Botschaft vom 15 - Herz Mariens.de

advertisement
Stormschrift 83 (in totaal 86 delen)
Getuigenissen van Gods Eeuwige Waarheid
door “Myriam van Nazareth”
Totus Tuus, Maria!
KOM TOT MIJ, EN IK ZAL U RUST EN
VERLICHTING SCHENKEN
83. Over God-gericht Leven als Weg naar
Bevrijding
Waarom gaat een mens onder lasten gebukt? God
heeft Uw hele wezen geschapen rond een heilige
levenskern, een soort antenne die steeds door de
Schepper aangetrokken wordt als door een magneet,
en in werkelijkheid steeds op Hem gericht blijft in het
(vaak verborgen) verlangen om Zijn signalen op te
vangen. Dit mechanisme mag tot één van de grootste
en meest verheugende Goddelijke Mysteries worden
gerekend. Het is in wezen onverwoestbaar, maar kan
wel onwerkzaam worden wanneer de mens uit eigen
vrije wil niet langer wenst te luisteren naar de
signalen die de Bron van alle Leven uitzendt. De ziel
in staat van ongenade snijdt zichzelf af van deze
Bron. Zij leeft niet langer op God gericht. In een
vroeger Stormschrift heb ik de staat van ongenade
gedefinieerd als de toestand die ontstaat wanneer de
ziel met zovele en/of zo ernstige zonden beladen is
dat zelfs Gods Barmhartigheid en de Voorspraak van
de Heilige Maagd Maria niet meer in zodanige mate
in werking kunnen treden dat de ziel gereinigd wordt
voor vrijspraak bij Gods oordeel. Deze toestand hoeft
niet definitief te zijn. Het is nooit te laat om de staat
van genade opnieuw te verwerven. Twee dingen
slechts zijn daartoe nodig: genaden (hieraan
ontbreekt het nooit), en Uw eigen wil om de genaden
in Uw ziel op te nemen (te benutten, werkzaam te
maken, in Uw wezen en leven in te bouwen). De ziel
in staat van ongenade is als een mens die bijna sterft
van dorst. De genade is als het verfrissende water
dat opnieuw tot leven wekt; Uw eigen wil is als het
drinken ervan. Zolang U niet drinkt, baat het U niet
dat het water aan Uw voeten voorbijstroomt. Dit alles
beantwoordt reeds grotendeels de vraag, waarom
een mens onder lasten gebukt gaat. Het ontbreekt U
nooit aan middelen om het ware leven van Uw ziel in
stand te houden: U hebt daartoe de uitrusting
ontvangen (het leven zelf, en alle vermogens van ziel,
geest, hart en lichaam om het met vrucht te leiden),
alsook de handleiding, de gebruiksaanwijzing (de
ware Leer van God in de Woorden van Christus en
de woorden van de Heilige Geest die spreekt door
Zijn heiligen). Hoe beperkt ook Uw vermogens als
mens, hoe groot ook Uw zwakheden, en hoe
drukkend ook Uw levensomstandigheden, Uw ziel zal
niet “onder lasten gebukt gaan” zolang zij op God
gericht leeft, omdat zij dan voortdurend drinkt aan de
stroom en eet uit de boomgaard van Gods genaden,
die Uw leven “leefbaar” maken. God heeft Uw ziel
geschapen en haar in een stoffelijk lichaam in de
wereld gezonden voor een leven dat beperkt is van
duur. Hij heeft U de beschikking gegeven over vele
hulpbronnen, en voor deze welke Hij op een gegeven
ogenblik in Uw leven (nog) niet voor U ontsloten
heeft, wijst Hij U de weg om de sleutel te vinden die
ze voor U kan openen. Genade is niet alleen wat U
2
krijgt, genade is ook alles wat U de weg wijst om het
te bekomen. De eerste vorm van genade is louter
gave of geschenk, de tweede vorm is de schatkist
van de verdienste, die uiteindelijk Uw gezellin zal zijn
wanneer U na dit leven door de Goddelijke
Gerechtigheid geoordeeld wordt. Aan genaden
ontbreekt het nooit. De mens die beweert dat hij niet
de genaden ontvangt om van zijn leven het beste te
maken, heeft Gods Liefde niet herkend noch
begrepen. De enige maatstaf waarmee U kunt meten
of U het beste van Uw leven maakt, is de weg die U
bewandelt om de eeuwige gelukzaligheid te
verdienen, de wijze waarop U deze weg bewandelt,
en de ingesteldheid van Uw hart tijdens deze reis.
Waaraan het wèl kan ontbreken (en dit is bij heel veel
zielen het geval) is de wil om uit de stroom der
genaden te putten. Het is door deze inspanning dat U
de genaden voor U tot nut maakt. Elke inspanning
waardoor U een genade in Uw ziel poogt in te
bouwen (anders gezegd: elke inspanning waardoor U
daadwerkelijk uit de stroom der genaden drinkt) is het
resultaat van een op-God-gericht-leven. Dit kan in
vele gradaties. Vele zielen wenden zich nooit tot God,
andere doen dit af en toe, nog andere stellen God in
alles centraal. Zij die zich nooit tot God wenden,
leiden een leven dat totaal op de wereld gericht is, en
zij stellen gewoonlijk zichzelf, hun eigen persoon en
noden, tot middelpunt van al hun handelen, denken,
voelen, willen en streven. Zij die zich af en toe tot
God wenden, zijn de zoekenden, die er in zekere
mate rekening mee houden dat God bestaat, doch
wier hart nog dermate in de wereld geworteld zit dat
zij Hem slechts beschouwen als één van vele
3
bronnen van geluk, verlichting en bevrediging. Het
ontbreekt hen zowel aan inzicht als aan liefde om
God te zien voor wat Hij werkelijk is: de enige Bron
van alle leven en geluk. Zij die zich in alles tot God
wenden, leiden een leven dat volkomen en totaal op
God gericht is. Deze levenshouding bereikt haar
volmaaktheid in de totale, onvoorwaardelijke en
eeuwigdurende toewijding, die haar grootste
diepgang en haar meest volkomen begeleiding en
bescherming vindt in de totale toewijding aan de
Heilige Maagd. Het volkomen op God gericht leven, is
de weg naar ware bevrijding, innerlijke rust, de weg
langs dewelke God en Zijn genade binnenkomen. Het
Evangelie verhaalt hoe de apostelen kort na de
Verrijzenis bij elkaar waren in het cenakel te
Jeruzalem, en hoe Jezus binnenkwam hoewel de
deuren gesloten waren. Beschouw dit beeld en wat
hier mede achter schuilgaat. De apostelen hadden
alle deuren gesloten uit vrees voor de joden. U zou
het zo kunnen zien dat de joden hier symbool staan
voor alles wat werelds is. Elke ziel in het land van
Israël, die zich na de verkondiging van Jezus’ Leer en
Zijn Dood en Verrijzenis niet tot de nieuw
geopenbaarde, enige Waarheid van God, het
christendom, had bekeerd, bleef jood. “De joden” kunt
U hier dus beschouwen als symbool voor alles wat
niet op God gericht is. In feite hadden de apostelen
zich dus afgesloten voor alles wat werelds was. Zie
bovendien hoe Jezus alle wereldse barricades (de
gesloten deuren) doorbreekt om binnen te treden:
God treedt binnen in de harten die voor Hem
ontvankelijk zijn en zich totaal voor de wereld hebben
afgesloten. Pas dit gebeuren toe op Uw eigen leven,
4
en bedenk dat Gods genade alles kan doordringen
(Hij kan zonder enige moeilijkheid elk ogenblik Uw
hart betreden), maar Hij zal dit des te eerder doen
wanneer U vrijwillig alles buitensluit wat werelds is,
en met hart en ziel naar Zijn Aanwezigheid verlangt
(zoals dit bij de apostelen na de Verrijzenis het geval
was). God wacht op een teken van Uw vrije wil om
de sloten van Uw hart te openen. God kan binnen
in een huis dat vergrendeld is (Hij doet dit in talloze
Heilige Communies, want zonder tal zijn zij die de
Heilige Communie ontvangen met een lauw of totaal
onverschillig hart, dat dus niet werkelijk geopend is
voor Zijn Komst), maar Hij doet het niet ten volle
zolang er geen manifeste wil blijkt om Hem binnen te
laten. Op God gericht leven, kunt U dus in een beeld
beschouwen als leven in een huis dat U zorgvuldig
afgrendelt voor alle invloeden van de wereld (U
ondergaat ze onvermijdelijk, maar de hoeveelheid
invloeden die U bereiken, kunt U tot op zekere hoogte
zelf bepalen, en vooral de mate waarin deze
invloeden Uw hart werkelijk raken), maar dat U
tegelijkertijd openstelt voor God door werkelijk naar
Zijn Tegenwoordigheid te verlangen. Hoe merkt God
het verschil, aangezien toch Uw deuren vergrendeld
zijn? Uw openheid, Uw verlangen naar Hem, blijkt uit
het licht dat doorheen de kieren van Uw deuren en
ramen naar buiten toe straalt. Dit licht wordt
ontwikkeld door de Liefde. Een vergrendeld huis dat
bovendien inwendig verduisterd is, is een hart waarin
geen ware Liefde leeft. Zijn vergrendeling houdt de
wereld niet buiten, want de wereld leeft en broedt
reeds volop binnen zijn muren. De ziel die op de
wereld gericht leeft, stelt gewoonlijk zichzelf tot
5
middelpunt. Dat komt doordat de wereld geen ware
Liefde kent. Wanneer de invloeden en de
wezenskern van de wereld heersen in de ziel,
wordt deze slechts gedreven door de drang tot
zelfbehoud: de ziel wordt egocentrisch (zij ziet
zichzelf als middelpunt van alles, en verwacht dat alle
aandacht en inspanningen van haar omgeving op
haar gericht worden) en egoïstisch (zij eist alles voor
zich op, en meent in alles het recht van voorrang te
bezitten boven alle medeschepselen). Deze ziel
wordt als het ware haar eigen afgod: zij stelt zichzelf
op een voetstuk, boven alles verheven, en verwacht
dat anderen haar ook op dit voetstuk zien. Deze ziel
is zodanig van zichzelf vervuld dat zij voor God geen
plaats meer kan (en wil) inruimen in haar leven. Zij
betaalt hiervoor een tol: te veel op zichzelf gericht
leven, schept innerlijke onrust. Daarentegen zal de
ziel die in haar handelen, denken en voelen op God
gericht leeft, innerlijk tot rust komen en de ware vrede
van hart vinden: zij draagt het Hemelse leven reeds in
zich. De voorkeuren van de ziel (haar keuze voor
God ofwel voor de wereld en zichzelf), en de daaruit
voortvloeiende gesteldheid van hart (rust en vrede, of
onrust en onvrede) bepalen de mate van geluk,
blijmoedigheid en ontspanning waarmee U Uw
levensweg ten einde gaat. Zij zijn eveneens
medebepalend voor Uw gesteldheid in het uur van
Uw dood. In het stervensuur heeft de ziel de neiging
om op een koortsachtige wijze te trachten om klaar te
komen met datgene wat haar tijdens haar leven op
aarde het meest heeft beziggehouden. Indien dat
vooral wereldse gedachten, bestrevingen en
belangstellingen zijn geweest, zal de ziel er in het
6
stervensuur moeilijk in slagen om daarvan los te
komen en de vlucht naar de niet-stoffelijke
eeuwigheid te beginnen. Deze strijd is wat de
doodsstrijd wordt genoemd: de onrust van de ziel
die niet met zichzelf en met God in het reine is omdat
zij zich niet van de wereld kan losmaken. Dit is de
toestand van de louter spirituele strijd van de ziel; een
doodsstrijd kan ook op kunstmatige wijze (door
bepaalde medicijnen of vergiftigingstoestanden in het
lichaam) veroorzaakt worden. Wanneer de ziel haar
beleving uit de gevangenis van louter werelds denken
en voelen heeft weten te bevrijden, kan zij deze
verworven vrijheid op haar beurt helpen overdragen
op andere zielen. Dit is mij geopenbaard als
secundaire genade. Beschouw het volgende beeld:
wanneer U een steentje in een vijver met rustig water
gooit, kunt U zien hoe zich kringen vormen die steeds
breder uitdeinen. Die kringen worden langzaam vager
naarmate zij zich verder verwijderen van het
middelpunt (de plaats waar het steentje in het water
is gevallen), doch de bewegingen in de
watermoleculen onder de oppervlakte gaan nog een
tijdje door nadat Uw ogen de laatste beweging
hebben waargenomen. Dit is precies wat in het
verborgene gebeurt wanneer U een ontvangen
genade tot vrucht brengt: Uw omgeving merkt of voelt
de verandering in U, en de zielen die U het meest
nabij zijn, vangen dit in de grootste mate op.
Wanneer zij deze vrucht werkelijk in zich opnemen,
kunnen zij daardoor bepaalde veranderingen in
zichzelf bewerken, die zij op hun beurt naar andere
zielen toe kunnen uitstralen. Zo zal de oorspronkelijke
(primaire) genade haar licht om zich heen doorgeven
7
in steeds breder worden kringen, die gewoonlijk
geleidelijk zwakker worden naarmate zij zich van de
kern (de ziel die de oorspronkelijke genade heeft
ontvangen) verwijderen. Een ander voorbeeld voor
secundaire genade: U ontdekt een tekst die zeer
inspirerend en stichtend is voor Uw ziel, en U bouwt
het gelezene zodanig diep in Uzelf in dat U er met
geestdrift over vertelt aan een medemens. Deze
merkt de verandering die deze nieuwe kennis in Uw
gedrag, Uw denken en voelen heeft veroorzaakt, en
hoe Uw hele wezen dit op een aanstekelijke wijze
begint uit te stralen, en als gevolg hiervan neemt ook
hij deze genade in zich op. Deze ziel is dan
ontvanger van de secundaire genade. De grote
opdracht van Uw leven op aarde bestaat in het
vinden van de weg naar de heiligheid, en de
volharding in het voltooien van die weg. In Gods ogen
is een leven dat niet uitmondt in heiligheid voor de
ziel in wezen als een verloren leven, dat weliswaar
een rol zal hebben gespeeld binnen Zijn Heilsplan,
doch niet datgene heeft verwezenlijkt waartoe de ziel
geroepen was. De weg naar de heiligheid is de weg
van de bevrijding van Uw ziel. U kunt deze slechts
bereiken door volkomen op God gericht te leven. De
grootste verdienste is echter deze, dat U op Uw beurt
ook wordt tot een sleutel die de boeien van andere
zielen losmaakt.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
Apostolat; Postfach 50 15 59; D-50975 Köln,
e-mail: [email protected]
www.myriam-van-nazareth.net
8
Download