Opleidingsplan Heelkunde

advertisement
08-22235_3
Scherp
Structuur Curriculum Heelkunde voor Reflectieve Professionals
Opleidingsplan Heelkunde
Inhoudsopgave
Een woord vooraf bij het plan
3
Inleiding
4
Profiel, missie en uitdagingen
6
Algemene competenties chirurg
8
Toetsing
10
Inleiding op de thema’s
13
Thema’s (1 t/m 44)
15
Opleidingsmethodiek
103
Opleidingsactiviteiten
105
Opleidingsmiddelen
107
Docentprofessionalisering (Opleidersgroep en AIOS)
110
Nawoord
111
Bijlagen:
1. Lijst deelnemers werkgroep opleidingsplan SCHERP
2. Kaderbesluit CCMS (voorblad)
3. Besluit Heelkunde (voorblad)
4. Begrippenlijst SCHERP
5. Lijst met thema’s volgens aandachtsgebieden
6. Lijst met Typische Klinische Situaties gerelateerd aan thema’s
7. Lijst met ‘Key Procedures’ gerelateerd aan aandachtsgebieden
112
113
114
115
118
119
122
Aparte bijlage:
Toetsingsschema en competentiematrix
Tabel toetsing competenties
Toetsing schema beoordelingen
Wat zit wanneer minimaal in het portfolio
Thema’s verplicht
Thema’s in stages
Tabel opleidingsmomenten versus competenties
2
Een woord vooraf bij het Conceptplan
Dit document is het Opleidingsplan Heelkunde. Het heeft de naam SCHERP - Structuur Curriculum Heelkunde
voor Reflectieve Professionals - meegekregen. Het is tot stand gekomen door intensieve samenwerking van
chirurgen uit alle aandachtsgebieden. Deze hebben ‘en groupe’, in subgroepjes en individueel structuur en
vorm gegeven en de inhoud van het plan gemaakt. De groep is tot stand gekomen door een mix te maken van
de afgevaardigden van de subverenigingen, een delegatie van de opleiders en AIOS (zie bijlage 1 voor
samenstelling groep). De groep werd eerst in een tweetal sessies geïnformeerd over de systematiek van een
opleidingsplan en de randvoorwaarden. Daarna werd in drie en een halve dag de basis gelegd voor het
Opleidingsplan Heelkunde en werd de inhoud in conceptvorm gerealiseerd.
Bij het maken van SCHERP is gebruik gemaakt van de kaders welke door het Centraal College van Medisch
Specialisten (CCMS) zijn aangeboden en van de door de BBOV (Begeleidingsgroep Beschrijving
Opleidingsplannen Vervolgopleidingen) ontwikkelde systematiek en hulpmiddelen. In de inleiding en de
bijlagen vindt U deze kaders, systematiek en hulpmiddelen terug.
Het document dat voor U ligt is nog niet af. Wel is een aantal versies gepasseerd en hebben het Bestuur van
de NVvH en de Ledenvergadering het concept positief beoordeeld en zij ondersteunen het proces.
In het bijzonder vragen wij U aandacht voor de volgende vragen / aandachtspunten, die verder uitgewerkt
dienen te worden:
• De bekwaamheidsniveaus van de keyprocedures zullen nog bijstelling behoeven. De verwachting is dat dit
nog wel enige tijd in beslag zal nemen: weten we precies wat we willen, is het wel haalbaar? Eind 2007 zal
een voorlopige indeling worden vastgesteld, welke na 2 jaar zal worden gereviseerd.
• Competentie Kennis en Wetenschap betreft geen parate medische kennis en wordt omschreven in de
Algemene Competenties van de Chirurg en is voor vrijwel alle thema’s hetzelfde.
• Competentie Professionaliteit wordt omschreven in de Algemene Competenties van de Chirurg en is voor
veel thema’s hetzelfde. Er zal t.z.t. een lijst gemaakt worden van de thema’s waar gedacht wordt dat
Professionaliteit bijzonder de aandacht krijgt.
• De ziektebeelden worden in de meeste thema’s niet benoemd. Er wordt verwezen naar de leerboeken.
• Bij de competentieniveaus van eind jaar 2 moet rekening gehouden worden met de begintermen van de
vervolgopleiding van de andere snijdende disciplines. Dit zal in een latere fase met deze disciplines
worden afgestemd.
• Overal waar hij staat kan ook zij gelezen worden.
Jaap Hamming
Inne Borel Rinkes
Erik Heineman
3
Inleiding
In het kader van de modernisering van medische vervolgopleidingen heeft het Centraal College van Medisch
Specialisten (CCMS) aan de wetenschappelijke verenigingen gevraagd de opleiding te beschrijven. Het CCMS
heeft daarvoor kaders (CCMS kaderbesluit) aangegeven en zal het opleidingsplan toetsen aan deze kaders.
Het doel is een houvast te geven aan opleiders en AIOS om gestructureerd de opleiding vorm en inhoud te
geven. Het resultaat is dat inzichtelijk gemaakt wordt welke competenties een chirurg heeft ontwikkeld en hoe
deze zijn getoetst. Hiertoe is het profiel van de chirurg beschreven en zijn de relevante competenties
benoemd. De voortgang van het verwerven van de competenties vindt zijn weerslag in de vormen van toetsing
die in het portfolio van de AIOS worden opgeslagen. Het portfolio wordt gebruikt voor de (zelf)evaluatie van de
AIOS en vormt de basis voor de voortgangs- en beoordelingsgesprekken met de opleider.
Het kaderbesluit van het CCMS is vertaald in een handzaam instrument door de Begeleidingsgroep
Beschrijving Opleidingsplannen Vervolgopleidingen (BBOV): het ‘huisje’ van de BBOV. Dit instrument geeft
aan uit welke componenten het opleidingsplan moet bestaan. Het opleidingsplan volgt de systematiek van dit
‘huisje’: de kamers worden ‘gevuld’ met ‘meubilair’. De diverse onderdelen worden inclusief de onderlinge
samenhang besproken in SCHERP.
HET OPLEIDINGSPLAN
kader
spelers
Kwaliteitszorg:
• Opleidingsproces
• Toetsing kaderbesluit CCMS
• Opleiders & AIOS
professionalisering
• Onderzoek van onderwijs
Kwaliteit
Opleidingsmethodiek
Inhoud/ vormgeving
onderwijs
Opleidingsactiviteiten
Profiel van de chirurg
Wettelijk
Opleidingsmateriaal
Geoperationaliseerde
competenties
Thema’s
NFU/ OOR/
wetenschappelijke
verenigingen
Toetsing
Wetenschappelijke
verenigingen
De competenties van
de chirurg
• Kaderbesluit CCMS
• Specifieke besluiten
CCMS/
wetenschappelijke
verenigingen
Draagvlak
Het voornoemde kaderbesluit is weergegeven in bijlage 2. Op basis van SCHERP zal er een nieuw Besluit
Heelkunde komen (bijlage 3). Bij het schrijven van het opleidingsplan SCHERP is er rekening gehouden met
het feit dat de gemiddelde opleider, de leden van de opleidersgroep en de AIOS vooral behoefte hebben aan
een helder en praktisch geschreven stuk. Derhalve is de stijl kort en puntsgewijs gehouden. In bijlage 4 staat
een lijst met gebruikte termen ter verheldering.
De lezer treft na een beschrijving van het profiel van de chirurg, de missie en uitdagingen van de heelkunde,
en de algemene competenties, een paragraaf aan over toetsing. Zowel de overwegingen bij het toetsen als de
gekozen toetsinstrumenten worden besproken.
Vervolgens komt het belangrijkste deel van het opleidingsplan aan de orde. Hierin wordt het vakgebied van de
Heelkunde systematisch in de vorm van thema’s besproken.
Gekozen is om aan de hand van klinische problemen thema’s te benoemen. Er zijn ruim 40 thema’s
geïdentificeerd. De thema’s hebben een A en een B kant.
Op de A kant staat de inhoud van het thema onderverdeeld in competenties. De operationalisatie van de voor
dat thema relevante competenties wordt hier beschreven. Per thema wordt op de A-kant aangegeven welke
specifieke aspecten van medisch handelen aan bod komen en op welk niveau deze beheerst moeten worden.
De specifieke inhoud van de andere competenties in een bepaald thema staat ook op de A-kant aangegeven
4
wanneer dat in het betreffende thema van toepassing is. Deze competenties lenen zich dan ook goed voor
toetsing en dat staat dan vermeld op de B-kant. Bij de competenties, die geen specifieke inhoud hebben, staat
“zie algemene competenties chirurg”. Deze (voor het betreffende thema niet-specifieke) competenties lenen
zich minder voor toetsing in het thema. Alle competenties komen ruimschoots aan bod (zie tabel competentie
matrix, bijlage). Een uitzondering hierop is de competentie Kennis en Wetenschap. Deze competentie wordt
niet specifiek binnen de thema’s beschreven, omdat deze competentie bijna altijd een themaoverstijgend
karakter heeft. De relevante informatie over Kennis en Wetenschap kan teruggevonden worden binnen het
hoofdstuk ‘competenties van de chirurg’ en ‘toetsing’.
Binnen de competentie medisch handelen wordt aangeven welk niveau in welke fase van de opleiding behaald
moet worden. Er is gekozen om niet te spreken van bekwaamheidsniveau’s, maar een onderscheid te maken
tussen de omgang met kennis en vaardigheid. Het komt niet zelden voor dat een chirurg wel kennis moet
hebben en moet kunnen toepassen in de beoordeling van patiënten zonder dat hij zelf over de klinische
vaardigheden voor behandeling hoeft te beschikken. In de thema´s wordt (indien van toepassing) het niveau
van omgang met kennis en het vaardigheidsniveau, dat bereikt moet zijn aan het eind van jaar 2, jaar 5 en jaar
6 van de opleiding aangegeven. Bij de benoeming van de niveaus wordt de volgende indeling gebruikt:
Medisch Handelen
A
B
C
D
E
Vaardigheden (m.b.t.
key procedures)
A
B
C
D
E
Beheerst basis feitenkennis voldoende (voor de fase van de opleiding)
Kan kennis onder strikte supervisie toepassen
Kan onder beperkte supervisie kennis toepassen
Past zelfst. gestructureerd kennis adequaat toe.
Kan gestructureerd kennis overdragen
Assisteert adequaat
Handelt adequaat onder strenge supervisie
Handelt adequaat onder beperkte supervisie
Handelt adequaat zonder supervisie
Superviseert en onderwijst adequaat
Op de B kant staat aangegeven welke competenties (behalve medisch handelen) in de klinische thema’s in het
bijzonder getoetst kunnen worden in het betreffende thema. Hiertoe zijn Typische Klinische Situaties benoemd,
die bij uitstek geschikt zijn om competenties te toetsen. In vrijwel alle thema’s kan medisch handelen getoetst
worden volgens de niveau’s van bovenstaande kaders. De andere competenties komen nadrukkelijk aan bod.
De competenties, die naast medisch handelen bij uitstek getoetst kunnen worden in een bepaald thema, staan
specifiek vermeld. Deze Typische Klinische Situaties dienen als een houvast voor AIOS en opleider om hen
attent te maken op de talloze mogelijkheden om op de werkvloer te leren en het (formatief = met feedback als
doel) toetsen van de daarin vermelde specifieke competenties in de dagelijkse praktijk te integreren.
Aparte hoofdstukken worden gewijd aan ‘opleidingsmethodiek’, ‘opleidingsactiviteiten’, en ‘opleidingsmateriaal’.
Er is een matrix van competenties en thema’s en er is een matrix van Typische klinische situaties en
competenties. Tevens is er een toetsingsmatrix en een tijdsbalk met de cumulatief te behalen
toetsingsinstrumenten.
Van groot belang is de evaluatie van SCHERP. Dit komt aan de orde in het hoofdstuk ‘kwaliteitszorg’. De
elementen opleidingsproces, toetsing kaderbesluit CCMS, opleiders en AIOS professionalisering, en
onderzoek van onderwijs komen hier aan de orde.
Tot slot is er een hoofdstuk dat de ‘randvoorwaarden voor implementatie’ beschrijft (moet nog geschreven
worden).
Het Opleidingsplan SCHERP vormt de basis voor de opleiding heelkunde en hiermee kan op inzichtelijke wijze
bereikt worden dat aan het eind van de opleiding sprake is van een chirurg met kennis, vaardigheden en
gedrag, die is staat is de patiënt een optimale behandeling te bieden.
5
Profiel, missie en uitdagingen
Profiel
De heelkunde of chirurgie (van het Griekse cheir ergon χειρουργική : “handwerk”) is het medisch specialisme
dat zich bezighoudt met de diagnostiek en behandeling van die aangeboren en door in- en/of uitwendige
oorzaken verworven aandoeningen van organen en orgaansystemen en van de huid, weke delen en
bewegingsapparaat, die door hun aard doorgaans invasieve behandeling vereisen dan wel in enige fase
zouden kunnen vereisen. In de uitoefening van de heelkunde wordt dus een chirurgische ingreep of operatie
met behulp van handvaardige en instrumentele technieken gebruikt voor de behandeling van een patiënt.
Over het algemeen moet elke medische behandeling waarbij de integriteit van het lichaam wordt doorbroken
met behulp van snijden, prikken of boren worden gezien als chirurgie. Daarnaast behoren het debridement van
een wond als ook de primaire en secundaire wondbehandeling tot de heelkunde.
De heelkunde heeft zich ontwikkeld vanuit de behandeling van wonden en het verrichten van ablatieve
operaties (amputaties). Ontwikkeling van chirurgische technieken zoals onderbinden en dichtbranden
(coaguleren) van bloedvaten maakten operaties veiliger door beperking van het bloedverlies. Voorts zijn
ontwikkelingen in de anesthesie, asepsis, behandeling van infecties en pijnstilling van groot belang geweest
voor de uitbreiding van de chirurgische behandelmogelijkheden. Recente ontwikkelingen in beeldvormende
diagnostiek en verbetering van chirurgische apparatuur maken dat operaties meer doelgericht kunnen worden
uitgevoerd, hetgeen gepaard gaat met minder begeleidende schade. Deze minimaal invasieve technieken
zullen in toenemende mate het chirurgische arsenaal bepalen. De belangrijkste voorbeelden zijn de
endoscopische operaties (sleutelgatchirurgie) en endovasculaire behandelingen.
Chirurgische ingrepen kunnen voor wat betreft de mate van urgentie worden onderverdeeld in acute (spoed-),
semi-acute en electieve operaties. Operatieve behandelingen kunnen bestaan uit het verkrijgen van toegang
tot een gebied in het lichaam middels een incisie of punctie. Daarnaast kunnen aangedane organen en
weefsels worden verwijderd (resectie) of behandeld worden met ablatie middels ultrageluid, laser of bevriezing.
Ook kunnen andere behandelingsmodaliteiten, zoals radiotherapie en regionale perfusie, tijdens een
operatieve ingreep worden toegepast. Toegang kan verkregen worden middels conventionele “open”
benadering, of minimaal invasie benaderingen zoals endoscopische (laparoscopie/VATS) en endovasculaire
(“dotter”) technieken.
Herstel van weefsels door middel van reconstructieve chirurgie kan worden bereikt door herstel van continuïteit
(tractus digestivus, vasculaire structuren), transpositie van weefsels (plastieken, zwaailappen e.d.),
transplantatie van weefsels en organen, en andere technieken. Voor dit herstel kan lichaamseigen materiaal
worden gebruikt, maar ook donormateriaal (bij transplantatie) of kunststof (bijvoorbeeld in de vaatchirurgie en
de traumatologie). Bij onherstelbare schade van (delen van) ledematen kan worden overgegaan tot amputatie.
Doordat enerzijds de indicatiestelling voor operatieve ingrepen steeds scherper op maat van de individuele
patiënt wordt toegesneden en anderzijds wordt gestreefd naar maximale beperking van begeleidende schade,
wordt van de chirurg verwacht dat hij/zij zich ook meer toe gaat leggen op het diagnostisch traject voorafgaand
aan een operatie als ook op de toepassing van beeldvorming tijdens een ingreep (image guided surgery). De
beheersing van o.a. echografische technieken en een verbreding van de kennis van andere beeldvormende
modaliteiten zal hiertoe onontbeerlijk zijn.
Ontwikkelingen in de heelkunde hebben tot gevolg gehad dat chirurgen zich meer gingen specialiseren en zo
ontstonden medische specialisaties naast de heelkunde zoals orthopaedie, urologie, plastische chirurgie en
thoraxchirurgie. Niettemin zijn deze medisch specialismen nog steeds sterk gelieerd met de heelkunde en
wordt de opleiding gedeeltelijk samen doorlopen. Ook andere snijdende specialismen zoals de gynaecologie,
de neurochirurgie en de keel-, neus- en oorheelkunde zijn ontstaan uit de heelkunde, zodat de heelkunde
wordt beschouwd als de moeder der chirurgische disciplines. Maar ook bínnen de heelkunde is differentiatie
opgetreden teneinde de vele ontwikkelingen in het vakgebied te kunnen initiëren, volgen en bijhouden. Binnen
het specialisme heelkunde zijn de volgende deelgebieden te onderscheiden: gastrointestinale chirurgie,
traumatologie, vaatchirurgie en chirurgische oncologie. Daarnaast zijn ook de deelgebieden longchirurgie en
kinderchirurgie vertegenwoordigd in de heelkunde. Andere aandachtsgebieden, onder andere
vertegenwoordigd in werkgroepen, omvatten bariatrische chirurgie, colorectale chirurgie, endocriene chirurgie,
endoscopische chirurgie, endovasculaire chirurgie, handchirurgie, hoofd-halschirurgie, intensive care, morbide
obesitas, transplantatiechirurgie en tropische chirurgie.
6
Ook niet operatieve behandelingen vormen een belangrijk deel van het werk van de chirurg. Men kan hierbij
denken aan voeding, resuscitatie met aandacht voor vochthuishouding, en de (mede)behandeling van ernstig
zieke patiënten op een intensieve zorg afdeling. De chirurg is daardoor bij uitstek degene, die zich bemoeit met
de opvang van de acuut zieke patiënt en de opvang van ongevalslachtoffers. Hij/zij neemt daarbij de regie in
handen, speelt een coördinerende rol en is bereid als “probleemeigenaar” op te treden. Als teamspeler bij
uitstek is de chirurg in staat deze rollen door goede samenwerking met andere medische disciplines en andere
zorgverleners uit te voeren. Maar ook op de andere deelgebieden, zoals oncologische, gastro-intestinale en
vasculaire chirurgie is multidisciplinaire aanpak vereist, en ook daar treedt de chirurg doorgaans op als
coördinator.
Onontbeerlijke eigenschappen voor de chirurg zijn dus technische vaardigheid, scherpzinnigheid, leiderschap,
communicativiteit, teamgeest en besluitvaardigheid alsmede een goed ontwikkeld reflectief gedrag vooral als
het gaat om de omgang met eigen falen. Ook in de opleiding van snijdende disciplines speelt de chirurg een
centrale rol door de brede kennis van vaardigheidstechnieken. Meer en meer zal de aandacht uitgaan naar
“droog oefenen” en de ontwikkeling van vaardigheidstrainingen met behulp van moderne computergestuurde
technologie (Virtual reality training etc).
In het wetenschappelijk onderzoek ligt de focus op klinisch patiënt gebonden onderzoek en het voeden van
basaal wetenschappelijk onderzoek met klinisch relevante vraagstellingen en het daarna terugbrengen van de
resultaten van dit onderzoek naar de kliniek met als vanzelfsprekend doel: verbetering van de zorg voor de
chirurgische patiënt. Dit uit zich niet alleen in actieve betrokkenheid bij en initiëren van klinische trials, maar
ook – in toenemende mate – door een belangrijk aandeel in de translationele research (from bench to
bedside). Daarnaast zijn chirurgen ook actief in de opzet, evaluatie en implementatie van technologische
innovatie, zowel op het gebied van chirurgische applicaties als op het terrein van de beeldvorming.
Uitgangspunt van het Opleidingsplan: De heelkunde is één vak met diverse gezichten. Het opleidingsplan is
de basis voor de vorming van competente chirurgen.
Missie van het Opleidingsplan:
- Het opleidingsplan speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen en op de ontwikkelingen binnen de
verschillende deelgebieden van de heelkunde op het terrein van zorg, onderwijs en onderzoek, met
het belang van de patiënt als primaire focus.
- De opleiding speelt een cruciale rol in de verwezenlijking van de missie van de NVvH en zowel aios als
chirurgen dienen zich bewust te zijn van hun gezamenlijke verantwoordelijkheid daarin.
- Het eindpunt van de opleiding is een chirurg; deze is in één of meer van de deelgebieden
gedifferentieerd, maar heeft tevens een breed arsenaal aan chirurgische competenties opgebouwd.
- De opbouw van het opleidingscurriculum ondersteunt op een zo efficiënt mogelijke manier het
verkrijgen van de competenties, inclusief structurele beoordeling en toetsing. Brede simulatietraining
zal een belangrijk opleidingsinstrument worden.
- De opleiding levert chirurgen af die naast patiëntenzorg actief bijdragen aan onderzoek en/of
onderwijs.
- Het verbeteren van de onderwijs-kwaliteit is een kans om de zorg- kwaliteit te verbeteren.
Uitdagingen
- Competentiegericht opleiden
- Heldere positionering chirurg in het veld
- Veilige, open en hoog-kwalitatieve opleidingsomgeving faciliteren
- Formalisering rol aios in eigen opleiding
- Bevorderen van patiëntveiligheid en verder optimaliseren kwaliteit van zorg
1
- Profilering van de chirurg als teamspeler
- Waken voor doorschieten differentiatie ter garantie van de kwaliteit van zorg voor de individuele patiënt
1
Team:
- A (small) number of people with complementary skills and knowledge,
- Translating their purpose into specific performance goals with,
- Shared commitment,
- And being accountable with and to their team mates.
(Katzenbach and Smith, 1993)
7
Algemene competenties chirurg
De professionaliteit van de chirurg in de maatschappij in zijn algemeenheid en de gezondheidszorg in het
2
bijzonder staat beschreven in het strategisch plan van de Nederlandse Vereniging van Heelkunde . Om de
gewenste professionaliteit duurzaam te kunnen realiseren is een competentiegestuurd curriculum ontwikkeld met
3
als basis de zeven competenties volgens canmeds . Hieronder worden de competenties voor de chirurg in
algemene termen beschreven. In de meeste thema’s, die verderop beschreven zijn, staan de competenties
verder uitgewerkt en ook hoe deze getoetst moeten worden.
Medisch handelen
De chirurg bezit adequate kennis, vaardigheden en gedrag om de diagnostiek en behandeling van die
aangeboren en verworven aandoeningen van organen en orgaansystemen, weke delen en bewegingsapparaat,
die door hun aard doorgaans een interventie vereisen dan wel in enige fase zouden kunnen vereisen, uit te
voeren. Hij past deze kennis en kunde, zo mogelijk evidence based, effectief en ethisch verantwoord toe. Zijn
specifieke bekwaamheid uit zich in het verrichten van operaties, waarin zijn technische vaardigheid naar voren
komt. Hij combineert deze met specifieke eigenschappen, die optimaal functioneren als chirurg in de
operatiekamer, op de spoedeisende hulp en op andere plaatsen mogelijk maken. Hij is daarin bij uitstek een
teamspeler.
Communicatie
De chirurg kan zich voor het goede verstaan van de patiënt inleven in diens vragen, cultuur en
levensomstandigheden, maar weet de eigen gevoelens en waarden te onderkennen en deze te scheiden van die
van patiënt. Hierdoor is hij in staat om een effectieve communicatie met de patiënt en andere healthcare
professionals te onderhouden. Medische informatie wordt met patiënt en evt familie besproken en volgens
geldende normen (schriftelijk) vastgelegd.
Samenwerking
De chirurg is een breed opgeleide teamspeler met helikopterview. Hierdoor is hij bij uitstek geschikt om bij
multidisciplinaire zorg de leidende rol op zich te nemen. Hij is uitstekend in staat om doelmatig en efficiënt met
collegae en andere zorgverleners te overleggen. Hij kent de grenzen van eigen specialisme en verwijst
dientengevolge adequaat. In de operatiekamer en op andere plaatsen waar chirurgische expertise wordt
gevraagd is hij in staat om optimaal in het team te functioneren en desgewenst leiding te geven.
Kennis & wetenschap
Om medische zorg op een kwalitatief hoog niveau te leveren, is de chirurg op de hoogte van de state of the art
van eigen vakgebied. Relevante kennisbronnen worden efficiënt en effectief benut. Hij beschouwt de medische
informatie kritisch (EBM). Gedurende het hele professionele leven ontwikkelt en onderhoudt de chirurg een
persoonlijk bij- en nascholingsplan.
Hij deelt zijn kennis met collegae, AIOS, studenten en andere betrokkenen in de gezondheidszorg.
Maatschappelijk handelen
De chirurg is zich bewust van zijn rol als behartiger van het belang van de volksgezondheid in brede zin. Hij
beseft zich dat deze belangenbehartiging een essentieel onderdeel is van het bevorderen van de gezondheid op
het niveau van patiënt, praktijk en gemeenschap. De chirurg is zich bewust van de mogelijke consequenties van
zijn eigen handelen in het algemeen en bij de introductie van nieuwe technieken in het bijzonder. Hij realiseert
zich dat complicaties kunnen optreden, zal proberen deze zoveel mogelijk te voorkomen en indien deze toch
optreden hier op adequate wijze mee om gaan. Patientveiligheid is een leidend thema bij zijn handelen.
De chirurg handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen. De chirurg treedt adequaat op bij incidenten in de
zorg. Hij neemt hierin een leidende rol aan.
Organisatie
De chirurg werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie, en besteedt de beschikbare
middelen voor patiëntenzorg verantwoord. Hij heeft een centrale en coördinerende rol bij het nemen van
dagelijkse beslissingen over taken, beleid, medewerkers en middelen, noodzakelijk om hoog kwalitatieve
individuele zorg te leveren en in bredere context een substantiële bijdrage te leveren aan praktijkorganisaties en
het gezondheidszorgsysteem. Hij is in staat om dit op efficiënte en effectieve wijze te realiseren. Hierbij een
goede balans vindend tussen patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling.
2
3
Scherp op kwaliteit; strategisch plan heelkunde 2005-2010
The royal college of physicians and surgeons of canada
8
Professionaliteit
De chirurg bewaakt en verhoogt de kwaliteit van het eigen werk, dat van de beroepsgroep en van de organisatie
waarin hij werkt door de benodigde elementen van kwaliteitssystemen toe te passen. In de omgeving waar hij
werkzaam is, neemt hij de leiding, omdat de chirurg een van de weinige medische specialisten is met een brede
geneeskundige blik op de patiënt en hij zich als geen ander beseft dat alleen door uitstekend teamwerk optimale
zorg voor de patiënt kan worden geboden. De chirurg heeft een unieke rol in de maatschappij met specifieke
kennis, vaardigheden en gedrag die erop gericht zijn de gezondheid en welzijn te verbeteren. Hij streeft de
hoogst mogelijke normen na in klinische zorg en ethisch gedrag en streeft er tevens naar zijn vakkennis continue
te perfectioneren.
De chirurg komt door middel van morele en ethische argumenten tot het al dan niet instellen of voortzetten van
medische interventies en kan dit verantwoorden. Hij overziet de complexiteit van de begeleiding van patiënten in
hun levenseinde en handelt daarin adequaat. Hij kent zijn eigen grenzen en is zich bewust van zijn
verantwoordelijkheden. Hij staat open voor feedback en vertoont reflectief gedrag. De chirurg realiseert zich dat
zijn handelen complicaties kent. Hij gaat hier op een transparante en professionele wijze mee om, realiseert zich
de consequenties voor de individuele patiënt maar ook in bredere zin voor de gehele heelkundige discipline en
de maatschappij. Indien er klachten zijn over de behandeling en/of bejegening, weet hij dit bespreekbaar te
maken en is in staat om hierover met de patiënt en/of bemiddelaar open te communiceren. De chirurg heeft
respect voor de competenties van andere zorgverleners en weet deze op waarde te schatten in de
multidisciplinaire behandeling van de patiënt.
9
Toetsing
Toetsen zijn het krachtigste instrument om het leren (bij) te sturen. Om tot een doelgericht en praktisch
toetsingsprogramma te komen moet er vastgesteld worden waarom, wat, hoe en wanneer er getoetst wordt.
Hoe?
Een toets kan ontwikkelingsgericht/formatief worden gebruikt en selectiegericht/summatief.
Een formatieve toets voorziet in feedback door het geven van inzicht in de manier waarop de AIOS
functioneert en zal bij herhaling een reflectieve houding bij de aios stimuleren. Op basis van een dergelijk
toetsinstrument kunnen verbeterpunten worden geformuleerd en geëvalueerd.
Een summatieve toets is bedoeld om te differentiëren tussen AIOS en draagt bij aan de beslissing of een AIOS
een bepaald niveau van functioneren heeft behaald. Hiervoor is een hogere mate van betrouwbaarheid (en
validiteit) noodzakelijk dan voor een formatieve toets.
Beide toetsvormen spelen een belangrijke rol in de opleiding maar er wordt in SCHERP in grotere mate
formatief dan summatief getoetst aangezien het maken en uitvoeren van valide en betrouwbare summatieve
toetsen veel meer tijd en energie (dus geld) kost van alle betrokkenen. De betrouwbaarheid van een
beoordeling neemt toe naarmate het aantal toetsmomenten, toetssoorten en beoordelaars toeneemt. De meer
gedetailleerde toetsen (veel items/analystisch) zijn niet betrouwbaarder dan meer globale toetsen (holistisch).
De generaliseerbaarheid van gevonden resultaten is voor toetsing op holistische wijze zelfs meer betrouwbaar
dan voor het analytisch toetsen.
Aangezien het overgrote merendeel van de AIOS voldoende tot goed functioneert en de opleiding met goed
gevolg afsluiten, wordt er alleen op indicatie (bij twijfel) een aangepast (uitgebreider) toetsprogramma
aangeboden. In dit geval moet valide en betrouwbaar bewezen worden dat een AIOS op een bepaald niveau
functioneert.
Zoveel mogelijk in de dagelijkse praktijk zoals deze zich aandient. Dergelijke toetsing benadert het meest de
essentie van het functioneren van de chirurg.
Hiernaast kunnen een aantal “in vitro” toetsvormen zoals separate kennistoetsen en simulatietoetsen
belangrijke (aanvullende) informatie geven voor feedback aan en beoordeling van de AIOS.
Wat?
Er zal op kennis, vaardigheden en gedrag getoetst worden. Competenties zijn op zichzelf niet zichtbaar en niet
geïsoleerd toetsbaar. De (mate van) aanwezigheid van competenties blijkt uiteindelijk door gedrag. Kennis en
vaardigheden zijn hier weliswaar onderdeel van maar nemen in het dagelijks functioneren van de chirurg een
dermate belangrijke plaats in dat separate toetsing noodzakelijk is.
In het CanMEDSmodel wordt zichtbaar gemaakt dat de zes omschreven competentiegebieden elkaar
overlappen en dat het geheel van deze zes de dimensie ‘Medical Expert’ oplevert. Ofschoon alle zeven
competenties separaat moeten worden beoordeeld, kunnen per situatie meer competentiegebieden worden
getoetst. Bij ‘samenwerken’ zijn bijvoorbeeld de competenties ‘communicatie’ en ‘professionaliteit’ impliciete
ingrediënten. Per toetsmoment kunnen maximaal 2-3 competentiegebieden worden getoetst.
Toetsinstrumenten
Een aparte plaats nemen het portfolio en het voortganggesprek in, welke beide worden voorgeschreven door
het CCMS. Het portfolio en het voortgangsgesprek hangen met elkaar samen. Het portfolio levert de informatie
op basis waarvan het voortgangsgesprek wordt gevoerd. Het portfolio en de voortgangsgesprekken zijn een
leidraad in de opleiding, waarbij het portfolio de informatie verschaft op basis waarvan het voortgangsgesprek
wordt gevoerd.
Portfolio
Het portfolio is een verzameling van informatiebronnen en beoordelingsgegevens op basis waarvan leerdoelen
geformuleerd kunnen worden en reflectie op het functioneren van de AIOS door zichzelf en anderen kan
plaatsvinden. Tevens worden verplichte onderdelen hierin afgetekend en toetsuitslagen verzameld.
10
Voortgangsgesprek & Geschiktheidsbeoordeling
Op basis van het portfolio kan de AIOS aantonen dat de eindtermen voor de competentiedomeinen zijn bereikt
en wordt besproken welke zaken eventueel meer aandacht behoeven in de komende termijn. Tevens op basis
van het portfolio gekeken of wordt voldaan aan de verplichtingen en of er sprake is van geschiktheid voor de
beroepsuitoefening. In het voortgangsgesprek bekijkt de opleider met de AIOS of alle competenties in de
achterliggende periode aan bod zijn gekomen en doen dit aan de hand van de toetsing/competentietabel (zie
bijlage).
Kennistoets
Er wordt op dit moment onder verantwoordelijkheid van het Concillium een voortgangstoets ontwikkeld. Deze
toets wordt, totdat een acceptabele validiteit en betrouwbaarheid is bereikt, op een formatieve wijze ingezet.
De kennistoets wordt samengesteld door een afvaardiging van de opleidersgroepen uit alle opleidingsregio’s
van het land. De regels en procedures voor deze kennistoets worden dor het Concilium Chirurgicum in een
toetsreglement vastgelegd.
360 graden beoordeling
De 360-gradenbeoordeling is een beoordelingsmethode waarbij aan alle betrokkenen op de werkplek wordt
gevraagd het functioneren van de aios te beoordelen volgens een vast format. Dit houdt in dat
verpleegkundigen, secretariële medewerkers, facilitaire medewerkers, collega AIOS, paramedici, etc naar een
korte beoordeling wordt gevraagd. Het zal op een formatieve wijze worden ingezet.
Zelfreflectie
Aan de hand van een bijzondere situatie (moeilijk gesprek, reanimatie, overlijden, lastige operatie, conflict,
etc.) wordt door de AIOS een analyse verricht van de omstandigheden en de gevolgen van de situatie voor de
betrokkenen en de AIOS zelf. Formatief aspect.
Critically Appraised Topic (CAT)
Een CAT is een kritische beoordeling van een artikel, gerelateerd aan een concreet klinisch scenario. Dit leidt
vervolgens tot een gestandaardiseerd, op recente literatuur gebaseerd, antwoord op de klinische vraag. Een
dergelijke exercitie begint bij het formuleren van een bruikbare vraagstelling, vervolgt in het omzetten van de
vraagstelling in een gerichte literatuursearch, waarna selectie van relevante literatuur plaatsvindt. Het eindigt
vervolgens met een conclusie die antwoord geeft op de initiële vraag. Deze methode komt tegemoet aan
de noodzaak vakliteratuur te leren lezen, interpreteren en op waarde te schatten in relatie tot de dagelijkse
praktijk. De referaten, klinische presentaties en CAT’s worden met een specifiek beoordelingsformulier
beoordeeld. Formatieve feedback.
Case based discussion
Aan de hand van een casus worden de medische gegevens geanalyseerd en de verschillende
behandelingsopties beargumenteerd besproken. Hierbij dienen de indicaties, contra-indicaties, complicaties,
peri-operatieve zorg aspecten en de behandeling van complicaties aan de orde te komen. Formatieve
beoordeling. Bij twijfel aantal beoordelingen uitbreiden.
Korte PraktijkBeoordelingen (KPB’s)
De Korte Praktijk Beoordeling (KPB) is een toetsinstrument dat gemakkelijk in de dagelijkse praktijk is uit te
voeren. Het is bedoeld als observatiebeoordeling van de AIOS in de dagelijkse praktijk; voor deze toets hoeft
dus niets extra georganiseerd te worden. Ook overdrachten, overlegsituaties en besprekingen worden hiermee
getoetst. Het beoordelingsmoment wordt in eerste instantie formatief ingezet. De KPB wordt nabesproken en
er worden leerpunten geformuleerd.
Objective Structured Assesment of Technical Skills (OSATS)
De beoordeling van (operatieve) vaardigheden vindt plaats direct na afloop van een (operatieve) verrichting.
Het is een toetsinstrument waarmee de AIOS in korte tijd op belangrijke aspecten (o.a. weefselbehandeling,
kennis van de procedure, voortgang, gebruik en aansturen van assistentie) van de ingreep kan worden
beoordeeld. Er is tevens ruimte voor tips en trucs. Uiteindelijk kan de beoordelaar aangeven of de AIOS onder,
op of boven niveau gepresteerd heeft. Het instrument is op zichzelf formatief maar bij voldoende beoordelingen
van een verscheidenheid van verrichtingen kan de opleider tijdens de geschiktheidsbeoordeling er op
summatieve wijze gebruik van maken.
Operatieverslag / verslag gecompliceerd beloop klinische patient
De beoordeling van het operatieverslag en het patiëntendossier gebeurt aan de hand van een specifiek (nog te
ontwikkelen) beoordelingsformulier. Dit zal gebaseerd zijn op de criteria die ook gehanteerd worden bij de
kwaliteitsvisitaties van de NVvH. Vervolgens wordt aan de hand van de inhoud de casus medisch inhoudelijk
en zo nodig op andere gebieden doorgesproken en beoordeeld. Het doel van de beoordelingen is het
verbeteren van de kwaliteit van de operatieverslagen, correspondentie en statusvoering. Het betreft een
formatieve toets.
11
Voordracht NVvH (of vergelijkbaar podium)
De AIOS dient tijdens de opleiding tot chirurg minimaal éénmaal een voordracht te presenteren op een
wetenschappelijk congres. Bij voorkeur een congres van de NVvH.
Eerste auteur peer-reviewed artikel
De AIOS dient aan het einde van de opleiding tot chirurg minimaal één wetenschappelijk artikel gepubliceerd
te hebben in een peer-reviewed tijdschrift.
Examens in het kader van cursorisch onderwijs
Een aantal (landelijke en regionale) onderwijsbijeenkomsten (specialistencursus Heelkunde, ATLS, Basis
Chirurgisch Examen, basiscursus stralingshygiëne etc.) worden met een toets afgesloten. Deze examens
dienen met goed gevolg afgelegd te zijn.
Stage in het kader van de opleiding
De AIOS doorloopt een aantal stages, veelal in de eerste twee jaren, hiertoe wordt de stage SEH/EHBO en de
IC-stage gerekend. Deze stages worden met goed gevolg afgerond volgens de lokaal heersende normen.
Referaten
De AIOS verzorgt minimaal drie referaten gedurende de opleiding. Hierbij volgens de EBM-methode een artikel
besproken en becommentarieerd.
Wanneer?
Zie toetsmatrix (bijlage).
12
Inleiding op de Thema’s
Het vakgebied van de Heelkunde wordt in het opleidingsplan SCHERP beschreven aan de hand van 44
thema’s. Deze thema’s geven de opleider en de AIOS de mogelijkheid om kennis, vaardigheden en gedrag te
ontwikkelen en te (laten) toetsen. Toetsen zijn het krachtigste instrument om het leren (bij) te sturen. Om tot
een doelgericht en praktisch toetsingsprogramma te komen moet er vastgesteld worden waarom, wat, hoe en
wanneer er getoetst wordt.
Hoe is een thema ingedeeld?
Op de A kant staat de inhoud van het thema onderverdeeld in competenties. De operationalisatie van de voor
dat thema relevante competenties wordt hier beschreven. Alle competenties komen ruimschoots aan bod (zie
tabel competentie matrix). Een uitzondering hierop is de competentie Kennis en Wetenschap. De competentie
wordt niet specifiek binnen de thema’s beschreven, omdat deze competentie bijna altijd een themaoverstijgend
karakter heeft. De relevante informatie over Kennis en Wetenschap kan teruggevonden worden binnen het
hoofdstuk ‘competenties van de chirurg’ en ‘toetsing’.
Binnen de competentie medisch handelen wordt aangeven welk niveau in welke fase van de opleiding behaald
moet worden. In de thema´s wordt (indien van toepassing) het kennis- en/of bekwaamheidsniveau, dat bereikt
moet zijn aan het eind van jaar 2, jaar 5 en jaar 6 van de opleiding aangegeven.
Op de B kant staat aangegeven welke competenties (behalve medisch handelen) in de klinische thema’s in het
bijzonder getoetst kunnen worden in het betreffende thema. Hiertoe zijn Typische Klinische Situaties benoemd,
die bij uitstek geschikt zijn om deze competenties te toetsen. Deze Typische Klinische Situaties (TKS) dienen
als een houvast voor AIOS en opleider om hen attent te maken op de talloze mogelijkheden om op de
werkvloer te leren en het (formatief = met feedback als doel) toetsen in de dagelijkse praktijk te integreren. Het
is niet verplicht om alleen deze TKS voor de toetsing te gebruiken: ook andere klinische presentaties mogen
gebruikt worden. De competenties, die binnen een TKS getoetst worden staan op de A-kant specifiek
beschreven. De complete lijst van TKS staat in bijlage 6.
Binnen een thema zal sprake zijn van verschillende mate van complexiteit. De wijze, waarop de AIOS hierin
groeit, komt tot uitdrukking in aantallen, beoordeling van kennis (kennistoets, KPB), verrichting (OSATS, KPB),
gedrag (KPB, 360°) en zelfevaluatie (portfolio).
Waar kunnen thema’s geleerd en getoetst worden?
Sommige thema’s zijn gekoppeld aan stages en andere aan lijnleren met rouleren over verpleegafdelingen. In
de opleiding zijn altijd een stage Spoedeisende Hulp van 3-4 maanden en een ICU stage van 3-4 maanden.
Sommige thema’s komen in het geheel aan bod tijdens deze stages (bijv. 33. Primaire opvang en triage van
traumapatiënten, 34. Polytrauma en 3. Intensieve Zorg) en andere thema’s gedeeltelijk.
Voorts kent de heelkunde geen vaste stages, omdat dit afhankelijk is van de organisatie van een
opleidingskliniek. Zo kent de ene opleidingskliniek een stage “polikliniek”, terwijl in een andere kliniek dat niet
voor de hand ligt. In UMC’s zijn meestal aandachtgebied gebonden verpleegafdelingen, maar in P klinieken is
dat lang niet overal zo. De thema’s komen aan bod door te rouleren over de verpleegafdelingen van de
heelkunde. In bijlage 5 staan de thema’s ingedeeld per aandachtsgebied, maar men moet zich realiseren dat
soms meerdere aandachtsgebieden betrokken kunnen zijn bij een bepaald thema.
Aan de thema’s kan naast de verpleegafdelingen tevens worden gewerkt op de polikliniek en de
operatiekamers, waarbij tevens uitstekende mogelijkheden zijn om de niet-medische competenties te
ontwikkelen. Door middel van KPB’s kunnen medische en niet-medische competenties getoetst worden tijdens
de poliklinische consultatie van patiënten, zorg van patiënten op de verpleegafdeling en tijdens besprekingen
zoals de indicatiebespreking en de ochtendoverdracht.
- KPB Operatiekamers: Op de operatiekamer kunnen vanzelfsprekend de operatieve vaardigheden worden
getoetst met een daarvoor ingericht instrument (OSATS), maar ook de samenwerking en communicatie
met de anesthesist en operatiemedewerkers kunnen hier worden beoordeeld.
- KPB Polikliniek: Op de polikliniek lenen de anamnese en het lichamelijk onderzoek zich voor toetsing van
medische kennis, maar ook communicatie en maatschappelijk handelen kunnen daar worden getoetst.
- KPB Patiënten besprekingen: dit zijn bijvoorbeeld de ochtendoverdracht, indicatiebespreking, speciele
besprekingen, necrologiebespreking en de complicatie bespreking. Deze lenen zich goed voor toetsing op
samenwerking, organisatie en professioneel gedrag.
- KPB Afdelingsvisite: Na afloop van een gesuperviseerde afdelingsvisite kan tijdens de nabespreking een
KPB gedaan worden waar naast medisch handelen wordt getoetst worden op communicatie (met
patienten), samenwerking (verplegend personeel) en organisatie (afwerken afspraken, aanvragen
consulten en anderen)
- KPB Refereerbijeenkomst: hier kan naast medisch handelen goed kennis en wetenschap worden getoetst.
Ook het onderwijs aan bijvoorbeeld coassistenten of een klinische les aan verpleegkundigen kan hiervoor
dienen.
13
Hoe kunnen AIOS aan thema’s werken?: het logboek
De AIOS dient over zijn of haar ontwikkeling te reflecteren. Dit kan enerzijds aan de hand van de
toetsingsverslagen, maar daarnaast is het noodzakelijk dat de AIOS bijhoudt welke ervaringen aan de
ontwikkeling van de competenties van een bepaald thema hebben bijgedragen.
Hiertoe dient een logboek te worden bijgehouden. De AIOS maakt een logboek met de 44 thema’s, waarin de
AIOS per thema kan aantekenen hoe er aan het thema is gewerkt: bijvoorbeeld welke soort patiënten /
pathologie is er gezien, wat is er geleerd en hoe is het ervaren. Naast de toetsingsverslagen reflecteert de
AIOS middels het logboek over de vorderingen in de opleiding en bespreekt dit met de opleider tijdens de
voortgangsgesprekken.
14
Thema 1: zwelling of defect buikwand
Uitgewerkt door: Stassen, Meijerink
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- van aangeboren en verworven
buikwanddefecten
Diagnostiek
- lichamelijk onderzoek
- waarde van aanvullend onderzoek
(echografie, CT scan) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling en uitvoer van
conservatieve en chirurgische therapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
C
E
D
C
E
C
E
C
D
6
7-8
E
Communicatie
-
indicatie en gevolgen van de mogelijke behandelingstrategieën
(bespreken open versus endoscopische techniek zoals conversie)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
kennis van kosten van chirurgische therapie
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
15
Thema 1: zwelling of defect buikwand
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
patiënt(je) met een zwelling in de lies
littekenbreuk
platzbauch
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
communicatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
•
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
communicatie over pro contra minimaal invasieve behandelingsmogelijkheden
omgang met beperkte middelen (disposables en kunststofmaterialen)
Toetsing: 360˚ en als onderdeel van KPB
16
Thema 2: zwelling hoofd/halsgebied (volwassenen)
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- kennis anatomie
- kennis lymfedrainage patroon
- kennis basale tumorbiologie
Diagnostiek
- aandoeningen in de hals herkennen,
diagnostiek en waarde van aanvullend
onderzoek (echo, CT scan, MRI, nucleair
geneeskundig onderzoek, cytologische
en histologische biopsie) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- stelt een behandelplan samen voor
betreffende zwelling hoofd/halsgebied
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- is op de hoogte van aanvullende nietchirurgische behandelingen
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
B
B
C
C
D
D
D
E
B
C
D
A
C
D
B
C
D
7-8
Communicatie
-
voorlichting postoperatieve complicaties
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
internist-endocrinoloog, KNO, hematoloog, nucleair geneeskundige,
patholoog
Organisatie
-
in complexe situatie, verdere behandeling adequaat te organiseren,
bijvoorbeeld patiënt door te verwijzen naar centrum
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie algemene competenties chirurg (pg. 9)
17
Thema 2: zwelling hoofd/halsgebied
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
nodus in schildklier
lymfklier in de hals
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
expliciete voorlichting in het bijzonder risico’s ingreep
samenwerking met aanpalende specialismen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel van KPB
18
Thema 3: intensieve zorg
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- sepsis en shock
- nosocomiale infecties
6
D
D
E
E
Diagnostiek
- herkenning respiratoire insufficiëntie
- indicaties voor opname van de
chirurgische patiënt op de ICU
D
D
E
E
Behandelplan
- (indicaties voor) (par)enterale voeding
- sepsis en shock: gangbare therapie
- kennis van pijnbehandeling en haar
complicaties
D
D
D
E
E
C
C
C
D
E
E
E
C
D
E
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- opvang en stabilisatie instabiele patiënt
- vasculaire toegang verkrijgen (art, CV)
en intuberen
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
7-8
Communicatie
-
(slecht nieuws) gesprek met familie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
ICU team, waaronder IC-verpleegkundigen, intensivisten,
anesthesiologen, voedingsteam, medische microbiologie
Organisatie
-
Proactief ICU informeren
Maatschappelijk
handelen
-
criteria orgaandonatie
overwegingen mbt actieve en passieve levensbeëindiging
Professionaliteit
-
ethische vraagstukken mbt instellen, voortzetten, en beëindigen van
behandeling
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
-
19
Thema 3: intensieve zorg
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
opvang en stabilisatie instabiele patiënt
open buik behandeling
ernstige dyspnoe enkele dagen na buikoperatie
overplaatsen patiënt naar ICU
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
•
adequate, heldere en empatische informatieverschaffing aan familie
werkt goed samen met alle betrokken disciplines
toont inzicht in logistiek
omgang met ethische vraagstukken
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
Opmerking: de aios is verplicht een stage te volgen op een ICU (> level2) van tenminste 3 maanden
20
Thema 4: perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- fysiologische & metabole effecten van
chirurgie
- weging van risicofactoren voor
complicaties (ASA)
- basisprincipes en complicaties van
anesthesiologische technieken
Diagnostiek
- plaats en interpretatie van pre / peri /
postoperatieve diagnsotische
modaliteiten
Behandelplan
- methodieken om de conditie van de
patiënt preoperatief te optimaliseren
- perioperatieve antibiotica- en
tromboseprofylaxe
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
D
E
D
E
D
E
C
D
D
E
D
E
C
D
6
7-8
E
Communicatie
-
voorlichting omtrent operatie(indicatie), risico’s, complicatiekansen
en verwacht resultaat
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
intercollegiaal overleg met relevante disciplines
Organisatie
-
preoperatieve work-up
efficiënte organisatie op de verpleegafdeling
Maatschappelijk handelen
-
WGBO
Informed consent
Professionaliteit
-
reflectie over eigen complicaties
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
21
Thema 4: perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
Hoog-risico patiënt: opereren of niet
Koorts postoperatief
Hypotensie postoperatief (bijv. nabloeding, cardiovasculair, longembolie etc.)
Eigen complicatie
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
•
begeleiding patiënten in de postoperatieve fase inclusief het (h)erkennen van en omgaan met evt
complicaties
werkwijze en gedrag aios op verpleegafdeling
professionele samenwerking en overleg met alle betrokkenen (w.o. anesthesiologen,
recoverypersoneel, afdelingsverpleegkundigen, consulenten) in de perioperatieve fase
zlfreflectie over en omgang met eigen complicatie
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB en case based discussion
22
Thema 5: vastleggen en overdragen
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
1-2 3-5
6
7-8
Medisch handelen
Communicatie
-
draagt zorg voor adequate medisch dossier-voering
beheerst zorgvuldige en adequate patiëntenoverdracht
verschaft zich efficiënt adequate (patiënten)informatie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
is mede verantwoordelijk voor optimale registratie en bespreking van
complicaties en overleden patiënten
Maatschappelijk
handelen
-
verschaft adequate (patiënten)informatie tbv derden (bv klachten-/
MIP-commissie) met inachtneming van de vigerende regelgeving
treedt adequaat op bij incidenten in de zorg
-
zorgvuldige verslaglegging en overdracht
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
Professionaliteit
23
Thema 5: vastleggen en overdragen
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
(grote) visite
overdrachten
(voorzitten) complicatie-/necrologiebespreking
Competenties die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Vaardigheden:
• complicatieregistratie en -bespreking
• medische dossiervoering
• verzorgt adequate patiëntenoverdracht
Toetsing: als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
reageert beheerst en begrijpend op (bijna) fouten, complicaties en klachten
bespreekt bij complicatiebespreking relevante kenmerken van professioneel gedrag
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
24
Thema 6: opleiding
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
1-2 3-5
kent opleidingsmethodiek
D
6
7-8
“Medisch handelen”
-
E
Communicatie
-
open, duidelijke en proactieve stijl van communiceren.
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
kent functie van MSRC, CCMS en Concilium
is op de hoogte van functie van en werkwijze bij visitaties
Maatschappelijk
handelen
-
is zich bewust van rol in eigen opleiding en die van anderen
is zich bewust van de consequenties van opleiding voor de patiënt
Professionaliteit
-
is reflectief
stelt zich toetsbaar op
is in staat feedback te ontvangen en te geven
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie algemene competenties chirurg (pg. 9)
25
Thema 6: opleiding
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
•
opleidingssituaties op de werkvloer
coaching coassistent op afdeling
persoonlijk opleidingsplan maken
het bijhouden van een logboek dat adequaat de vorderingen van de opleding weergeeft
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
• kent opleidingsmethodiek
• kent functie van MSRC, CCMS en Concilium
• is op de hoogte van functie van en werkwijze bij visitaties
Literatuur:
• opleidingsplan heelkunde
• besluiten CCMS
• visitatiewerkdocument
Toetsing: voortgangsgesprek
Vaardigheden:
•
niet van toepassing
Gedrag:
•
•
•
•
zelfreflectie
voeren en ondergaan evaluatiegesprek
feedback geven en ontvangen
participeert actief in (patiënten)besprekingen
Toetsing: voortgangsgesprek en als onderdeel van 360˚
26
Thema 7: wetenschap
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
1-2 3-5
“Medisch handelen”
-
gebruikt relevante kennisbronnen efficient
en effectief
beschouwt medische informatie kritisch
(EBM)
ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk
scholingsplan
integratie literatuur/evidence en
formuleren onderzoeksvraag
stimuleert wetenschappelijk denken
6
C
D
D
C
D
D
C
D
D
C
D
D
C
D
D
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8) en hierboven
Samenwerking
-
deelt onderzoeksinformatie met anderen en stimuleert anderen
informatie te delen
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
volgt discussie over (controversieel) onderzoek
Professionaliteit
-
neemt het initiatief
ethische vraagstukken mbt wetenschappelijk onderzoek
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties (pg. 9)
7-8
27
Thema 7: wetenschap
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
formuleren onderzoeksvraag
opstellen onderzoeksplan
proces van introductie nieuwe chirurgische techniek
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
kennis en wetenschap
samenwerking
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van EBM
Literatuur: relevante cursusdocumentatie
Toetsing: kennistoets
Vaardigheden:
•
•
•
•
opstellen scholingsprogramma
formuleren onderzoeksvraag
opstellen onderzoeksplan
schrijven en voordragen
e
Toetsing: CAT, voordracht NVvH, 1 auteur peer reviewed artikel
Gedrag:
•
•
werkt goed samen in onderzoeksomgeving
actieve opstelling in wetenschapsbespreking
Toetsing: voortgangsgesprek
28
Thema 8: wondbehandeling
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- (gestoorde) wondgenezing
- ontsteking
- wondabces
Diagnostiek
- infecties van huid en subcutis
- (ernstige) weke deleninfecties
- nosocomiale (hospital-acquired)
infecties
- wondabces
Behandelplan
- infectiepreventie
- indicatiestelling voor gebruikelijke
technieken van wondbehandeling
- indicatiestelling voor wondverbanden,
incl vacuumtherapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
D
D
D
E
E
E
D
D
D
D
E
E
E
E
D
D
D
E
E
E
C
D
6
7-8
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
decubitusteam
wondteam
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
is op de hoogte van de financiële consequenties van de keuze van
wondbehandeling
decubituspreventie
-
rekening houden met angst en discomfort
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
Professionaliteit
29
Thema 8: wondbehandeling
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
opvang en behandeling van patiënt met gecompliceerde verwonding op de SEH
snijwond hand
decubitus
groot, niet primair te sluiten huiddefect
complexe verbandwissel
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
samenwerking
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS, examen BOT en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
verbandwisseling op poli/afdeling
samenwerking met (wond-/decubitus)verpleegkundigen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
30
Thema 9: chirurgische infecties
Uitgewerkt door: De Mol van Otterloo, Borel Rinkes
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- microbiële infecties, resistentievorming
- predisponerende factoren voor infectie
- principes en methoden van preventie
Diagnostiek
- infecties van huid en subcutis
- (ernstige) weke deleninfecties
- nosocomiale (hospital-acquired)
infecties
- wondabces
Behandelplan
- antibioticabeleid
- (wond)abcessen
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
D
D
D
E
E
E
D
D
D
E
E
E
D
E
D
D
E
E
C
D
6
7-8
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
microbiologie, infectieziekten
Organisatie
-
overnamebeleid van elders (buitenland)
Maatschappelijk handelen
-
beleid mbt MRSA en andere multiresistente verwekkers
consequenties langdurig antibioticagebruik
Professionaliteit
-
ethische vraagstukken, bijv. mutilerende behandeling bij ernstige
weke deleninfecties
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
-
31
Thema 9: chirurgische infecties
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
wondinfectie/-abces
discrepantie tussen pijn en klinische verschijnselen (fasciitis)
overname patiënt uit ziekenhuis in buitenland
panaritium
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
efficiënt handelen bij overname patiënt van elders
informatieverschaffing over te verwachten beloop bij ernstige weke delen-infecties
omgaan met beperkingen van (chirurgische) behandeling
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
32
Thema 10: chronische handafwijkingen
Uitgewerkt door: Scheijde, Hueting, Verhoeven
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie/etiologie
- Tendinitis
- Tendovaginitis stenosans
- Reusceltumor van peesschede
- Neuropathie
- M Dupytren
Diagnostiek
- Juiste indicatiestelling en interpretatie van bv
EMG onderzoek bij neuropathie
Behandelplan
- Indicatiestelling van verschillende
anesthesiologische modaliteiten
Technieken van bloedleegte
Nabehandelingsmogelijkheden
Complicaties en beperkingen van de
behandeling
Vaardigheden
zie lijst key procedures
(her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
D
D
D
D
C
E
E
E
E
C
C
C
D
D
D
E
E
D
D
E
E
D
E
7-8
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
Neuroloog, klinisch neurofysioloog, revalidatiearts, (hand)fysiotherapeut
en gipsmeester
Organisatie
-
Participatie in MDO “handenteam”
Maatschappelijk handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgaan met technische fout
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
33
Thema 10: chronische handafwijkingen
B.
Toetsing
Typische klinische situaties
•
•
•
de tintelende vingers
de haperende vinger
functieverlies na handchirurgie
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
Samenwerking
Organisatie
Professionaliteit
Kennis
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag
•
•
Samenwerking met plastisch chirurg, neurofysioloog, operatie-assistent, handenteam
Professioneel handelen na technische fout met klacht
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
34
Thema 11: huidverplaatsing en –transplantatie
Uitgewerkt door: Scheijde, Hueting, Verhoeven
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie/etiologie
- vascularisatie huid
- wondgenezing
- co-morbiditeit
Diagnostiek
- beoordeling wonden op vascularisatie,
vitaliteit, infectie, begeleidend letsel
Behandelplan
- optimaliseren reconstructiemodaliteiten op
timing, huidincisie, tissue expander, fixatie
technieken, VAC therapie
- Indicatiestelling voor huidverplaatsing en
transplantatie en behandeltraject
Vaardigheden
- zie lijst key procedures (huidplastieken,
Thiersch plastiek, VAC therapie)
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan.
D
D
D
E
E
E
D
E
D
E
D
E
C
D
6
7-8
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
plastisch chirurg, dermatoloog, revalidatiearts, wond en decubitus
verpleegkundigen
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
Maatschappelijk handelen
Professionaliteit
bewust zijn kosten wondbehandeling
35
Thema 11: huidverplaatsing en –transplantatie
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
het open been
het toplestel
de niet te sluiten wond
Competenties die naast medisch handelen, kennis & wetenschap en communicatie bij uitstek kunnen
worden getoetst:
•
•
Samenwerking
Maatschappelijk handelen
Kennis
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag
•
•
tijdig kennis en vaardigheden andere disciplines (wondverpleegkundige, plastisch chirurg) inschakelen
zie thema wondbehandeling
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
36
Thema 12: kleine niet-complexe chirurgie
Uitgewerkt door: Scheijde, Hueting, Verhoeven
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2
3-5
D
D
E
E
D
D
E
E
D
E
D
E
Communicatie
Pathofysiologie/etiologie
- ingegroeide nagel
- benigne tumoren van de huid en
subcutis
- dorsale ganglion
- (gestoorde) wondgenezing
Diagnostiek
- hypothesevorming en eventuele
indicatiestelling voor aanvullende
diagnostiek
o ingegroeide nagel
o benigne tumoren van de huid en
subcutis
o dorsale ganglion
Behandelplan
- Indicaties en contra-indicaties van
kleine niet complexe chirurgie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
- geruststellen/begeleiden patiënt
Kennis en wetenschap
-
onderwijs en instructie (co-)assistenten
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
efficiente praktijkvoering poliklinische ingrepen
Maatschappelijk handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
tijdig supervisie vragen
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
D
6
7-8
E
37
Thema 12: kleine niet-complexe chirurgie
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
het eigen kleine verrichtingen spreekuur
onduidelijke verwijzing/diagnose
instructie (opleiding) door AIOS
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
Communicatie
Kennis en wetenschap
Organisatie
Professionaliteit
Kennis
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag
•
•
Adequaat en efficiënt organiseren van een poliklinisch verrichtingen spreekuur
Eigen beperkingen in kennis en vaardigheden onderkennen en hiernaar handelen door tijdig supervisie
te vragen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
38
Thema 13: diepe veneuze trombose
Uitgewerkt door: Scheijde, Hueting, Verhoeven
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie/etiologie
- risicofactoren (inclusief paraneoplastisch
syndroom)
- stollingscascade
Diagnostiek
- DVT en longembolie: beeldvorming en
laboratorium
Behandeling
- uitvoeren (protocollaire) preventie
- weegt risico’s preventie af tegen risico DVT
- weegt risico behandeling af tegen risico posttrombotisch syndroom
- bepaalt en start adequate behandeling (obv
risicoprofiel van patiënt)
- behandelen bloedingen en post-trombotisch
syndroom
Vaardigheden
- voorschrijven fysieke en medicamenteuze
preventie
- instellen antistolling therapie bij
DVT/longembolie
- zie thema ischaemisch been en arm
Communicatie
C
C
C
C
C
D
D
C
C
E
E
E
D
E
D
E
D
E
D
E
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
Samenwerking
-
radioloog, nucleair geneeskundige, internist/longarts, dermatoloog
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
-
handelt adequaat bij inefficiënte preventie
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
Professionaliteit
7-8
E
-
Maatschappelijk handelen
6
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
39
Thema 13: diepe veneuze trombose
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
pas geopereerde patiënt met dyspnoe
acuut dik blauw been
poliklinische geïmmobiliseerde patiënt
inadequate profylaxe
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
Samenwerking
Professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden
•
•
•
instellen antistolling preventie
Instellen antistolling therapie
zie thema ischaemisch been en arm
Toets: KPB
Gedrag
•
•
•
Goede en duidelijke uitleg preventie en behandeling, risico op complicaties
Maakt op basis van evidence en kosten rationele keuze preventie, diagnostiek en behandelng
DVT/longembolie
Professioneel handelen na onvoldoende preventie of falen preventie
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
40
Thema 14: morbide obesitas
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom, Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- erkennen van ziektebeeld
- consequenties voor patient van
overgewicht, ook op lange termijn
Diagnostiek
- endocrinologische screening
- psychologische screening
- dietiek
Behandelplan
- extra perioperatieve maatregelen
- indicatie soort chirurgie
- aparte gevolgen van operatie (zoals
huidsurplus, cholecystitis,
vitaminedeficienties etc.)
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
A
A
C
C
D
E
A
A
A
B
B
C
D
D
D
A
A
A
C
C
C
D
D
D
B
C
D
7-8
Communicatie
-
voorlichting patiënt en familie
bespreking inspanningsverplichting patiënt
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
adequaat functioneren binnen complexe multidisciplinaire zorg met
vele aanpalende specialisten op medisch, paramedisch en
verpleegkundig niveau
Organisatie
-
morbide obesitas team
Maatschappelijk
handelen
-
preventie, ook bij jeugd
reductie beroep op medische zorg op termijn
langer in arbeidsproces
Professionaliteit
-
begrip voor patiëntengroep
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
41
Thema 14: morbide obesitas
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
extreem overgewicht
de niet afvallende patiënt na maagband
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
empatische en duidelijke omgang en benadering patiëntengroep
samenwerking met aanpalende specialismen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
42
Thema 15: zwelling in de buik
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom, Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzaken van (palpabele) zwellingen in
de buik
- orgaan gerelateerd, niet orgaan
gerelateerd
- kennis gynaecologische afwijkingen
Diagnostiek
waarde van aanvullend onderzoek
(tumormarkers, echografie, CT-scan,
MRI) en toepassing daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
chirurgische en niet-chirurgische
therapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
D
E
B
D
E
B
C
D
B
D
E
B
C
D
B
D
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
multidisciplinair overleg
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
43
Thema 15: zwelling in de buik
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
toevalsbevinding bij ander onderzoek
palpabele tumor
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
samenwerking met aanpalende specialismen
presentatie multidisciplinair overleg / doorverwijzing
Toetsing: 360˚ en als onderdeel van KPB
44
Thema 16: galsteenlijden en icterus
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom, Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzaken en genese van galstenen
- oorzaken van icterus, globaal
intrahepatisch, volledig extrahepatisch
- tumorbiologie van de diverse organen
(lever, galwegen, galblaas, duodenum
en pancreas)
Diagnostiek
waarde van aanvullend onderzoek
(laboratorium onderzoek, echografie,
endoscopie, ERCP, endo-echografie,
CT-scan, MRI, PET scan) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
therapie afhankelijk van etiologie
(stenen, ontsteking, tumor)
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- conservatieve behandeling van
steenlijden, ontsteking en tumor
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
D
C
D
D
E
E
B
C
D
B
D
E
C
D
E
B
D
E
C
D
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
samenwerking MDL artsen, radiologie
Organisatie
-
adequaat doorverwijzen naar expertisecentrum
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
45
Thema 16: galsteenlijden en icterus
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
pijn rechts in de bovenbuik (inclusief volledige voorlichting behandeling)
bewezen obstructie-icterus
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
voordragen multidisciplinaire bespreking
samenwerking met aanpalende specialismen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
46
Thema 17: chronische buikpijnklachten
Uitgewerkt door: Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- inflammatory bowel disease
- obstipatie, irritable bowel syndrome,
diverticulosis, diverticulitis, chronische
pancreatitis, adhesies
6
B
B
E
D
E
Diagnostiek
- gastroscopie, CT, echo, dunne darm
passage foto, coloscopie
B
D
E
Behandelplan
- indicatiestelling en uitvoer van
conservatieve en chirurgische therapie
B
D
E
B
D
E
C
D
E
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- conservatieve behandeling van
passageklachten van de onderste
tractus digestivus
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
Communicatie
-
omgang met patiënt met niet operatief te cureren buikklachten
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
pijnpoli en MDL arts
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
preventie van adhesies
bekendheid met patiëntenvereniging
Professionaliteit
-
omgang met teleurgestelde patiënt
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
47
Thema 17: chronische buikpijnklachten
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
pseudoobstructie van het colon
vaginaal faecesverlies of pneumaturie
chronische pijn in linker onderbuik
buikklachten mogelijk op basis van adhesies
bekende chronische pancreatitis
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
samenwerking met betreffende specialismen (anaesthesie en MDL)
empathische communicatie bij afwezigheid operatieve behandelingsmogelijkheid
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
48
Thema 18: (peri-)anale klachten
Uitgewerkt door: Schreurs
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- haemorrhoiden
- fissura ani
- fistula ani
- peri anaal abces
- pruritis ani
- incontinentia alvi
- prolaps
- sinus pilonidalis
6
C
C
B
D
B
A
A
D
E
E
E
E
C
B
B
E
Diagnostiek
- beeldvormende en functionele
diagnostiek
A
C
C
Behandeling
- conservatieve en chirurgische
behandeling
- post-operatief beloop
B
B
C
C
C
D
C
D
E
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
7-8
D
B
C
Communicatie
-
bespreken beperkingen chirurgische mogelijkheden en recidiefkans
kan patiënt motiveren tot voorgestelde behandeling
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
diagnostisch traject m.n. incontinentia alvi organiseren
Maatschappelijk
handelen
-
alert zijn op psychosociale problematiek (bv. incest) in het verleden
Professionaliteit
-
rekening houden met gevoelens patiënt
oog voor eventuele psychosociale aspecten
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
49
Thema 18: (peri-)anale klachten
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
jonge patiënt met peri-anale fistel
anale pijn
vrouw middelbare leeftijd met incontinentie
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die binnen dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• Meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
goede en respectvolle communicatie met de patiënt, rekeninghoudend met de gevoelens van gêne bij
de patiënt en evt. psychosociale problematiek in de voorgeschiedenis
bij verdenking psychosociale problematiek dit op een respectvolle en niet-bedreigende wijze
bespreekbaar maken met patiënt
samenwerking met radiologen, gynaecologen, urologen, fysiotherapeuten, e.a. in
bekkenbodemwerkgroep
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
50
Thema 19: passageklachten bovenste tractus digestivus
Uitgewerkt door: Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzaken van passageklachten bovenste
tractus digestivus
- basale tumorbiologie
- basale etiologie ontstekingen
Diagnostiek
- waarde van aanvullend onderzoek
(slokdarmpassagefoto,
oesofagusmanometrie, 24 uurs slokdarm
pH meting, maagontledigingsstudie,
gastroscopie, endoechografie, CT, echo,
dunne darm passage foto, PET scan,
punctiediagnostiek) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
chirurgische therapie
- (neo)adjuvante behandelingen op maat
van individuele patient
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- conservatieve behandeling van
passageklachten van de bovenste
tractus digestivus
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
D
E
A
B
B
D
D
E
B
C
E
B
D
E
A
C
D
B
D
E
C
D
E
7-8
Communicatie
-
patiënt intake en voorlichting behandelplan
slecht nieuws gesprek
uitleg acute situatie aan patiënt en familie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinair oncologisch overleg
regionaal en nationaal oncologisch overleg
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
kosten-effectiviteit chirurgische versus medicamenteuze therapie bij
GE reflux
bekendheid met screeningsprogramma en erfelijkheidsvoorlichting
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
Professionaliteit
51
Thema 19: passageklachten bovenste tractus digestivus
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
therapie resistente gastro-eosofageale reflux
bewezen slokdarm/maag carcinoom
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
multidisciplinaire samenwerking
communicatie inclusief informatie over screening/erfelijkheid
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
52
Thema 20: passageklachten onderste tractus digestivus
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom, Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzaken van passageklachten onderste
tractus digestivus
- basale tumorbiologie
- basale etiologie ontstekingen
Diagnostiek
- waarde van aanvullend onderzoek
(colonfoto, endoscopie, endo-echografie,
CT-scan, MRI, PET scan) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
chirurgische therapie
- (neo)adjuvante behandelingen op maat
van individuele patiënt
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- conservatieve behandeling van
passageklachten van de onderste
tractus digestivus
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
B
B
C
D
D
E
E
E
B
D
D
B
C
D
A
B
C
B
D
E
C
D
E
Communicatie
-
patiënt intake en voorlichting behandelplan
uitleg acute situatie aan patiënt en familie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
MDL artsen, radiotherapeut, stomaverpleegkundige
Organisatie
-
integrale kankercentra
Maatschappelijk
handelen
-
patiëntenvereniging
screeningsprogramma
erfelijkheidsvoorlichting
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
53
Thema 20: passageklachten onderste tractus digestivus
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
acute patiënt met ileus (inclusief volledige voorlichting behandeling)
electieve patiënt met bewezen obstructie
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets, KPB
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS
Gedrag:
•
•
voorlichting erfelijkheid en screening
samenwerking met aanpalende specialismen
Toetsing: KPB, 360˚
54
Thema 21: bloedverlies tractus digestivus
Uitgewerkt door: Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzaken van bloedverlies in de tractus
digestivus
Diagnostiek
- gastroscopie, CT(-angiografie), dunne
darm passage foto, angiografie
- proctoscopie
- coloscopie
Behandelplan
- indicatiestelling en uitvoer van
conservatieve en chirurgische therapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
C
E
B
B
B
C
B
E
C
E
D
B
E
C
D
7-8
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinaire behandeling met MDL-arts, interventieradioloog,
intensivist, anaesthesioloog
Organisatie
-
opvang en triage
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie algemene competenties chirurg (pg. 9)
55
Thema 21: bloedverlies tractus digestivus
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
helder rood bloedverlies per anum
intermitterend bloedverlies via tractus digestivus
instabiele patiënt met helder rood bloedverlies
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets, KPB
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS
Gedrag:
•
•
multidisciplinaire samenwerking
communicatie met angstige patiënt
Toetsing: KPB, 360˚
56
Thema 22: acute buik
Uitgewerkt door: Meijerink, Stassen
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- oorzakelijke processen (ontsteking,
perforatie, ischemie, acute obstructie,
trauma, postoperatief)
Diagnostiek
interpretatie labwaarden, echografie
en CT/MRI scan
Behandelplan
indicatiestelling en uitvoer van
conservatieve en chirurgische ingrepen
intensive care behandeling van de
heelkundige patiënt inclusief FCCS
systematiek
Vaardigheden
zie lijst key procedures
(her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
D
E
B
D
C
E
B
D
E
C
D
E
7-8
E
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
medewerkers op SEH
anaesthesisten, intensivisten, MDL artsen, interventie radiologen
Organisatie
-
efficiënt management van de patiënt met een acute buik met name
t.a.v. diagnostiek
tijdig betrekken overige behandelaars
verzorgt follow-up op afdeling
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
57
Thema 22: acute buik
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
de postoperatieve patiënt met een acute buik
het kind met een acute buik
de patiënt op de SEH met een acute buik
acute pancreatitis
ileus
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
• opvang patiënt met acute buik op de SEH
• samenwerking met SEH vpk en met overige betrokken specialisten
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
58
Thema 23: zwelling extremiteit (weke delen tumor)
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- bekend met verschillende vormen van
zwellingen extremiteit, met name de
maligne tumoren (weke delen tumoren)
Diagnostiek
- waarde van aanvullend onderzoek
(echo, CT scan, MRI, cytologische en
histologische biopsie) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- kan onder supervisie voor patiënt het
behandelplan opstellen inclusief
eventuele niet chirurgische
behandelingen
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- aanvullende niet-chirurgische
behandelingen
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
C
D
Communicatie
-
patiënt intake en voorlichting behandelplan
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
adequaat functioneren binnen complexe multidisciplinaire zorg
Organisatie
-
adequaat patiënt voor dragen in multidisciplinaire
oncologiebespreking
in complexe situatie, verdere behandeling adequaat organiseren,
bijvoorbeeld patiënt door verwijzen naar centrum
-
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
59
Thema 23: zwelling extremiteit (weke delen tumor)
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
verdachte zwelling extremiteit
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
samenwerking met aanpalende specialismen
presentatie multidisciplinair overleg / doorverwijzing
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
60
Thema 24: mammatumor
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- kennis van basale tumorbiologie en
specifiek voor de verschillende vormen
van mammacarcinoom
Diagnostiek
waarde van aanvullend onderzoek
(mammografie, echo, MRI, cytologische
en histologische biopsie) en toepassing
daarvan
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
chirurgische therapie
- (neo)adjuvante behandelingen op maat
van individuele patiënt
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
C
D
E
C
C
D
B
D
E
B
C
D
C
D
E
7-8
Communicatie
-
patiënt intake en voorlichting behandelplan
slecht nieuwsgesprek
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
adequaat functioneren binnen mammateam, inclusief mammacare
verpleegkundige
Organisatie
-
logistiek mammateam
integrale kankercentra
Maatschappelijk
handelen
-
patiëntenbelangenvereniging
herstel en balans
chronische vermoeidheid
screeningsprogramma
erfelijkheidsvoorlichting
Professionaliteit
-
dosering empathische benadering
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
61
Thema 24: mammatumor
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
zwelling in de mamma (inclusief volledige voorlichting behandeling)
slecht nieuwsgesprek
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
•
empathische en professionele benadering
slecht nieuws gesprek
werken in mammateam
samenwerking met aanpalende specialismen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
62
Thema 25: huidtumoren
Uitgewerkt door: Klinkenbijl, Mastboom
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- verwijzing naar basale tumorbiologie
(metastaseringspatroon)
Diagnostiek
- benigne en maligne huidtumoren (i.h.b.
basaalcel carcinoom, planocellulair
carcinoom, melanoom) herkennen en
diagnosticeren
Behandelplan
- indicatiestelling van soort en vorm
therapie ((diagnostische) excisie en
eventuele extra verrichtingen als sentinel
node biopsie)
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- conservatieve behandeling en follow-up
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
Communicatie
-
Kennis en wetenschap
-
Samenwerking
-
Organisatie
-
Maatschappelijk
handelen
-
Professionaliteit
-
6
C
D
E
C
D
E
B
D
E
B
C
D
D
E
E
7-8
voorlichting behandelplan, prognose, preventie
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
dermatologie, plastische chirurgie
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
preventie
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
63
Thema 25: huidtumoren
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
verdachte huidlaesie
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
voorlichting preventie
presentatie multidisciplinair overleg/ doorverwijzing
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
64
Thema 26: cerebrovasculaire pathologie
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
6
Pathofysiologie en etiologie
- carotisstenose in relatie tot CVA
B
B
C
Diagnostiek
- duplex, CTA, MRA, DSA
A
B
C
A
A
B
B
B
C
D
D
D
D
B
C
D
Behandelplan
- asymptomatisch symptomatisch
- significante stenose
- plaque type
- medicamenteuze therapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan ihb het
hyperperfusiesyndroom
Communicatie
-
informatie over risk – benefit carotis endarteriectomie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinair overleg: radioloog en neuroloog
Organisatie
-
ketenzorg: bewaken tijdspad tot aan interventie
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
65
Thema 26: cerebrovasculaire pathologie
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
TIA of minor stroke
hoge bloeddruk postoperatief
second opinion over behandeladvies bij TIA of stroke
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
voorlichting risk – benefit (chirurgische) behandeling
samenwerking met aanpalende specialismen
ketenzorg
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
66
Thema 27: vasculaire toegangsweg
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- hemodialyse
- primair
- secundair
- peritoneaal dialyse
- veneuze toegang overige
B
B
C
C
B
D
D
D
E
E
B
B
D
D
B
B
C
C
C
E
E
E
B
C
D
B
Diagnostiek
- duplex
- angio/flebografie
Behandelplan
- AV fistel
- CAPD
- Porta cath e.d.
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
nefroloog en oncoloog
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
67
Thema 27: vasculaire toegangsweg
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
de vraag om een vasculaire toegangsweg aan te leggen
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
samenwerking
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
samenwerking binnen een multidisciplinair kader
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
68
Thema 28: chronische veneuze insufficiëntie
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
varicosis
- asymptomatisch symptomatisch
- oppervlakkige diepe insufficiëntie
- perforans
ulcus cruris venosum
Diagnostiek
doppler/duplex
flebografie
Behandelplan
sclerocompressietherapie
invasieve therapie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
C
C
B
B
E
E
E
E
B
C
B
E
D
C
D
D
D
E
E
C
D
E
Communicatie
-
maatwerk in voorlichting en behandeling
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
dermatoloog
Organisatie
-
kosten en financiering in ZBC en A/B segment
Maatschappelijk
handelen
-
WGBO
onttrekking aan arbeidsproces
Professionaliteit
-
omgaan met (cosmetische) teleurstellingen
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
69
Thema 28: chronische veneuze insufficiëntie
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
•
spataderen
klachten van rusteloze benen
open been
teleurstellend resultaat behandeling
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
omgaan met oneigenlijke verwachtingen en (cosmetische) teleurstellingen
samenwerking met dermatoloog
omgang met praktijkvoering qua honorarium
o
Toetsing: 360 (ook door patiënt) en als onderdeel KPB
70
Thema 29: ischemisch been
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- acute ischemie
- poplitea aneurysma
- trombose embolie
- chronische ischemie
- claudicatio intermittens
- kritieke ischemie
- multilevel monolevel
- diabetische voet
Diagnostiek
- noninvasief
- E/A index
- looptest
- duplex
- MRA/CTA/DSA
Behandelplan
- conservatief
- endovasculair
- PTA/stent
- trombolyse
- operatief
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
7-8
A
C
A
C
D
D
E
E
A
C
C
C
B
C
D
E
E
D
E
E
B
B
B
E
D
C
A
D
E
A
B
B
C
D
C
D
B
D
E
A
D
Communicatie
-
begeleiding amputatie problematiek
motivatie conservatief interventie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
revalidatiearts
paramedici waaronder vaatlaborant en fysiotherapeut
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
primaire preventie van atherosclerose
Professionaliteit
-
reflectie op hoge incidentie van complicaties
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
E
71
Thema 29: ischemisch been
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
•
•
•
etalagebeen
het acuut vasculair bedreigde been
revalidatie van amputatiepatiënt
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
•
werkt effectief binnen een multidisciplinair kader
reflectie en bespreking op hoge incidentie van complicaties
leiden complicatiebespreking
omgang met ziekte en patiënt tijdens spreekuur of visite met aandacht voor secundaire preventie
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
72
Thema 30: ischemische arm
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- obstructief vaatlijden
- embolie
- TOS
Diagnostiek
noninvasief
- Doppler
- Duplex
MRA/CTA/DSA
Behandelplan
- conservatief
- endovasculair
- PTA/stent
- trombolyse
- operatief
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
C
B
D
D
D
D
D
B
B
D
C
C
A
C
D
B
B
B
C
C
D
C
D
C
B
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
relatie TOS en arbeid
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
73
Thema 30: ischemische arm
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
•
•
inspanningsgerelateerde pijn in de arm
blauwe vinger
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
relatie tussen arbeidsproces en TOS
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
74
Thema 31: aneurysmatisch vaatlijden
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
6
Pathofysiologie en etiologie
- thoraco-abdominaal aneurysma I t/m IV
- abdominale aneurysma
- vals aneurysma
A
A
A
A
A
A
B
D
B
Diagnostiek
- echografie
- CTA
B
B
B
B
D
D
B
C
D
A
C
C
C
C
C
D
D
D
A
A
C
C
Behandelplan
- indicatie gerelateerd aan diameter, type
en uitbreiding
- risicofactoren
- symptomatisch versus asymptomatisch
- geruptureerd versus niet geruptureerd
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- open versus endovasculair
- behandeling van specifieke AAA
gerelateerde complicaties
Communicatie
-
met patiënt en/of familie afwegen indicatie in electieve situatie
voeren van een slecht nieuws gesprek
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinair afwegen van risico inschatting interventie met
bijvoorbeeld radioloog, cardioloog en anesthesist
Organisatie
-
opvang en behandeling geruptureerd aneurysma
Maatschappelijk
handelen
-
screening van AAA
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
75
Thema 31: aneurysmatisch vaatlijden
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
de oudere patiënt met rugpijn en onwelwording
alleen echografisch vastgesteld aneurysma aorta
X-thorax met verbreed mediastinum
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
patiënt - pathologie - professional interacties
besluitvaardigheid
patiënt voorlichting (specifieke kenmerken aandoening / slecht nieuws gesprek)
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
76
Thema 32: vasculaire varia
Uitgewerkt door: Legemate, Veldman, Geelkerken (Moll)
•
•
•
•
•
•
A.
Aangeboren Vaat Afwijkingen (AVA)
Viscerale vasculaire pathologie
Transplantatie (Tx)
Aortadissectie
Raynaud
Vasculitis
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- AVA
- viscerale vasculaire pathologie
- Tx
- Aortadissectie
- Raynaud
- Vasculitis
Diagnostiek
- AVA
- viscerale vasculaire pathologie
- Tx
- Aortadissectie
- Raynaud
- Vasculitis
Behandelplan
- AVA
- viscerale vasculaire pathologie
- Tx
- Aortadissectie
- Raynaud
- Vasculitis
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
A
B
B
A
A
A
C
D
B
B
B
B
A
A
A
A
B
B
B
A
B
C
B
B
B
B
A
A
A
B
B
B
B
D
B
A
7-8
A
C
B
B
B
B
E
Communicatie
-
slecht nieuws gesprek
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinair handelen
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
transplantatie en donatie richtlijnen
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
77
Thema 32: vasculaire varia
B.
Toetsing
Typische Klinische Situatie
•
•
•
•
•
•
onbegrepen zwelling in de extremiteit
chronische (boven)buikklachten
een niertransplantatie
scheurende pijn in de rug
pijnlijke verkleurende acra
de rokende allochtone Nederlander met niet genezende wonden aan de acra
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
grenzen van kennis en kunde heelkunde en van de individuele professional
omgaan met zeer complexe situaties voor patiënt en professional
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
78
Thema 33: primaire opvang en triage van traumapatiënten
Uitgewerkt door: Karthaus, Wendt, Goslings
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
6
7-8
Pathofysiologie en etiologie
Diagnostiek
Behandelplan
Vaardigheden
- bepaalt de urgentie van behandeling op
de SEH en traumakamer
- geeft leiding aan het traumateam
volgens de ATLS principes
- anticipeert op veranderende
omstandigheden en klinische condities
- handelt volgens de geldende
traumaprotocollen
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
B
C
C
B
C
C
B
C
C
B
C
D
B
C
D
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
pre-hospitale diensten
bevordert functioneren van het traumateam
alle bij de traumazorg betrokken specialismen de intramurale keten
zoals radiologie, IC, OK
Organisatie
-
-
heeft inzicht in pre-hospitale hulpverlening bij (grootschalige)
ongevallen en rampen (GHOR, traumaregio’s)
kent de organisatie van de reguliere traumazorg in het ziekenhuis
(Coördinatie Commissie Traumatologie)
kent de organisatie van traumazorg in het ziekenhuis onder
rampenomstandigheden (ZiROP/rampenplan)
heeft inzicht in locale en landelijke traumaregistratie
Maatschappelijk
handelen
-
ongevalspreventie
maatschappelijke consequenties van ongevallen en invaliditeit
Professionaliteit
-
beheerst efficiënte handelswijze bij stressvolle situatie
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
-
79
Thema 33: primaire opvang en triage van traumapatiënten
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
opvang van (potentieel) multitrauma op de traumakamer
aanbod van meerdere (trauma)patiënten tegelijk
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT, ATLS
examen
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
Gedrag:
•
•
leiding geven en tegelijkertijd onderdeel zijn van een team
omgang met stressvolle situaties
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
80
Thema 34: polytrauma
Uitgewerkt door: Karthaus, Wendt, Goslings
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie/etiologie
- ongevalsmechanismen (bijv. hoog- vs.
laagenergetisch, stomp letsel vs.
penetrerend letsel)
- fysiologische respons op trauma (bv.
m.b.t. stolling/temperatuur/acidose,
first/second hit fenomeen, SIRS)
- shock en vloeistoftherapie, infecties en
sepsis
- schedel-hersenletsel
- kennis van scoringssystemen m.b.t.
prognose en behandeling (bijv. ISS,
TRISS)
Diagnostiek en Behandelplan
- primaire opvang volgens ATLS principes
- interventieradiologie
- vervolgbehandeling: intensive care fase,
planning definitieve behandeling (bijv.
reconstructie en fixatie), herstel en
revalidatie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
B
C
D
D
E
C
A
B
D
A
C
D
A
D
B
C
D
7-8
Communicatie
-
slecht nieuws gesprek
stellen van de donatievraag
Kennis en wetenschap
-
Samenwerking
-
pre-hospitale diensten
optimaal functioneren van het traumateam
intramurale keten zoals radiologie, IC, OK
betrokken behandelaar gedurende de diverse fasen van opname (bv.
intensive care)
Organisatie
-
vervolgtraject (bv. revalidatiecentrum)
zie ook thema Primaire opvang en triage van traumapatiënten
kent de procedures rond de niet natuurlijke dood
Maatschappelijk
handelen
-
zie thema Primaire opvang en triage van traumapatiënten
Professionaliteit
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
voeren gesprekken onder moeilijke omstandigheden
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
81
Thema 34: polytrauma
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
stomp thoraxletsel (spanningspneumothorax, aortaruptuur)
stomp buikletsel (miltruptuur, perforatie hol orgaan)
steekwond thorax/abdomen
instabiel bekkenletsel
patiënt met 2 of meer fracturen van lange pijpbeenderen
neurotrauma en/of instabiele wervelfractuur
•
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT, ATLS examen
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
• teamwork en leiderschap bij opvang
• omgaan met ernstige situaties en de hiermee gepaard gaande emoties
• familiegesprek
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
82
Thema 35: extremiteitsletsel
Uitgewerkt door: Karthaus, Wendt, Goslings
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- anatomie en (patho)fysiologie van het
bewegingsapparaat
- ongevalmechanismen (hoog/laagenergetisch, aard inwerkende
kracht)
- pathologische fracturen
Diagnostiek
- gangbare classificatie van het letsel (bijv.
AO fraturen classificatie)
- herkennen van begeleidend vaat/zenuwletsel
- beeldvormende diagnostiek
- tekenen van verwaarlozing en
kindermishandeling
Behandelplan
- eerste verzorging op de SEH (bijv.
wondtoilet en stabilisatie)
- herkenning en behandeling van weke
delen letsels
- intra-articulaire, metafysaire en
schachtfracturen
distorsies, luxaties, ligamentaire letsels
- gestoorde botgenezing, infectie en
andere complicaties
- herstel en revalidatie
Vaardigheden
- zie lijst keyprocedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
C
D
B
C
D
B
C
D
C
D
D
C
D
D
B
C
D
C
D
D
C
D
D
B
C
D
B
C
D
B
B
C
C
D
D
B
C
C
C
D
E
7-8
Communicatie
-
consolidatietermijn fractuur
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
consulenten en mede-behandelaars
Organisatie
-
speelt in op infrastructuur van SEH, OK, verpleegafdeling, polikliniek
etc.
heeft kennis van de zorgketen (verpleeghuis, revalidatiecentrum etc.)
Maatschappelijk
handelen
-
voorlichting en preventie (zoals valpreventie,
osteoporoseproblematiek en kindermishandeling)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
83
Thema 35: extremiteitsletsel
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
heupfractuur, polsfractuur
crurisfractuur met weke delen probleem (bijv. compartiment syndroom)
snijwond hand met of zonder pees-/zenuwletsel
kind met fractuur nabij groeischijf
geïnfecteerd osteosynthesemateriaal
niet consoliderende of secundair gedisloceerde fractuur
de gemiste fractuur
•
•
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
uitleg over de diagnose, behandeling, en prognose bijv. tijdens bezoek SEH en visite afdeling
aandacht voor specifieke aspecten van steriliteit en asepsis bij fracturen
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
84
Thema 36: het groeiende skelet en de oudere patiënt
Uitgewerkt door: Karthaus, Wendt, Goslings
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- anatomie en (patho)fysiologie van het
groeiende skelet
- remodelleringsvermogen groeiende
skelet
- osteoporose
- frequente voorkomende fracturen
groeiend skelet en hogere leeftijd
Diagnostiek
- gangbare classificatie van groeischijf
letsel (bijv. Salter/Harris classificatie)
- beeldvormende diagnostiek
- tekenen van verwaarlozing en
kindermishandeling
- comorbiditeit/dementie
Behandelplan
- indicatie nconservatieve/operatief
kinderen
- skelettractie
- repositietechnieken
- zie verder thema 37
6
A
B
D
A
B
D
A
B
A
C
C
E
B
C
D
B
C
C
C
D
D
B
C
D
D
B
C
D
B
B
B
C
C
C
D
D
D
7-8
Vaardigheden
- zie lijst keyprocedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
Communicatie
-
met ouders over doel behandeling en prognose
met ouders verdenking kindermishandeling
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
consulenten en mede-behandelaars
Organisatie
-
speelt in op infrastructuur van SEH, OK, verpleegafdeling, polikliniek
etc.
heeft kennis van de zorgketen (verpleeghuis, revalidatiecentrum etc.)
Maatschappelijk
handelen
-
voorlichting en preventie (zoals valpreventie,
osteoporoseproblematiek en kindermishandeling)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
85
Thema 36: het groeiende skelet en de oudere patiënt
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
ouderen met heupfractuur, polsfractuur
ouderen met osteoporotische inzakking wervel kind met: distale radiusfractuur,
supracondylaire en proximale humerusfractuur
kind met spaakverwonding
kind met epifysiolysis tibiae
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die naast medisch handelelen in dit thema specifiek aan de
orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT, ATLS examen
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
moeilijk gesprek met ouders over toedracht ongeval
gesprek met ouders over indicaties behandeling
gesprek met oudere patient en familie
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
86
Thema 37: brandwonden
Uitgewerkt door: Karthaus, Wendt, Goslings
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- ongevalsmechanismen
- anatomie van de huid
- fysiologische impact van thermische,
chemische, en elektriciteitsletsels
- shock, inhalatietrauma, infecties en
sepsis, wondgenezing, littekenvorming
en contracturen
Diagnostiek en Behandelplan
Primaire opvang volgens ATLS en EMSB
(Emergency Management of Severe Burns)
principes
- de juiste eerste hulp maatregelen
- indicaties voor overplaatsing naar een
brandwondencentrum
- indicatie van escharotomie
- asepsis en antibiotica
- verwaarlozing en kindermishandeling
- bepaling graad van verbranding
- schatting van verbrand
lichaamsoppervlak (TVLO)
- berekening vloeistofbehoefte
Vervolgbehandeling
- overplaatsing Brandwondencentrum
- keuze en timing van locale
wondbehandeling of -bedekking
- revalidatie
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
B
B
A
C
C
B
D
D
D
B
C
D
B
B
C
C
D
D
B
B
C
B
B
C
C
C
C
C
D
D
D
D
D
B
C
D
B
B
C
C
D
D
B
C
D
C
D
E
7-8
Communicatie
-
kan adequaat lichamelijke en psychische gevolgen van brandwonden
bespreken met patiënt en familie
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
multidisciplinaire behandeling van brandwonden (bijv. plastisch
chirurg, anesthesist, longartsen)
verpleegkundige aspecten van brandwondenzorg
Organisatie
-
brandwondencentra en de Nederlandse Brandwonden Stichting
Maatschappelijk
handelen
-
brandwondenpreventie
consequenties van ernstige brandwonden
Professionaliteit
-
voeren gesprekken onder moeilijke omstandigheden
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
87
Thema 37: brandwonden
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
heetwaterverbranding hand/thorax/gelaat
(verdenking) inhalatietrauma
(verdenking) CO-intoxicatie
ernstige verbranding (groot TVLO, circulair)
chemische verbrandingen
•
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
• omgaan met ernstige situaties en de hiermee gepaard gaande emoties
• familiegesprek
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
88
Thema 38: benigne longpathologie
Uitgewerkt door: Barendregt, Schreurs
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- pneumothorax en empyeem
- interstitiele en infectieuze
longafwijkingen
- thoraxtrauma stomp / penetrerend
Diagnostiek
- beeldvormende diagnostiek, endoscopie
Behandeling
- chirurgische en conservatieve
behandeling
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
C
A
E
B
B
E
B
D
D
B
D
D
C
E
7-8
B
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
longartsen en pathologen
leidinggevende rol in de opvang van patiënt met een thoraxtrauma
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
89
Thema 38: benigne longpathologie
B.
Toetsing
Typisch Klinische Situaties
recidief pneumothorax
postoperatieve effusie op x-thorax
messteek in thorax
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
samenwerking
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
de leidinggevende rol in een acute situatie
samenwerking met (afhankelijk van situatie) longartsen, pathologen, medisch microbiologen en
anaesthesiologen
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
90
Thema 39: maligne longpathologie
Uitgewerkt door: Barendregt, Schreurs
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- longcarcinoom
- longmetastase
- benigne longtumoren
6
B
B
B
B
C
C
C
D
C
Diagnostiek
- beeldvormende diagnostiek en
Endoscopie
B
C
C
Behandeling
- chirurgische en conservatieve
behandeling
A
B
C
B
D
E
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
7-8
Communicatie
-
slecht nieuws gesprek
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
longartsen, radiologen, radiotherapeuten en ander ondersteunend
personeel
Organisatie
-
ketenzorg
Maatschappelijk
handelen
-
voorlichting over risicofactoren
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
91
Thema 39: maligne longpathologie
B.
Toetsing
Typisch Klinische Situaties
primair longkanker en verdenking mediastinale kliermetastasen
coloncarcinoom in voorgeschiedenis en afwijking op de x-thorax
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
organisatie
maatschappelijk handelen
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets, KPB
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS
Gedrag:
•
•
•
patiënt en evt. familie de operatieve procedure en peroperatieve besluitvorming uitleggen
uitleg geven over de verschillende risicofactoren
een slecht nieuwsgesprek voeren, rekeninghoudend met emoties en verwachtingen van patiënt en
familie
Toetsing: KPB, 360˚
92
Thema 40: zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
Uitgewerkt door: Barendregt, Schreurs
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- maligne en benigne thoraxwand
tumoren
- mediastinale tumoren
- maligne en benigne pleurale
verdikkingen
Diagnostiek
- beeldvormende diagnostiek
- pathologie
Behandeling
- chirurgische en conservatieve
behandeling
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
A
B
C
A
A
B
B
C
C
A
A
C
B
C
B
A
B
C
B
C
D
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
longartsen
Organisatie
-
multidisciplinair een plan opstellen
kennis van regionale
samenwerkingsverbanden
Maatschappelijk
handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
93
Thema 40: zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
vena cava superiorsyndroom
pleurale verdikking
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
organisatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bv. hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
samenwerking met longartsen, pathologen, radiologen
o
Toetsing: 360 en als onderdeel KPB
94
Thema 41: zwelling lies/externe genitalia kind
Uitgewerkt door: Verhoeven, Heineman
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- liesbreuk, hydrocèle
- (indalings)afwijkingen testis
- acuut scrotum
- adhesies labiae
- lymfklierafwijkingen
Diagnostiek
- lichamelijk onderzoek
- waarde aanvullend onderzoek (echo,
laboratorium) en toepassing hiervan
Behandelplan
- indicatie, timing en complicaties van
operatieve behandeling
- kennis anesthesiologische richtlijnen
betreffende chirurgie bij
kinderen/neonaten
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
C
C
B
B
C
D
D
D
C
D
E
E
E
D
E
C
C
D
D
E
E
C
D
E
C
D
E
C
D
E
7-8
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
informeren ouders en kind
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
met derde lijn kinderchirurgisch centrum (anesthesist en chirurg)
met eerste lijn (huisartsen, consultatiebureau en jeugdartsen)
met kinderarts (endocrinoloog/oncoloog) en uroloog
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
stellingname rituele circumcisie
Professionaliteit
-
rekening houden met angst en discomfort
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
respectvolle en professionele benadering patiënt en ouders
respectvol weigeren circumcisie (zonder medische indicatie) en
adequaat doorverwijzen
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
-
95
Thema 41: zwelling lies/externe genitalia kind
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
verdenking torsio testis
verzoek tot religieuze circumcisie
leeg scrotum
zwelling in de lies
•
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
•
communicatie
samenwerking
maatschappelijk handelen
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS, examen BOT en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
•
informeren/uitleg kind en ouders
omgaan met religieuze motieven voor medische behandeling
omgaan met schaamte bij de puber
overleg met uroloog, anesthesist, kinderarts, eerste en derde lijn
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
96
Thema 42: peri-operatieve zorg bij kinderen
Uitgewerkt door:Verhoeven, Heineman
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- thema 4
- vocht, elektrolyten, voeding en
pijnbestrijding bij neonaten
- vocht, elektrolyten, voeding en
pijnbestrijding bij kinderen
- thermoregulatie neonaten
Diagnostiek
- plaats en interpretatie van pre / peri /
postoperatieve diagnostische
modaliteiten (echografie /
stralingshygiëne)
Behandelplan
- methodieken om de conditie van de
patiënt preoperatief te optimaliseren
- betrekken/inzetten ouders/verzorgers
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- herkennen van zieke neonaten
- herkennen van zieke kinderen
- resuscitatie van kinderen
- informeren van ouders/verzorgers
6
D
A
E
B
C
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
C
D
B
B
A
B
C
C
B
C
D
E
C
D
Communicatie
-
informed consent verschillende leeftijdsgroepen
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
kinderarts / neonatoloog / (kinder)anesthesist
(kinder)verpleegkundige
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
rekening houden met angst en discomfort
omgaan / begeleiden van ouders/verzorgers
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
7-8
97
Thema 42: peri-operatieve zorg bij kinderen
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
de bezorgde emotionele ouder
postoperatieve pijn op de kinderafdeling
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
•
communicatie
samenwerking
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS, examen BOT en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
pre-operatief gesprek met ouders/verzorgers
werkwijze AIOS op kinderafdeling
begeleiding ouders in de postoperatieve fase
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
98
Thema 43: zwelling hoofd/halsgebied (kind)
Uitgewerkt door: Scheijde, Hueting, Verhoeven, Heineman
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Dermoid ranula
Medisch handelen
Pathofysiologie en etiologie
- congenitale cysten/fistels hals
- torticollis
- haemangioom, lymfangioom,
vasculaire malformatie
- infectieziekten (toxoplasmose,
kattekrab, (atypische)mycobacterie)
Diagnostiek
- aandoeningen in de hals herkennen,
diagnostiek en waarde van aanvullend
onderzoek (echo, MRI, kweken, PCR)
en toepassing daarvan
Behandelplan
- stelt een behandelplan op voor
betreffende zwelling hoofd/halsgebied
(inclusief conservatieve voor- en/of
nabehandeling)
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
1-2 3-5
6
B
B
A
C
C
B
D
D
C
A
B
C
A
B
D
A
C
D
B
C
D
7-8
Communicatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
kinderarts, patholoog, radioloog, fysiotherapeut, kinderchirurgisch
centrum
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Professionaliteit
-
respectvol de zorgen van de ouders benaderen en bespreken
op niveau van kind en ouders informatie geven
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
99
Thema 43: zwelling hoofd/halsgebied (kind)
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
kind met fistel in de hals
zwelling in de hals bij pasgeborene
zorgen rond opgezette klieren
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
professionaliteit
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS, examen BOT en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
onderzoeken van een kind
informeren van kind en ouders
beperkingen eigen kennis en vaardigheden inzien en hier adequaat naar handelen
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
100
Thema 44: speciële kinderchirurgie
Uitgewerkt door:Verhoeven, Heineman
A.
Beschrijving competenties
Competentiegebied
Medisch handelen
1-2 3-5
Pathofysiologie en etiologie
- embryologie en genetica van
specifieke kinderchirurgische
aandoeningen
- neonatale spoedgevallen
- acute buik, braken en rectaal
bloedverlies
Diagnostiek
- lichamelijk onderzoek bij neonaten en
kinderen
- juiste (aanvullende) diagnostiek
aanvragen en (uitslagen) interpreteren
Behandelplan
- conservatief
- pre-operatieve maatregelen
- adequate verwijzing naar
kinderchirurgisch centrum
Vaardigheden
- zie lijst key procedures
- (her)kennen van complicaties en de
behandeling daarvan
6
A
B
D
A
A
B
B
C
D
A
C
D
A
B
C
A
A
A
B
B
C
D
D
D
A
B
D
7-8
Communicatie
-
informeren en begeleiden van ouders
Kennis en wetenschap
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Samenwerking
-
gynaecoloog
kinderarts/neonatoloog
anesthesist
klinisch geneticus
Organisatie
-
zie algemene competenties chirurg (pg. 8)
Maatschappelijk handelen
-
draagt constructief bij aan de discussie wel/niet behandelen bij
multipele congenitale afwijkingen
Professionaliteit
-
rekening houden met angst en discomfort van kind en begeleiders
omgang met eigen grenzen, complicaties, fouten en klachten
zie verder algemene competenties chirurg (pg. 9)
101
Thema 44: speciële kinderchirurgie
B.
Toetsing
Typische Klinische Situaties
(gallig)brakende zuigeling
ileus bij neonaat
de niet op te voeren maagsonde
•
•
•
Competenties naast medisch handelen die in dit thema specifiek aan de orde kunnen komen:
•
•
samenwerking
communicatie
Kennis:
de AIOS heeft kennis van de relevante ziektebeelden en richtlijnen
Literatuur:
• (bijv hoofdstukken uit een leerboek chirurgie)
• meest relevante website voor richtlijn
Toetsing: kennistoets en als onderdeel van KPB, OSATS, case based discussion en CAT
Vaardigheden:
•
zie competentiegebied medisch handelen onder vaardigheden (operatief en niet-operatief)
Toetsing: OSATS, examen BOT en als onderdeel van KPB
Gedrag:
•
•
•
onderzoek van neonaat op de NICU
overleg met kinderarts en radioloog
gesprek met ouders
Toetsing: 360˚ en als onderdeel KPB
102
Opleidingsmethodiek
Op onderwijskundig gebied bestaat steeds meer inzicht in het rendement van verschillende
onderwijsmethoden. Onderwijs volgens een zelfsturend principe (student-driven) heeft een hoger rendement
dan onderwijs volgens het doceer principe (teacher-driven). Actief nadenken over een onderwerp of probleem,
opstellen van leerdoelen, gedegen voorbereiden en zelf casuïstiek oplossen resulteert in kennis en
vaardigheden die beter beklijven. Competentiegericht opleiden in authentieke situaties leidt bovendien tot beter
toepasbare kennis en vaardigheden. Uiteindelijk dient de AIOS voorbereid te zijn op levenslang leren. Om dit
te bereiken moet de AIOS meer verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor het eigen leerproces. Om een
optimaal leerrendement te bereiken is het aanbieden van een verscheidenheid aan onderwijsmethodieken
onontbeerlijk. De uitwerking wordt voor een groot deel aan de verschillende opleidingsinstellingen en regio’s
overgelaten. De mate waarin eisen worden gesteld is het resultaat van de afweging tussen enerzijds de
behoefte aan landelijke uniformiteit ten aanzien van een aantal zaken en anderzijds de behoefte aan lokale
mogelijkheden tot het aanbrengen van accenten in de opleidingsinstelling en/of regio.
De opleiding tot chirurg is sterk praktijkgericht en vind primair plaats op de werkvloer. Het onderwijs is
grotendeels gerelateerd aan activiteiten tijdens het dagelijkse werk. Hiermee worden o.a. bedoeld:
• overdracht
• visite (peri-operatieve zorg)
• operatieve verrichtingen
• (spoed)consulten
• trauma opvang
• poliklinische spreekuren
• patiëntbesprekingen
• evidence based medicine besprekingen
• radiologie besprekingen
• research besprekingen
• pathologie/ mortaliteit- en complicatie besprekingen
• subspecialistische bijeenkomsten
• refereeravonden
De AIOS dient van deze activiteiten gebruik te maken om te leren en wordt hierbij gecoacht door de opleider.
Voor de opleider betekent dit concreet dat in samenspraak met de AIOS uit de grote hoeveelheid
onderwijsmomenten steekproefsgewijs die momenten worden geselecteerd die relevant zijn voor het leren van
de AIOS. De AIOS dient op basis van de afspraken gemaakt in het voortgangsgesprek actief op zoek te gaan
naar onderwijsmomenten waarbij de gestelde leerdoelen het beste gerealiseerd kunnen worden. Afhankelijk
van het niveau van de AIOS en de specifieke leerdoelen dient in meer of mindere mate structuur aangebracht
te worden in de onderwijsmomenten. Het geven van gestructureerde en constructieve feedback tijdens en/of
na de activiteit is essentieel. Opleider en AIOS zijn vrij om naast bovengenoemde activiteiten ook nog andere
onderwijsmomenten af te spreken.
Stages/Cursorisch onderwijs
Niet alle competenties kunnen optimaal en/of efficiënt ontwikkeld worden zonder leeraanbod buiten de
dagelijkse praktijk en/of werkplek. Dit geldt bijvoorbeeld bij schaarste aan voor het onderwerp benodigde
docenten en/ of middelen. Tevens kan de noodzaak bestaan om ongestoord gedurende langere tijd aan
ingewikkelde materie te besteden. De stages op de intensive care en de spoedeisende hulp afdeling zijn hier
een concreet voorbeeld van. Voor andere onderwerpen (bijv. ATLS, laparoscopie, basisvaardigheden
operatieve technieken, basiscursus stralingshygiëne etc.) worden regionale, landelijke of internationale cursus
aangewend. Zie hiervoor ook “opleidingsactiviteiten”. Het praten over de inhoud van het vak draagt in ruime
mate bij tot begrip van de leerstof. In deze interactie toetst men op impliciete wijze in welke mate men iets
beheerst. De vormgeving van het onderwijs waarbij een actieve participatie van lerende en opleider een
belangrijke rol speelt is essentieel binnen cursorisch onderwijs. De mate van interactie is rechtstreeks
afhankelijk van de grootte van de groep. Derhalve zal binnen het cursorisch onderwijs gestreefd worden naar
het “onderwijzen” in kleine groepen met interactieve momenten tussen de AIOS onderling en de AIOS en de
docent.
Het aan te bieden cursorisch onderwijs zal altijd een duidelijke link moeten laten zien met de praktijk. Ook al
om de te leren kennis en vaardigheden in een praktische context te kunnen toepassen. De inhoud van de 44
themakaarten zal binnen een (klinische) context aangeboden worden. Een patiënt meldt zich tenslotte niet met
een diagnose, maar met een klacht. Kennis van ziektebeelden, (patho)fysiologie en anatomie is en blijft
uiteraard absoluut noodzakelijk en zal ook specifiek getoetst worden.
103
Om dit programma te kunnen realiseren dient aan een aantal randvoorwaarden te worden voldaan. Hierbij
dient onder meer gedacht te worden aan docentprofessionalisering met behulp van de “teach the teachers
cursus” en evaluatie van het programma van cursorisch onderwijs. (zie hoofdstuk docentprofessionalisering)
AIOS
Al met al moet dit leiden tot een AIOS die de eigen kennis en kunde op waarde weet in te schatten en voldoet
aan de technische en maatschappelijke eisen die de opleiding aan de AIOS heeft gesteld.
104
Opleidingsactiviteiten
Werkvloer
De opleiding tot chirurg vindt hoofdzakelijk plaats in de klinische setting, hetgeen naar schatting 95% van de
werktijd tijdens de opleiding betreft. De werkvloer is derhalve dè plek waar de meeste opleidingsactiviteiten
plaatsvinden. Tot de belangrijkste activiteiten behoren de operatieve procedures op de (poliklinische)
operatiekamer, als ook de patiëntgebonden activiteiten op de polikliniek, de verpleegafdeling en de SEH.
Daarnaast zijn de overdrachten en (multidisciplinaire) besprekingen van groot belang.
Onderstaande schema’s dient als houvast voor de opleiders voor de invulling en toetsing van algemene
competenties op de werkvloer.
Overigens zijn er ook regionale, landelijke en speciële cursus, die als ondersteuning dienen voor het leren op
de werkvloer (zie verder opleidingsmethodiek). Het cursorisch onderwijs gaat gepaard met een grote personele
en financiële investering. Docenten moeten uit hun werkomgeving worden gehaald en dienen zich voor te
bereiden. De kosten zijn nu kunstmatig laag, o.a. omdat docenten onvoldoende worden gecompenseerd voor
hun inspanningen in deze. De kosten voor het cursorisch onderwijs komen te liggen op ongeveer 10.000,- euro
per AIOS per jaar.
Stages
De opleiding tot chirurg kent in ieder geval twee verplichte stages van beiden minimaal drie maanden in de
eerste twee jaar van de opleiding: SEH en ICU. Verder wordt het vak geleerd roulerend op de
verpleegafdelingen en poliklinieken. De opleidingsklinieken kennen hiervoor hun eigen structuur. In deze vorm
is geborgd dat alle aandachtsgebieden aan bod komen en de opleider ziet hier in samenspraak met de AIOS
op toe. Dit dient een vast onderdeel van het voortgangsgesprek te zijn.
Patiënten besprekingen
Deze lenen zich voor de ontwikkeling van de algemene competenties. Hier kan feedback gegeven worden en
het optreden van de AIOS tijdens deze besprekingen kan getoetst worden door middel van een KPB. De
meeste besprekingen lenen zich bij uitstek voor toetsing van Communicatie, Samenwerking, Organisatie en
Professionaliteit, naast medische (achtergrond-) kennis.
• Ochtend/middagoverdracht, indicatiebespreking, grote/papieren visite
• Complicatiebespreking
• Necrologiebespreking
• Interne-chirurgische overdracht
• Röntgenbespreking
• Overige (w.o. besprekingen binnen specifieke aandachtsgebieden)
Klinische Planner
De meeste opleidingsinrichtingen kennen een stage voor de AIOS als klinische planner: inplannen operaties,
bijstellen werkverdeling gedurende de dag, roostering en/of logistiek begeleiden van acute klinische
problemen. Deze activiteit leent zich voor toetsing van Organisatie door middel van een KPB en
Voortgangsgesprek.
Refereeravonden, researchbesprekingen en lesbesprekingen
Hier kunnen CAT’s beoordeeld worden en kan feedback gegeven worden over Kennis en Wetenschap.
Cursorisch onderwijs
Hieronder volgen de randvoorwaarden waaraan het te volgen cursuspakket voor de individuele AIOS
tenminste dient te voldoen. Hierbij is aangegeven hoe de te volgen cursus zijn georganiseerd (La=landelijk,
Re=regionaal, DOO=discipline overstijgend onderwijs). Daarnaast worden er door het Concilium Chirurgicum
jaarlijks voortgangstoetsen afgenomen (kennis en toepassing daarvan). Afgesproken is dat de jaarlijkse
cursusbelasting in tijd 10 dagen moet zijn. In de eerste 2 jaar dient tenminste 1x het SEOHS (Symposium
Experimenteel Ondezoek Heelkundige Specialismen) te worden bijgewoond.
Voorlopige lijst landelijke cursus
ATLS
Basale cursus chirurgische technieken, zoals basic surgical skills
Stralingsbescherming
Specialistencursus Heelkunde
FCCS
105
Andere cursus kunnen ook regionaal georganiseerd worden, zoals discipline overstijgend onderwijs
(bv. communicatiecursus en evidence based medicine curus.
Eindtermen Competenties (naast Medisch Handelen) per fase
Verpleegafdeling
Jaar 1-2
Communicatie
Samenwerking
Organisatie
Professionaliteit
- Tijdens visite zelfstandig
- Familie zelfstandig
- Slecht nieuwsgesprek onder
supervisie
- Overleg verpleging en anderen
zelfstandig
- Organisatie afdeling zelfstandig
- Zelfstandig
Jaar 3-4
Jaar 5-6
- Slecht nieuwsgesprek
zelfstandig
- Superviseert
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Zoals jaar 1-2
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Superviseert
Polikliniek
Jaar 1-2
Communicatie
Samenwerking
Organisatie
Professionaliteit
- Bezoek patient zelfstandig
- Familie zelfstandig
- Slecht nieuwsgesprek onder
supervisie
- Overleg verpleging en anderen
zelfstandig
- Organisatie eigen poli zelfstandig
- Zelfstandig
Jaar 3-4
Jaar 5-6
- Slecht nieuwsgesprek
zelfstandig
- Superviseert
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Zoals jaar 1-2
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Superviseert
Overdracht/indicatiebespreking
Jaar 1-2
Kennis en
Wetenschap
Organisatie
Professionaliteit
- Kan casus presenteren en
becommentariëren
- Vlotte, zakelijke overdracht
- In dienst goede timing
- Zelfstandig
Jaar 3-4
Jaar 5-6
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Superviseert
- Leidt bespreking
- Superviseert
- Leidt discussie probleem
Probleemoplossende besprekingen
Jaar 1-2
Kennis en
Wetenschap
Organisatie
Professionaliteit
- Kan casus presenteren en
becommentariëren
- Vlotte, zakelijke overdracht
- In dienst goede timing
- Zelfstandig
Jaar 3-4
Jaar 5-6
- Zoals jaar 1-2
- Superviseert
- Superviseert
- Leidt bespreking
- Superviseert
- Leidt discussie probleem
106
Opleidingsmiddelen
Algemeen
•
•
•
•
•
•
Cursusmaterialen (zie opleidingsactiviteiten)
Standaardwerk Heelkunde (internationaal)
Anatomieboeken
Internet Basiscursus
Simulatiesetting
Klinische praktijk
Specieel
Gastrointestinale chirurgie
Boeken:
•
•
•
•
•
leerboek chirurgische anatomie Lange
leerboek chirurgie Gooszen hoofdstukken
van Lanschot et al.; gastro-intestinale chirurgie en gastro-enterologie in onderling verband Oncologie,
hoofdstukken betreffende maligne tumoren van de weke delen. Van der Velde et al. (ISBN 90-3134177-0)
van Lanschot et al.; gastro-intestinale chirurgie en gastro-enterologie in onderling verband
leerboek heelkunde, Bonjer et al.
Artikelen: op website NVGIC
Cursus:
Advanced suture course
OCEH cursus jaar 3-4
OCEH cursus jaar 5-6
OCEH cursus jaar 6-7
Verplicht onderwijs voor differentiant GE: eenmaal in het differentiatiejaar cursorisch onderwijs GE dagen
Oncologische chirurgie
Boeken en websites:
•
•
•
•
•
•
•
Van Lanschot et al.; gastro-intestinale chirurgie en gastro-enterologie in onderling verband
Leerboek Heelkunde, Bonjer et al.
Oncologie, Van der Velde et al
CBO richtlijnen
www.oncoline.nl
www.uptodate.com
www.adjuvantonline.nl
naslagwerk: Principles & Practice of Oncology, De Vita et al
Artikelen: op website NVCO
107
Traumatologie
Boeken:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ATLS students manual
Hoofdstuk Brandwonden en Traumatologie uit Leerboek Chirurgie (Goossens)
Hoofdstuk Brandwonden uit leerboek Traumatologie (Haarman) ?
Hoofdstuk Brandwonden uit leerboek Kindertraumatologie (Kramer)
Leerboek Chirurgie (Bonjer)
Brandwondenzorg (Brand-van Tilburg)
History of Burns (Klasen)
ZiROP (rampenplan) ziekenhuis
Beleidsplan Nederlandse Vereniging voor Traumatologie
Algemeen tekstboek traumatologie
Tekstboek anatomie
AO Principles of fracture management
Nederlands Tijdschrift voor Traumatologie
Algemeen tekstboek m.b.t. fracturen en weke delenmanagement
Artikelen: op website NVT
Vaatchirurgie
Boeken en websites:
th
Rutherford, Vascular Surgery, 6 ed.
Rutherford, Review of Vascular Surgery
Up to date: extracranial cerebrovascular, aAneurysm, screening, endovascular repair, open repair
Management of the renal patient; Clinical Algorithms on vascular Access for Haemodialysis (European
Guidelines)- Editors; Ali Bakran , Volker Mickley, Jutta Passlick-Deetjen ISBN 3-936142-86-6
Vascular Access – Simplified – ISBN 1-903378-13-3
Amputation. Surgical Practice and Patient Management.: Edited by G. Murdoch and A. Bennett Wilson
Jr. Pp 382. Oxford, etc: Butterworth-Heinemann, 1996. ISBN: 0-7506-0843-9.
Orgaandonatie, Nederlandse Transplantatie Stichting
Kidney Transplantation van Sir Peter Morris
Liver Transplantation van Busuttil and Klintmalm (uitgever Saunders)
www.vascularsurgerytext.com
www.cochranelibrary.com Surgery versus sclerotherapy
www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/ctxt/CEAP.htm
www.kidney.org/professionals/kdoqi/guideline_upHD_PD_VA/index
www.vascularsurgerytext.com
www.accessmedicine.com/content.aspx?aid=2563331
www.vascularweb.org/_CONTRIBUTION_PAGES/Patient_Information/NorthPoint/Mesenteric_Ischemi
a.html
www.idealibrary.com
Artikelen: op website NVvV
108
Kinderchirurgie
Boeken:
Holcomb, Murphy, et.al.. Pediatric surgery 2005. 0721602223
Oldham, Colombani. Principles and practice of pediatric surgery. Lippincott Williams & Wilkins
2005 0-7817-4290-0
Operative pediatric surgery. Spitz & Coran. Hodder Arnold 2006 0-340-81340-7
Rockwood and Wilkins. Fractures in children. Beauty & Kasser 078175769X
W.P. Blount. Fractures in children. Krieger Publ Comp, Huntington, New York, ISBN 0-392-4
The closed treatment of common fractures. John Charnley. 2003.0521682878
Jones. Clinical Paediatric surgery" van Hutson et al, Blackwell, 5th edition 1999, ISBN 86793012-8
operative anatomy. scott-conner, Dawson. 2003 0-7817-3529-7. Lippincott Williams & Wilkins
Artikelen: op website NVKC
Longchirurgie
•
General thoracic surgery, Shield/Pearsson/Detterbeck
Artikelen: zie website NVLC
Randvoorwaarden Gestructureerd Cursorisch Onderwijs
1. Basiscursus nieuwe stijl (CCN) valt buiten het RCO, want is reeds verplicht voor iedereen
2. Cursorisch onderwijs
Eerste jaar dient tenminste te bevatten
Indicatie Tijdsbelasting (d)
Basic surgical skills
3
Communicatie
1,5
ATLS
2
Anatomie I (bijv. 3 modules naar keuze)
1,5
Tweede jaar dient tenminste te bevatten
Indicatie Tijdsbelasting (d)
Evidence based medicine/ Critical appraisal
2
Anatomie II (bijv. 3 modules naar keuze)
1,5
Intensive Care
2
Basiscursus laparoscopie
2
Eigen invullling tot minimum van 10 dagen per jaar totaal
2,5
(keuze uit b.v. AO, Advanced Laparoscopy, Microchirurgie, SEOHS)
109
Docentprofessionalisering (opleidersgroep en AIOS)
Didactische vaardigheden zijn onmisbaar voor het opleiden van de AIOS. Deze moeten bij het gehele
4
opleidingsteam (opleidersgroep en AIOS) aanwezig zijn. Het gehele team is er samen verantwoordelijk voor
dat er een kwalitatief hoogstaand, transparant en veilig opleidingsklimaat heerst. De realisatie van dit
opleidingsklimaat moet worden gefaciliteerd door de opleidingsinrichting. Bij alle leden van het team zijn
kennis, vaardigheden en gedrag in voldoende mate aanwezig om dit opleidingsklimaat te garanderen. Zij
dienen daarnaast geschoold te worden in moderne opleidingsmethoden en het hanteren van
toetsingsinstrumenten.
De kennis en noodzakelijke vaardigheden over het leerproces bij volwassenen is aantoonbaar geïncorporeerd
in het opleidersteam. Opleider en vervangend opleider zijn hierin expliciet geschoold, volgens de huidige
geldende normen. Opleider en vervangend opleider zijn er vervolgens verantwoordelijk voor dat bij de overige
leden van het team (en evt. andere professionals die een taak binnen het leerproces hebben) voldoende
kennis en vaardigheden aanwezig zijn om het omschreven opleidingsklimaat te realiseren. Middels
gestructureerde periodieke beoordeling van het opleidingsteam en alle individuele leden van de opleidersgroep
(bijv een 360° beoordeling als toetsingsinstrument) worden aanwezigheid van voldoende kennis, vaardigheden
en gedrag geëvalueerd en zo nodig daarna bijgestuurd.
In alle opleidingsklinieken wordt al gebruikt gemaakt van het portfolio. De omgang ermee dient nog verbeterd
te worden en zelfreflectie is daarin een belangrijk onderdeel. Het gebruik van toetsingsinstrumenten dient door
de opleiders en AIOS geleerd te worden. In een aantal klinieken wordt inmiddels gestructureerd feedback
gegeven na operaties en dit wordt vastgelegd in een OSATS. Gebruik van KPB wordt in een aantal klinieken
reeds uitgevoerd, maar training zal nodig zijn.
Per opleidingsregio zal moeten worden bekeken hoe en in welke mate scholing reeds voorhanden is en waar
deze moet worden ontwikkeld of extern geregeld moet worden. Teach the teacher en nog te ontwikkelen
cursus kunnen hierin zowel voor opleiders als AIOS een belangrijke bijdrage leveren. In de regio kunnen deze
cursus geïncorporeerd worden in het Discipline Overstijgend Onderwijs aangevuld met specifieke cursus.
Het opleidingsteam is zelf verantwoordelijk voor voldoende scholing op dit gebied en het stimuleren van de
AIOS om scholing te ondergaan. Tijdens een visitatie dient professionalisering van de opleidersgroep en de
AIOS getoetst te worden.
4
Team = groep mensen met verschillende vaardigheden, met een gemeenschappelijk doel, gezamenlijke
commitment, die zichzelf en elkaar verantwoordelijk houden voor het resulltaat
110
Nawoord
Het Opleidingsplan Heelkunde “SCHERP” is tot stand gekomen door intensieve samenwerking van chirurgen
van diverse aandachtsgebieden. Het kan sinds mei 2007 (als concept) rekenen op een breed draagvlak in de
Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Er zijn nog zaken, die nader gespecificeerd moeten worden en in de
periode van januari 2008 tot eind 2009 duidelijk zullen worden. Begin 2010 zal dan ook een eerste revisie van
het plan worden gepresenteerd.
Zijn de bekwaamheidsniveaus reëel gesteld?
Dit is onduidelijk. De gestelde eisen zijn minimumeisen en werden door de schrijfgroep reëel geacht. Het kan
echter zijn dat hier en daar ambities bijgesteld dienen te worden.
Is de lijst Key procedures compleet of te lang?
Deze is waarschijnlijk nu nog te lang en deze is nog in bewerking. Ook de bekwaamheidsniveaus behoeven
aanpassing.
Zijn de Toetsingsinstrumenten uitontwikkeld?
Nee. Een aantal instrumenten is reeds ontwikkeld of kunnen worden ontwikkeld aan de hand van voorbeelden
van andere disciplines. De status ervan wordt hierna beschreven:
OSATS: Dit instrument voor beoordeling van technische vaardigheid is analoog aan het
oorspronkelijke Canadese instrument en wordt al in meerdere klinieken gebruikt tijdens de
nabespreking van operaties. Wat hierin mist zijn aspecten van niet operatieve aard, zoals de
voorbereiding, briefing, positionering van de patiënt en postoperatieve overwegingen. Dit moet nog
ingevuld worden.
KPB: hier zijn reeds een aantal vormen van in omloop en worden incidenteel gebruikt voor beoordeling
van een poliklinisch contact, visite en patiëntenbespreking. Verder standaardisering dient nog plaats te
vinden.`
360° evaluatie: Dit staat nog in de kinderschoenen. Er is een voorstel voor een formulier, maar de
uitvoering van de evaluatie moet nog worden uitgewerkt. Er zullen pilots gestart moeten worden.
Kennistoets: deze wordt ontwikkeld en zal vanaf 1 januari 2008 jaarlijks bij alle AIOS worden
afgenomen. Er is een commissie samengesteld die vragen maakt en de kennistoets zal
implementeren.
111
Bijlage 1: Lijst Deelnemers Werkgroep
Wout Barendregt
Inne Borel Rinkes
Carel Goslings
Bob Geelkerken
Jaap Hamming
Erik Heineman
Willem Hueting
Dreas Karthaus
Jean Klinkenbijl
Dink Legemate
Walter Mastboom
Jeroen Meijerink
Alexander de Mol van Otterloo
Edo Scheijde
Hermien Schreurs
Laurents Stassen
Mariëtte Veldman
Bas Verhoeven
Klaus Wendt
112
Bijlage 2
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST
Centraal College Medische Specialismen
Besluit van 9 februari 2004 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van
medisch specialisten en voor de erkenning van opleiders, plaatsvervangend opleiders, stageopleiders en
opleidingsinrichtingen∗5 6
(Kaderbesluit CCMS)
Het Centraal College Medische Specialismen,
gelet op artikel 14, tweede lid, onder c van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 12,
eerste lid, van de Regeling specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst;
gezien de adviezen van het Federatiebestuur van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der
Geneeskunst, de Orde van Medisch Specialisten, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en de
Medisch Specialisten Registratie Commissie;
BESLUIT:
∗
Dit Besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 14 december 2004, nr. 241.
Dit Besluit is per 9 februari 2006 gewijzigd bij Besluit CCMS van 12 september 2005 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CCMS, het Besluit
dermatologie en venerologie, het Besluit maag-darm-leverziekten en het Besluit verloskunde en gynaecologie.
6
Dit Besluit is gewijzigd bij Besluit CCMS van 11 september 2006 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CCMS, dat op 5 december 2006 in de
Staatscourant is gepubliceerd en op 6 december 2006 in werking getreden.
5
113
Bijlage 3
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST
Centraal College Medische Specialismen
Besluit van 14 juni 2004 houdende opleidings- en erkenningseisen
voor het medisch specialisme heelkunde∗
(Besluit heelkunde)
Het Centraal College Medische Specialismen,
gelet op artikel 14, tweede lid, onder c, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
en artikel 12, eerste lid, van de Regeling specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst;
gezien het advies van het federatiebestuur van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst, de Orde van Medisch Specialisten, de Landelijke vereniging van Artsen
in Dienstverband, de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde en de Medisch Specialisten Registratie
Commissie;
BESLUIT:
∗
Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 14 december 2004, nr. 241
114
Bijlage 4: Begrippenlijst ‘SCHERP’
Algemene competenties
•
•
•
de 7 kerncompetenties volgens CanMEDS
met per kerncompetentie 4 subcompetenties
geldend voor alle medisch specialismen (zie Kaderbesluit)
CCMS Kaderbesluit art. B2 lid 3
Competenties:
1. De opleiding is gericht op het verwerven van door het
CCMS vastgestelde algemene competenties en
specialismegebonden competenties voor de opleiding in het
betreffende medisch specialisme.
2. De specialismegebonden competenties zijn vastgelegd in
specifieke besluiten.
3. De in het eerste lid bedoelde algemene competenties zijn de
volgende:
a. ten aanzien van medisch handelen:
i. De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid
naar de stand van het vakgebied;
ii. De specialist past het diagnostisch, therapeutisch en
preventief arsenaal van het vakgebied goed en waar
mogelijk evidence based toe;
iii. De specialist levert effectieve en ethisch
verantwoorde patiëntenzorg;
iv. De specialist vindt snel de vereiste informatie en past
deze goed toe;.
b. ten aanzien van communicatie:
i. De specialist bouwt effectieve behandelrelaties met
patiënten op;
ii. De specialist luistert goed en verkrijgt doelmatig
relevante patiëntinformatie;
iii. De specialist bespreekt medische informatie goed met
patiënten en desgewenst familie;
iv. De specialist doet adequaat mondeling en schriftelijk
verslag over patiëntencasus;
c. ten aanzien van samenwerking:
i. De specialist overlegt doelmatig met collegae en
andere zorgverleners;
ii. De specialist verwijst adequaat;
iii. De specialist levert effectief intercollegiaal consult;
iv. De specialist draagt bij aan effectieve
interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg;
d. ten aanzien van kennis en wetenschap:
i. De specialist beschouwt medische informatie
kritisch;
ii. De specialist bevordert de verbreding van en
ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis;
iv. De specialist ontwikkelt en onderhoudt een
persoonlijk bij- en nascholingsplan;
iv. De specialist bevordert de deskundigheid van
studenten, aios, collegae, patiënten en andere
betrokkenen bij de gezondheidszorg;
e. ten aanzien van maatschappelijk handelen:
i. De specialist kent en herkent de determinanten van
ziekte;
ii. De specialist bevordert de gezondheid van patiënten
en de gemeenschap als geheel;
iii. De specialist handelt volgens de relevante wettelijke
bepalingen;
iv. De specialist treedt adequaat op bij incidenten in de
zorg;
115
f. ten aanzien van organisatie:
i. De specialist organiseert het werk naar een balans in
patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling;
ii. De specialist werkt effectief en doelmatig binnen een
gezondheidszorgorganisatie;
iii. De specialist besteedt de beschikbare middelen voor
de patiëntenzorg verantwoord;
iv. De specialist gebruikt informatietechnologie voor
optimale patiëntenzorg, en voor bij- en nascholing;
g. ten aanzien van professionaliteit:
i. De specialist levert hoogstaande patiëntenzorg op
integere, oprechte en betrokken wijze;
ii. De specialist vertoont adequaat persoonlijk en
interpersoonlijk professioneel gedrag;
iii. De specialist kent de grenzen van de eigen
competentie en handelt daar binnen;
iv. De specialist oefent de geneeskunde uit naar de
gebruikelijke ethische normen van het
beroep;
Typische Klinische Situaties
•
Uitwerking van specifieke competenties naar patiëntproblemen
en/of presentatievormen
BBOV
•
Begeleidingsgroep Beschrijving Opleidingsplannen
Vervolgopleidingen
BBOV-huisje
•
Een afbeelding van een huisje waarin verschillende onderdelen
van het opleidingsplan zijn ondergebracht
En welke een samenvatting geeft van het opleidingsplan als
geheel
•
Bekwaamheidsniveau
•
Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is
om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te
beheersen
CCMS
•
Centraal College Medisch Specialismen
Competentie
•
het vermogen om een professionele activiteit in een specifiek
context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid
van kennis, vaardigheden en attitude
competentie: een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire
waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen
en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd
Kerncompetentie
•
•
Een van de 7 competentiegebieden volgens CanMEDS:
Medisch handelen, Communicatie, Samenwerking, Kennis
en wetenschap, Organisatie en Professionaliteit
Key procedures
•
Limitatieve opsomming van procedures die door
onderscheidenlijke hun pathofysiologie en hun behandelwijze
tezamen het vakgebied heelkunde inclusief haar differentiaties
representeren
NVvH
•
Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Opleidingsplan
•
Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding
tot specialist
Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode,
-activiteiten en –materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het
opleidingsplan
Dit geheel wordt beeldend samengevat in het ‘BBOV-huisje’
•
•
116
Portfolio
•
Een verzameling van documenten waarin de verplichtingen
voortvloeiende uit dit besluit en de specifieke besluiten worden
bijgehouden, waaruit de voortgang van de opleiding en de
zelfreflectie van de aios blijken, met ten minste de documenten
ten behoeve van de beoordeling van de aios, de gehouden
voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de
gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen.
SCHERP
•
Opleidingsplan Algemene Heelkunde
Thema
•
Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties,
relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied
Thema’s geven als het ware een indeling van de opleiding op
basis van de werkzaamheden van de specialist
Thema’s zijn bundelend en vereenvoudigend, geven overzicht
over het specialisme en vormen een leidraad voor het
opleidingsplan, en dus ook voor de toetsing
Thema’s zijn idealiter een vereenvoudigde weergave van een zo
groot mogelijke dekking van het vakgebied.
•
•
•
Toetsingsinstrumenten
•
De definities volgen nog van
o Korte Praktijk Beoordeling (KPB)
o Objective Structured Assessment of Technical Skills
(OSATS)
o Zie verder toetsingsmatrix
117
Bijlage 5: Lijst Thema’s
Algemeen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Zwelling of defect buikwand
Zwelling hoofd/halsgebied
Intensieve zorg
Perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
Vastleggen en overdragen
Opleiding
Wetenschap
Wondbehandeling
Chirurgische infecties
Chronische handafwijkingen
Huidverplaatsing en –transplantatie
Kleine niet-complexe chirurgie
Diepe veneuze trombose
Gastro-Intestinale of Oncologische Chirurgie
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
Morbide obesitas
Zwelling in de buik
Galsteenlijden en icterus
Chronische buikpijnklachten
(Peri-)anale klachten
Passageklachten bovenste tractus digestivus
Passageklachten onderste tractus digestivus
Bloedverlies tractus digestivus
Acute buik
Zwelling extremiteit (weke delen tumor)
Mammatumor
Huidtumoren
Vaatchirurgie
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
Cerebrovasculaire pathologie
Vasculaire toegangsweg
Chronische veneuze insufficiëntie
Ischemisch been
Ischemische arm
Aneurysmatisch vaatlijden
Vasculaire varia
Traumatologie
33.
34.
35.
36.
37.
Primaire opvang en triage van traumapatienten
Polytrauma
Extremiteitsletsel
Het groeiende skelet en de oudere patiënt
Brandwonden
Longchirurgie
38. Benigne longpathologie
39. Maligne longpathologie
40. Zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
Kinderchirurgie
41.
42.
43.
44.
Zwelling lies/externe genitalia kind
Peri-operatieve zorg bij kinderen
Zwelling hoofd/halsgebied kind
Speciële kinderchirurgie
118
Bijlage 6: Typische Klinische Situaties gerelateerd aan thema’s
typische klinische situatie
no
thema
zwelling in de lies
littekenbreuk
platzbauch
nodus in schildklier
lymfklier in de hals
opvang en stabilisatie instabiele patiënt
open buik behandeling
ernstige dyspnoe enkele dagen na buikoperatie
overplaatsen patiënt naar ICU
1
1
1
2
2
3
3
3
3
hoog-risicopatiënt: opereren of niet
4
koorts postoperatief
4
hypotensie postoperatief (bv. nabloeding,
cardiovasculair, longembolie etc.)
4
eigen complicatie
4
(grote) visite
overdrachten
(voorzitten) complicatie-/necrologiebespreking
opleidingssituaties op de werkvloer
coaching coassistent op afdeling
persoonlijk opleidingsplan maken
het bijhouden van een logboek
formuleren onderzoeksvraag
opstellen onderzoeksplan
proces van introductie nieuwe chirurgische techniek
opvang en behandeling van patiënt met
gecompliceerde verwonding op de SEH
snijwond hand
decubitus
groot, niet primair te sluiten huideffect
complexe verbandwissel
wondinfectie/-abces
discrepantie tussen pijn en klinische verschijnselen
(fasciitis)
overname patiënt uit ziekenhuis in buitenland
panaritium
de tintelende vingers
de haperende vinger
functieverlies na handchirurgie
het open been
het topletsel
de niet te sluiten wond
het eigen kleine verrichtingen spreekuur
onduidelijke verwijzing/diagnose
instructie (opleiding) door AIOS
pas geopereerde patiënt met dyspnoe
acuut dik blauw been
poliklinische geïmmobiliseerde patiënt
Inadequate profylaxe
extreem overgewicht
de niet afvallende patiënt na maagband
5
5
5
6
6
6
6
7
7
7
zwelling of defect buikwand
zwelling of defect buikwand
zwelling of defect buikwand
zwelling hoofd/halsgebied (volwassenen)
zwelling hoofd/halsgebied (volwassenen)
intensieve zorg
intensieve zorg
intensieve zorg
intensieve zorg
perioperatieve zorg en postoperatieve
complicaties
perioperatieve zorg en postoperatieve
complicaties
perioperatieve zorg en postoperatieve
complicaties
perioperatieve zorg en postoperatieve
complicaties
vastleggen en overdragen
vastleggen en overdragen
vastleggen en overdragen
opleiding
opleiding
opleiding
opleiding
wetenschap
wetenschap
wetenschap
8
wondbehandeling
8
8
8
8
9
wondbehandeling
wondbehandeling
wondbehandeling
wondbehandeling
chirurgische infecties
9
chirurgische infecties
9
9
10
10
10
11
11
11
12
12
12
13
13
13
13
14
14
chirurgische infecties
chirurgische infecties
chronische handafwijkingen
chronische handafwijkingen
chronische handafwijkingen
huidverplaatsing en –transplantatie
huidverplaatsing en –transplantatie
huidverplaatsing en –transplantatie
kleine niet-complexe chirurgie
kleine niet-complexe chirurgie
kleine niet-complexe chirurgie
diepe veneuze trombose
diepe veneuze trombose
diepe veneuze trombose
diepe veneuze trombose
morbide obesitas
morbide obesitas
119
toevalsbevinding bij ander onderzoek
palpabele tumor
pijn rechts in de bovenbuik (incl. volledige
voorlichting behandeling)
bewezen obstructie-icterus
pseudoobstructie van het colon
vaginaal faecesverlies of pneumaturie
chronische pijn in linker onderbuik
buikklachten mogelijk op basis van adhesies
bekende chronische pancreatitis
jonge patiënt met peri-anale fistel
anale pijn
vrouw middelbare leeftijd met incontinentie
therapie resistente gastro-eosofageale reflux
19
bewezen slokdarm/maag carcinoom
19
acute patiënt met ileus (inclusief volledige
voorlichting behandeling)
20
electieve patiënt met bewezen obstructie
20
helder rood bloedverlies per anum
intermitterend bloedverlies via tractus digestivus
instabiele patient met helder rood bloedverlies
de postoperatieve patient met een acute buik
het kind met een acute buik
een acute buik op de SEH
acute pancreatitis
ileus
verdachte zwelling extremiteit
zwelling in de mamma (inclusief volledige voorlichting
behandeling)
slecht nieuwsgesprek
verdachte huidlaesie
TIA of minor stroke
hoge bloeddruk postoperatief
second opinion over behandeladvies bij patiënt met
TIA of stroke
de vraag om een vasculaire toegangsweg aan te
leggen
spataderen
klachten van rusteloze benen
open been
teleurstellend resultaat behandeling
etalagebeen
het acuut vasculair bedreigde been
revalidatie van amputatiepatiënt
inspanningsgerelateerde pijn in de arm
met een blauwe vinger
de oudere patiënt met rugpijn en onwelwording
alleen echografisch vastgesteld aneurysma aorta
X-thorax met verbreed mediastinum
onbegrepen zwelling in de extremiteit
chronische (boven)buikklachten
een niertransplantatie
scheurende pijn in de rug
pijnlijke verkleurende acra
de rokende allochtone Nederlander met niet
genezende wonden aan de acra
opvang van (potentieel) multitrauma op traumakamer
aanbod van meerdere (trauma) eïnfecte tegelijk
15
15
zwelling in de buik
zwelling in de buik
16
galsteenlijden en icterus
16
17
17
17
17
17
18
18
18
21
21
21
22
22
22
22
22
23
galsteenlijden en icterus
chronische buikpijnklachten
chronische buikpijnklachten
chronische buikpijnklachten
chronische buikpijnklachten
chronische buikpijnklachten
(peri-) anale klachten
(peri-) anale klachten
(peri-) anale klachten
passageklachten bovenste tractus
digestivus
passageklachten bovenste tractus
digestivus
passageklachten onderste tractus
digestivus
passageklachten onderste tractus
digestivus
bloedverlies tractus digestivus
bloedverlies tractus digestivus
bloedverlies tractus digestivus
acute buik
acute buik
acute buik
acute buik
acute buik
zwelling extremiteit (weke delen tumor)
24
mammatumor
24
25
26
26
mammatumor
huidtumoren
cerebrovasculaire pathologie
cerebrovasculaire pathologie
26
cerebrovasculaire pathologie
27
vasculaire toegangsweg
28
28
28
28
29
29
29
30
30
31
31
31
32
32
32
32
32
chronische veneuze insufficiëntie
chronische veneuze insufficiëntie
chronische veneuze insufficiëntie
chronische veneuze insufficiëntie
ischemische been
ischemische been
ischemische been
ischemische arm
ischemische arm
aneurysmatisch vaatlijden
aneurysmatisch vaatlijden
aneurysmatisch vaatlijden
vasculaire varia
vasculaire varia
vasculaire varia
vasculaire varia
vasculaire varia
32
vasculaire varia
33
33
primaire opvang en triage traumapatienten
primaire opvang en triage traumapatienten
120
stomp thoraxletsel (spanningspneumothorax,
aortaruptuur)
stomp buikletsel (miltruptuur, perforatie hol orgaan)
steekwond thorax/abdomen
instabiel bekkenletsel
twee of meer fracturen lange pijpbeenderen
neurotrauma en/of instabiele wervelfractuur
heupfractuur, polsfractuur
crurisfractuur met weke delenprobleem
(Compartimentsyndroom)
snijwond hand met of zonder pees-/zenuwletsel
kind met fractuur nabij groeischijf
eïnfecteerd osteosynthesemateriaal
niet considerende of secundair gedisloceerde
fractuur
gemiste fractuur
ouderen met heupfractuur, polsfractuur
ouderen met osteoporotische inzakking wervel
kind met distale radiusfractuur, supracondilaire en
proximale humerusfractuur
kind met spaakverwonding
kind met epifysiolysis tibiae
heetwater verbranding hand/thorax/gelaat
(verdenking) inhalatietrauma
(verdenking) CO intoxicatie
ernstige verbranding
chemische verbrandingen
recidief pneumothorax
postoperatieve effusie op x-thorax
messteek in thorax
primair longkanker en verdenking mediastinale
kliermetastasen
coloncarcinoom in voorgeschiedenis en afwijking op
de x-thorax
vena cava superiorsyndroom
pleurale verdikking
verdenking torsio testis
verzoek tot religieuze circumcisie
leeg scrotum
zwelling in de lies
de bezorgde emotionele ouder
postoperatieve pijn op de kinderafdeling
kind met fistel in de hals
zwelling in de hals bij pasgeborene
zorgen rond opgezette klieren
(gallig)brakende zuigeling
ileus bij neonaat
de niet op te voeren maagsonde
34
polytrauma
34
34
34
34
34
35
polytrauma
polytrauma
polytrauma
polytrauma
polytrauma
extremiteitsletsel
35
extremiteitsletsel
35
35
35
extremiteitsletsel
extremiteitsletsel
extremiteitsletsel
35
extremiteitsletsel
35
36
36
extremiteitsletsel
het groeiende skelet en de oudere patiënt
het groeiende skelet en de oudere patiënt
36
het groeiende skelet en de oudere patiënt
36
36
37
37
37
37
37
38
38
38
het groeiende skelet en de oudere patiënt
het groeiende skelet en de oudere patiënt
brandwonden
brandwonden
brandwonden
brandwonden
brandwonden
benigne longpathologie
benigne longpathologie
benigne longpathologie
39
maligne longpathologie
39
maligne longpathologie
40
40
41
41
41
41
42
42
43
43
43
44
44
44
zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
zwelling lies/externe genitalia kind
zwelling lies/externe genitalia kind
zwelling lies/externe genitalia kind
zwelling lies/externe genitalia kind
peri-operatieve zorg bij kinderen
peri-operatieve zorg bij kinderen
zwelling hoofd/halsgebied (kind)
zwelling hoofd/halsgebied (kind)
zwelling hoofd/halsgebied (kind)
speciële kinderchirurgie
speciële kinderchirurgie
speciële kinderchirurgie
121
Bijlage 7: Key Procedures Algemeen
jaar 2
jaar 5 jaar 6*
Key procedure
klieven peesschede
hechten peesletsel
groot wondtoilet, debridement, huidtransplantatie
tracheotomie
lies, femoraalbreuk volwassene open
liesbreuk endoscopisch
buikwanddefect
splenectomie
hemithyreoidectomie
speekselklierresectie
lymfklierbiopsie hals
I+D abces hals
I+D abces lies
ingegroeide nagel
benigne tumoren van de huid en subcutis
dorsale ganglion
locale en regionale anaesthesie
ganglion (injectie)
panaritium
paronychia
vasculaire toegang (veneus, arterieel)
C
C
C
C
C
A
B
B
B
A
C
C
D
D
D
D
E
E
C
E
C
E
E
E
E
E
B
D
D
C
B
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C
E
E
C
C
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 1. zwelling of defect buikwand
thema 2. zwelling hoofd/halsgebied
thema 3. intensieve zorg
thema 4. perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
thema 5. vastleggen en overdragen
thema 6. opleiding
thema 7. wetenschap
thema 8. wondbehandeling
thema 9. chirurgische infecties
thema 10. chronische handafwijkingen
thema 11. huidverplaatsing en –transplantatie
thema 12. kleine niet-complexe chirurgie
thema 13. diepe veneuze trombose
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
122
Key Procedures Vaatchirurgie
jaar 2
jaar 5 jaar 6* jaar 8
Key procedure
Cerebrovasculair
CV inclusief subcl origo
CV inclusief subcl origo
CV inclusief subcl origo
Thoracaal
interventie
interventie
Visceraal
interventie
Splanchnisch
Aorta-iliaco-femoraal
AAA (niet geruptureerd)
AAA (niet geruptureerd)
AAA (geruptureerd)
Vaatrec. oblitererend
Vaatrec. oblitererend
Vaatreconstructie centraal
Extremiteit ischemie
Vaatreconstructie
Vaatreconstructie
Vaatreconstructie
Toegangsweg
AV fistel
AV fistel
CAPD
Veneuze toegang
Veneuze insufficientie
Varices
Varices
Varices
Veneuze reconstructief
Amputatie
Boven of onderbeen
Overige
Overige
1e rib resectie
Diagnostiek
Overige vasculair
operatief
endovasculair
complex
A
A
A
C
A
D
A
A
operatief
endovasculair
A
A
A
A
A
A
A
A
operatief
endovasculair
A
A
A
A
A
A
B
A
operatief
endovasculair
complex
operatief
endovasculair
complex
A
A
A
A
A
A
A
A
B
A
B
C
A
B
B
A
D
D
C
D
D
B
operatief
endovasculair
complex
A
B
D
C
A
E
D
C
primair
gecompl/redo
aanleggen
overige
B
B
C
C
C
D
D
C
C
E
E
E
E
E
B
C
E
E
D
E
B
E
D
E
E
B
C
C
D
D
E
E
E
E
A
A
B
A
C
A
B
D
A
sclero/convol.
invasief
primair
invasief redo
complex
(o.a.Tx)
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 26. cerebrovasculaire pathologie
thema 27. vasculaire toegangsweg
thema 28. chronische veneuze insufficiëntie
thema 29. ischemisch been
thema 30. ischemische arm
thema 31. aneurysmatisch vaatlijden
thema 32. vasculaire varia
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
123
Key Procedures Traumatologie
jaar 2
jaar 5
jaar 6*
jaar 8
B
B
B
A
C
B
A
A
A
A
A
A
A
A
C
E
E
C
E
C
C
C
C
C
C
C
C
C
D
E
E
D
E
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
A
C
D
E
A
A
A
A
D
D
C
C
C
C
E
E
D
D
D
D
E
E
E
E
E
E
E
E
D
E
E
E
D
E
E
E
D
E
E
E
A
A
A
C
C
C
C
D
D
D
C
E
E
E
E
E
Key procedure
beoordeling/verzorging handletsel
fasciotomie onderbeen
debridement weke delen trauma
fixateur externe (onderste extremiteit)
onbloedige repositie en immobilisatie
opvang multitrauma
osteosynthese olecranon
osteosynthese onderarmfractuur
osteosynthese distale radius
osteosynthese proximale femur
osteosynthese femurschacht
osteosynthese patella
osteosynthese tibiaschacht
osteosynthese enkel
osteosynthese intra-articulair/metafyse
overig
osteosynthese femur
osteosynthese patella
osteosynthese tibia
osteosynthese enkel
veiligstellen ademweg
beoordeling en immobilisatie wervelkolom
beoordeling ventilatie en uitvoeren
thoraxdrainage
beoordelen circulatie, initieele
bloedingscontrole, creeeren toegangsweg
uitwendige stabilisatie bekken (sluitlaken)
spoedlaparotomie trauma (packing,
splenectomie, darmresectie)
spoedthoracotomie
aanbrengen fixateur externe bekken
herstel achillespeesruptuur
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 33. primaire opvang en triage traumapatiënten
thema 34. polytrauma
thema 35. extremiteitsletsel
thema 36. het groeiende skelet en de oudere patiënt
thema 37. brandwonden
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
124
Key Procedures Longchirurgie
jaar 2
jaar 5 jaar 6* jaar 8
Key procedure
thoracoscopie
thoracotomie
speciele longchirurgie
A
A
A
B
C
A
C
D
B
E
E
E
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 38. benigne longpathologie
thema 39. maligne longpathologie
thema 40. zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
125
Key Procedures Gastrointestinale Chirurgie en Oncologie
jaar 2
jaar 5 jaar 6*
jaar 8
Key procedure
niet complexe perianale problematiek
complexe perianale problematiek
(laparoscopisch) appendectomie
lap chol
open cholecystectomie
diagnostisch laparotomie/laparoscopie
maagperforatie / bloeding
gastrojejunostomie
maagresectie
dunne darmresectie
aanleggen stoma
hemicolectomie rechts
sigmoidresectie
laparoscopische colectomie
Hartmann procedure
low anterior resectie/APR
opheffen stoma
sigmoideoscopie
proctoscopie / RBL
haemorrhoidectomie
lymfeklierbiopsie, sentinel node
mammaablatie, lumpectomie
mammaamputatie, mammasparende
behandeling
incisiebiopsie pro diagnosi
D
A
C
C
B
B
A
A
A
B
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
E
B
D
D
C
D
D
C
C
C
C
C
C
B
C
B
B
C
D
D
C
C
E
C
E
E
D
E
D
E
C
D
D
D
D
C
D
C
C
E
E
E
D
D
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
D
E
E
E
E
E
E
E
E
B
B
C
C
D
E
E
E
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 14. morbide obesitas
thema 15. zwelling in de buik
thema 16. galsteenlijden en icterus
thema 17. chronische buikpijnklachten
thema 18. (peri-)anale klachten
thema 19. passageklachten bovenste tractus digestivus
thema 20. passageklachten onderste tractus digestivus
thema 21. bloedverlies tractus digestivus
thema 22. acute buik
thema 23. zwelling extremiteit (weke delen tumor)
thema 24. mammatumor
thema 25. huidtumoren
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
126
Key Procedures Chirurgische Oncologie*
Key
procedure
jaar 2
jaar 5
bioptie
glandulae thyr/par/
complex
B
B
A
C
C
A
E
C
B
E
D
C
Upper GI
Oesophagus
Maag-duodenum
Galblaas/galwegen
Lever
Pancreas
Dunne darm
oes-gastroscopiescopie
Complex
A
A
B
A
A
B
A
A
A
C
C
A
A
C
A
A
B
C
D
B
B
D
A
B
C
E
E
C
C
E
A
C
Lower GI
Colon
colo/sigmoideoscopie
Complex
A
B
A
C
C
B
D
C
C
E
E
E
Abdomen overige
bijnier
milt
urogenitaal (interna)
bioptie
complex
overige
A
A
A
B
A
B
A
C
B
C
B
C
B
D
C
D
C
D
D
E
D
E
D
E
Thorax
Thoraxwand
mediastinum
B
A
B
A
C
C
D
D
Perianaal
procto-rectoscopie
C
D
E
E
Mamma
bioptie
maligne
C
B
D
C
E
E
E
E
Extremiteiten
complex
A
A
C
D
Overige
urogenitaal (externa)
bioptie
complex
B
B
A
B
C
B
C
D
C
D
D
D
B
C
D
E
Hoofdgroep
Subgroep
Hoofd-hals
techniek
scopisch
jaar 6** jaar 8
* Het CHIVO-chap Chirurgische Oncologie (jaar 7-8) kan niet meer de gehele oncologie beslaan zodat een
CHIVO, naast de verplichte modules mamma en colon nog een aantal andere modules moet doen. De CHIVO
behoeft dus niet aan alle eisen gesteld in het 7e jaar te voldoen. De eisen (leters) gelden dan niet voor de
operatieve vaardigheid, maar wel voor de kennis op dat gebied.
** afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
127
Key Procedures Kinderchirurgie
jaar 2
jaar 5 jaar 6* jaar 8
Key procedure
orchidopexie
liesbreuk kind
pylorushypertrofie
invaginatie
beklemde liesbreuk > 1 maand
hydrocele
tosio testis
mediane halscyste
laterale halscyste
perianale fistel
speciele kinderchirurgiche procedures
B
B
B
B
A
B
A
A
A
C
C
C
C
C
A
C
D
C
C
C
D
D
D
D
C
D
D
D
D
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
D
De voor deze key procedures relevante thema’s zijn:
thema 41. zwelling lies/externe genitalia kind
thema 42. peri-operatieve zorg bij kinderen
thema 43. zwelling hoofd/halsgebied kind
thema 44. speciële kinderchirurgie
* afhankelijk van differentiatie: alleen wanneer key procedure in aandachtsgebied
128
Competentie Matrix SCHERP
Thema
Competenties
Medisch
Handelen
Zwelling of defect buikwand
Zwelling hoofd/halsgebied
Intensieve zorg
Perioperatieve zorg en
postoperatieve complicaties
☻
☻
☻
☻
Vastleggen en overdragen
Opleiding
Wetenschap
Wondbehandeling
Chrirugische infecties
Chronische handafwijkingen
Huidverplaatsing en transplantatie
Kleine niet-complexe chirurgie
Diepe veneuze trombose
Morbide obesitas
Zwelling in de buik
Galsteenlijden en icterus
Chronische buikpijnklachten
(Peri-)anale klachten
Passageklachten bovenste
tractus digestivus
Passageklachten onderste
tractus digestivus
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Communicatie
Kennis en
wetenschap
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Organisatie
Maatch. Handelen
Professionaliteit
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Samenwerking
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
129
Thema
Competenties
Medisch
Handelen
Bloedverlies tractus digestivus
Acute buik
Zwelling extremiteit (weke
delen tumor)
Mammatumor
Huidtumoren
Cerebrovasculaire pathologie
Vasculaire toegangsweg
Chonische veneuze
insufficiëntie
Ischemisch been
Ischemische arm
Aneurismatisch vaatlijden
Vasculaire varia
Primaire opvang en triage van
traunapatiënten
Polytrauma
Extremiteitsletsel
Het groeiend skelet en de
oudere patiënt
Brandwonden
Benigne longpathologie
Maligne longpathologie
Zwellingen thorawand/pleura/
mediastinum
Zwelling lies/externe genitalia
kind
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Communicatie
Kennis en
wetenschap
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Thema
Zwelling hoofd/halsgebied kind
Speciële kinderchirurgie
Organisatie
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Maatch. Handelen
Professionaliteit
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Maatch. Handelen
Professionaliteit
Competenties
Medisch
Handelen
Peri-operatieve zorg bij
kinderen
Samenwerking
☻
☻
☻
Communicatie
☻
☻
Kennis en
wetenschap
Samenwerking
☻
☻
☻
Organisatie
☻
☻
130
Tabel Toetsing competenties
Toetsing \ Competentie
Medisch
handelen
Communicatie
Kennis en
wetenschap
Samenwerking
Organisatie
Maatschappelijk
handelen
Professionaliteit
Voortgangsgesprek
Geschiktheidsbeoordeling
kennistoets
360 graden beoordeling
zelfreflectie
CAT (Critical Appraised Topic)
Case based discussion
KPB
OSATS
OK verslag/ verslag gecompliceerd
beloop klin patient
Cursorisch onderwijs/referaten/stages
Voordracht NVvH (of vergelijkbaar
podium)
1e auteur peer-reviewed artikel
131
Toetsingsschema beoordelingen
Rood: Summatieve toets
Toetsing
Voortgangsgesprek
Blauw: Formatieve toets
3 mnd
½ jaar
9 mnd
1 jr
15
mnd
1½ jr
21
mnd
2 jr
2½ jr
3 jr
3½ jr
4 jr
4½ jr
5 jr
5½ jr
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
Geschiktheidsbeoordeling
☺
kennistoets
☺
360 graden beoordeling
☺
☺
☺
☺
zelfreflectie
Groen: facultatief (bij twijfel/zorgen)
☺
☺
☺
☺
☺
CAT
(Critical Appraised Topic)
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
Case based discussion
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
☺
KPB
(Klinische Praktijkbeoordeling)
6X per jaar
6X per jaar
4X per jaar
4X per jaar
4X per jaar
4X per
OSATS
(Objective Structured Assesment
of Technical Skills)
Key procedures
min 20X OSATS
Key procedures
min 20X OSATS
Key
procedures
min 20X
OSATS
Key
procedures
min 20X
OSATS
Key
procedures
min 20X
OSATS
Ke
proced
min 2
OSA
min 1 referaat
min 1 referaat
min 1 referaat
OK verslag/ verslag
gecompliceerd beloop
klin. patient
Cursorisch
onderwijs/referaten/stages
Voordracht NVvH
(of vergelijkbaar podium)
e
1 auteur peer-reviewed artikel
2X
2X
Common trunk onderwijs
4X per jaar
Common trunk onderwijs
☺
☺
132
min 1 re
KPB
verschillende vormen KPB mogelijk
• Beoordeling AIOS-patient contact (kliniek/polikliniek/SEH)
• Beoordeling overdracht
OSATS
kan van elke willekeurige operatie zijn, niet perse key procedure
Ipv OSATS kan ook het resultaat van een simulatie setting toets in het port folio worden gedaan
Zelfreflectie toetsings instrument zal nog ontwikkeld worden
Kennistoets
wordt door concillium ontwikkeld
Voortgangsgesprek
aangegeven kan
hiervoor zal ook een standaard formulier voor ontwikkled moeten worden. Mn van belang is dat bij zorgen of twijfels
worden of de AIOS deze herkent/erkent. Nl noodzakelijke basis voor evt gedragsverandering
133
Wat zit wanneer minimaal in het portfolio?
1X
voortgangs
gesprek
3 mnd
2X voortgangs
gesprek
1X
Kennistoets
1X
Zelfreflectie
1X Case based
discussion
3X KPB
2X verslag
5X OSATS
3X
voortgangsgesprek
1X Kennistoets
1X 360 gr
1X Zelfreflectie
1X Case based
discussion
4X KPB
3X verslag
10X OSATS
6 mnd
9 mnd
1X geschiktheids
eoordeling
4X voortgangsgesprek
2X Kennistoets
1X 360 gr
2X Zelfreflectie
1X Case based
discussion
6X KPB
4X verslag
20X OSATS
1X
geschiktheidsbeoordeling
5X voortgangsgesprek
2X Kennistoets
1X 360 gr
2X Zelfreflectie
1X Case based discussion
6X KPB
4X verslag
25X OSATS
1X CAT
1 jaar
15 mnd
1X geschiktheidsbeoordeling
6X voortgangsgesprek
3X Kennistoets
1X 360 gr
2X Zelfreflectie
2X Case based discussion
8X KPB
6X verslag
30X OSATS
1X CAT
1X
geschiktheidsbeoordeling
7X voortgangsgesprek
3X Kennistoets
2X 360 gr
2X Zelfreflectie
2X Case based discussion
8X KPB
6X verslag
35X OSATS
1X CAT
18 mnd
21 mnd
2X geschiktheids
boordeling
9X voortgangsgesprek
4X Kennistoets
2X 360 gr
3X Zelfreflectie
2X Case based
discussion
14X KPB
8X verslag
50X OSATS
2X CAT
2 jaar
2Xgeschiktheidsbeoordeling
8X voortgangsgesprek
4X Kennistoets
2X 360 gr
3X Zelfreflectie
2X Case based discussion
12X KPB
8X verslag
40X OSATS
2X CAT
2 ½ jaar
3X
geschiktheidsbeoordeling
11X voortgangsgesprek
5XKennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
3X Case based discussion
18X KPB
8X verslag
70X OSATS
5X CAT
1X referaat
3 jaar
3X geschiktheidsbeoordeling
10X voortgangsgesprek
5X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
3X Case based discussion
16X KPB
8X verslag
60X OSATS
4X CAT
1X referaat
3 ½ jaar
4 jaar
3X geschiktheids
eoordeling
12X
voortgangsgesprek
6X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
4X Case based
discussion
20X KPB
8X verslag
80X OSATS
6X CAT
2X referaat
3X geschiktheids
beoordeling
13X
voortgangsgesprek
6X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
4X Case based
discussion
22X KPB
8X verslag
90X OSATS
6X CAT
2X referaat
4 ½ jaar
5 jaar
3X geschiktheids
beoordeling
14X
voortgangsgesprek
7X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
5X Case based
discussion
24X KPB
8X verslag
100X OSATS
7X CAT
3X referaat
1X artikel
1X voordracht
3X geschiktheids
beoordeling
13X
voortgangsgesprek
6X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
4X Case based
discussion
22X KPB
8X verslag
90X OSATS
6X CAT
2X referaat
5 ½ jaar
6jaar
3X geschiktheids
beoordeling
14X voortgangs
gesprek
7X Kennistoets
3X 360 gr
3X Zelfreflectie
5X Case based
discussion
24X KPB
8X verslag
100X OSATS
7X CAT
3X referaat
1X artikel
1X voordracht
134
Thema's verplicht jaar 1-6
Thema
jaar 1-2
jaar 3-5
1 zwelling of defect buikwand
2 zwelling hoofd/halsgebied (volwassenen)
3 intensieve zorg
4 perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
5 vastleggen en overdragen
6 opleiding
7 wetenschap
8 wondbehandeling
9 chirurgische infecties
10 chronische handafwijkingen
11 huidverplaatsing en -transplantatie
12 kleine niet-complexe chirurgie
13 diepe veneuze trombose
14 morbide obesitas
15 zwelling in de buik
16 galsteenlijden en icterus
17 chronische buikpijnklachten
18 (peri-)anale klachten
19 passageklachten bovenste tractus digestivus
20 passageklachten onderste tractus digestivus
21 bloedverlies tractus digestivus
22 acute buik
23 zwelling extremiteit (weke delen tumor)
24 mammatumor
25 huidtumoren
26 cerebrovasculaire pathologie
27 vasculaire toegangsweg
28 chronische veneuze insufficiëntie
29 ischemisch been
30 ischemische arm
31 aneurysmatisch vaatlijden
32 vasculaire varia
33 primaire opvang en triage van traumapatiënten
34 polytrauma
35 extremiteitsletsel
36 het groeiende skelet en de oudere patiënt
37 brandwonden
38 benigne longpathologie
39 maligne longpathologie
40 zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
41 zwelling lies/externe genitalia kind
42 peri-operatieve zorg bij kinderen
43 zwelling hoof/halsgebied (kind)
44 speciële kinderchirurgie
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
jaar 6
Chir Onco
GE
Chir Onco + GE
GE
GE
GE
Chir Onco + GE
Chir Onco + GE
Chir Onco + GE
Chir Onco
☻
☻
Chir Onco
Chir Onco
Vaat
Vaat
☻
☻
Vaat
Vaat
Vaat
☻
Vaat
Vaat
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Trauma
Trauma
Trauma
Trauma
Trauma
Trauma
Long + Chir Onco
Long + Chir Onco
☻
☻
NB: de thema's aangegeven in het schema moeten in ieder geval op de gewenste
niveau worden behaald, maar er mag ook gewerkt worden aan de andere thema's.
Kind
Kind
Kind en Chir Onco
Kind
Thema's in stages
Thema
1 zwelling of defect buikwand
2 zwelling hoofd/halsgebied (volwassenen)
3 intensieve zorg
4 perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
5 vastleggen en overdragen
6 opleiding
7 wetenschap
8 wondbehandeling
9 chirurgische infecties
10 chronische handafwijkingen
11 huidverplaatsing en -transplantatie
12 kleine niet-complexe chirurgie
13 diepe veneuze trombose
14 morbide obesitas
15 zwelling in de buik
16 galsteenlijden en icterus
17 chronische buikpijnklachten
18 (peri-)anale klachten
19 passageklachten bovenste tractus digestivus
20 passageklachten onderste tractus digestivus
21 bloedverlies tractus digestivus
22 acute buik
23 zwelling extremiteit (weke delen tumor)
24 mammatumor
25 huidtumoren
26 cerebrovasculaire pathologie
27 vasculaire toegangsweg
28 chronische veneuze insufficiëntie
29 ischemisch been
30 ischemische arm
31 aneurysmatisch vaatlijden
32 vasculaire varia
33 primaire opvang en triage van traumapatiënten
34 polytrauma
35 extremiteitsletsel
36 het groeiende skelet en de oudere patiënt
37 brandwonden
38 benigne longpathologie
39 maligne longpathologie
40 zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
41 zwelling lies/externe genitalia kind
42 peri-operatieve zorg bij kinderen
43 zwelling hoof/halsgebied (kind)
44 speciële kinderchirurgie
Aanbod in Stage
ICU
ICU
SEH
SEH
jaar 1-2
jaar 3-5
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
☻
jaar 6
Chir Onco
GE
SEH
Chir Onco + GE
GE
GE
GE
Chir Onco + GE
Chir Onco + GE
Chir Onco + GE
Chir Onco
☻
☻
Chir Onco
Chir Onco
Vaat
Vaat
☻
☻
Vaat
Vaat
Vaat
☻
Vaat
☻
☻
☻
☻
☻
☻
Trauma
Vaat
SEH
SEH
SEH
☻
☻
☻
SEH
☻
Trauma
Trauma
Trauma
Trauma
Trauma
Long + Chir Onco
Long + Chir Onco
☻
☻
Kind
Kind
Kind en Chir Onco
Kind
NB: de thema's aangegeven in het schema moeten in ieder geval op de gewenste
niveau worden behaald, maar er mag ook gewerkt worden aan de andere thema's.
136
Tabel opleidingsmomenten vs. competenties
Opleidingsmoment \ Competentie
Med.hand.
Comm.
K en W
Samenw.
Org.
Msch.han.
Prof.
poliklinisch consult
operatie
afdelingsvisite
dienstoverdracht
complicatiebespreking
overige patientenbespreking
referaat
Voor elk Opleidingsmoment kan
een specifiek KPB worden
afgenomen, waarbij de inhoud van
de competenties kan worden
getoetst
137
Download