrusting
Defibrillator met ECG-registratie van de
EN 60601-2-4
patiëntgegevens
Optioneel
Verbanden en hygiënemateriaal
2 sets beddengoed
1 bacteriostatisch deken
1 wondverzorgingsset
Houder voor afgerukte ledematen waarin
de binnentemperatuur gedurende
minstens 2 uur op 4° C (+/- 2° C) kan
worden gehouden
Optioneel
1 nierbekken
1 braakzakje
1 ondersteek
1 urinaal (niet van glas)
2 paar steriele operatiehandschoenen
EN 455-1,-2
100 niet-steriele wegwerphandschoenen
EN 455-1,-2
1 noodbevallingsset
5 afvalzakken
1 brancardlaken voor eenmalig gebruik
Persoonlijke beschermingsmiddelen (per ambulancier)
1 set waarschuwingskleding met hoge
EN 471
zichtbaarheid
Optioneel
1 paar veiligheidshandschoenen voor puin
EN 420
Optioneel
EN ISO 20345
Optioneel
1 paar veiligheidsschoenen
Beschermmateriaal tegen infecties
2 wegwerpmondmaskers van het type
FFP2
Reddings- en beschermingsmateriaal
Materiaal voor de reiniging en
onmiddellijke ontsmetting van het
materiaal
en het personeel
1 gordelsnijder
1 gevarendriehoek of -lamp
1 brandblusapparaat
EN 3-7
Communicatie
Mobiele zender-ontvanger
Optioneel
Toegang tot het openbare telefoonnetwerk
via de zender-ontvanger of
een mobiele radiotelefoon
Interne communicatie tussen de
bestuurder en de patiëntencabine
2. Types B en C:
De uitrusting van de voertuigen van types B en C, categorie A, bestaat uit de volgende
producten en materialen, met dien verstande dat de uitrusting voor type C alleen kan
worden vereist bij MUG-gebruik van voertuigen van categorie A:
TYPE UITRUSTING
VERWIJZING NAAR
DE NORMEN DIE BIJ
NALEVING EEN
VERMOEDEN VAN
OVEREENSTEMMING
BIEDEN
TYPE B
TYPE C
Uitrusting om patiënten op te richten en te vervoeren per brancard
Hoofdbrancard/brancardsteun
EN 1865
1
1
Schepbrancard
EN 1865
1
1
Vacuümmatras
EN 1865
1
1
Toestel om een zittende patiënt te
vervoeren (transportstoel)
EN 1865
1
Optioneel
Draagzeil of transfermatras
EN 1865
Optioneel
Optioneel
Wervelplank met hoofdsteunen en
patiëntriemen
EN 1865
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
1
1
Immobilisatie-uitrusting
Tractiespalk
Kit voor breuken
Kit met halskragen (immobilisatie van
de cervicale wervelkolom)
1
1
Gestrekte immobilisatie van het
bovenste deel van de wervelkolom:
extractiemateriaal of korte wervelplank
Optioneel
Optioneel
Beademings-/ademhalingstoestellen
Vast zuurstofstation van minstens
EN 737-1: 1998
Optioneel
2 000 l bij normale temperatuur en
normale druk, met een reduceerventiel
en een debietregelaar met regelkraan
die een maximaal debiet van minstens
15 l/minuut mogelijk maakt (optionele
snelle aansluiting)
Draagbaar zuurstofapparaat:
minimumcapaciteit bij normale
temperatuur en normale druk, met een
reduceerventiel en een debietregelaar
met regelkraan die een waterdebiet
van minstens 15 l/minuut mogelijk
maakt (optionele snelle aansluiting,
behalve bij type C)
EN 737-1: 1998
Optioneel
2 000 l
3 000 l
Manuele beademingsballonnen met
maskers en buisjes voor alle leeftijden
1
1
Beademingsmasker voor
mond-op-mondbeademing met
zuurstofklep
1
1
Optioneel
1
1
1
1
1
Optioneel
1
1
1
1
1
Vast toestel voor het wegzuigen van
slijmen met een minimale druk van 65
kPa en een minimale capaciteit van 1 l
Draagbaar toestel voor het wegzuigen EN ISO 10079-2: 1999
van slijmen
Diagnosetoestellen
Toestel met manuele
bloeddrukmeting, kleefmanchet 10
cm-66 cm
Toestel met automatische
bloeddrukmeting van het
Doppler-type, 10 cm-66 cm
Oximeter
Stethoscoop
EN ISO 9919
Thermometer, minimaal meetbereik:
28° C-42° C
1
1
Glucosemeter
1
1
Diagnoselampje
1
1
Infuus
Optioneel
4l
Materiaal voor infusen en injecties
Optioneel
4 kits
Infuussysteem voor de toediening van
tot 37° C (+ of -2° C) verwarmde
vloeistoffen, al dan niet draagbaar
Optioneel
Optioneel
2
2
Optioneel
1
Geneesmiddelen
Infuushouders
Inrichting voor infusie onder druk
Reanimatie-uitrusting
Defibrillator met ECG-registratie van
EN 60601-2-4
de patiëntgegevens
Hartmonitor
1
Optioneel,
Verplicht,
kan in
maar die
hetzelfde
functies
apparaat mogen in één
worden
apparaat
ingebouwd
worden
als de
verenigd
defibrillator
Pacemaker
Beademingsapparaat: inhoud van de
PAC's, infuusmateriaal met katheters
en perfusiemateriaal,
infuusoplossingen, kleefpleisters,
intubatiemateriaal met laryngoscoop
en diverse bladen, Magill-tangen,
mandrijnen, intubatiesonde met
opzetstukken, klem en spuiten voor
ballonnetje, fixatiemateriaal voor
sondes, stethoscoop, materiaal voor
de toediening van geneesmiddelen
Vernevelaar
1
EN 13544-1
Optioneel
1
Thoraxdrainageset
1
Volumetrische pomp
1
Centrale veneuze katheters
1
Transportbeademingstoestel
EN 794-3
1
PEEP-ventiel
1
Capnometer
EN 864
1
Verbanden en hygiënemateriaal
Beddengoed
2
2
Bacteriostatisch deken
1
1
Wondverzorgingsset
1
1
Verzorgingsset voor thermische en
chemische brandwonden
1
1
Houder voor afgerukte ledematen
waarin de binnentemperatuur
gedurende minstens 2 uur op 4° C (+/2° C) kan worden gehouden
1
1
Nierbekken
1
1
Braakzakje
1
1
Ondersteek
1
1
Urinaal (niet van glas)
1
1
Container voor gebruikte naalden
1
Maagsonde (met accessoires)
1
Paar steriele operatiehandschoenen
EN 455-1,-2
5
5
Niet-steriele wegwerphandschoenen
EN 455-1,-2
100
100
1 noodbevallingsset
1
1
Afvalzakken
5
5
Verbrandbare container voor medisch
afval
Brancardlaken voor eenmalig gebruik
2
1
Persoonlijke beschermingsmiddelen (per ambulancier)
Waarschuwingskleding met hoge
EN 471
Optioneel
zichtbaarheid
1
1
Veiligheidsvest
Optioneel
Optioneel
EN 420
Optioneel
Optioneel
EN ISO 20345
Optioneel
Optioneel
EN 14052
Optioneel
Optioneel
Beschermmateriaal tegen infecties
1
1
Wegwerpmondmaskers van het type
FFP2
2
2
1
1
Optioneel
Optioneel
Gordelsnijder
1
1
Gevarendriehoek of -lamp
1
1
Optioneel
Optioneel
1
1
Mobiele zender-ontvanger
Optioneel
1
Draagbare zender-ontvanger
Optioneel
1
Toegang tot het openbare
telefoonnetwerk via de
zender-ontvanger of mobiele
radiotelefoon
1
1
Optioneel
Optioneel
1
1
Paar veiligheidshandschoenen voor
puin
Paar veiligheidsschoenen
Veiligheidshelm
Reddings- en beschermingsmateriaal
Materiaal voor de reiniging en
onmiddellijke ontsmetting van het
materiaal en het personeel
Set lampen en reddingsinstrumenten
Schijnwerper
Brandblusapparaat
EN 3-7
Communicatie
Draagbaar alarmsysteem per persoon
(mag in de radio-ontvanger zijn
ingebouwd)
Interne communicatie tussen de
bestuurder en de patiëntencabine
3. Vervoer van pasgeborenen en zuigelingen
Wanneer deze voertuigen pasgeborenen en zuigelingen vervoeren, zijn de volgende
inrichtingen vereist:
a) draagmand en beschermnet, draagwieg en goedgekeurde autostoel met veilige
bevestigingswijze overeenkomstig de wettelijke bepalingen. Het kind moet worden
vastgemaakt in de draagmand en de draagmand moet aan de brancard worden bevestigd;
b) gewone thermometer en hypothermiethermometer (met gallium);
c) jerseymuts voor pasgeborenen, isolatiedeken in aluminium (voor pasgeborenen en
kleine kinderen), zak in polyethyleen;
d) elektrisch afzuigapparaat op batterijen met drukregeling;
e) afzuigsondes voor kinderen in verschillende maten;
f) zuurstofbrillen voor pasgeborenen en zuigelingen;
g) manuele beademingsballon voor pasgeborenen en zuigelingen met masker en buisjes
van verschillende grootte;
h) kinderspalken voor de onderste en bovenste ledematen;
i) vacuümmatras voor kinderen.
Bijlage 3
BIJZONDERE EISEN VOOR VOERTUIGEN VOOR ZIEKENVERVOER OVER LAND VAN
CATEGORIE D (LICHTE MEDISCHE VOERTUIGEN)
I. - Minimumeisen voor lichte medische voertuigen
Deze voertuigen moeten aan de volgende minimumeisen voldoen:
a) Hun koetswerk is aan de buitenkant wit van kleur.
b) Ze behoren tot de internationale categorie M1 met een maximaal toegestaan beladen
totaalgewicht van 3,5 ton zoals bepaald door de constructeur en/of de carrosseriebouwer.
c) Hun koetswerk beantwoordt aan de onderstaande Europese indeling in klassen en moet
directe toegang tot de passagierszetels mogelijk maken:
AA: sedan;
AB: voertuig met achterklep;
AC: stationwagen;
AF: voertuig voor meerdere doeleinden.
II. - EHBO-koffer voor lichte medische voertuigen
1. De EHBO-koffer bevat de volgende producten en materialen:
A. - Verbanden en beschermmateriaal:
a) elastisch verband van het type Velpeau, breedte: 5 cm – 1; breedte: 10 cm – 1;
b) steriel kompres, formaat: ongeveer 7,5 × 7,5 cm – 20;
c) absorberend steriel verband, formaat: ongeveer 20 × 40 cm – 2;
d) parafarmaceutische kleefband op rol, breedte: 2 cm – 2;
e) paar niet-steriele verzorgingshandschoenen, maat S, M, L – 5 van elk;
f) paar steriele wegwerphandschoenen, maat M – 2;
g) bacteriëndodende antiseptische oplossing zonder jood, in de originele verpakking – 100
ml verpakt in 20 dosissen van 5 ml (minstens);
h) steriele navelstrengklem voor eenmalig gebruik – 1;
i) isothermisch deken – 1;
j) alcohol-wateroplossing om de handen te reinigen, in de originele verpakking – 100 tot
200 ml.
B. - Varia:
a) universele schaar met stompe uiteinden – 1;
b) Guedel-tube: klein, medium en groot – 1 van elk;
c) zaklamp op batterijen – 1;
d) suiker in klontjes – 5 (minstens);
e) afvalzak 10 liter – 10 (minstens);
f) wegwerpmasker voor mond-op-mondbeademing – 1;
g) braakzakje van het type vomix – 5;
h) chirurgisch wegwerpmondmasker – 2;
i) wegwerpmondmasker van het type FFP2 – 2.
2. De EHBO-materialen zijn verzameld in één enkele draagbare, specifiek daarvoor
bestemde koffer, beschermd tegen uitstekende delen en stof.
3. De EHBO-koffer wordt gebruiksklaar en schoon gehouden op verantwoordelijkheid van
de houder van de erkenning, die instaat voor de vervanging van vervallen en buiten gebruik
geraakte producten en materialen of producten en materialen waarvan de steriliteit niet
meer is gewaarborgd.
Bijlage 4
EISEN VOOR MATERIËLE VOORZIENINGEN
De materiële voorzieningen vermeld in punt 3 van artikel R. 6312-13 van het wetboek
volksgezondheid omvatten:
1. Een lokaal binnen het gebied waarvoor de erkenning geldt, waar patiënten of hun
familieleden kunnen worden ontvangen. Dit lokaal mag door verschillende erkende
diensten voor ziekenvervoer worden gedeeld. Het wordt aan de buitenkant aangeduid met
een plaat of uithangbord. Een van buitenaf leesbare mededeling vermeldt de dagen en
uren waarop opvang wordt geboden in dit lokaal, of alle alternatieve bepalingen voor de
openingsdagen en -uren.
2. Eén of meer eigen of via contract ter beschikking gestelde lokalen waar de voertuigen
kunnen worden ontsmet en hun lopend onderhoud kan worden verricht en waar het
materiaal kan worden onderhouden. Deze lokalen bevinden zich in de gemeente,
groepering van gemeenten of agglomeratie van elke vestiging. De aldus georganiseerde
diensten moeten beschikken over communicatiemiddelen waardoor de voertuigen die er
zich bevinden, indien nodig onmiddellijk kunnen vertrekken. Het wassen van het koetswerk
mag buiten deze lokalen gebeuren via aan het grote publiek ter beschikking gestelde
middelen.
3. Eén of meer standplaatsen in de gemeente of agglomeratie van elke vestiging, die groot
genoeg zijn om er de voertuigen die in het erkenningsdossier van de betrokken vestiging
zijn opgenomen, te parkeren. Deze parkeerruimte moet een overdekte garage omvatten
waarin minstens één in bijlage 1 genoemde ambulance kan worden geparkeerd. Deze
standplaatsen mogen deel uitmaken van de onder punt 2 van deze bijlage genoemde
lokalen.
Bijlage 5
GEMEENSCHAPPELIJKE EISEN VOOR VOERTUIGEN VOOR ZIEKENVERVOER OVER
LAND VAN TYPES A, B EN C EN CATEGORIE D
I. - Vermeldingen op de voertuigen van types A, B en C met uitzondering van voertuigen die
permanent ter beschikking worden gesteld van de MUG en voertuigen van categorie D
1. Onderscheidingsteken:
a) De voertuigen die aan de minimumeisen uit deze bijlage voldoen, zijn uitgerust met een
onderscheidingsteken voor erkend medisch vervoer dat bestaat uit een regelmatig kruis
met zes armen waarvan één verticaal, in een theoretische cirkel met een doorsnede van
minimaal 0,2 m en maximaal 0,25 m en waarvan de breedte van elke arm gelijk is aan de
helft van de lengte ervan. Dit onderscheidingsteken is blauw van kleur.
b) Het onderscheidingsteken wordt op een onverwijderbare manier op de motorkap en de
voordeuren van de voertuigen aangebracht; het mag ook op de achterkant van het
koetswerk worden aangebracht.
2. Identificatie van de houder van de erkenning:
De handelsnaam waaronder het ziekenvervoer over land wordt uitgevoerd, of de naam van
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder van de erkenning is, moet op een
zichtbare plaats in uniforme blauwe letters op het koetswerk of in witte letters op de ramen
met een grootte van minstens 0,15 meter worden aangebracht. Het adres en het
telefoonnummer van de vestiging van het voertuig mogen ook worden aangebracht in
hoofdzakelijk blauwe letters.
3. Andere vermeldingen:
Andere vermeldingen, die verband houden met de ziekenvervoeractiviteit van de houder
van de erkenning, mogen ook worden aangebracht op voorwaarde dat ze door hun
afmetingen of aantal geen afbreuk doen aan de overwegend witte kleur van het koetswerk
of aan de overwegend blauwe kleur van de vermeldingen.
In het bijzonder:
- mogen er hoogstens drie aanduidingen zijn. Elke aanduiding mag hoogstens één keer op
elke zijde van het voertuig worden aangebracht;
- moeten de opschriften bestaan uit letters in een lettergrootte die kleiner is dan de in punt
I.2 hierboven genoemde lettergrootte;
- moeten emblemen en logo's kleiner zijn dan het onderscheidingsteken.
II. - Vermeldingen aangebracht op voertuigen van type C die permanent ter beschikking
worden gesteld van de MUG
Alle vermeldingen op deze voertuigen moeten blauw van kleur en onverwijderbaar zijn.
1. Onderscheidingsteken:
Voertuigen van type C die permanent ter beschikking worden gesteld van de MUG, worden
voorzien van het onderscheidingsteken voor erkend medisch vervoer zoals vastgelegd in
punt I-1 van deze bijlage. Er wordt een witte esculaap toegevoegd aan de verticale arm van
het kruis dat op elke zijde van het voertuig wordt aangebracht.
2. Identificatie van de medische hulpdienst voor spoedgevallen (service d'aide médicale
d'urgence — SAMU) en de medische urgentiegroep (service médical d'urgence et de
réanimation — SMUR):
De volgende vermeldingen worden op deze voertuigen weergegeven:
a) aan de voorkant van het voertuig:
„SAMU”;
b) aan elke zijkant van het voertuig:
„SAMU”;
„SMUR” en de naam van het ziekenhuis waaraan het is verbonden, en/of de stad van
vestiging;
c) aan de achterkant van het voertuig:
„SAMU”;
In voorkomend geval, de vermeldingen „SMUR” en/of het ziekenhuis waaraan hij is
verbonden, en/of de stad van vestiging.
3. Andere vermeldingen:
a) Het logo 15 met een telefoonsymbool wordt aan beide zijkanten van het voertuig
aangebracht. Dit mag ook op de achterkant van het koetswerk worden aangebracht.
b) Het embleem of het logo van het ziekenhuis waaraan de MUG is verbonden, mag aan
elke zijkant van het voertuig worden aangebracht. De grootte ervan moet kleiner zijn dan
die van het onderscheidingsteken.
Er mag geen enkele bijkomende vermelding worden aangebracht.
III. - Ontsmetting van voertuigen van types A, B en C en van categorie D
Om de verspreiding van kiemen te beperken en een dienstverlening van goede kwaliteit te
waarborgen, moeten reinigings- en ontsmettingsprocedures worden uitgevoerd die zijn
gevalideerd door de door de minister van Vervoer aangeduide aangemelde instantie. Deze
procedures moeten zijn gebaseerd op de volgende documenten:
a) protocol van uitvoering tussen elk vervoer;
b) wekelijks protocol van reiniging en volledige ontsmetting, ook uitgevoerd op verzoek,
vóór het vervoer van een kwetsbare patiënt of na het vervoer van een besmettelijke
patiënt;
c) registratiedocument: een document waarin chronologisch alle reinigings- en
ontsmettingshandelingen worden geregistreerd moet door de dienst worden bijgehouden
om te worden voorgelegd bij controles door de bevoegde instanties, op verzoek van de
voorschrijvers of de patiënten zelf.
Bijlage 6
GEMEENSCHAPPELIJKE KLEDINGEISEN VOOR AMBULANCEPERSONEEL MET
UITZONDERING VAN HET MUG-PERSONEEL DAT MEERIJDT MET VOERTUIGEN
VOOR ZIEKENVERVOER OVER LAND VAN TYPES A, B EN C EN VAN CATEGORIE D
I. - Verplicht dragen van beroepskleding
In het kader van de beroepsactiviteit moet het ambulancepersoneel beroepskleding
dragen.
Buiten de beroepsactiviteit is het dragen van de beroepskleding verboden.
De dienst voor ziekenvervoer over land moet één of meer reservestellen ter beschikking
houden van het personeel.
II. - Samenstelling van de beroepskleding
De kleding staat uit de volgende stukken:
- een broek;
- een bovenstuk naar keuze van de dienst;
- een jas.
De hoofdkleur van de beroepskleding is wit en/of blauw.
Download