4 Wat zijn de principes van het dubbel boekhouden?

advertisement
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.1 | Wat versta je onder ‘boekhouden’ en ‘een balans’?
Beschrijf wat je op de cartoon ziet.
Eigen antwoord leerlingen
Wat ga je leren?
Je leert:
het begrip ‘boekhouden’ omschrijven.
het nut van boekhouden inzien.
het begrip ‘balans’ omschrijven.
de begrippen op een balans toelichten.
een balans opstellen.
het begrip ‘actief’ omschrijven.
het begrip ‘passief’ omschrijven.
bepalen wat actief of passief is.
een rekenblad gebruiken om een balans op te stellen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
139
Starters
Starter 1 | Wat is boekhouden?
Hilde Severens, hoofd van de boekhoudafdeling van M&C, wil orde scheppen. Samen met haar
medewerker Jef Hoydonks heeft ze verschillende taken: facturen verwerken, leveranciers betalen,
facturen van klanten innen, lonen uitbetalen …
Al die activiteiten zorgen voor een berg papier: aankoopfacturen, verkoopfacturen, bankafschriften,
brieven, offertes, bestelbonnen …
Hilde en Jef houden zich bezig met de administratie, meer bepaald met de boekhouding.
1 Wat is boekhouden volgens jou?
Eigen antwoord leerlingen
Boekhouden
Boekhouden betekent letterlijk ‘boeken bijhouden’. Een boekhouding bevat alle activiteiten op
papier. Het is een verzameling van boeken, fiches, lijsten enz. waarin je kunt terugvinden welke
inkomsten en uitgaven, hoeveel vorderingen, bezittingen en schulden een onderneming heeft ...
2 Welke documenten heeft Hilde nodig voor de boekhouding? Noteer hieronder vier voorbeelden.
Aankoopfacturen
Verkoopfacturen
Bankafschriften
Kasdocumenten
Die documenten noem je de verantwoordingsstukken.
3 Soms zie je aan een winkel het bordje ‘gesloten wegens inventaris’ hangen. Wat gebeurt er dan in
die winkel?
Alle goederen die nog in de winkel en het magazijn staan, worden geteld. De voorraad
handelsgoederen en de waarde van al die goederen samen wordt berekend.
Inventaris
Het is verplicht om minstens één keer per jaar een inventaris op te stellen. Je
moet dan:
de voorraad handelsgoederen berekenen;
een overzicht maken van alle bezittingen, vorderingen en schulden van de
onderneming.
Je vergelijkt daarna de inventaris met de boekhouding. Zo controleer je of de
boekhouding wel overeenstemt met de werkelijkheid.
4 Tegenover wie kan M&C schulden hebben?
Tegenover leveranciers, personeel, de overheid , financiële instellingen ...
5 Tegenover wie kan M&C vorderingen hebben?
Tegenover klanten, de overheid, financiële instellingen ...
140
ME & C o m pan y
Starter 2 | Waarom voer je een boekhouding?
1 De overheid verplicht elke onderneming om een boekhouding te
voeren waaruit zij dan heel wat informatie kan halen. Waarvoor
heeft de overheid deze informatie nodig?
Voor het berekenen van onder andere de te betalen belastingen en
de btw
2 Maar een goede boekhouding is meer dan een verplichting.
In de boekhouding staat ook andere informatie, zoals:
– Welke klanten moeten nog betalen?
– Welke leveranciers moeten nog betaald worden?
– Hoeveel geld staat er op de bankrekening?
– Is er winst of verlies?
– Voor hoeveel is er verkocht?
–Welke aankopen hebben we gedaan? Voor hoeveel hebben we
aangekocht?
Als Sigrid Luijten, de zaakvoerster van M&C, die informatie heeft, kan ze eventueel bijsturen.
3 Niet alleen Sigrid is geïnteresseerd in de boekhouding. Ook anderen, zoals:
– de bank: om te beslissen of ze een lening toestaan
– leveranciers: om te beslissen of ze toestaan dat je later betaalt
– investeerders: om na te gaan of hun geld opbrengt
Starter 3 | Wat is een balans?
Sigrid Luijten stopte 50 000,00 euro van haar eigen spaarcenten in M&C.
Na een jaar heeft het bedrijf de volgende dingen:
handelspand:
225 000,00 EUR
bestelwagen:
16 000,00 EUR
handelsgoederen:
9 000,00 EUR
nog te betalen facturen aan leveranciers:
3 160,00 EUR
verpakkingsmachine:
6 500,00 EUR
nog te ontvangen van klanten:
3 680,00 EUR
meubilair winkel:
12 500,00 EUR
computer:
990,00 EUR
schulden aan kredietinstellingen (schuld KI):
225 000,00 EUR
geld op zichtrekening van M&C bij ING:
3 490,00 EUR
geld in de kassa:
1 000,00 EUR
Sigrid woont met haar gezin in een woning van 250 000,00 euro waarvoor zij en haar echtgenoot
Frank een lening hebben aangegaan van 200 000,00 euro. Op de zichtrekening van Sigrid en Frank
staat 75 000,00 euro. Sigrid rijdt met een Peugeot Picasso die nog 9 000,00 euro waard is.
Plaats alle bezittingen en schulden in de tabel op de volgende pagina.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
141
142
ME & C o m pan y
250 000,00
9 000,00
Wagen
75 000,00
Bedrag
Woning
Geld zichtrekening
Omschrijving
Bezittingen en vorderingen
Schulden
Lening woning
Omschrijving
Sigrid Luijten
200 000,00
Bedrag
990,00
3 680,00
3 490,00
1 000,00
Computer
Klanten
Zichtrekening
Kassa
12 500,00
6 500,00
Verpakkingsmachine
Meubilair winkel
9 000,00
16 000,00
225 000,00
Bedrag
Handelsgoederen
Bestelwagen
Handelspand
Omschrijving
Bezittingen en vorderingen
Schuld KI
Leveranciers
Inbreng Sigrid
Omschrijving
M&C
Schulden
225 000,00
3 160,00
50 000,00
Bedrag
Starter 4 | Welke begrippen vind je terug op een balans?
Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen.
Chatroom voor starters
home | profielen | chatten | help
Lien:
Ik heb vorige maand mijn opleiding als goudsmid afgerond. Ik zou nu graag een juwelierszaak
beginnen.
De huidige eigenaar heeft mij de jaarrekening bezorgd. Als ik het goed begrijp, bestaat die uit:
een balans,
een resultatenrekening,
een toelichting,
een sociale balans.
Maar ik begrijp er eerlijk gezegd niet veel van.
Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen. Het is voor mij een heel belangrijke stap.
Unizo:
Je moet je vooraf grondig informeren. Ik zal je helpen.
Een balans is een overzicht van de bezittingen, de vorderingen en de schulden van een
onderneming op een bepaald ogenblik.
Het woord balans is heel goed gekozen. De balans bestaat uit twee zijden die in evenwicht
moeten zijn met elkaar:
aan de linkerzijde, de actiefzijde, vind je de bezittingen en de vorderingen. Daar vind je dus
de werkmiddelen van de onderneming;
aan de rechterzijde, de passiefzijde, vind je de financieringsbronnen. De eigenaar steekt
natuurlijk zelf geld in de zaak. Dat noem je het kapitaal. Maar vaak is dat niet genoeg. Dan
moet hij ook een beroep doen op banken, leveranciers enz.
Dat er een evenwicht moet zijn tussen de twee zijden, is ook logisch. Voor al je werkmiddelen
moet je een financieringsbron hebben.
Lien:
Oké, dat maakt het al heel wat duidelijker.
Maar op de balans staan begrippen die ik niet begrijp: rollend materieel, liquide middelen, vaste
activa, vlottende activa, handelsdebiteuren enz.
Ik had het mij allemaal niet zo moeilijk voorgesteld.
Unizo:
De boekhouding heeft inderdaad zo zijn eigen taalgebruik. Maar wees gerust. Je komt er wel uit.
Vaste activa: dat zijn bezittingen en vorderingen die voor een lange tijd in de onderneming
blijven. Denk maar aan de toestellen die je nodig hebt om juwelen te ontwerpen, het
gebouw enz.
Daarnaast heb je ook vlottende activa. Dat zijn bezittingen en vorderingen die regelmatig in
geld worden omgezet, zoals de voorraad van de juwelen.
Vorderingen zullen in jouw geval minder voorkomen: de meeste klanten zullen contant
betalen. Mocht je toch een vordering hebben op de klanten, dan kun je die terugvinden onder
de noemer ‘handelsdebiteuren’.
Een ander onderdeel van de vlottende activa zijn de liquide middelen. Dat zijn de tegoeden
die je hebt op bankrekeningen en het geld dat je in kas hebt.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
143
Op de passiefzijde vind je twee grote rubrieken, namelijk het eigen vermogen en het vreemd
vermogen. Met eigen vermogen wordt de inbreng van de eigenaar bedoeld. De schulden aan
derden vind je terug bij de rubriek vreemd vermogen.
Als ik je een goede raad mag geven: ga eens langs bij een boekhouder. Neem de gegevens
mee die je van de huidige eigenaar hebt gekregen. De boekhouder kan die dan rustig met jou
doornemen en je het juiste advies geven.
Lien:
Dat zal ik zeker doen! Heel erg bedankt voor je duidelijke uitleg!
1 Wat is een balans?
Een balans is een overzicht van de bezittingen, de vorderingen en de schulden van een onderneming
op een bepaald moment.
2 Wat staat er op de linkerzijde van de balans?
De linkerzijde is de actiefzijde. Je vindt er de bezittingen en de vorderingen van de onderneming. Die
noem je ook de werkmiddelen.
3 Wat staat er op de rechterzijde van de balans?
De rechterzijde is de passiefzijde. Je vindt er de financieringsmiddelen: hoe heeft de ondernemer zijn
werkmiddelen betaald. Dat omvat de leningen, de schulden tegenover de leveranciers en het geld
dat de eigenaar zelf in zijn onderneming heeft ingebracht (= het kapitaal).
4 Lees de begrippen en omschrijvingen. Plaats daarna elke omschrijving bij het juiste begrip.
Begrip
144
Omschrijving
1
Handelsdebiteuren
a
De bezittingen en de vorderingen die je op de
actiefzijde van de balans terugvindt
2
Rollend materieel
b
Het saldo op de rekeningen en het geld in de kas
3
Werkmiddelen
c
Een schematisch overzicht van de bezittingen, de
vorderingen en de schulden van een onderneming op
een bepaald moment
4
Financieringsbronnen
d
De werkmiddelen die voorbestemd zijn om heel lang in
het bedrijf te blijven, zoals gebouwen, winkeluitrusting,
kantoormeubelen enz.
5
Liquide middelen
e
De werkmiddelen van de onderneming die regelmatig
omgezet worden in geld
6
Balans
f
Die vind je terug op de passiefzijde van de balans; ze
verklaren hoe de onderneming de werkmiddelen heeft
gefinancierd
7
Vaste activa
g
Onder die noemer vind je de waarde van de
bestelwagens, heftrucks … in de boekhouding terug
8
Vlottende activa
h
De inbreng van de eigenaar in de zaak
9
Kapitaal
i
Een andere naam voor vorderingen (tegoeden) op klanten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
i
g
a
f
b
c
d
e
h
ME & C o m pan y
Starter 5 | Hoe stel je een balans op?
Stel op basis van de gegevens uit Starter 3 de balans op voor ons spilbedrijf, op datum van
31 december.
ACTIEF
PASSIEF
31 december 20..
VASTE ACTIVA
EIGEN VERMOGEN
Handelspand
225 000,00
Inbreng Sigrid
Bestelwagen
16 000,00
Verpakkingsmachine
6 500,00
Meubilair
winkel
12 500,00
Computer
990,00
VLOTTENDE ACTIVA
50 000,00
VREEMD VERMOGEN
Handelsgoederen
9 000,00
schulden op lange termijn
Klanten
3 680,00
Schuld
KI
Geld
zichtrekening
3 490,00
Geld
kassa
1 000,00
schulden op korte termijn
Leveranciers
Totaal actief
Totaal passief
278 160,00
225 000,00
3 160,00
278 160,00
1 Wat staat links op de balans?
Alle bezittingen van de onderneming: gebouwen, machines, voorraad goederen, geld dat op
–
de bank staat
Het geld dat de onderneming nog moet krijgen van klanten
–
2 Wat staat rechts op de balans?
De schulden van de onderneming tegenover de bank, leveranciers
–
Het geld dat de eigenaar ingebracht heeft in de onderneming
–
3 Het passief bestaat uit twee deeltjes. Welke?
Eigen vermogen: de inbreng van de ondernemer
–
Vreemd vermogen: schulden tegenover de bank en leveranciers
–
4 Bereken het totaal. Wat merk je op?
Het actief is gelijk aan het passief.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
145
Starter 6 | Hoe maak je een balans op?
Je mag niet zelf kiezen hoe je een balans opstelt. Een balans heeft een vaste indeling.
Je ziet een voorbeeld hieronder.
Verfijn Starter 5: plaats de bedragen onder de juiste noemer.
ACTIEF
Balans op
PASSIEF
VASTE ACTIVA
260 990,00
EIGEN VERMOGEN
50 000,00
Gebouwen
225 000,00
Kapitaal
50 000,00
Machines
6 500,00
Meubilair
12 500,00
Computers
990,00
Rollend materieel
16 000,00
VLOTTENDE ACTIVA
17 170,00
VREEMD VERMOGEN
228 160,00
225 000,00
Voorraden
Handelsgoederen
Schulden op > 1 jaar
9 000,00
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Schuld KI
Schulden op ten hoogste één jaar
3 680,00
Leveranciers
3 160,00
278 160,00
Schulden overheid
Schulden personeel
Liquide middelen
Bank
3 490,00
Kas
1 000,00
TOTAAL
278 160,00
Bpost bank
TOTAAL
Starter 7 | Hoe stel je een balans op in een rekenblad?
Je hebt nu de balans opgesteld op papier, maar je kunt dat ook doen in een rekenblad.
Het voordeel daarvan is dat je formules kunt ingeven. Je kunt bijvoorbeeld de totalen automatisch
berekenen. Zo is de kans op rekenfouten kleiner.
Hoe stel je een balans op in een rekenblad?
Stap 1: Open een nieuw document.
Stap 2: O
m de balans op te stellen, heb je vier kolommen nodig: kolom A, B, C en D. Plaats het
werkblad in landscape (liggend).
Stap 3: I n cel A1 geef je 'ACTIEF' in. In cel D1 zet je 'PASSIEF'. Pas nu de opmaak van cel A1 als
volgt aan: Arial 11pt – vet.
Stap 4: Pas dezelfde opmaak toe voor cel D1. Opgelet: lijn cel D1 rechts uit.
146
ME & C o m pan y
Stap 5: I n de cellen B1 en C1 komt de tekst ‘balans 31 december 20..’. Daarom moet je die
cellen samenvoegen. De tekst lijn je links uit.
Stap 6: Breng nu de actiefzijde in orde. Geef de volgende tekst in:
Cel A2: Vaste activa
Cel A3: Gebouwen
Cel A4: Machines
Cel A5: Meubilair
Cel A6: Rollend materieel
Cel A8: Vlottende activa
Cel A9: Voorraden
Cel A10: Handelsgoederen
Cel A12: Vorderingen op ten hoogste één jaar
Cel A13: Handelsdebiteuren
Cel A15: Liquide middelen
Cel A16: Bank
Cel A17: Bpost bank
Cel A18: Kas
Cel A20: TOTAAL
Stap 7: Cel A2 zet je in het vet. Doe hetzelfde voor de cellen A8 en A20.
Stap 8: Pas de kolombreedte van kolom A aan naar 6 cm.
Stap 9: Vul dan de elementen van de passiefzijde in:
Cel C2: Eigen vermogen
Cel C3: Kapitaal
Cel C8: Vreemd vermogen
Cel C9: Schulden op > 1 jaar
Cel C10: Schuld KI
Cel C12: Schulden op ten hoogste één jaar
Cel C13: Leveranciers
Cel C14: Schulden overheid
Cel C15: Schulden personeel
Cel C20: TOTAAL
Stap 10: Zet de cellen C2, C8 en C20 in het vet.
Stap 11: Pas de kolombreedte van kolom C aan naar 6 cm.
Stap 12: Breng nu de lijnen van de balans aan.
Stap 13: I n kolom B en D lijn je de getallen rechts uit.
Tussen de duizendtallen moet een spatie komen.
Zorg ervoor dat er telkens twee cijfers na de komma staan.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
147
Stap 14: Pas nog de volgende opmaak aan:
De cellen B20 en D20 moeten in het vet staan. De cellen B2, B8, D2 en D8 zet je in het
vet en cursief.
Voeg de cellen A9 en B9 samen, lijn links uit en zet cursief. Hetzelfde doe je voor A12
en B12, A15 en B15, C9 en D9, C12 en D12.
Als je dat gedaan hebt, krijg je het volgende resultaat:
ACTIEF
balans 31 december 20..
Vaste activa
Eigen vermogen
Gebouwen
Kapitaal
Machines
Meubilair
Rollend materieel
Vlottende activa
Vreemd vermogen
Voorraad
Schulden op > 1 jaar
Handelsgoederen
Schuld KI
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Schulden op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Leveranciers
Schulden overheid
Liquide middelen
Schulden personeel
Bank
Bpost bank
Kas
TOTAAL
TOTAAL
Stap 15: Geef de formules in.
Met welke formule bereken je het totaal van de vaste activa?
=som (B3:B6)
Hoe bereken je het totaal van de vlottende activa?
=B10+B13+B16+B17+B18
Hoe bereken je het totaal van de actiefzijde?
=B2+B8
148
Geef nu ook de formules voor de passiefzijde in.
ME & C o m pan y
PASSIEF
Als je alles juist uitgevoerd hebt, staat er nu het volgende op je scherm:
ACTIEF
PASSIEF
balans 31 december 20..
Vaste activa
Gebouwen
0,00 Eigen vermogen
0,00
Kapitaal
Machines
Meubilair
Rollend materieel
Vlottende activa
0,00 Vreemd vermogen
0,00
Voorraad
Schulden op > 1 jaar
Handelsgoederen
Schuld KI
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Schulden op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Leveranciers
Schulden overheid
Liquide middelen
Schulden personeel
Bank
Bpost bank
Kas
TOTAAL
0,00 TOTAAL
0,00
Stap 16: Geef ten slotte de bedragen in.
Doe dat voor de gebouwen, de machines, het meubilair en het rollend materieel. Het
totaal van het actief en de vaste activa wordt automatisch berekend.
Geef ook de waarde in van de voorraad handelsgoederen, de vordering tegenover de
klanten en het bank- en kassaldo. Opnieuw wordt het totaal van de vlottende activa
berekend en het totaal van de actiefzijde aangepast.
Daarna geef je ook de waarden in voor de passiefzijde.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
149
Je krijgt het volgende resultaat:
ACTIEF
balans 31 december 20..
Vaste activa
260 990,00 Eigen vermogen
50 000,00
Gebouwen
225 000,00 Kapitaal
50 000,00
Machines
6 500,00
Meubilair
13 490,00
Rollend materieel
16 000,00
Vlottende activa
17 170,00 Vreemd vermogen
Voorraad
228 160,00
Schulden op > 1 jaar
Handelsgoederen
9 000,00 Schuld KI
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
PASSIEF
225 000,00
Schulden op ten hoogste één jaar
3 680,00 Leveranciers
3 160,00
Schulden overheid
Liquide middelen
Bank
Schulden personeel
3 490,00
Bpost bank
Kas
TOTAAL
1 000,00
278 160,00 TOTAAL
Bewaar de balans in je portfolio onder de naam Office3.2_Focus4.1_Starter7_Balans.
ICT – Rekenblad: Een werkmap en werkblad efficiënt gebruiken en opmaken
ICT – Rekenblad: Een werkmap of werkblad voorzien van de nodige formules
150
ME & C o m pan y
278 160,00
action
Action 1 | Privé-vermogen of vermogen van de zaak?
didACC
Maak de oefening bij het onlinelesmateriaal waarbij je moet bepalen of iets tot het privé-vermogen of
tot het vermogen van de onderneming behoort.
Action 2 | Actief of passief?
didACC
Maak de oefening bij het onlinelesmateriaal waarbij je moet bepalen of iets tot de actief- of
passiefzijde van de balans behoort.
Action 3 | Actief of passief?
Plaats de volgende gegevens op de actiefzijde (A) of passiefzijde (P) van de balans? Noteer ook
telkens waarom.
Omschrijving
Het bedrag dat de klanten nog
moeten betalen
A of P
A
Verklaring
Vordering (tegoed) tegenover de klant, vlottend
actief (handelsdebiteuren)
Het ingebrachte kapitaal
P
Eigen vermogen (kapitaal)
Het kantoormeubilair
A
Zal lang in de onderneming blijven – vast actief –
meubilair
Het tegoed op de bankrekening van
de onderneming
A
Tegoed tegenover de bank – vlottend actief –
liquide middelen
Het bedrag dat de onderneming nog
aan de leveranciers moet betalen
P
Schuld tegenover de leveranciers – vreemd
vermogen – schulden op ten hoogste 1 jaar
De voorraad handelsgoederen
A
Bezitting van de onderneming – vlottend actief
Het geld in de kas
A
Bezitting van de onderneming – liquide middelen
Het bedrag dat de onderneming nog
aan de bank moet betalen in verband
met een lening
P
Schuld tegenover de bank – vreemd vermogen
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
151
Action 4 | In welke rubriek deel je elementen in op de balans?
Ken je een ander woord voor vreemd vermogen?
Schulden aan derden (leveranciers, overheid, personeel ...)
Onder welke rubriek van de balans breng je de volgende gegevens onder?
Vaste
activa
Omschrijving
Vlottende
activa
Eigen
vermogen
Vreemd
vermogen
Het geld op de zichtrekening van de
onderneming
X
De auto’s in de showroom van een
garage
X
Het kapitaal dat de ondernemer ter
beschikking heeft gesteld
De lening die de wijnhandelaar is
aangegaan om het nieuwe magazijn te
financieren
De bestelwagen waarmee de goederen
naar de klant worden gebracht
De vordering op klanten
Het bedrag dat de onderneming nog
moet betalen aan belastingen
X
X
X
X
X
Action 5 | Vaste of vlottende activa? Eigen of vreemd vermogen?
didACC
Maak de oefening bij het onlinelesmateriaal waarbij je moet bepalen of een element tot de vaste of
vlottende activa, tot het eigen of vreemd vermogen behoort.
Action 6 | Hoe stel je een balans op voor bakkerij Vliegen?
Bakkerij Vliegen stelt de volgende gegevens ter beschikking:
winkelinrichting:
geld in kas: de bestelwagen waarmee het brood en het gebak
naar de klanten worden gebracht:
te betalen aan de leverancier van het meel:
parkeerterrein naast de bakkerij:
saldo op de zichtrekening van de bakkerij:
het gebouw waarin de bakkerij gevestigd is:
12 500,00 EUR
1 750,00 EUR
17 500,00 EUR
4 500,00 EUR
15 000,00 EUR
3 750,00 EUR
75 000,00 EUR
vorderingen op de bedrijven die dagelijks broodjes
bestellen:1 250,00 EUR
152
voorraad grondstoffen:
12 500,00 EUR
lening voor de aankoop van het gebouw:
45 000,00 EUR
geld dat door de eigenaars in de zaak is gestopt:
89 750,00 EUR
ME & C o m pan y
Verwerk alle gegevens in de balans, op datum van 31/12.
ACTIEF
PASSIEF
31 december 20..
VASTE ACTIVA
EIGEN VERMOGEN
Gebouw
75 000,00
Geld
eigenaars
89 750,00
Parkeerterrein
15 000,00
Winkelinrichting
12 500,00
Bestelwagen
17 500,00
VLOTTENDE ACTIVA
VREEMD VERMOGEN
Voorraad
grondstoffen
12 500,00
Schulden op lange termijn
Vordering
bedrijven
1 250,00
Lening
aankoop gebouw
45 000,00
Geld
in kas
1 750,00
Saldo
zichtrekening
3 750,00
Schulden op korte termijn
Schuld
leverancier meel
4 500,00
Totaal actief
Totaal passief
139 250,00
139 250,00
Action 7 | Hoe verfijn je de balans voor bakkerij Vliegen?
Verwerk de gegevens van Action 6 in de balans hieronder.
ACTIEF
VASTE ACTIVA
Gebouwen
Machines & uitrusting
Balans op 31 december 20..
120 000,00 EIGEN VERMOGEN
90 000,00 Kapitaal
PASSIEF
89 750,00
89 750,00
12 500,00
Meubilair
Rollend materieel
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
Handelsgoederen
17 500,00
19 250,00
VREEMD VERMOGEN
12 500,00
Schulden op > 1 jaar
Schuld KI
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
1 250,00
Liquide middelen
Bank
3 750,00
1 750,00
139 250,00
49 500,00
Schulden op ten hoogste één jaar
Leveranciers
Schulden overheid
Schulden personeel
45 000,00
4 500,00
Bpost bank
Kas
TOTAAL
TOTAAL
139 250,00
Action 8 | Hoe stel je een balans op?
didACC
Bij het onlinelesmateriaal kun je het opstellen van een balans verder inoefenen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
153
Action 9 | Hoe stel je een volledige balans op voor ‘t Smoske?
’t Smoske is een broodjeszaak in Gent, in de Nederkouter 134.
Het handelspand heeft een waarde van 115 000,00 euro. De eigenaar ging daarvoor een lening aan
ter waarde van 85 383,00 euro.
De zaakvoerder investeerde 62 000,00 euro van zijn eigen geld in de zaak.
Er zijn nog onbetaalde aankoopfacturen voor een totaal van 1 750,00 euro.
Er is nog een voorraad drank, broodjes en beleg ter waarde van 443,00 euro.
De winkelruimte werd uitgerust met:
­­– een toonbank: 4 343,00 euro;
– tafels en stoelen: 921,00 euro;
– een kassa: 320,00 euro;
– een oven: 2 436,00 euro.
Om de broodjes te leveren beschikt ‘t Smoske over een
kleine bestelwagen ter waarde van 15 000,00 euro.
Er zijn nog voor 120,00 euro onbetaalde verkoopfacturen.
Op de zichtrekening staat een tegoed van 10 108,00 euro.
In de kassa ligt voor 442,00 euro aan wisselgeld.
Stel de balans op op basis van de bovenstaande gegevens.
ACTIEF
VASTE ACTIVA
Balans op 31 december 20..
138 020,00 EIGEN VERMOGEN
PASSIEF
62 000,00
Gebouwen
Machines & uitrusting
62 000,00
2 756,00
Meubilair
Rollend materieel
5 264,00
15 000,00
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
115 000,00 Kapitaal
11 113,00 VREEMD VERMOGEN
Schulden op > 1 jaar
87 133,00
Handelsgoederen443,00 Schuld KI
85 383,00
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Schulden op ten hoogste één jaar
120,00 Leveranciers
Schulden overheid
Liquide middelen
Schulden personeel
Bank
Kas
10 108,00
TOTAAL
442,00
149 133,00 TOTAAL
Action 10 | Hoe stel je een balans op in een rekenblad?
Maak de balans van Action 9 op in een rekenblad.
Bewaar de balans in je portfolio onder de naam Office3.2_Focus4.1_Action10_Balans.
ICT – Rekenblad: Een werkmap en werkblad efficiënt gebruiken en opmaken
ICT – Rekenblad: Een werkmap of werkblad voorzien van de nodige formules
154
ME & C o m pan y
1 750,00
149 133,00
Action 11 | Welke begrippen zitten er in de woordzoeker verstopt?
In de woordzoeker hieronder vind je 13 begrippen die in de balans van een onderneming voorkomen.
De woorden kunnen verticaal, horizontaal of diagonaal staan en van boven naar onder of van onder
naar boven. Duid de begrippen aan in de woordzoeker en noteer ze op de juiste plaats in de tabel.
r
n
i
o
a
a
a
z
l
e
z
f
k
u
x
x
v
s
h
d
v
a
i
a
r
b
i
b
d
c
o
l
n
l
p
r
r
k
c
v
o
m
s
e
e
i
e
l
b
h
r
k
t
e
z
a
t
r
v
j
r
r
a
i
n
l
m
a
h
k
a
s
l
r
r
i
u
s
a
i
a
r
l
e
a
b
i
e
n
l
d
e
a
t
k
u
o
n
d
m
h
i
t
a
n
e
p
i
e
l
a
c
i
m
e
m
e
h
l
h
n
n
e
d
i
z
z
c
s
s
d
a
s
n
k
c
d
a
d
e
e
r
m
e
j
g
k
m
e
g
l
e
l
l
m
k
b
x
b
k
s
v
t
l
g
m
l
c
i
b
g
e
b
o
u
w
e
n
t
x
o
l
o
r
z
a
n
b
e
d
e
c
b
d
z
q
i
n
u
r
d
q
a
m
f
f
n
z
r
j
e
v
n
k
h
b
g
d
e
l
r
x
k
p
j
n
n
f
n
x
e
b
y
r
l
e
u
j
w
e
n
b
p
o
s
t
b
a
n
k
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
machines
voorraad handelsgoederen
kapitaal
leveranciers
gebouwen
handelsdebiteuren
rollend materieel
kas
installaties
bank
meubilair
Bpost bank
lening
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
155
Action 12 | Ken je alle begrippen die op een balans voorkomen?
Bij het onlinelesmateriaal vind je een kwartet waarmee je de begrippen die voorkomen op een balans
kunt inoefenen.
Neem eerst de handleiding door die je ook bij het onlinelesmateriaal vindt.
T O T H E P O I NT
Wat is een balans?
Een balans geeft voor een bepaald moment een overzicht van:
de bezittingen of de werkmiddelen van een onderneming;
de schulden en het eigen vermogen of de financieringsmiddelen
van die onderneming.
Elke onderneming moet minstens een keer per jaar een balans
opstellen. Je mag niet zelf kiezen hoe je de balans indeelt. Er is in
de wet een verplichte indeling vastgelegd.
Op de actiefzijde maak je een onderscheid tussen vaste activa en
vlottende activa. Je rangschikt de actiefzijde volgens liquiditeit: hoe
snel is iets omzetbaar in geld? Eenvoudiger gezegd: hoe snel kun je er geld voor krijgen?
Hoe sneller iets omzetbaar is in geld, hoe lager het op de actiefzijde staat.
Een voorbeeld: het geld dat in je kas zit, heb je onmiddellijk. Het omzetten van je handelspand in
geld zal veel meer tijd in beslag nemen.
Daarom moeten liquide middelen (zoals de kas) onderaan de actiefzijde staan en vaste activa
(zoals de gebouwen) bovenaan.
Op de passiefzijde maak je een onderscheid tussen eigen vermogen
en vreemd vermogen. Hier gebruik je een andere manier van
rangschikken. De vraag is: hoe snel moet iets terugbetaald worden?
Hoe vlugger de schuld terugbetaald moet worden, hoe lager de
schuld op de passiefzijde moet staan.
Een voorbeeld: het loon van je personeel moet snel betaald worden.
Een lening die je aangaat om een gebouw te financieren, wordt
meestal op lange termijn terugbetaald (20 jaar of meer).
Het kapitaal dat de eigenaar in de zaak stopt, wordt pas
terugbetaald als de onderneming stopt. Daarom staat het bovenaan
op de passiefzijde.
Indeling van een balans
BALANS
LINKS
maak je een opsomming van alle bezittingen
en tegoeden van de onderneming
maak je een opsomming van alle schulden
van de onderneming aan de eigenaar (eigen
vermogen) of aan derden (vreemd vermogen)
= de werkmiddelen van de onderneming (wat
heeft de onderneming met haar vermogen
gedaan)
= de financieringsmiddelen van de onderneming
(waar haalde de onderneming haar vermogen)
= het actief van de onderneming
= het passief van de onderneming
TOTAAL ACTIEF
156
RECHTS
ME & C o m pan y
=
TOTAAL PASSIEF
Als je ’balans’ opzoekt in een woordenboek, dan zie je als betekenis ook 'evenwicht' staan. Van
iemand die het evenwicht kwijt is, kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Hij is uit balans’.
Zo is het hier ook. In een balans moeten actief en passief in evenwicht zijn. Het totaal van de
actiefzijde moet gelijk zijn aan het totaal van de passiefzijde. Anders gezegd: de bezittingen en
vorderingen (= het actief) moeten in evenwicht zijn met de som van de schulden (= het passief).
De balans geeft de toestand weer op een bepaald ogenblik. Het is een momentopname. De
datum waarop je de balans opstelt, schrijf je bovenaan in het midden van de balans.
De balans moet altijd ingedeeld zijn zoals hieronder:
ACTIEF
VASTE ACTIVA
Gebouwen
Machines
Meubilair
Rollend materieel
Balans op
PASSIEF
EIGEN VERMOGEN
Kapitaal
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
Handelsgoederen
VREEMD VERMOGEN
Schulden op > 1 jaar
Schuld KI
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Schulden op ten hoogste één jaar
Leveranciers
Schulden overheid
Schulden personeel
Liquide middelen
Bank
Bpost bank
Kas
TOTAAL
TOTAAL
De actiefzijde van een balans
Op de actiefzijde van een balans vind je twee grote groepen.
Vaste activa
Hier worden de investeringsgoederen geplaatst: de werkmiddelen die voor lange tijd (meer
dan één jaar) aanwezig zijn in de onderneming.
De meest voorkomende rubriek is hier:
Materiële vaste activa: zoals gebouwen, uitrusting, meubilair, rollend materieel. 'Materieel'
betekent dat je de dingen kunt zien en vastnemen, ze zijn tastbaar. Het zijn duurzame dingen
waar je als onderneming in moet investeren.
Vlottende activa
Hier staan de werkmiddelen die voortdurend veranderen (vlotten).
Bij de vlottende activa staan onder andere de volgende rubrieken:
–Voorraden: de voorraden van onder andere grondstoffen en handelsgoederen.
– Vorderingen op ten hoogste één jaar: de vorderingen (tegoeden) die binnen het jaar geïnd
worden, zoals handelsdebiteuren (klanten).
– Liquide middelen: financiële middelen die onmiddellijk beschikbaar zijn, zoals tegoeden in
kas en op bankrekeningen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 1
157
De passiefzijde van een balans
De passiefzijde telt ook twee grote groepen.
Eigen vermogen
Het privévermogen van de ondernemer dat hij in de onderneming heeft ingebracht. Het is
het kapitaal van de onderneming.
Kapitaal: het ingebrachte/geplaatste kapitaal
Vreemd vermogen
Hier vind je de schulden van de onderneming aan derden. Het bevat de volgende
rubrieken:
– Schulden op meer dan één jaar: de schulden die niet binnen het jaar volledig terugbetaald
moeten worden, zoals leningen.
– Schulden op ten hoogste één jaar: de schulden die binnen het jaar vervallen, zoals de
schuld tegenover leveranciers en personeel.
Hoe ging het?
Je hebt nu heel wat geleerd over de balans en de balansrekeningen. Neem er WAT GA JE LEREN?
vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling onvoldoende ( ),
voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
1 Hoe goed lukte het maken van het onderscheid tussen actief en passief?
2 Wat vond je moeilijk bij het bepalen tot welke rubriek een bepaald element behoort?
3 Wat waren je aandachtspunten bij het maken van een balans?
158
ME & C o m pan y
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.2 | Wat zijn de boekingsregels van actief- en passiefrekeningen?
ACTIEF
Balans op 20..-01-01 VASTE ACTIVA
Gebouwen
Machines
Meubilair
Rollend materieel
137 000,00
100 000,00
20 000,00
3 000,00
14 000,00
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
Handelsgoederen
19 500,00
5 500,00
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
4 300,00
Liquide middelen
Bank
Bpost bank
Kas
7 350,00
2 000,00
350,00
PASSIEF
EIGEN VERMOGEN
Kapitaal
100 000,00
100 000,00
VREEMD VERMOGEN
Schulden op > 1 jaar
56 500,00
Schuld KI
50 000,00
Schulden op ten hoogste één jaar
Leveranciers
Schulden overheid
Schulden personeel
2 500,00
1 250,00
2 750,00
TOTAAL
156 500,00
TOTAAL
156 500,00
ACTIEF
Balans op 20..-03-01
PASSIEF
VASTE ACTIVA
Gebouwen
Machines
Meubilair
Rollend materieel
137 000,00
100 000,00
20 000,00
3 000,00
14 000,00
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
Handelsgoederen
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
Liquide middelen
Bank
Bpost bank
Kas
TOTAAL
16 750,00
2 000,00
1 500,00
EIGEN VERMOGEN
Kapitaal
100 000,00
100 000,00
VREEMD VERMOGEN
Schulden op > 1 jaar
53 750,00
Schuld KI
50 000,00
Schulden op ten hoogste één jaar
Leveranciers
Schulden overheid
Schulden personeel
2 000,00
500,00
1 250,00
12 150,00
750,00
350,00
153 750,00
TOTAAL
153 750,00
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
159
De eerste balans werd opgesteld op 1 januari, de tweede balans op 1 maart. Wat is er veranderd?
– De voorraad handelsgoederen is verminderd van 5 500,00 euro naar 2 000,00 euro.
– De vorderingen tegenover klanten zijn verminderd van 4 300,00 euro naar 1 500,00 euro.
– Het saldo op de bankrekening is vermeerderd van 7 350,00 euro naar 12 150,00 euro.
– Het tegoed op de postrekening is verminderd van 2 000,00 euro naar 750,00 euro.
– De schuld tegenover leveranciers is verminderd van 2 500,00 euro naar 2 000,00 euro.
– De schuld tegenover de overheid is verminderd van 1 250,00 euro naar 500,00 euro.
– De schuld tegenover personeel is verminderd van 2 750,00 euro naar 1 250,00 euro.
Wat ga je leren?
Je leert:
de begrippen ‘debet’ en ‘credit’ kennen.
de boekingsregels van actief- en passiefrekeningen toepassen.
een rekenblad gebruiken.
Starters
Starter 1 | Hoe wijzig je een balans?
1 De dochter van Sigrid Luijten, Nadia, is afgestudeerd. Ze wil een eigen kledingzaak openen. Ze
investeert 100 000,00 euro in haar zaak. Daarom opent ze onmiddellijk een bankrekening.
Stel de beginbalans op. Vul ook de tabel onder de balans in.
ACTIEF
PASSIEF
Bank
100 000,00
Kapitaal
100 000,00
TOTAAL
100 000,00
TOTAAL
100 000,00
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
Bedrag
Bank
A
+
100 000,00 EUR
Kapitaal
P
+
100 000,00 EUR
2 Nadia neemt een handelszaak over. Ze betaalt 90 000,00 euro aan de vorige eigenaar:
80 000,00 euro voor de gebouwen en 10 000,00 euro voor de voorraad handelsgoederen. Ze betaalt
alles via de bank.
160
ME & C o m pan y
Stel de nieuwe balans op. Vul ook de tabel onder de balans in met de gewijzigde gegevens.
ACTIEF
PASSIEF
Gebouwen
80 000,00
Voorraad
handelsgoederen
10 000,00
Bank
10 000,00
TOTAAL
100 000,00
Kapitaal
100 000,00
TOTAAL
100 000,00
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
Bedrag
Gebouwen
A
+
80 000,00 EUR
Voorraad
handelsgoederen
A
+
10 000,00 EUR
Bank
A
-
90 000,00 EUR
3 Nadia knapt de winkel nog wat op. Het nieuwe meubilair kost 20 000,00 euro. Ze sluit daarvoor bij
haar bank een lening af op 5 jaar.
Stel de nieuwe balans op. Vul ook de tabel onder de balans in met de gewijzigde gegevens.
ACTIEF
PASSIEF
Gebouwen
80 000,00
Kapitaal
100 000,00
Meubilair
20 000,00
Lening
bank
20 000,00
Voorraad
handelsgoederen
10 000,00
Bank
10 000,00
TOTAAL
120 000,00
TOTAAL
120 000,00
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
Bedrag
Meubilair
A
+
20 000,00 EUR
Lening
bank
P
+
20 000,00 EUR
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
161
4 Nadia haalt 5 000,00 euro van de bank. Daarmee
kan ze sommige aankopen contant betalen.
Stel de nieuwe balans op. Vul ook de tabel onder de
balans in met de gewijzigde gegevens.
ACTIEF
PASSIEF
Gebouwen
Meubilair
80 000,00
20 000,00
Voorraad
handelsgoederen
Bank
10 000,00
5 000,00
Kas
5 000,00
TOTAAL
120 000,00
Kapitaal
Lening
bank
100 000,00
20 000,00
TOTAAL
120 000,00
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
Bedrag
Bank
A
-
5 000,00 EUR
Kas
A
+
5 000,00 EUR
5 Wat vind je van die manier van werken?
Het iedere keer opnieuw opstellen van een balans na elke verrichting is veel werk.
Balans
In een balans zie je hoeveel bezittingen, vorderingen en schulden een onderneming op een
bepaald moment heeft.
De gegevens die je in de balans ziet, veranderen voortdurend: schulden worden betaald,
meubilair wordt aangekocht, klanten betalen via een overschrijving ...
Na elke verrichting zou de balans gewijzigd moeten worden.
Starter 2 | Waarom en hoe boek je verrichtingen op T-rekeningen?
Je stelt niet na elke wijziging een nieuwe balans op. Dat is te veel werk.
Het voorbeeld hierboven is eenvoudig. In een echte onderneming is de
balans veel ingewikkelder. Er gebeuren elke dag tientallen verrichtingen.
Je zou constant bezig zijn met het aanpassen van de balans.
Het registreren van verrichtingen kan snel en eenvoudig. Je past alleen de
elementen aan die veranderd zijn. Alle andere rubrieken op de balans laat
je gewoon staan. Je moet dus niet na elke verrichting een volledig nieuwe
balans opstellen.
162
ME & C o m pan y
Herneem de opdracht van Starter 1. Deze keer ga je niet met een balans werken, maar wel met
T-rekeningen.
1 De dochter van Sigrid Luijten, Nadia, is afgestudeerd. Ze wil een eigen kledingzaak openen. Ze
investeert 100 000,00 euro in haar zaak. Daarom opent ze onmiddellijk een bankrekening.
Plaats de bedragen op de T-rekeningen.
Schrijf de naam van de rekening in het midden van de T-rekening. Bij de beginbedragen schrijf
je altijd BS (beginsaldo). Aan de linkerkant van de rekening zet je dat voor het bedrag, aan de
rechterkant van de rekening erachter.
Openen van een rekening
Voor een actiefrekening komt het beginsaldo op de debetzijde (= de linkerzijde) van de T-rekening.
Voor een passiefrekening komt het beginsaldo op de creditzijde (= de rechterzijde) van de
T-rekening.
D
C
55500 Bank
D
C
10000 Kapitaal
(BS)
100 000,00
100 000,00 (BS)
Vul de onderstaande tabel in. Het rekeningnummer laat je voorlopig nog open.
Rek.nr.
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Bank
55500
A
+
D
100 000,00 EUR
Kapitaal
10000
P
+
C
100 000,00 EUR
2 Nadia neemt een handelszaak over. Ze betaalt 90 000,00 euro aan de vorige eigenaar:
80 000,00 euro voor de gebouwen en 10 000,00 euro voor de voorraad handelsgoederen. Ze betaalt
alles via de bank.
Plaats de bedragen op de T-rekeningen.
Boekingsregels actiefrekeningen
Voor een actiefrekening plaats je de bedragen:
bij een vermeerdering op de debetzijde van de T-rekening,
bij een vermindering op de creditzijde van de T-rekening.
D
C
55500 Bank
(BS) 100 000,00
D
90 000,00
34000 Voorraad HG
D
C
22100 Gebouwen
80 000,00
C
10 000,00
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
163
Vul de onderstaande tabel in. Het rekeningnummer laat je voorlopig open.
Rek.nr.
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Bank
55500
A
-
C
90 000,00 EUR
Gebouwen
22100
A
+
D
80 000,00 EUR
Voorraad handelsgoederen
34000
A
+
D
10 000,00 EUR
3 Nadia knapt de winkel nog wat op. Het nieuwe meubilair kost 20 000,00 euro. Ze sluit daarvoor bij
haar bank een lening af op 5 jaar.
Vul de T-rekeningen aan.
Boekingsregels passiefrekeningen
Bij een passiefrekening plaats je de bedragen:
bij een vermeerdering op de creditzijde van de T-rekening,
bij een vermindering op de debetzijde van de T-rekening.
D
24000 Meubilair
C
D
17300 Lening bank
20 000,00
C
20 000,00
Vul de onderstaande tabel in. Het rekeningnummer laat je voorlopig open.
Rek.nr.
Omschrijving verrichting
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Meubilair
24000
A
+
D
20 000,00 EUR
Lening
bank
17300
P
+
C
20 000,00 EUR
4 Nadia haalt 5 000,00 euro van de bank. Daarmee kan ze sommige aankopen contant betalen.
Vul de T-rekeningen en de tabel in. Laat het rekeningnummer voorlopig open.
D
55500 Bank
(BS) 100 000,00
D
90 000,00
Omschrijving verrichting
164
C
57000 Kas
C
5 000,00
5 000,00
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Bank
55500
A
-
C
5 000,00 EUR
Kas
57000
A
+
D
5 000,00 EUR
ME & C o m pan y
action
Action 1 | Hoe stel je een balans op in een rekenblad?
In Starter 7 van Focus 4.1 heb je de balans van M&C op datum van 31 december 20.. opgesteld. Open
het bestand Office3.2_Focus4.1_Starter7_Balans. Op basis daarvan ga je verder.
Hoe stel je een balans op in een rekenblad?
Stap 1: Wijzig de naam van het werkblad 'Blad 1' in 'balans 31 december 20..'.
Stap 2: Kopieer het werkblad 'balans 31 december 20..' en plaats de kopie rechts van dat
werkblad. Verander de naam van de kopie in 'balans 5 januari 20..'.
Wijzig de inhoud van cel B1 in werkblad 'balans 5 januari 20..'.
Op datum van 5 januari betaal je via de bankrekening een openstaande factuur aan leverancier
Textielstocks voor een bedrag van 1 250,00 euro.
Welke elementen op de balans veranderen?
De schuld tegenover leveranciers vermindert met 1 250,00 euro.
Het saldo van de bankrekening vermindert met 1 250,00 euro.
Stap 3: Wijzig de balans door middel van formules. Begin met het aanpassen van het bedrag op
de bankrekening. Dat vermindert met 1 250,00 euro.
Je ziet dat het bedrag automatisch verandert naar 2 240,00 euro. Het totaal van de
actiefzijde staat nu op 276 910,00 euro.
Stap 4: Ga op dezelfde manier te werk om de schuld tegenover de leveranciers te verminderen.
De schuld is nu verminderd tot 1 910,00 euro.
Het totaal van de passiefzijde is aangepast naar 276 910,00 euro.
Op 30 januari 20.. koop je een tafel aan ter waarde van 800,00 euro. Je betaalt contant bij levering.
Welke elementen op de balans veranderen?
De waarde van het meubilair stijgt met 800,00 euro. De kas vermindert met 800,00 euro.
Stap 5: Kopieer het werkblad 'balans 5 januari 20..' en plaats de kopie rechts van dat werkblad.
Verander de naam van de kopie in 'balans 30 januari 20..'.
Wijzig de inhoud van cel B1 in 'balans 30 januari 20..'.
Stap 6: Pas nu zelf de formules toe voor de cellen B5 en B18.
Op 10 februari 20.. betaalt klant Solar nv zijn factuur ter waarde van 3 250,00 euro. Je ontvangt dat
geld op de bankrekening.
Welke elementen op de balans veranderen?
Vordering tegenover klant vermindert, bedrag op bankrekening vermeerdert.
Stap 7: Stel voor die verrichting een nieuwe balans op in een volgend werkblad.
Je hebt contant geld nodig. Je haalt op 28 februari 20.. 1 000,00 euro af van de bankrekening.
Welke elementen op de balans veranderen?
Het bedrag op de bankrekening vermindert, het bedrag in kas vermeerdert.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
165
Stap 8: Stel voor die verrichting een nieuwe balans op in een volgend werkblad.
Sigrid investeert in een nieuwe bestelwagen. Daarom sluit ze een lening af bij een bank voor een
bedrag van 20 000,00 euro. De bank schrijft het geld over op de bankrekening op 1 maart 20.. .
Welke elementen op de balans veranderen?
De schuld aan kredietinstellingen vermeerdert, het bedrag op de bankrekening vermeerdert.
Stap 9: Stel voor die verrichting een nieuwe balans op in een volgend werkblad.
Bewaar de werkmap in je portfolio onder de naam
Office3.2_Focus4.2_Action1_Balanswijzigingen.
ICT – Rekenblad: Een werkmap en werkblad efficiënt gebruiken en opmaken
ICT – Rekenblad: Een werkmap of werkblad voorzien van de nodige formules
Action 2 | Hoe open je T-rekeningen?
Open de T-rekeningen aan de hand van de balans uit
Starter 6 van Focus 4.1.
D
C
22100 Gebouwen
(BS) 225 000,00
225 000,00 (DS)
000,00
225
225 000,00
D
C
24000 Meubilair
(BS)
12 500,00
13 300,00 (DS)
(2)
800,00
13
300,00
D
13 300,00
16 000,00 (DS)
000,00
16
16 000,00
C
40000 Handelsdebiteuren
680,00
3
166
C
24100 Rollend materieel
(BS)
3 680,00
ME & C o m pan y
C
23100 Machines
(BS) 6 500,00
6 500,00 (DS)
500,00
6
6 500,00
D
C
24020 Computers
(BS)
990,00
990,00 (DS)
990,00
(BS)
16 000,00
D
D
990,00
D
C
34000 Voorraad handelsgoederen
(BS)
9 000,00
9 000,00 (DS)
000,00
9
9 000,00
D
55100 Bank ING
C
3 250,00 (3)
(BS)
3 490,00
1 250,00 (1)
430,00 (DS)
(3)
3 250,00
1 000,00 (4)
(5)
20 000,00
24 490,00 (DS)
740,00
26
26 740,00
3 680,00
D
C
57000 Kas
(BS) 1 000,00
800,00 (2)
(4) 1 000,00
1 200,00 (DS)
2 000,00
2 000,00
D
D
17300 Schuld KI
C
(CS) 245 000
225 000,00 (BS)
20 000,00 (5)
245 000,00
245 000,00
C
10000 Kapitaal
(CS) 50 000,00
50 000,00 (BS)
50 000,00
50 000,00
D
C
44000 Leveranciers
(1) 1 250,00
3 160,00 (BS)
3 160,00
(CS) 1 910,00
160,00
3
Action 3 | Hoe registreer je verrichtingen op de T-rekeningen?
Registreer de verrichtingen uit Action 1 op de T-rekeningen van Action 2.
Vul voor elk van die verrichtingen de tabel in.
Omschrijving verrichting
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Leverancier
44000
P
-
D
1 250,00 EUR
Bank
ING
55100
A
-
C
1 250,00 EUR
Omschrijving verrichting
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Meubilair
24000
A
+
D
800,00 EUR
Kas
57000
A
-
C
800,00 EUR
Omschrijving verrichting
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Handelsdebiteuren
40000
A
-
C
3 250,00 EUR
Bank ING
55100
A
+
D
3 250,00 EUR
Omschrijving verrichting
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Bank ING
55100
A
-
C
1 000,00 EUR
Kas
57000
A
+
D
1 000,00 EUR
Omschrijving verrichting
Rek.nr.
A/P
+/-
D/C
Bedrag
Bank ING
55100
A
+
D
20 000,00 EUR
Schuld KI
17300
P
+
C
20 000,00 EUR
Action 4 | Wat zijn de boekingsregels van actief- en passiefrekeningen?
didACC
Bij het onlinelesmateriaal kun je de boekingsregels van actief- en passiefrekeningen verder
inoefenen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
167
TO THE POINT
Debet en credit
Voor elk element van de balans maak je een apart
‘balansje’ of een aparte rekening. Om rekeningen
te vermeerderen of te verminderen, mag je niet
optellen of aftrekken. Je moet de juiste bedragen
debiteren of crediteren.
Een rekening heeft, net als een balans, de vorm van
een T. De linkerzijde noem je de debetzijde (D). De
rechterzijde noem je de creditzijde (C). Bovenaan
staat op welk element de gegevens betrekking
hebben. Dat is de naam van de rekening.
DLeveranciers C
Rechterzijde =
creditzijde
Linkerzijde =
debetzijde
Voor elk element op de balans open je dus een rekening.
Actief
Balans op ....-..-..
DActiefrekeningC
Passief
DPassiefrekeningC
De belangrijkste verschillen tussen balans en rekening zijn:
Balans
Actief- en passiefrekening
beeld van de toestand van de onderneming
op een bepaald moment
wordt gebruikt bij de boeking van
elke verrichting, op basis van een
verantwoordingsstuk
heeft betrekking op alle activa en passiva
heeft betrekking op één enkel actief- of
passiefonderdeel
linkerzijde = actief, rechterzijde = passief
linkerzijde = debet, rechterzijde = credit
actief = passief
debetbedrag = creditbedrag, bij elke boeking
De boekingsregels
Actiefrekeningen open je door het balansbedrag in te schrijven langs de debetkant. Je spreekt
van beginwaarde of beginsaldo (BS).
Vermeerderingen noteer je op dezelfde zijde als het beginsaldo, dus op de debetkant.
Verminderingen zet je op de tegenovergestelde zijde van het beginsaldo, dus op de creditkant.
Passiefrekeningen open je door het balansbedrag in te schrijven langs de creditkant.
Bij vermeerderingen wordt het bedrag genoteerd aan de creditkant, bij verminderingen aan de
debetkant.
Boeken wil zeggen: een bedrag inschrijven op de rekening.
Debiteren wil zeggen: een bedrag inschrijven langs de debetkant van de rekening.
168
ME & C o m pan y
Crediteren wil zeggen: een bedrag inschrijven langs de creditkant van de rekening.
DActiefrekeningC
DPassiefrekeningC
(BS) Beginsaldo
Vermeerderen
+
Beginsaldo (BS)
Verminderen
Verminderen
-
-
Vermeerderen
+
Hoe ging het?
Je hebt nu heel wat geleerd over de boekingsregels van actief- en passiefrekeningen. Neem er
WAT GA JE LEREN? vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling
onvoldoende ( ), voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
1 Wat vond je moeilijk bij het openen van de rekeningen?
2 Wat waren je aandachtspunten bij de boekingen op actiefrekeningen?
3 Wat ging moeilijk bij de boekingen op passiefrekeningen?
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 2
169
170
ME & C o m pan y
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.3 | Hoe bepaal je het saldo van een rekening? Hoe sluit je een
rekening af?
Inkomsten
Inkomen Sigrid
Inkomen Frank
Uitgaven
2 100,00
2 300,00
Afbetaling lening woning
Water, gas, elektriciteit
Telefoon, gsm
850,00
290,00
75,00
Dienstencheques huishoudhulp
150,00
Internet
40,00
Verzekeringen
120,00
Voeding
650,00
Kledij
400,00
Schoolrekening
100,00
Belastingen
50,00
Autokosten
250,00
Ontspanning
200,00
4 400,00
3 175,00
Hierboven zie je een overzicht van de raming van de
inkomsten en uitgaven van het gezin van Sigrid.
1 Hoeveel bedraagt het gezinsinkomen? Noteer dat
bedrag ook op de juiste plaats in het overzicht.
4 400,00 euro
2 Hoeveel bedragen de geschatte uitgaven? Noteer dat
bedrag ook op de juiste plaats in het overzicht.
3 175,00 euro
3 Bepaal het saldo. Met andere woorden: bereken hoeveel
Sigrid elke maand kan sparen, op basis van de geschatte
bedragen.
4 400,00 - 3 175,00 = 1 225,00 euro
Wat ga je leren?
Je leert:
het saldo van een rekening bepalen.
een rekening afsluiten.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 3
171
Starters
Starter 1 | Hoe bepaal je het saldo van een passiefrekening?
Nadia, de dochter van Sigrid, heeft een aantal verrichtingen geregistreerd. Nu wil ze weten hoeveel
haar schuld tegenover haar leveranciers bedraagt. Ze moet daarvoor het saldo berekenen.
DLeveranciersC
250,00
1 025,00
250,00
1 350,00
1 025,00
(CS) 7 020,00
5 670,00
8 295,00
8 295,00
1 Waar komen de bedragen op de creditzijde vandaan?
Van de aankopen (schuld tegenover leverancier vermeerdert P + C)
2 Waar komen de bedragen op de debetzijde vandaan?
Van de betalingen aan de leveranciers (schuld tegenover leveranciers vermindert P - D)
3 Om het saldo van de rekeningen te bepalen, volg je het onderstaande stappenplan.
Hoe bereken je het saldo van een passiefrekening?
Stap 1: Bereken het totaal van de debetkant.
1 275,00 euro
Stap 2: Bereken het totaal van de creditkant.
8 295,00 euro
Stap 3: Trek het kleinste totaal van het grootste af.
8 295,00 euro - 1 275,00 euro = 7 020,00 euro
Dat bedrag is het saldo van de rekening. In het bovenstaande geval is het totaalbedrag
aan de creditkant het grootst. Dan spreek je van een creditsaldo (CS).
Hoeveel bedraagt de schuld tegenover de leveranciers?
De schuld tegenover de leveranciers bedraagt momenteel 7 020,00 euro.
Stap 4: Dat saldo noteer je langs de zijde met het kleinste totaal. In het bovenstaande geval is dat
de debetzijde. Schrijf er tussen haakjes de letters CS (creditsaldo) voor.
172
ME & C o m pan y
Starter 2 | Hoe bepaal je het saldo van een actiefrekening?
Nadia wil ook haar kassaldo bepalen. Dit is het overzicht van de T-rekening 'Kas':
DKasC
5 000,00
118,00
125,00
75,00
3 750,00
1 168,00 (DS)
5 118,00
5 118,00
1 Waar komen de bedragen op de debetzijde vandaan?
Dat is het geld dat in de kas komt, bv. ontvangsten klanten, geld afgehaald van de bankrekening.
2 Waar komen de bedragen op de creditzijde vandaan?
Dat zijn de verrichtingen van geld dat uit de kas gaat, bv. betalingen aan leveranciers.
3 Om het saldo van de rekeningen te bepalen, volg je het onderstaande stappenplan.
Hoe bereken je het saldo van een actiefrekening?
Stap 1: Bereken het totaal van de debetkant.
5 118,00 euro
Stap 2: Bereken het totaal van de creditkant.
3 950,00 euro
Stap 3: Trek het kleinste totaal van het grootste af.
5 118,00 euro - 3 950,00 euro = 1 168,00 euro
Dat bedrag is het saldo van de rekening. In het bovenstaande geval is het totaalbedrag
aan de debetkant het grootst. Dan spreek je van een debetsaldo (DS).
Hoeveel geld is er momenteel in de kas?
1 168,00 euro
Stap 4: Dat saldo noteer je langs de zijde met het kleinste totaal. In het bovenstaande geval is dat
de creditzijde. Schrijf er tussen haakjes de letters DS (debetsaldo) achter.
Starter 3 | Hoe sluit je een rekening af?
Als je het saldo van de rekeningen bepaald hebt, kun je de rekeningen afsluiten.
Bereken het totaal van de debetzijde en de creditzijde. Onderlijn de totalen met twee lijnen. Doe dat
voor de rekening uit Starter 1 en 2.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 3
173
action
Action 1 | Hoe bepaal je het saldo van de rekeningen?
Ga terug naar Action 2 van Focus 4.2. Bepaal het saldo van de rekeningen.
Action 2 | Hoe sluit je rekeningen af?
Ga terug naar Action 2 van Focus 4.2. Sluit de rekeningen af.
Action 3 | Hoe stel je een eindbalans op?
Je hebt nu een aantal verrichtingen geregistreerd. Stel de eindbalans van M&C op, op datum van
1 maart 20.. .
ACTIEF
Balans op 20..-03-01
VASTE ACTIVA
261 790,00
EIGEN VERMOGEN
50 000,00
Gebouwen
225 000,00
Kapitaal
50 000,00
Machines
6 500,00
Meubilair
14 290,00
Rollend materieel
16 000,00
VLOTTENDE ACTIVA
35 120,00
Voorraden
Handelsgoederen
246 910,00
Schulden op > 1 jaar
9 000,00
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsdebiteuren
VREEMD VERMOGEN
PASSIEF
Schuld KI
245 000,00
Schulden op ten hoogste één jaar
430,00
Leveranciers
1 910,00
Liquide middelen
Bank
24 490,00
Bpost bank
Kas
TOTAAL
1 200,00
296 910,00
TOTAAL
Controleer je resultaat. Vergelijk met je balans in het rekenblad (bestand
Office3.2_Focus4.2_Action1_Balanswijzigingen, werkblad 'balans 1 maart 20..').
Je moet op hetzelfde getal uitkomen.
174
ME & C o m pan y
296 910,00
T O T H E P O I NT
Het saldo van een rekening bepalen
Stel: je wilt weten welk bedrag er op een rekening
staat op een bepaald moment. Dan moet je het saldo
van die rekening maken. Het saldo is het verschil
tussen het totaal van de debetzijde en het totaal van
de creditzijde.
Is de debetzijde groter dan de creditzijde, dan spreek
je van een debetsaldo (DS).
Is de creditzijde groter, dan spreek je van een
creditsaldo (CS).
Een rekening afsluiten
Na het berekenen van het saldo moet je de rekeningen steeds afsluiten. Dan pas kun je een
nieuwe balans opstellen om te berekenen hoe het op een bepaald moment met de onderneming
gaat.
Nadat je het saldo van de rekening hebt bepaald, moet je het totaal van de debetzijde en
creditzijde berekenen.
Schrijf beide totalen op dezelfde hoogte. Als alles juist is, zijn de totalen hetzelfde:
debet = credit. Onderlijn de totalen met twee lijnen.
Hoe ging het?
Je hebt heel wat geleerd over het bepalen van het saldo en het afsluiten van een rekening. Neem
er WAT GA JE LEREN? vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling
onvoldoende ( ), voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
1 Wat vond je moeilijk bij het berekenen van het saldo?
2 Hoe ging het opstellen van de eindbalans?
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 3
175
176
ME & C o m pan y
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.4 | Hoe deel je kosten en opbrengsten in?
Welke kosten en opbrengsten van het bedrijf M&C herken je op de cartoon?
Kosten: – aankoop kantoormeubilair
– telefoon
– elektriciteit: airco, verlichting ...
– teruggave goederen: paraplu stuk
– onderhoudskosten
Opbrengsten: online bestellingen computer
Wat ga je leren?
Je leert:
bepalen wat actief, passief, kosten of opbrengsten zijn.
kosten en opbrengsten in de juiste rubriek indelen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 4
177
Starters
Starter 1 | Wat zijn kosten en opbrengsten?
Een onderneming heeft niet alleen bezittingen, tegoeden en schulden.
Ze heeft ook heel wat kosten en opbrengsten.
Plaats de begrippen in de juiste kolom:
machines – verkopen van handelsgoederen – saldo op de bank – lening bij de bank op 15 jaar –
aankopen handelsgoederen – schuld tegenover leveranciers – brandstof wagen – vrachtwagen –
telefoonrekening – ontvangen interest bankrekening
Actief
Passief
machines
lening bij de bank op 15 jaar
saldo op de bank
schuld tegenover leveranciers
vrachtwagen
Kosten
Opbrengsten
aankopen handelsgoederen
verkopen van handelsgoederen
brandstof wagen
ontvangen interest bankrekening
telefoonrekening
Starter 2 | Winst of verlies?
M&C steunt het project Make a Wish. Elk jaar organiseert Sigrid
daarom een opendeurdag. De bedoeling van die opendeurdag is
om het personeel, de klanten en de leveranciers een fantastische
dag te bezorgen.
Door allerlei activiteiten te organiseren, houdt Sigrid er een mooi
centje aan over. Dat geeft ze aan de organisatie Make a Wish, die
er de droom van een ziek kind mee vervult. Dit jaar was ‘Circus’
het thema van de opendeurdag.
Sigrid kent de volgende gegevens. Bereken hoeveel ze aan Make a Wish kan geven.
Factuur van de huur van de circustent:
350,00 EUR
Inkomsten verkoop pannenkoeken:
450,00 EUR
Verkoop foto’s van het schoolfeest:
400,00 EUR
Factuur voor de huur van de geluidsinstallatie:
124,00 EUR
Kasticket aankoop ballonnen:
Inkomsten verkoop drank:
178
ME & C o m pan y
50,00 EUR
675,00 EUR
Kasticket voor fotopapier en inktpatronen:
75,00 EUR
Kasticket voor de aankoop van grimeermateriaal:
75,00 EUR
Factuur voor de huur van stoelen:
250,00 EUR
Inkomsten uit allerlei activiteiten:
680,00 EUR
Kasticket aankoop ingrediënten pannenkoekenfeest:
125,00 EUR
Factuur voor de aankoop van frisdrank en bieren:
620,00 EUR
Factuur voor de huur van circusmateriaal:
120,00 EUR
Kosten
Omschrijving
Opbrengsten
Bedrag
Omschrijving
Bedrag
Huur circustent
350,00 Verkoop pannenkoeken
450,00
Huur geluidsinstallatie
124,00 Verkoop foto’s
400,00
Aankoop ballonnen
50,00 Inkomsten drankverkoop
675,00
Fotopapier, inktpatronen
75,00 Inkomsten activiteiten
680,00
Grimeermateriaal
75,00
Huur stoelen
250,00
Ingrediënten pannenkoek
125,00
Frisdrank, bier
620,00
Huur circusmateriaal
120,00
TOTAAL
1 789,00
2 205,00
TOTAAL
Hoeveel bedraagt de winst van de opendeurdag?
Opbrengsten 2 205,00 - kosten 1 789,00 = 416,00 euro
Starter 3 | Hoe deel je kosten en opbrengsten in?
Bedrijfskosten zijn de kosten die een onderneming dagelijks
maakt om te kunnen werken, bijvoorbeeld het aankopen van
handelsgoederen.
Financiële kosten zijn kosten die ontstaan wanneer geld
verhandeld wordt, bijvoorbeeld het betalen van interest
op leningen, een korting die een klant krijgt als hij contant
betaalt, bankkosten enz.
Soms heeft een bedrijf ook te maken met uitzonderlijke
kosten. Dat zijn kosten die heel weinig of nooit voorkomen,
zoals een tekort in de kassa of schade aan een voertuig die niet terugbetaald wordt door de
verzekering.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 4
179
Schrijf de volgende kosten voor de kledingzaak van Nadia in:
huurkosten magazijn – personeelskost verkoopster – aankoop kledij – interest op lening –
winkeldiefstal – elektriciteit verlichting winkel – aankoop klantenkaarten – bankkosten –
telefoonkosten
Bedrijfskosten
Financiële kosten
Uitzonderlijke kosten
huurkosten magazijn
interest op lening
winkeldiefstal
personeelskost verkoopster
bankkosten
aankoop kledij (handels­
goederen)
elektriciteit verlichting winkel
aankoop klantenkaarten
telefoonkosten
Starter 4 | Hoe noteer je kosten en opbrengsten op de resultatenrekening?
Je stelt een resultatenrekening steeds op dezelfde manier op.
Noteer de kosten en opbrengsten van de kledingzaak van Nadia op de resultatenrekening. Bereken
het resultaat.
huurkosten magazijn:
6 000,00 EUR
personeelskost verkoopster:
11 340,00 EUR
aankoop kledij:
75 000,00 EUR
interest op lening:
1 800,00 EUR
winkeldiefstal:
200,00 EUR
elektriciteit verlichting winkel: 3 000,00 EUR
aankoop klantenkaarten: 150,00 EUR
bankkosten: 125,00 EUR
telefoonkosten:
550,00 EUR
verkoop kledij:
125 000,00 EUR
Kosten
Opbrengsten
Bedrijfskosten
96 040,00
Bedrijfsopbrengsten
125 000,00
AHandelsgoederen
75 000,00
Omzet
125 000,00
B Diensten en diverse
goederen
CBezoldigingen
9 700,00
11 340,00
DAfschrijvingen
E Andere bedrijfskosten
Financiële kosten
180
Andere bedrijfsopbrengsten
1 925,00
Financiële opbrengsten
Uitzonderlijke kosten
200,00
Uitzonderlijke opbrengsten
Totaal van de kosten
98 165,00
Totaal van de opbrengsten
WINST
26 835,00
VERLIES
ME & C o m pan y
125 000,00
action
Action 1 | Wat zijn de kosten en opbrengsten van M&C?
Zet de volgende elementen in de juiste kolom:
het geld in de kassa
de huur van het magazijn
de lening voor een bestelwagen
de aankoop van een ontvangstbalie
de aankoop van balpennen
het loon van de magazijniers
de elektriciteitsrekening
de ontvangen interest op de spaarrekening van
de zaak
de aankoop van een computer om de
administratie te voeren
de verkoop van bedrukte balpennen
de aankoop van printpapier
de openstaande schuld bij leverancier Papierstad
Actief
Passief
geld in de kassa
lening voor een bestelwagen
aankoop computer
openstaande schuld bij leverancier
aankoop ontvangstbalie
Kosten
Opbrengsten
aankoop balpennen
verkoop bedrukte balpennen
elektriciteitsrekening
ontvangen interest op de spaarrekening van de
huur magazijn
zaak
loon
magazijniers
aankoop
printpapier
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 4
181
Action 2 | Hoe deel je de kosten en opbrengsten juist in?
De aankoop van zakrekentoestellen
X
De elektriciteitsrekening
X
X
De verkoop van sleutelhangers
X
Betalingskorting van een leverancier
X
Extra opbrengst op de verkoop van een gebouw
Tekort in kas
Uitzonderlijke opbrengsten
Financiële opbrengsten
Bedrijfsopbrengsten
Uitzonderlijke kosten
Financiële kosten
Bedrijfskosten
Zet een kruisje in de juiste kolom.
X
Action 3 | Hoe deel je de kosten en opbrengsten in?
didACC
Bij het onlinelesmateriaal vind je een oefening om kosten en opbrengsten juist in te delen.
Action 4 | Wat hoort niet thuis in het rijtje?
Onderstreep wat niet in de rij thuishoort. Leg telkens uit waarom.
Aankopen handelsgoederen – verkopen handelsgoederen – voorraad handelsgoederen
Voorraad handelsgoederen: maakt deel uit van de balans, de andere rekeningen zijn
resultatenrekeningen.
Aankopen handelsgoederen – huur – telefoon – verkopen handelsgoederen
Verkopen handelsgoederen: is een opbrengst, de andere rekeningen zijn kosten.
Aankopen handelsgoederen – meubilair – kapitaal – lening
Aankopen handelsgoederen: is een resultatenrekening, de andere rekeningen zijn balansrekeningen.
Rollend materieel – voorraad handelsgoederen – handelsdebiteuren – leveranciers
Leveranciers: is een passiefrekening, de andere rekeningen zijn actiefrekeningen.
182
ME & C o m pan y
T O T H E P O I NT
De resultatenrekening
Het hoofddoel van elke onderneming is winst maken. Om te weten of er winst is, kijk je naar het
verschil tussen kosten en opbrengsten.
Als de opbrengst groter is dan de kosten, dan maakt de onderneming winst.
Als de kosten groter zijn dan de opbrengsten, dan maakt de onderneming verlies.
Kosten en opbrengsten worden samengebracht in een resultatenrekening. De
resultatenrekening geeft je een overzicht van kosten, opbrengsten en winst of verlies.
Een resultatenrekening is geen momentopname, maar een weergave van een hele periode. Het
toont hoeveel winst of verlies er is gemaakt in een bepaalde periode.
Kosten
Opbrengsten
Bedrijfskosten
Bedrijfsopbrengsten
AHandelsgoederen
Omzet
B Diensten en diverse
goederen
CBezoldigingen
DAfschrijvingen
E Andere bedrijfskosten
Andere bedrijfsopbrengsten
Financiële kosten
Financiële opbrengsten
Uitzonderlijke kosten
Uitzonderlijke opbrengsten
Totaal van de kosten
Totaal van de opbrengsten
WINST
VERLIES
Indeling van de kosten
Kosten (en opbrengsten) kunnen heel verschillend zijn. Er is daarom in de wet een vaste
indeling bepaald.
Bedrijfskosten zijn kosten die een onderneming dagelijks maakt om te kunnen werken,
bijvoorbeeld het aankopen van handelsgoederen.
Financiële kosten zijn kosten die ontstaan wanneer geld wordt verhandeld, zoals betaling van
interest op leningen, korting voor een klant als hij contant betaalt, bankkosten enz.
Soms heeft een bedrijf ook te maken
met uitzonderlijke kosten. Dat
zijn kosten die heel weinig of nooit
voorkomen, zoals een tekort in de
kassa of schade aan een voertuig
die niet terugbetaald wordt door de
verzekering.
Dezelfde indeling vind je ook terug bij
de opbrengsten.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 4
183
Hoe ging het?
Je hebt nu heel wat geleerd over de kosten- en de opbrengstenrekeningen. Neem er WAT GA JE
LEREN? vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling onvoldoende ( ),
voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
1 Wat vond je moeilijk aan het maken van een onderscheid tussen kosten en opbrengsten?
2 Wat ging moeilijk bij het maken van een onderscheid tussen de verschillende soorten kosten en
opbrengsten?
3 Hoe verliep het berekenen van de winst?
184
ME & C o m pan y
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.5 | Wat zijn de boekingsregels van kosten- en opbrengsten­
rekeningen?
In welk bakje moet de boekhoudkundige medewerker de aankoopfacturen klasseren? En de
verkoopfacturen?
Aankoopfacturen bij 'kosten'
Verkoopfacturen bij 'opbrengsten'
Wat ga je leren?
Je leert:
de boekingsregels voor kostenrekeningen toepassen.
de boekingsregels voor opbrengstenrekeningen toepassen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 5
185
Starters
Starter 1 | Wat boek je op de rekening kapitaal?
In Focus 4.2 heb je met balansrekeningen gewerkt. Met de rekening kapitaal heb je nog niet gewerkt.
Rekening kapitaal
Op de rekening kapitaal wordt het bedrag geregistreerd dat de eigenaars inbrengen.
De rekening kan stijgen wanneer de onderneming winst maakt en die winst gedeeltelijk of
volledig naar de onderneming gaat.
De rekening kan ook dalen wanneer de onderneming verlies maakt.
1 Wat voor rekening is de rekening kapitaal?
Een passiefrekening
2 Op welke zijde van de rekening kapitaal schrijf je een vermeerdering?
Op de creditzijde
3 Op welke zijde van de rekening kapitaal schrijf je een vermindering ?
Op de debetzijde
4 Noteer de termen 'vermeerdering' en 'vermindering' op de rekening kapitaal hieronder.
Actief
Balans op ....-..-..
D
vermindering
Passief
Kapitaal
C
vermeerdering
5 Schrap wat niet past: kosten doen de rekening kapitaal toenemen / afnemen.
6 Schrap wat niet past: opbrengsten doen de rekening kapitaal toenemen / afnemen.
Nu kun je de boekingsregels afleiden voor kostenrekeningen en opbrengstenrekeningen.
7 Vul het schema hieronder aan met de volgende termen:
toename kosten – toename opbrengsten – afname kosten – afname opbrengsten
Debet
D
toename kosten
186
ME & C o m pan y
Kapitaal
Kosten
afname kosten
C
D
Credit
Opbrengsten
afname
toename
opbrengsten
opbrengsten
C
Starter 2 | Boek je op een kosten- of op een opbrengstenrekening? Als debet of als credit?
Komen de verrichtingen op een kostenrekening (K) of op een opbrengstenrekening (O)?
Op welke zijde van de rekening moeten de verrichtingen staan: debetzijde (D) of creditzijde (C)?
Zet een kruisje in de juiste kolom.
Verrichting
K
Je koopt handelsgoederen aan.
X
X
Je ontvangt een telefoonrekening.
X
X
Je ontvangt interest op de bankrekening.
O
D
X
Je boekt het brutoloon van de maand december.
X
C
X
X
De verkoop van een vrachtwagen levert meer op dan de
boekhoudkundige waarde.
X
X
Je verkoopt handelsgoederen.
X
X
action
Action 1 | Kost of opbrengst? Debet of credit?
Gaat het bij de volgende verrichtingen om een kosten- of een opbrengstenrekening? Zet een kruisje
in de juiste kolom.
Noteer in de laatste kolom of de rekening gedebiteerd of gecrediteerd wordt in de boekhouding van
de onderneming M&C.
Vul zelf nog twee voorbeelden in.
Verrichting
Kost
Opbrengst
Debet of credit
Aankoop water
X
debet
Minderwaarde verkoop wagen
X
debet
Aankoop elektriciteit
X
debet
Financiële korting toegestaan aan klant
X
debet
Huur
X
debet
Financiële korting van een leverancier
X
credit
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 5
187
Action 2 | Kost of opbrengst? Debet of credit?
didACC
Bij het onlinelesmateriaal kun je het onderscheid tussen kosten en opbrengsten en de
boekingsregels van een kosten- en opbrengstenrekening verder inoefenen.
T O T H E P O I NT
Wat zijn kosten- en opbrengstenrekeningen?
Kosten worden geboekt op kostenrekeningen.
Opbrengsten worden geboekt op opbrengstenrekeningen.
De boekingsregels van kosten- en opbrengstenrekeningen
DKostenrekeningC
DOpbrengstenrekeningC
Kostenvermeerdering
Opbrengstenvermindering
+
Kostenvermindering
-
-
Opbrengstenvermeerdering
+
Hoe ging het?
Je hebt nu heel wat geleerd over de boekingsregels van kosten- en opbrengstenrekeningen. Neem
er WAT GA JE LEREN? vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling
onvoldoende ( ), voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
1 Hoe ging het maken van een onderscheid tussen kosten en opbrengsten?
2 Wat vond je moeilijk bij de boekingen op kostenrekeningen?
3 Wat ging moeilijk bij de boekingen op opbrengstenrekeningen?
188
ME & C o m pan y
fo c u s
4
Wat zijn de principes van het dubbel
boekhouden?
Focus 4.6 | Wat is het Minimum Algemeen Rekeningstelsel (MAR)?
DKlantenC
DHandelsdebiteurenC
D
Vordering klant
C
Wat is hier het probleem?
Alle bovenstaande rekeningen hebben te maken met een vordering op een klant, maar de naam van de
rekening is elke keer anders.
Wat ga je leren?
Je leert:
toelichten wat een Minimum Algemeen Rekeningenstelsel is.
rekeningen indelen in klassen, groepen en rekeningen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 6
189
Starters
Minimum Algemeen Rekeningstelsel
Als elke onderneming kan kiezen welke naam ze aan een rekening geeft, dan wordt het moeilijk
om boekhoudingen te lezen en met elkaar te vergelijken.
Daarom zijn alle ondernemingen die een dubbele boekhouding moeten voeren door de wet
verplicht het Minimum Algemeen Rekeningstelsel (MAR) te gebruiken. Zo ziet elke boekhouding
er in grote lijnen hetzelfde uit.
Starter 1 | Welke klassen zijn bepaald in het MAR?
1 Neem het MAR en noteer de omschrijving van de klassen in de tabel hieronder.
Klasse
Omschrijving
Klasse 1
Eigen vermogen, voorzieningen voor risico’s en kosten en schulden op meer dan 1 jaar
Klasse 2
Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op meer dan 1 jaar
Klasse 3
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Klasse 4
Vorderingen en schulden op ten hoogste 1 jaar
Klasse 5
Geldbeleggingen en liquide middelen
2 Waar staan die klassen op de balans?
Klasse 1 en klasse 4 (schulden) op de passiefzijde; klasse 2, 3, 4 (vorderingen) en 5 op de
actiefzijde
3 Neem het MAR en noteer de omschrijving bij de volgende klassen.
Klasse
Omschrijving
Klasse 6
Kosten
Klasse 7
Opbrengsten
4 Waar vind je die klassen terug?
Op de resultatenrekening: klasse 6 voor de kostenrekeningen, klasse 7 voor de
opbrengstenrekeningen
190
ME & C o m pan y
Starter 2 | Hoe is een rekeningnummer samengesteld in het MAR?
Vul de tabel hieronder in voor de rekening ‘22100 Gebouwen’.
Klasse
2
Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op meer dan 1 jaar
Groep
22
Terreinen en gebouwen
Rekeningnummer
22100
Gebouwen
Starter 3 | Welke groepen zijn bepaald in het MAR?
Bekijk het MAR. Noteer de volgende omschrijvingen bij de juiste groep.
banken – andere bedrijfsopbrengsten – handelsgoederen – grond- en hulpstoffen –
handelsschulden – meubilair en rollend materieel
Groep
Omschrijving
24
Meubilair en rollend materieel
60
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
55
Kredietinstellingen (banken)
44
Handelsschulden
74
Andere bedrijfsopbrengsten
Starter 4 | Welke rekeningen zijn bepaald in het MAR?
Zoek in het MAR het rekeningnummer van de onderstaande rekeningen op. Duid aan of het om
actief (A), passief (P), kosten- (K) of opbrengstenrekening (O) gaat.
Rekening
Rekeningnummer
A
Verkopen handelsgoederen
70400
Kas
57000
X
Machines
23100
X
Aankopen van handelsgoederen
60400
Leveranciers
44000
Boeken, tijdschriften en
documentatie
61230
Huuropbrengsten
74400
Handelsdebiteuren
40000
Geplaatst kapitaal
10000
P
K
O
X
X
X
X
X
X
X
Starter 5 | Hoe zoek je rekeningnummers op in het MAR?
Ga naar Starter 2 van Focus 4.2. Zoek het rekeningnummer van de gebruikte rekeningen op.
Plaats dat rekeningnummer telkens voor de rekeningnaam op de T-rekening.
Vul het rekeningnummer ook aan in de tabellen onder de T-rekeningen.
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 6
191
action
Action 1 | Hoe zoek je rekeningnummers op?
Ga naar Action 2 van Focus 4.2. Zoek de rekeningnummers op. Plaats de rekeningnummers telkens
voor de rekeningnaam op de T-rekening.
Action 2 | Hoe zoek je rekeningnummers op?
Ga naar Action 3 van Focus 4.2. Zoek de rekeningnummers op. Vul de tabellen verder aan.
Action 3 | Hoe zoek je snel rekeningnummers op?
didACC
Bij het onlinelesmateriaal kun je het snel opzoeken van rekeningnummers inoefenen.
T O T H E P O I NT
Het Minimum Algemeen Rekeningstelsel (MAR)
Elke onderneming met een dubbele boekhouding
moet van de wet het Minimum Algemeen
Rekeningstelsel (MAR) gebruiken. Het MAR is de
lijst van alle rekeningen die in een boekhouding
gebruikt moeten worden. Een onderneming mag
zelf nog wel kleine dingen aanpassen als dat
handig is.
Alle rekeningstelsels moeten er dus in grote
lijnen hetzelfde uitzien. Zo is het makkelijker
om boekhoudingen te lezen en met elkaar te
vergelijken.
Indeling van het MAR
Het rekeningstelsel is ingedeeld in 7 delen of klassen.
Klasse 1: Eigen vermogen en schulden > 1 jaar
Klasse 2: Vaste activa
Klasse 3: Voorraden
Klasse 4: Vorderingen en schulden ≤ 1 jaar
Klasse 5: Liquide middelen
In de klassen 1 tot en met 5 staan rekeningen die ook op de balans voorkomen. Je noemt ze
daarom ook balansrekeningen.
Actief
Klasse 2
Balans op ....-..-..
Klasse 1
Klasse 3
Klasse 4: Vorderingen
Klasse 5
192
ME & C o m pan y
Klasse 4: Schulden
Passief
Klasse 6: Kosten
Klasse 7: Opbrengsten
Klasse 6 en 7 bevatten de rekeningen die je nodig hebt om het resultaat (winst of verlies) van de
onderneming te bepalen. Je noemt die rekeningen daarom ook resultatenrekeningen. Je kunt
kosten- en opbrengstenrekeningen alleen gebruiken om het resultaat te bepalen. Ze komen
nooit op de balans.
Kosten
ResultatenrekeningOpbrengsten
Klasse 6
Klasse 7
In het MAR staan niet alleen de verplichte namen van rekeningen. Elke rekening krijgt ook een
speciaal nummer.
Bv. 61211 Water
Klasse: 6
Groep: 61
Rekeningnummer: 61211
Overzicht boekingsregels
Actief
Balans op ....-..-..
DActiefrekeningC
+
Passief
DPassiefrekeningC
-
+
Klasse 2, 3 , 4 (groep 40-41) en 5
-
klasse 1 en 4 (groep 42-48)
Resultatenrekening
DKostenrekeningC
+
Klasse 6
DOpbrengstenrekeningC
+
klasse 7
O f f i c e 3 . 2 | Fo c u s 4. 6
193
Hoe ging het?
Je hebt nu heel wat geleerd over het Minimum Algemeen Rekeningstelsel. Neem er WAT GA JE
LEREN? vooraan in deze focus weer bij. Geef telkens aan of je een doelstelling onvoldoende ( ),
voldoende ( ) of goed ( ) beheerst.
Beantwoord daarna de volgende vraag.
Wat ging er moeilijk bij het opzoeken van rekeningen?
194
ME & C o m pan y
Download